Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 25 juni 2024, nr. WJZ/ 59258258, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV subsidies in verband met wijzigingen in de subsidiemodule Indirecte emissiekosten ETS en tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 in verband met de openstelling van die subsidiemodule

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 4, 16, 19, tweede lid, 25 en 34, eerste lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Titel 4.4. van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.4.1 komt de begripsomschrijving van ‘inrichting’ te luiden ‘elke door de mens bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht;’.

B

In artikel 4.4.2 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid.

C

In artikel 4.4.6, tweede lid, vervalt onderdeel d onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.

D

Artikel 4.4.7 komt te luiden:

Artikel 4.4.7 Subsidieverplichtingen

  • 1. Op een subsidie voor de indirecte emissiekosten ETS zijn de artikelen 37 tot en met 42 van het besluit niet van toepassing.

  • 2. De subsidieontvanger verstrekt, totdat een verzoek tot vaststelling is ingediend, jaarlijks een monitoringsrapportage, als bedoeld in artikel 4.4.9.

  • 3. De subsidieontvanger voert de CO2-reducerende maatregelen uit overeenkomstig het in artikel 4.4.8 opgenomen CO2-reductieplan.

E

Artikel 4.4.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel g, wordt ‘15 procent CO2 emissiereductie’ vervangen door ‘3 procent CO2 emissiereductie per jaar waarvoor subsidie is verleend’.

2. In het derde lid vervalt ‘voor het eerst’.

F

Artikel 4.4.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. een onderbouwing van de werkelijke output en het werkelijke elektriciteitsverbruik.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien het subsidiebedrag € 25.000 of meer bedraagt en minder bedraagt dan € 125.000 overlegt de subsidieontvanger bij de aanvraag ten behoeve van de onderbouwing, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel een door een onafhankelijke deskundige derde, zijnde accountant, accountant-administratieconsulent of fiscaal adviseur, afgegeven verklaring hierover. Indien het subsidiebedrag € 125.000 of meer bedraagt overlegt de aanvrager hierover een rapport van feitelijke bevindingen van een accountant of accountant-administratieconsulent.

G

Artikel 4.4.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid na ‘bij het indienen van de monitoringsrapportage’ ingevoegd ‘, of uiterlijk 13 weken na 31 december 2030,’.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. In afwijking van artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van het besluit, gaat de aanvraag niet vergezeld van een controleverklaring.

3. Het vierde lid vervalt.

ARTIKEL II

In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 wordt voor de rij van titel 4.5 een rij ingevoegd, luidende:

Titel 4.4: Indirecte emissiekosten ETS

4.4.2

   

01-08-2024 t/m 31-08-2024

€ 186.000.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 juni 2024

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1.1 Aanleiding

Met deze regeling wordt de subsidiemodule Indirecte emissiekosten ETS, ook wel indirecte kostencompensatie genoemd (IKC), voor één jaar opnieuw opengesteld. De inhoud van en de voorwaarden voor deze regeling blijven gelijk aan de eerder opgezette richtlijnen. De inrichting van de regeling verandert wel. De regeling is nu ingericht op het openstellen van de IKC voor één jaar, in plaats van een jaarlijkse compensatie voor de gehele ETS-periode van vijf jaar. De IKC-ETS regeling, in titel 4.4. van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: IKC-ETS-regeling), wordt hiertoe aangepast. Daarnaast wordt de Regeling openstelling nationale EZK- en LNV-subsidies 2024 gewijzigd in verband met de openstelling van deze subsidiemodule.

1.2 Doel

De IKC-ETS-regeling heeft tot doel financiële compensatie te verlenen aan bedrijven die producten vervaardigen in bedrijfstakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico ten gevolge van de in Europa gehanteerde elektriciteitsprijzen die ook doorberekende kosten voor de uitstoot van broeikasgasemissies omvatten.

