Beleidsregel van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 25 juni 2024, nummer 5568376, over het nemen van verdeelbesluiten in het kader van artikel 5 van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (Beleidsregel verdeelbesluiten)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5 van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (Stb. 2024, 12);

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Staatssecretaris:

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

Verslag:

Het verslag van de commissaris van de Koning van het overleg tussen de colleges van burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en het COA over de verdeling van opvangplaatsen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen.

Artikel 2 Invulling van het verdeelbesluit door de staatssecretaris

  • 1. De staatssecretaris neemt steeds het verslag van de commissaris van de Koning als uitgangspunt voor het nemen van een verdeelbesluit voor de provincie.

  • 2. Wanneer in het verslag een volledige en uitvoerbare verdeling van de provinciale opvangopgave is opgenomen, wordt deze verdeling uit het verslag door de staatssecretaris overgenomen in het verdeelbesluit.

  • 3. Wanneer in het verslag geen volledige en uitvoerbare verdeling van de provinciale opvangopgave is opgenomen, dan vult de staatssecretaris deze verdeling in.

Artikel 3 In aanmerking te nemen omstandigheden bij een niet volledige en uitvoerbare verdeling van de provinciale opvangopgave

Wanneer in het verslag geen volledige en uitvoerbare verdeling van de provinciale opvangopgave is opgenomen laat de staatssecretaris zich bij het nemen van het verdeelbesluit leiden door:

  • a. het streven naar een zo evenwichtig mogelijke verdeling over het grondgebied van Nederland, waarbij hij zoveel mogelijk rekening houdt met de SES-WOA-score op gemeenteniveau;

  • b. de duur en omvang van eerder geboden asielopvang en de aanwezigheid van bijzondere opvangmodaliteiten binnen de gemeenten;

  • c. de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het verdeelbesluit.

Artikel 4 Tussentijds wijzigen van het verdeelbesluit

Bij een tussentijdse wijziging van het verdeelbesluit laat de staatssecretaris zich leiden door de omstandigheden, genoemd in artikel 3.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verdeelbesluiten.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

Inleiding

De onderhavige beleidsregel heeft betrekking op de toepassing van artikel 5 van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen door of namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De beleidsregel geeft de kaders en uitgangspunten die de staatssecretaris meeweegt bij het nemen van een verdeelbesluit.

De verdeelbesluiten

De staatssecretaris neemt eens in de twee jaren voor 31 december van het kalenderjaar een verdeelbesluit per provincie. In deze besluiten worden de benodigde opvangplaatsen1 per provincie, zoals bepaald in de indicatieve verdeling die voor 1 februari van hetzelfde kalenderjaar bekend is gemaakt, verdeeld over de in het besluit aangewezen gemeenten. Hierin wordt een verdeling gemaakt van zowel de benodigde reguliere opvangplaatsen als de benodigde bijzondere opvangplaatsen waaronder opvangplaatsen voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). De verdeling dient op te tellen tot de provinciale opvangopgave zoals vastgesteld in de indicatieve verdeling. Met dit verdeelbesluit wordt een wettelijke taak gecreëerd voor gemeenten om de opvangplaatsen mogelijk te maken die hen zijn toebedeeld in het verdeelbesluit. Gemeenten waaraan geen opvangplaatsen worden toebedeeld in het verdeelbesluit krijgen dan ook geen wettelijke taak.

Verslagen van de commissarissen van de Koning

Eens in de twee jaren brengen de commissarissen van de Koning van alle provincies voor 1 november van het kalenderjaar verslag uit naar aanleiding van het overleg dat plaats heeft gevonden aan de Provinciale regietafels (PRT’s). In deze verslagen wordt een verdeling van de behoefte in de twee daaropvolgende jaren aan opvangplaatsen in de provincie over een aantal gemeenten voorgesteld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere opvangplaatsen en bijzondere opvangplaatsen. In het verslag kunnen afspraken worden opgenomen over het uitruilen van verschillende doelgroepen (asielzoekers, statushouders, Oekraïense ontheemden). Deze verslagen vormen het uitgangspunt voor de staatssecretaris bij het nemen van de verdeelbesluiten voor 31 december van hetzelfde kalenderjaar. In deze verdeelbesluiten wordt enkel de verdeling van de asielopvangplaatsen vastgelegd.

Invulling van verdeelbesluit door de staatssecretaris

Wanneer uit het verslag blijkt dat aan de PRT overeenstemming is bereikt over een volledige en uitvoerbare invulling van de provinciale opvangopgave, wordt de verdeling uit het verslag door de staatssecretaris overgenomen in het verdeelbesluit. Onder volledige invulling wordt verstaan: een invulling die het vastgestelde aantal opvangplaatsen per provincie volledig dekt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere opvangplaatsen en bijzondere opvangplaatsen.

Wanneer uit het verslag blijkt dat het niet gelukt is door de PRT om te komen tot een volledige en uitvoerbare verdeling die de gehele provinciale opvangopgave dekt, wordt het verdeelbesluit ingevuld door de staatssecretaris. Ook in dat geval is de verdeling in het verslag uitgangspunt.

Mocht een voorgestelde volledige verdeling niet uitvoerbaar zijn, dan zal de staatssecretaris hiertoe een motivering geven in de toelichting bij het verdeelbesluit.

Bij het nemen van het verdeelbesluit bij een niet-volledige en uitvoerbare verdeling op basis van het verslag en het tussentijds wijzigen van het verdeelbesluit, laat de staatssecretaris zich leiden door de volgende overwegingen:

  • 1. Evenwichtige verdeling

    De staatssecretaris streeft naar een zo evenwichtig mogelijke verdeling over het grondgebied van Nederland, rekening houdend met de SES-WOA-score op gemeenteniveau. Hiervoor dient de indicatieve verdeling als uitgangspunt aangezien hierin reeds rekening is gehouden met de evenwichtige verdeling naar inwoneraantal en de SES-WOA score. Bij het nemen van het verdeelbesluit door de staatssecretaris wordt eveneens rekening gehouden met de SES-WOA score.

  • 2. Eerdere en bijzondere inspanningen op het gebied van asielopvang

    Tevens wordt rekening gehouden met de eerder geboden asielopvang in gemeenten in de afgelopen tien jaar, waaronder ook de opvang van ontheemden in het geval van acute noodsituaties (zoals in het geval van Oekraïne). Hierbij speelt de duur (maanden, jaren) en omvang (aantal opvangplaatsen) van de eerder geboden asielopvang een rol. Ook wordt gekeken naar de aanwezigheid van bijzondere opvangmodaliteiten binnen de gemeenten. Voor het overzicht van de eerdere en bijzondere inspanningen op gebied van asielopvang per gemeente maakt de staatssecretaris gebruik van reeds bij hem bekende informatie, waaronder de in het verslag opgenomen afspraken over het uitruilen van verschillende doelgroepen, en informatie van andere partijen zoals bijvoorbeeld het COA. Indien blijkt dat een gemeente vele malen meer doet, of in de afgelopen tien jaar heeft gedaan, dan op basis van de indicatieve verdeling is bepaald, ligt het niet in de lijn der verwachting dat de staatssecretaris aan deze gemeente plaatsen toewijst die nog moeten worden verdeeld voor een volledige invulling van de provinciale asielopvangopgave.

  • 3. Haalbaarheid en uitvoerbaarheid

    Als uitgangspunt geldt dat de gemeentelijke autonomie centraal staat en dat alle inspanning geleverd zal worden om de op gemeentelijk niveau gemaakte keuzes te faciliteren. Er wordt tevens rekening gehouden met de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de verdeling van de opvangplekken voor de uitvoeringsorganisaties in de migratieketen en de gevolgen hiervan voor het asiel-, vertrek- en opvangproces. Hierbij worden voorts de omstandigheden meegewogen die kunnen bijdragen aan kansrijke realiseerbaarheid van een opvangvoorziening in een gemeente. Ook wordt rekening gehouden met de realiseerbaarheid van verplichtingen die door de Opvangrichtlijn2, de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers en de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 aan asielopvang worden gesteld. Om de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van een verdeelbesluit te beoordelen maakt de staatssecretaris gebruik van reeds bij hem bekende informatie en informatie van andere partijen zoals bijvoorbeeld het COA, de IND en de DT&V.

Na het afwegen van deze feiten en omstandigheden stelt de staatssecretaris de verdeling van de provinciale asielopvangopgave vast in een gemotiveerd verdeelbesluit. Mede omdat de feiten en omstandigheden per provincie per gemeente kunnen verschillen, kan de weging ten behoeve van besluitvorming per situatie verschillen.

Wijziging verdeelbesluit

Het vastgestelde verdeelbesluit kan bij bijzondere omstandigheden tussentijds worden gewijzigd. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn na tussentijdse wijziging van de capaciteitsraming in het geval van uitzonderlijke omstandigheden, zoals een oorlog of natuurramp. Wanneer de staatssecretaris naar aanleiding van bijzondere omstandigheden tussentijds een verdeelbesluit aanpast dient hij onverkort rekening te houden met de omstandigheden in artikel 3.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

De benodigde opvangplaatsen omvat ook de vaste voorraad aan opvangplaatsen waarvoor het COA meerjarig stabiel wordt gefinancierd. De vaste voorraad wordt elke zes jaar herijkt en is een integraal onderdeel van de capaciteitsraming uit de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen en betreft geen extra/aanvullende opgave.

X Noot
2

Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (herschikking).

Naar boven