Regeling van de Minister van Financiën van 28 juni 2024, 2024-0000362907, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen in verband met het verrichten van handelingen op grond van Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel EU.A1.07 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

EU.A1.08

De behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR)

€ 200 per uur dat de AFM werkzaamheden verricht met een maximum van € 100.000

2. Na onderdeel EU.A2.07 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

EU.A2.08

De behandeling van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR)

€ 200 per uur dat de AFM werkzaamheden verricht met een maximum van € 100.000

3. Na onderdeel EU.A3.07 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

EU.A3.08

De behandeling van een melding van het aanbieden van cryptoactivadiensten door bepaalde financiële entiteiten als bedoeld in artikel 60, eerste tot en met zesde lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR)

€ 200 per uur dat de AFM werkzaamheden verricht met een maximum van € 50.000

4. Na onderdeel EU.A8.07 worden vier onderdelen ingevoegd, luidende:

EU.A8.08

Van de betrouwbaarheid van een lid van een leidinggevend orgaan als bedoeld in artikel 68, eerste lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR)

€ 700

EU.A8.09

Van de kennis, vaardigheden en ervaring van een lid van een leidinggevend orgaan als bedoeld in artikel 68, eerste lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR)

€ 2.900

EU.A8.10

Van de kennis, vaardigheden en ervaring van een lid van een leidinggevend orgaan als bedoeld in artikel 68, eerste lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR), indien:

– de te toetsen persoon eerder is getoetst door DNB bij een registratie op grond van hoofdstuk 3A Wwft, zoals dat luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel J, van de Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie;

– de verdeling van eindverantwoordelijkheden binnen het collectief van te toetsen personen sindsdien niet gewijzigd is; en

– de vergunning wordt aangevraagd voor meer diensten dan die onder de registratie mochten worden verleend.

€ 1.500

EU.A8.11

Van de kennis, vaardigheden en ervaring van een lid van een leidinggevend orgaan als bedoeld in artikel 68, eerste lid van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR), indien:

– de te toetsen persoon eerder is getoetst door DNB bij een registratie op grond van hoofdstuk 3A Wwft, zoals dat luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel J, van de Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie;

– de verdeling van eindverantwoordelijkheden binnen het collectief van te toetsen personen sindsdien niet gewijzigd is; en

– de vergunning wordt aangevraagd voor dezelfde diensten als die onder de registratie mochten worden verleend.

€ 500

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen Wwft.D1 en Wwft.D2 vervallen.

2. Na onderdeel Wtt.D3 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Onderdeel EU.D1:

MiCAR

 

EU.D1.01

De beoordeling van een voorgenomen verwerving als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR) (gekwalificeerde deelneming in aanbieder van activagerelateerde tokens)

€ 1.600

EU.D1.02

De behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR) (uitgifte van activagerelateerde tokens)

€ 10.000

EU.D1.03

De behandeling van een kennisgeving als bedoeld in artikel 48, zesde lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR) (uitgifte van e-moneytokens door een elektronischgeldinstelling of bank)

€ 3.200

EU.D1.04

De toetsing van de kennis, vaardigheden, ervaring en betrouwbaarheid van een lid van een leidinggevend orgaan als bedoeld in artikel 34, tweede lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR)

€ 1.900

EU.D1.05

De toetsing van de betrouwbaarheid van een aandeelhouder of lid met een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 34, vierde lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR)

€ 1.100

3. Na onderdeel EU.D1.03 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

EU.D1.06

De toetsing van de betrouwbaarheid van een aandeelhouder of lid met een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 68, tweede lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR)

€ 1.100

EU.D1.07

De beoordeling van een voorgenomen verwerving als bedoeld in artikel 83, eerste lid, van verordening (EU) 2023/1114 (MiCAR) (gekwalificeerde deelneming in een aanbieder van cryptoactivadiensten)

€ 1.600

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 30 december 2024, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, tweede lid, dat in werking treedt op het tijdstip waarop artikel I van het Uitvoeringsbesluit MiCAR en TFR in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg

