Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2024, 21878 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2024, 21878 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikel 48 van het Besluit bezoldiging politie;
Besluit:
Deze regeling verstaat onder:
beroepsziekte als bedoeld in artikel 1, onderdeel y, van het Besluit algemene rechtspositie politie;
dienstongeval als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, van het Besluit algemene rechtspositie politie.
1. De ambtenaar, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Besluit bezoldiging politie, die bij het bevoegd gezag een verzoek heeft ingediend om een ongeval of ziekte aan te merken als een dienstongeval of beroepsziekte, behoudt, in afwijking van het bepaalde in dat lid, totdat op het verzoek is beslist zijn aanspraak op 100% van de bezoldiging, indien voorzienbaar is dat het verzoek zal leiden tot een erkenning als dienstongeval of beroepsziekte.
2. Nadat is beslist op het verzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt de loondoorbetaling bij ziekte voortgezet overeenkomstig het bepaalde in artikel 38, van het Besluit bezoldiging politie, gerekend vanaf de eerste ziektedag.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius
Op grond van artikel 48 van het Besluit bezoldiging politie (hierna: Bbp) kan door Onze Minister een bijzondere regeling worden getroffen voor gevallen waarin dit besluit niet of niet naar billijkheid voorziet. Het huidige artikel dat recht op doorbetaling van bezoldiging regelt (artikel 38 Bbp) bevat in het eerste lid een afbouw van het percentage aan doorbetaling. De eerste loonkorting vindt na 26 weken plaats. In het tweede lid is geregeld dat er geen afbouw plaatsvindt onder meer in het geval de ziekte is veroorzaakt door een dienstongeval of beroepsziekte.
In de praktijk is het niet altijd haalbaar om binnen 26 weken een erkenning dienstongeval of beroepsziekte af te geven. Dit speelt vooral bij PTSS. Het is daardoor niet ongebruikelijk dat medewerkers gedurende de erkenningsprocedure geconfronteerd worden met loonkorting, terwijl voorzienbaar is dat er wel een erkenning zal volgen.
Er is een nieuw stelsel omtrent de omgang met dienstongevallen en beroepsziekten in voorbereiding, waarin nadrukkelijker rekening wordt gehouden met het zoveel mogelijk (financieel) ontlasten van de ambtenaar die ziek is geworden door het werk in de eerste fase van de ziekte. Daarin is het voorstel om gedurende de hele fase van herstel en re-integratie geen loonkorting toe te passen. De gedachte hierachter is dat een dergelijke loongarantie bijdraagt aan het herstel en de re-integratie van de ambtenaar.
Door de strikte toepassing van loonkorting na 26 weken, werkt het huidige stelsel onbillijk naar de ambtenaar die niet binnen 26 weken een erkenning kan verkrijgen, terwijl er een hoge kans bestaat dat de ziekte van de ambtenaar is veroorzaakt door een dienstongeval of beroepsziekte. Achteraf volgt meestal alsnog een erkenning, waardoor onnodig een percentage van het loon is ingehouden. Met deze regeling wordt vooruitgelopen op het nieuwe stelsel waarmee tevens onbillijk handelen kan worden voorkomen.
Nadat op het verzoek tot erkenning is beslist, wordt de loondoorbetaling bij ziekte voortgezet op grond van het bepaalde in artikel 38 Bbp, gerekend vanaf de eerste ziektedag. Dit betekent ingeval geen erkenning volgt en de wachttijd van 104 weken voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA) nog niet is verstreken, dat op dat moment de loonkorting wordt toegepast die van toepassing is op het tijdvak dat dan verstreken is. Er wordt niet met terugwerkende kracht loon ingehouden waardoor het onterecht niet korten een risico is voor de werkgever. Zodra het ongeval of de ziekte door het bevoegd gezag is aangemerkt als dienstongeval of beroepsziekte wordt de loondoorbetaling voortgezet op grond van artikel 38, tweede lid, Bbp. Is de wachttijd voor de WIA verstreken op het moment dat op het verzoek wordt beslist, vindt, in beide hiervoor genoemde situaties, het bepaalde in artikel 38, vierde lid, onderdeel d, Bbp toepassing.
Voorwaarde voor doorbetaling van de bezoldiging op grond van deze regeling is dat op basis van de op dat moment beschikbare informatie aangenomen kan worden dat het verzoek om het aanmerken als dienstongeval of beroepsziekte naar alle waarschijnlijkheid tot die erkenning zal leiden. Daarvoor is nodig dat de ambtenaar beschrijft door welke incidenten de ongeschiktheid is veroorzaakt zodat aan de hand daarvan een inschatting kan worden gedaan.
Inwerkingtreding van deze regeling is voorzien met ingang van 1 juni 2024. Dit is de vroegst mogelijke datum waarop de politieorganisatie in staat is de uitvoering ter hand te nemen. Omdat publicatie van deze regeling waarschijnlijk (vlak) na die datum plaatsvindt wordt gebruik gemaakt van terugwerkende kracht.
Deze regeling is overeengekomen met de politievakorganisaties.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-21878.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.