Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Staatscourant 2024, 20882 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Staatscourant 2024, 20882 | beleidsregel |
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 25 van de Warenwet, artikel 10, eerste lid, onderdeel d, en artikel 13a van de Mandaatregeling VWS en het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024;
Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Het Specifiek interventiebeleid NVWA toezicht op voedselveiligheid bij horeca, ambachtelijke productie, retail en instellingen beschrijft, binnen de kaders van het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 (AIB) en de Warenwet, de interventies voor het betreffende werkterrein.
Het interventiebeleid is van toepassing op bedrijven die op grond van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 852/2004 geregistreerd zijn (of zouden moeten zijn) en die rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker en/of – eventueel als nevenactiviteit – leveren aan andere detailhandel en/of horeca.
Overtredingen die door de inspecteur/ toezichthouder worden waargenomen en die niet in IB03-SPEC 37 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Directie Handhaven teneinde een interventie te bepalen.
Voor algemene definities wordt verwezen naar het AIB en de Verordening (EG) Nr. 852/2004. Hieronder is een aantal specifieke definities opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het AIB.
• Incidentele waarneming: waarneming op dat moment, eenmalig voorkomend, geen aanwijzing dat de situatie vaker of structureel voorkomt.
• Structurele waarneming: vastgesteld wordt dat de situatie geen incident is, maar toezichthouder neemt in overweging dat de situatie een voortdurend karakter heeft op basis van feitelijke waarneming en/of een interview en/of documentcontrole.
• Spoedsituatie: situatie die direct gevaar voor de volksgezondheid oplevert waarbij direct ingrijpen vereist is.
• Formulebedrijf: Levensmiddelenbedrijf dat onderdeel uitmaakt van een organisatie van meerdere filialen of franchisers, zoals supermarkten en hotels. Deze bedrijven zijn voor consumenten duidelijk herkenbaar door bijvoorbeeld een logo of bedrijfsinrichting, volgen uniforme werkwijzen en voedselveiligheidsplannen en worden veelal centraal aangestuurd.
Voor toezicht op de voedselveiligheid gelden zowel Europese als nationale regels. De wettelijke basis voor het Specifiek interventiebeleid toezicht op voedselveiligheid bij horeca, ambachtelijke productie, retail en instellingen is de Warenwet, met onderliggende besluiten en regelingen, in het bijzonder:
• Omgevingswet
• Verordening (EG) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten;
• Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden;
• Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen;
• Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne;
• Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne;
• Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen;
• Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (BBL);
• Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen;
• Warenwetbesluit informatie levensmiddelen;
• Warenwetregeling allergeneninformatie niet-voorverpakte levensmiddelen;
De belangrijkste wegingsfactor bij een overtreding is het gezondheidsrisico voor mens of dier. Het gaat daarbij om de aard (ernst) van het risico dat ontstaat als het zich voordoet.
Uitgangspunt voor het vaststellen van de ernst van de overtreding is gerelateerd aan de veiligheid van het (eind)product. Dit kan ook een halffabricaat of grondstof zijn. De veiligheid heeft betrekking op de volksgezondheid, zoals vastgelegd in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 178/2002.
Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het Algemeen Interventiebeleid NVWA-IB03. In aanvulling hierop ziet de NVWA erop toe dat er bij elke overtreding passende acties worden genomen ten einde het risico op te heffen:
1. Zware overtreding: De overtreding en het daadwerkelijke risico moeten onmiddellijk door de ondernemer worden opgeheven of binnen een aantoonbaar afgesproken termijn. De bevindingen worden vastgelegd in het bedrijfsdossier.
2. Middelzware overtreding
De overtreding en het daadwerkelijke risico moeten onmiddellijk door de ondernemer worden opgeheven of binnen een aantoonbaar afgesproken termijn. De ondernemer krijgt de mogelijkheid om binnen een afgesproken termijn schriftelijk (digitaal) te reageren. In deze reactie beschrijft en/ of toont de ondernemer aan welke acties zijn ondernomen om de overtreding op te heffen. De bevindingen worden vastgelegd in het bedrijfsdossier. Voor bedrijven die vallen in het traject van verscherpt toezicht geldt maatwerk.
3. Lichte overtreding
De bevindingen worden vastgelegd in het bedrijfsdossier. Tijdens de volgende inspectie wordt beoordeeld of de geringe overtreding is opgeheven. Het al dan niet opgeheven zijn van de geringe overtreding wordt in het bedrijfsdossier vastgelegd.