Europese elektriciteitsproducenten zijn verplicht onder het Europese emissiehandelssysteem (hierna: EU-ETS) rechten te kopen voor de emissie van CO2 bij de productie van stroom. De kosten hiervan berekenen zij door in hun elektriciteitsprijzen, waardoor Europese bedrijven te maken hebben met hogere elektriciteitskosten dan hun niet-Europese concurrenten wier elektriciteitsproducenten niet voor CO2-emissie betalen. Om carbon leakage te voorkomen – de situatie waarin productie en CO2-emissies weglekken naar landen buiten Europa met als resultaat minder economische activiteiten in de EU en verplaatsing en toename van de emissie van broeikasgassen – biedt de Nederlandse overheid sinds 2014 via de IKC-ETS-regeling compensatie aan voor bedrijven uit die bedrijfstakken die hier gevoelig voor zijn.

Het aanbieden van de IKC-ETS-regeling is facultatief; ruim tien Europese lidstaten waaronder België, Duitsland, Frankrijk, en ook EFTA-lid Noorwegen, hebben er voor gekozen dat te doen.

In Nederland is voor de IKC-ETS-regeling in 2023 geen budget vrijgemaakt. Het kabinet heeft destijds besloten om in plaats daarvan de verduurzaming van een grotere groep industriebedrijven te stimuleren door extra middelen vrij te maken voor generieke energiebesparende maatregelen. In de voorjaarsbesluitvorming is afgesproken om de IKC-ETS-regeling dit jaar opnieuw open te stellen om het ontstane concurrentienadeel voor de industrie te verkleinen, aangezien andere landen een vergelijkbare IKC-ETS-regeling wel openstellen.

1.3 Subsidieplafond

Voor de IKC-ETS-regeling is budget vrijgemaakt voor een éénjarige compensatie voor de indirecte emissiekosten ETS gemaakt in het jaar 2023. Voor de periode daarna bedraagt het budget van de regeling vooralsnog nul.

In 2025 zal Nederland de regeling evalueren. Ook zal de Commissie de Richtsnoeren betreffende bepaalde staatssteunmaatregelen in het kader van het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten na 2021 (hierna: de IKC-ETS-richtsnoeren) mogelijk op enkele daarin genoemde punten aanpassen. In verband met de sterk opgelopen prijs van de EU-ETS-rechten nemen ook de inkomsten vanuit deze rechten voor de Nederlandse Staat toe. Vanuit het perspectief van doelmatige en effectieve besteding van de overheidsuitgaven is het gewenst om na die middellange termijn een beslismoment in te kunnen lassen over voortzetting van de regeling.

Het subsidiebedrag dat beschikbaar is (subsidieplafond) in 2024, voor subsidie over de gemaakte kosten in 2023, bedraagt € 186 miljoen. Het subsidieplafond wordt, afhankelijk van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, jaarlijks gepubliceerd in de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies. Met deze wijzigingsregeling wordt daarom tevens de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 aangepast.

Wanneer het totale geclaimde budget groter is dan het beschikbare budget, wordt er evenredig met een gelijk percentage gekort over de aanvragen.

1.4 Openstelling subsidieregeling

Naast het subsidieplafond wordt ook de openstellingstermijn van de subsidie gepubliceerd in de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024. Gekozen is voor een openstellingstermijn van 1 maand (1 augustus 2024 tot en met 31 augustus 2024).

De subsidie wordt aangevraagd in het jaar volgend op het jaar waarin de kosten worden gemaakt. In 2024 wordt subsidie aangevraagd over 2023. Voor deze systematiek is gekozen om te zorgen voor een eenvoudige uitvoering. Een jaar nadat de kosten zijn gemaakt zijn alle noodzakelijke gegevens om de subsidie aan te kunnen vragen beschikbaar en kan de subsidie worden verleend.

2. Wijzigingen in de regeling

Vanwege het feit dat de regeling niet voor de gehele vijfjarige ETS-periode van kracht is geweest, geldt als voorwaarde dat voor elk ontvangen jaar subsidie een CO2-reductiedoelstelling van 3 procent geldt, in plaats van 15 procent over de totale vijfjarige looptijd van deze regeling. Artikel 4.4.8 wordt hierop aangepast. Dit betekent bijvoorbeeld dat een bedrijf dat IKC heeft ontvangen voor zowel 2021 als 2023 6 procent CO2-emissiereductie moet bewerkstelligen. Een bedrijf dat over één jaar, bijvoorbeeld 2021, IKC heeft ontvangen zal 3 procent CO2-emissiereductie moeten realiseren.