TOELICHTING

Algemeen

§ 1. Inleiding

De verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten (Markets in Crypto Assets Regulation, MiCAR) creëert een nieuw regelgevend kader voor aanbieders van cryptoactiva en cryptoactivadienstverleners. Kort gezegd reguleert MiCAR de uitgifte van cryptoactiva en het verlenen van cryptoactivadiensten in brede zin. Hiermee komt er een nieuw stelsel voor uitgevers van cryptoactiva en cryptoactivadienstverleners. MiCAR stelt eisen ten behoeve van consumentenbescherming, prudentieel toezicht en het tegengaan van marktmisbruik. De AFM is de primaire toezichthouder op cryptoactivadienstverleners en heeft de bevoegdheid om vergunningen aan deze partijen te verlenen. Daarnaast reguleert MiCAR zogeheten stablecoins: activagerelateerde tokens (ART’s) en e-moneytokens (EMT’s). Uitgevers van deze tokens staan onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB). Met het Uitvoeringsbesluit MiCA en TFR1 worden de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en DNB aangewezen als toezichthouders.

MiCAR is vanaf 30 juni 2024 van toepassing op uitgevers van stablecoins. Vanaf 30 december 2024 is ook het regime voor aanbieders van cryptoactivadiensten van toepassing. Voor cryptoactivadienstverleners met een registratie op grond van hoofdstuk 3A Wwft (AMLD5-registratie) bij DNB geldt een overgangsregime. Zij kunnen tot en met 30 juni 2025 met hun Wwft-registratie hun diensten aanbieden en moeten dus uiterlijk op die datum over een MiCAR-vergunning beschikken om hun dienstverlening voort te mogen zetten.2

§ 2. Inhoud van de regeling

De regeling stelt de tarieven vast die de AFM en DNB in rekening kunnen brengen voor bepaalde handelingen die zij op grond van MiCAR verrichten. Daartoe worden meerdere nieuwe onderdelen aan de artikelen 4 en 5 van de Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen toegevoegd. Het gaat voor de AFM om tarieven voor vergunningverlening en -wijziging, notificaties en personentoetsingen voor cryptoactivadienstverleners. DNB kan tarieven in rekening brengen om vergunningaanvragen van uitgevers van ART’s te beoordelen, notificaties te behandelen van de uitgave van EMT’s door banken en elektronischgeldinstellingen (EGI’s), en voor het beoordelen van voorgenomen verwervingen bij ART-uitgevers en cryptoactivadienstverleners.

De kosten die de AFM en DNB maken voor het verrichten van een eenmalige handeling worden, ongeacht de omvang, direct in rekening gebracht bij de betrokken instelling. Wel verschillen de tariefstructuren van de AFM en DNB. Voor de vergoeding van een aantal eenmalige verrichtingen van de AFM geldt een uurtarief omdat de omvang van de werkzaamheden voor de behandeling van verrichting sterk kan verschillen en vooraf niet is te bepalen. DNB hanteert in plaats daarvan vaste tarieven, ongeacht de geleverde toezichtinspanning. DNB heeft ervoor gekozen om aan te sluiten bij de systematiek van de andere sectoren, maar sluit niet uit dat deze systematiek te zijner tijd zal worden herzien. Eventuele kosten van werkzaamheden die niet door het tarief gedekt worden, worden als onderdeel van de heffing voor het doorlopend toezicht bij de betreffende toezichtcategorie in rekening gebracht.

§ 3. Financiële en regeldrukgevolgen

Deze regeling brengt enkel financiële gevolgen mee voor de ondernemingen die de betreffende eenmalige handelingen aanvragen. Er zijn geen gevolgen voor de regeldruk, nu de wijzigingsregeling geen materiële bepalingen invoert of wijzigt. De regeldrukgevolgen van de verordening zijn reeds inzichtelijk gemaakt in de memorie van toelichting bij de Uitvoeringswet verordening cryptoactiva.3 Ook heeft deze regeling geen gevolgen voor de rijksbegroting.

§ 4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De regeling brengt geen materiële wijzigingen in het takenpakket van de AFM en DNB teweeg, maar ziet slechts op de vergoeding die de AFM en DNB voor bepaalde eenmalige handelingen in rekening kan brengen. De wijzigingen zijn in nauw overleg en mede op verzoek van de AFM en DNB tot stand gekomen.

Artikelsgewijs

Artikel I

A (Vergoedingen AFM)

Vergunningaanvragen (EU.A1.08, EU.A2.08)

Voor aanvragen en wijzigingen van een vergunning als cryptoactivadienstverlener geldt een tarief van € 200 per uur, met een maximum van € 100.000.

Het tarief van € 200 per uur is gangbaar voor toezichtcategorieën waar de omvang van de werkzaamheden voor de behandeling van de verrichting sterk kan verschillen en vooraf niet te bepalen is. Deze uitgangspositie is ook hier passend gezien de diversiteit in de vergunningaanvragen en de toepassing van het proportionaliteitsprincipe, waarbij de zwaarte van de toets afhangt van de aard, complexiteit en omvang van de dienstverlening.

Voor de totstandkoming van het tarief is voorts gekeken naar de tarieven voor bestaande partijen. Aangesloten is bij de tarieven voor beleggingsondernemingen, omdat het wettelijk kader en het type dienstverlening vergelijkbaar zijn tussen de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 (MiFID II) en MiCAR. Voor beleggingsondernemingen geldt eveneens een tarief van € 200 per uur met een maximum van € 100.000.

Melding (EU.A3.08)

Voor een melding van het aanbieden van cryptoactivadiensten door partijen met een bestaande vergunning (waaronder banken, beleggingsondernemingen en EGI’s) geldt een tarief van € 200 per uur met een maximum van € 50.000.

Deze partijen hoeven alleen een notificatie in te dienen. De notificatieprocedure is minder zwaar dan de vergunningaanvraagprocedure, aangezien dit enkel een volledigheidscontrole betreft en er geen geschiktheids-, betrouwbaarheids- en prudentiële toets plaatsvindt. Ook hoeft er minder documentatie aangeleverd te worden, gezien bepaalde elementen al getoetst zijn bij de eerdere vergunningaanvraag.

De notificatieprocedure is veel lichter dan de vergunningprocedure. Daarom wordt er een lager maximumbedrag van € 50.000 gehanteerd. Het gebruik van het € 200 per uurtarief wordt passend geacht, gezien de grote variëteit in type financiële instellingen die bij de AFM kunnen notificeren.

Personentoetsingen (EU.A8.08 – EU.A8.11)

Leden van een leidinggevend orgaan van een cryptoactivadienstverlener kunnen worden onderworpen aan een betrouwbaarheids- of geschiktheidstoets. Voor deze toetsen gelden dezelfde tarieven als voor andere personentoetsingen: € 700 voor een betrouwbaarheidstoets en € 2.900 voor een geschiktheidstoets.

Het is niet wenselijk dat personen die (gedeeltelijk) voor dezelfde activiteiten eerder zijn getoetst door DNB, bij de AFM nogmaals een volledige toetsing moeten doorlopen. Indien de te toetsen persoon eerder is getoetst door DNB in het kader van een AMLD5-registratie, en er sindsdien geen wijziging is van aandachtsgebieden binnen het collectief van te toetsen personen, gelden aangepaste tarieven. Als sprake is van dezelfde diensten als onder de AMLD-registratie, dan geldt een tarief van € 500. Bij een uitbreiding van diensten geldt een tarief van € 1.500.

B (Vergoedingen DNB)

Beoordelingen van voorgenomen verwervingen (EU.D1.01, EU.D1.07)

De onderdelen EU.D1.01 en EU.D1.04 stellen een tarief voor de aanvraag van een beoordeling van voorgenomen verwerving van een gekwalificeerde deelneming in uitgevers van activagerelateerde tokens (artikel 41 MiCAR) en cryptoactivadienstverleners (artikel 83 MiCAR).

De werkzaamheden die hiervoor verricht moeten worden vertonen sterke gelijkenissen met het verlenen van een verklaring van geen bezwaar bij beleggingsondernemingen en beleggingsinstellingen. Daarnaast wordt verwacht dat de gemiddelde omvang van genoemde instellingen ook gelijkenissen vertoont. Gegeven bovenstaande overeenkomsten is gekozen om een eenzelfde tarief van € 1.600 te hanteren.

Personentoetsingen maken onderdeel uit van de beoordeling die plaatsvindt ten behoeve van beoordelingen van voorgenomen verwervingen. DNB is uit hoofde van MiCAR verantwoordelijk voor deze beoordelingen van voorgenomen verwervingen. Hiervoor worden door DNB op basis van artikel 83 MiCAR kosten in rekening gebracht.

Vergunningaanvraag uitgevers activagerelateerde tokens (EU.D1.02)

Het tarief voor een vergunningaanvraag van ART-uitgevers (niet zijnde banken) wordt vastgesteld op € 10.000. De te verrichten werkzaamheden zijn vergelijkbaar met een vergunning voor EGI’s, maar DNB schat in dat de beoordeling van vergunningsaanvragen voor ART-uitgevers meer tijd in beslag zal nemen. De belangrijkste reden daarvoor is dat de beoordeling van operationele risico’s door het gebruik van DLT-technologie meer tijd en inspanning vanuit de toezichthouder vereist, evenals coördinatie met andere toezichthouders.

Behandeling melding uitgifte e-moneytokens (EU.D1.03)

Onder MiCA kunnen EGI’s en banken EMT’s uitgeven. Zij moeten de toezichthouder daarvan op de hoogte stellen. Voor een dergelijke melding geldt een tarief van € 3.200.

Het opbouwen van kennis om adequaat toezicht te kunnen houden op de operationele risico’s die voortvloeien uit het gebruik van DLT-technologie vereist de nodige investeringen. Daarnaast is het wenselijk dat er een gelijk speelveld is tussen de uitgevers van ART's en EMT's. De hoogte van de eenmalige handeling betreffende de notificatie voor uitgifte van een EMT wordt gesteld op € 3.200. Dit bedrag is gebaseerd op het verschil tussen de kosten voor een vergunning voor EGI’s (€ 6.800) en uitgevers van ART’s (€ 10.000).

Personentoetsingen (EU.D1.04, EU.D1.05, EU.D1.06)

Op grond van artikel 34, tweede lid van MiCAR, zijn leden van een leidinggevend orgaan van een ART-uitgever verplicht een geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets te ondergaan. Voor een dergelijke toetsing is het tarief vastgesteld op € 1.900, gebaseerd op de som van de bestaande tarieven voor geschiktheids- en betrouwbaarheidstoetsen, te vinden in de onderdelen Wft.D7.01 (€ 800) en Wft.D7.03 (€ 1.100).

Hiermee worden de tarieven voor de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets gelijkgetrokken met de tarieven voor uitgevers van EMT's, zodat er een gelijk speelveld ontstaat met de ART-uitgevers. De eenmalige handelingen voor personentoetsingen voor EMT’s vallen namelijk onder de bestaande regeling voor EGI’s of banken.

Verder dienen aandeelhouders en leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming hebben in cryptoactivadienstverleners en ART-uitgevers, getoetst te worden op betrouwbaarheid (artikel 34 lid 4 MiCAR en artikel 68 lid 2 MiCAR). Het tarief voor deze betrouwbaarheidstoets is vastgesteld op € 1.100, in overeenstemming met het huidige tarief voor betrouwbaarheidstoetsen door DNB.

Artikel II

MiCAR is vanaf 30 juni 2024 van toepassing op uitgevers van stablecoins. De tarieven voor stablecoins treden in werking op hetzelfde tijdstip als het Uitvoeringsbesluit MiCAR en TFR. Het Uitvoeringsbesluit wijst de AFM en DNB aan als de bevoegde toezichthouders. Vanaf de inwerkingtreding van het Uitvoeringsbesluit MiCAR en TFR kunnen de toezichthouders handhaven en tarieven in rekening brengen op grond van de bekostigingsregelgeving. Vanaf 30 december 2024 is ook het MiCAR-regime voor aanbieders van cryptoactivadiensten van toepassing. Op dat moment treden de tarieven voor deze groep in werking.

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
2

Artikel IV van de Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie.

X Noot
3

Kamerstukken II 2023/24, 36 527, nr. 3.

Naar boven