Bestraffende sanctie
Overtredingen van de Warenwet worden in de regel bestuurlijk afgedaan. Dit houdt in dat overtredingen van deze wet doorgaans worden gehandhaafd met een bestuurlijke boete en niet via het strafrecht.
Een overtreding van de Warenwet kan echter niet met een bestuurlijke boete worden afgedaan als voor die overtreding op basis van de Wet op de economische delicten een hogere geldboete kan worden opgelegd dan de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete, en indien de opzettelijke of roekeloze overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft óf de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel (artikel 32a, derde lid, Warenwet). Dan wordt de overtreding afgedaan via strafrecht.
Daarnaast is in de Richtlijn voor strafvordering Warenwet een aantal situaties beschreven die zich lenen voor enkel strafrechtelijke afdoening.
Strafrechtelijke afdoening is niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Warenwet gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.
De kolommen ‘Interventie bij eerste overtreding’ en ‘Interventie bij herhaalde overtreding’ in de bijlage van dit document vermelden uitsluitend de bestuurlijke sanctie als bestraffende sanctie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke interventie een proces-verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Op voorhand is niet aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke bestraffende sanctie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op bovengenoemde kolommen in de bijlage.
In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke bestraffende sanctie (een proces-verbaal) te allen tijde kan worden gecombineerd met een bestuursrechtelijke corrigerende interventie (een herstelmaatregel).
Formulebedrijven
De NVWA bepaalt zelf of een formule in aanmerking komt voor de formuleaanpak. Bij de bedrijven die onder de formuleaanpak vallen, houdt de NVWA door middel van steekproeven en kantooronderzoek toezicht op naleving van de voedselveiligheidsregels. Meer informatie over deze specifieke toezichtmethode, de formuleaanpak, is te vinden op de NVWA website in het webdossier:
Aanpak formulebedrijven levensmiddelen: www.nvwa.nl/over-de-nvwa/inhoud/hoe-de-nvwa-werkt/toezicht-maatregelen-en-boetes/aanpak-formulebedrijven-levensmiddelen.
Voor de formuleaanpak geldt:
• Bij formulebedrijven met het oordeel ‘voldoet’ wordt bij de uitvoering van een inspectie in het kader van verminderd toezicht alleen bij zware overtredingen een bestuurlijke boete opgelegd. Lichte en middelzware overtredingen worden vastgelegd en gecommuniceerd met de belanghebbende.
Aangemelde bedrijven bij het Checkpunt Voedselveiligheid programma
In haar risicogerichte toezicht maakt de NVWA gebruik van geaccepteerde private systemen – de zogenaamde zelfcontrolesystemen – die conform een door de NVWA vastgestelde systematiek controleren. Dit systeem vervangt het toezicht niet, maar kan van invloed zijn op de bezoekfrequentie, de diepgang, de tijdbesteding en de maatregelen in het bedrijf. Via onderstaande link is meer informatie te vinden over het Checkpunt Voedselveiligheid programma.
Checkpunt Voedselveiligheid programma: www.nvwa.nl/onderwerpen/kwaliteitssystemen-zelfcontrolesystemen-en-toezicht-nvwa/horeca-ambacht-zorginstellingen-retail-voedselveiligheid-haccp/zelfcontrolesystemen-horeca-ambacht-zorginstellingen-retail-en-toezicht-nvwa.
Voor het Checkpunt Voedselveiligheid programma gelden de volgende afwijkingen van het interventiebeleid:
• Tijdens de steekproef (ter verificatie van de werking van het systeem in de praktijk) wordt alleen bij een zware overtreding een bestraffende sanctie toegepast. Bij middelzware of lichte overtredingen worden geen corrigerende interventies toegepast. Wel worden deze vastgelegd en gecommuniceerd met de ondernemer en het betreffende controle- en adviesbureau.
• Tijdens de steekproef (ter verificatie van de werking van het systeem in de praktijk) wordt bij constatering van herhaalde overtredingen niet opgeschaald. Alle steekproefinspecties binnen het Checkpunt Voedselveiligheid programma worden afzonderlijk van elkaar beoordeeld.
• Ook bij herinspectie en herbemonstering na een eerdere overtreding geconstateerd bij een steekproefinspectie binnen het Checkpunt Voedselveiligheid programma gelden de bovenstaande afspraken.
Herhaalde overtreding
Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding wordt geconstateerd van een wettelijke norm die hetzelfde doel beoogt, die bij de overtreder binnen de daaraan voorafgaande periode van twee jaar eerder is geconstateerd. Een herhaalde overtreding is beperkt tot dezelfde locatie.
Wettelijke normen die hetzelfde doel beogen hebben bijvoorbeeld betrekking op acties gericht op:
1. beheersing kritische processen
2. hygiëne
3. bouwkundige zaken
4. onderhoud apparatuur
5. warmteborging
6. koelketen
7. vriesketen
8. onveilige producten
9. kwaliteit drinkwater gebruik
10. voorkoming van verontreiniging van levensmiddelen door huisdieren
11. wering, bestrijding of voorkoming van ongedierte in algemene zin
12. informatievoorziening
13. overige
Herinspectie
Na het constateren van een zware of middelzware overtreding wordt een extra inspectie uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen.
1. Zware overtreding:
Er wordt binnen een termijn van drie maanden een retribueerbare fysieke herinspectie of herbemonstering uitgevoerd.
2. Middelzware overtreding:
Er wordt binnen een termijn van drie maanden een retribueerbare fysieke herinspectie of herbemonstering uitgevoerd, tenzij;
○ door de inspecteur onderbouwd en beargumenteerd een andere termijn is afgesproken met de overtreder;
○ de schriftelijke (digitale) reactie van de ondernemer op de officiële waarschuwing heeft geleid tot adequate opheffing van de overtreding.
3. Lichte overtreding:
Er wordt geen herinspectie en/of herbemonstering uitgevoerd.
Verscherpt toezicht
Via onderstaande link is meer informatie te vinden over Verscherpt Toezicht bij horeca, ambacht en retail:
Verscherpt toezicht:
Vervanging
Deze beleidsregel vervangt het op 19 december 2023 vastgestelde Specifiek interventiebeleid toezicht op voedselveiligheid bij Horeca, Ambachtelijke Productie, Retail en Instellingen (IB03-SPEC 37, versie 08).
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA voedselveiligheid bij horeca, ambachtelijke productie, retail en instellingen (IB03-SPEC 37, versie 09)’.
Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 augustus 2024.
Bijlage
– Bijlage 1: IB03-SPEC37 V09 Interventiematrix
Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze: G.C.J.M. Bakker inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
|
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Int. bij eerste constatering |
Int. bij herhaalde overtreding |
Doormelding cross compliance |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
37R030620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In bereidplaatsen, kennelijk bestemd voor het bakken of frituren van eetwaren, mag geen andere olie of ander vet voorhanden of in voorraad worden gehouden dan olie of vet, dat voldoet aan artikel 9, eerste en tweede lid van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. |
Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 9, derde lid, in samenhang met artikel 9, eerste en tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 9, derde lid, in samenhang met artikel 9, eerste en tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Risico op gevaar voor de volksgezondheid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
37R010030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De afbeelding, bedoeld in de bijlage van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, wordt aangebracht voor zover de waar niet is voorverpakt, op de voor- of achterzijde van de verpakking van de waar. |
Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 4a, derde lid, onder b, in samenhang met de bijlage Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 4a, derde lid, onder b, in samenhang met de bijlage Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Ontbrekend en of Misleidend en/of Onjuist en/of (Risico op) gevaar voor volksgezondheid |
Licht |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
• Mededeling ter plaatse • Nalevingshulp. |
• Mededeling ter plaatse • Nalevingshulp. |
N.v.t |
|
37R071020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Op de plaats waar niet-voorverpakte levensmiddelen te koop worden aangeboden, wordt duidelijk zichtbaar vermeld waar de allergeneninformatie over deze niet-voorverpakte levensmiddelen beschikbaar is. |
Warenwetregeling allergeneninformatie niet voor verpakte levensmiddelen, artikel 2, 1 Warenwetregeling allergeneninformatie niet voor verpakte levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Warenwetbesluit informatie levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
|
37R075020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Allergeneninformatie op de plaats van verkoop van niet- voorverpakte levensmiddelen mag mondeling worden medegedeeld indien de allergeneninformatie te allen tijde schriftelijk of elektronisch beschikbaar is voor het personeel en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. |
Warenwetregeling allergeneninformatie niet- voorverpakte levensmiddelen, artikel 3, aanhef en onder b Warenwetregeling allergeneninformatie niet- voorverpakte levensmiddelen, artikel 3, aanhef en onder b Warenwetbesluit informatie levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
|
37R010020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De afbeelding, bedoeld in de bijlage van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, wordt aangebracht voor zover de waar niet is voorverpakt, op de voor- of achterzijde van de verpakking van de waar. |
Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 4a, derde lid, onder b, in samenhang met de bijlage Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 4a, derde lid, onder b, in samenhang met de bijlage Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Ontbrekend en of Misleidend en/of Onjuist en/of (Risico op) gevaar voor volksgezondheid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
37R073020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De allergeneninformatie, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Warenwetregeling allergeneninformatie niet- voorverpakte levensmiddelen, wordt op de plaats van verkoop van deze levensmiddelen schriftelijk of elektronisch beschikbaar gesteld en is vrij toegankelijk, begrijpelijk en duidelijk leesbaar. |
Warenwetregeling allergeneninformatie niet- voorverpakte levensmiddelen, artikel 2, 3 Warenwetregeling allergeneninformatie niet- voorverpakte levensmiddelen, artikel 2, derde lid Warenwetbesluit informatie levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
|
37R030630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In bereidplaatsen, kennelijk bestemd voor het bakken of frituren van eetwaren, mag geen andere olie of ander vet voorhanden of in voorraad worden gehouden dan olie of vet, dat voldoet aan artikel 9, eerste en tweede lid van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. |
Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 9, derde lid, in samenhang met artikel 9, eerste en tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 9, derde lid, in samenhang met artikel 9, eerste en tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Geen gevaar voor de volksgezondheid |
Licht |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
• Mededeling ter plaatse • Nalevingshulp. |
• Mededeling ter plaatse • Nalevingshulp. |
N.v.t |
|
37R072020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien niet-voorverpakte levensmiddelen te koop worden aangeboden op meerdere plaatsen binnen eenzelfde pand, wordt de vermelding, bedoeld in het eerste lid, aangebracht op elk van deze plaatsen afzonderlijk. |
Warenwetregeling allergeneninformatie niet-voorverpakte levensmiddelen, artikel 2, 2 Warenwetregeling allergeneninformatie niet-voorverpakte levensmiddelen, artikel 2, tweede lid Warenwetbesluit informatie levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
|
37R076030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Allergeneninformatie op de plaats van verkoop van niet- voorverpakte levensmiddelen mag mondeling worden medegedeeld indien op de plaats van verkoop wordt een duidelijk zichtbare vermelding aangebracht waarbij de consument wordt verzocht zich voor de allergeneninformatie te wenden tot het personeel. |
Warenwetregeling allergeneninformatie niet- voorverpakte levensmiddelen, artikel 3, aanhef en onder c Warenwetregeling allergeneninformatie niet- voorverpakte levensmiddelen, artikel 3, aanhef en onder c Warenwetbesluit informatie levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
|
37R030610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In bereidplaatsen, kennelijk bestemd voor het bakken of frituren van eetwaren, mag geen andere olie of ander vet voorhanden of in voorraad worden gehouden dan olie of vet, dat voldoet aan artikel 9, eerste en tweede lid van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. |
Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 9, derde lid, in samenhang met artikel 9, eerste en tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 9, derde lid, in samenhang met artikel 9, eerste en tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Risico op ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Zwaar |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
37R070020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 35 en behoudens de in dit hoofdstuk vervatte uitzonderingen is de vermelding van elke stof of technische hulpstof die wordt genoemd in bijlage II of die is afgeleid van een in bijlage II genoemd(e) stof of product welk(e) allergieën of intoleranties veroorzaakt, en die bij de vervaardiging of de bereiding van een levensmiddel wordt gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig is, zelfs in een veranderde vorm verplicht. |
Verordening (EU) Nr. 1169/2011, artikel 9, eerste lid, onder c Warenwetbesluit informatie levensmiddelen, artikel 2, zesde lid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
|
|
37R074020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Allergeneninformatie op de plaats van verkoop van niet-voorverpakte levensmiddelen mag mondeling worden medegedeeld indien: a. de allergeneninformatie te allen tijde door de eigenaar of een werknemer onverwijld en op een juiste manier aan de consument kan worden medegedeeld voordat de aankoop plaatsvindt |
Warenwetregeling allergeneninformatie niet- voorverpakte levensmiddelen, artikel 3, aanhef en onder a Warenwetbesluit informatie levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Middelzwaar |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
• Officiële waarschuwing • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
• Sanctionerende interventie • Corrigerende interventie • Nalevingshulp |
N.v.t |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-20882.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.