De definitie van inrichting is aangepast. Voorheen werd verwezen naar de definitie in de Wet milieubeheer, maar deze bestaat niet meer. De definitie van inrichting is nu opgenomen in artikel 4.4.1 van de IKC-ETS-regeling.

De monitoringsrapportage is geen onderdeel meer van de aanvraag. In plaats daarvan is het nu een voorwaarde om jaarlijks een monitoringsrapportage aan te leveren tot en met 2031, of tot wanneer de subsidie is vastgesteld. Een verzoek tot vaststelling dient op grond van artikel 4.4.12, eerste lid, tegelijk met de monitoringsrapportage te worden ingediend.

Bij de aanvraag dienen de werkelijke output en het werkelijke elektriciteitsverbruik onderbouwd te worden zoals beschreven in artikel 4.4.11, eerste lid, onderdeel d, van de IKC-ETS-regeling. Indien het subsidiebedrag € 25.000 of meer bedraagt en minder bedraagt dan € 125.000 overlegt de subsidieontvanger bij de aanvraag ten behoeve van de onderbouwing een door een onafhankelijke deskundige derde, zijnde accountant, accountant-administratieconsulent of fiscaal adviseur, afgegeven verklaring hierover. Indien het subsidiebedrag € 125.000 of meer bedraagt overlegt de aanvrager hierover een rapport van feitelijke bevindingen van een accountant of accountant-administratieconsulent. Voorheen diende deze verklaringen bij de vaststelling afgegeven te worden, maar gezien het feit dat de gegevens al bekend zijn, ligt aanlevering van deze gegevens bij de aanvraag meer voor de hand.

3. Consultatie doelgroep

Het is niet gebruikelijk dat een publieke consultatie wordt gehouden voor een subsidieregeling. Vanwege het ontbreken van enige beleidsruimte om de regeling anders dan voorgesteld in te vullen is afgezien van een openbare internetconsultatie.

4. Staatssteun

In artikel 10 bis, zesde lid, van Richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (PbEU 2003, L 275) wordt lidstaten de mogelijkheid gegeven financiële compensatie te verlenen aan bedrijfstakken of deeltakken die aan een reëel koolstoflekkagerisico zijn blootgesteld als gevolg van aanzienlijke indirecte kosten die werkelijk zijn opgelopen door in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissiekosten als gevolg van deelname aan het EU-ETS. De IKC-ETS-richtsnoeren zijn gevolgd.

De herziening van de IKC-ETS-regeling is in 2022 overeenkomstig artikel 108 van het VWEU ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft toen onderzocht of de steun verenigbaar was met de interne markt en haar formele goedkeuring verleend op 19 augustus 2022. De wijzigingen die met deze regeling worden aangebracht worden gedeeld met de Europese Commissie.

5. Regeldruk

De hernieuwde openstelling van de regeling zal niet leiden tot extra verplichtingen. Er worden ongeveer 57 aanvragen verwacht die naar verwachting allemaal kunnen worden toegekend. De tijdsbesteding voor de kennisname, de aanvraag, de vaststelling en de overige verplichtingen, bedoeld in artikel 4.4.7 van de IKC-ETS-regeling, wordt ingeschat op ongeveer 112,4 uur. Bij een standaarduurtarief van € 54 (conform het Handboek Meting Regeldrukkosten) komen de regeldrukkosten als gevolg van deze subsidieregeling uit op ongeveer € 429.000. Dat is 0,23 procent van het beschikbare subsidieplafond van € 186.000.000. Indien het subsidiebedrag voor een inrichting € 25.000 of meer bedraagt en minder bedraagt dan € 125.000 wordt rekening gehouden met € 1.000 aan kosten voor een verklaring van een onafhankelijke derde. Indien het subsidiebedrag € 125.000 of meer bedraagt worden deze kosten geschat op € 1.500 per rapport van feitelijke bevindingen van een accountant of accountant-administratieconsulent.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

6. Vaste verandermomenten

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven