De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 2, derde en vierde lid, van het Besluit energieprestatievergoeding
huur en artikel 12, tweede lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte;
Besluit:
ARTIKEL I
Het Besluit energieprestatievergoeding huur wordt als volgt gewijzigd:
A
In de in artikel 2, eerste lid, opgenomen tabel wordt:
1. ‘€ 1,25’ telkens vervangen door ‘€ 1,30’;
2. ‘€ 1,65’ vervangen door ‘€ 1,71’;
3. ‘€ 1,15’ vervangen door ‘€ 1,19’;
4. ‘€ 1,40’ vervangen door ‘€ 1,45’;
5. ‘€ 0,90’ vervangen door ‘€ 0,93’.
B
In Bijlage I wordt:
1. ‘1,71’ vervangen door ‘1,77’;
2. ‘1,44’ vervangen door ‘1,49’;
3. ‘1,22’ vervangen door ‘1,27’.
ARTIKEL II
De Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 2, 3, 4 en 5 wordt ‘1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024’ vervangen
door ‘1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025’.
B
In bijlage VI wordt ‘1 juli 2023’ vervangen door ‘1 juli 2024’.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2024.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling zijn de maximumbedragen voor de energieprestatievergoeding voor
zeer energiezuinige huurwoningen (zogenaamde nul-op-de-meter-woningen) aangepast voor
het huurtijdvak 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.
Verder is het in Bijlage VI bij de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte opgenomen
schema aangepast aan het huurtijdvak 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.
Als gevolg van de inwerkingtreding per 1 juli 2024 van het Besluit betaalbare huur
voorziet deze regeling niet in aanpassing van de bedragen, genoemd in de rubriek WOZ-waardeberekening
van bijlage I, onderdeel A, bij het Besluit huurprijzen woonruimte; die bedragen zijn
gewijzigd (geïndexeerd) vastgesteld in het nieuwe woningwaarderingsstelsel.
Voorts is in het Besluit betaalbare huur (artikel I, onderdeel G, onder 2) voorzien
in wijziging van de maximale huurprijsgrenzen per 1 juli 2024; dat geschiedt derhalve
in 2024 niet bij ministeriële regeling.
Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de
burger en het bedrijfsleven. De regeling heeft ook geen gevolgen voor de regeldruk.
Het betreft alleen indexeringen.
Artikelsgewijs
Artikel I
Op grond van artikel 2, vierde lid, van het Besluit energieprestatievergoeding huur
worden de maximumbedragen voor de energieprestatievergoeding bij zogenaamde nul-op-de-meter-woningen
genoemd in de in artikel 2, eerste lid, van dat besluit opgenomen tabel en in de tabel
in Bijlage 1 van dat besluit, jaarlijks per 1 juli bij ministeriële regeling aangepast
aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor het voorafgaande kalenderjaar.
Het CBS heeft op 11 januari 2024 op zijn website bekendgemaakt dat het inflatiepercentage
(CPI) over 2023 3,8% bedraagt. Dit leidt tot een indexering per 1 juli 2024 met 3,8%
van de maximumbedragen voor de verschillende typen nul-op-de-meter-woningen.
Artikel II
Onderdeel A
Met de wijzigingen van de artikelen 2 tot en met 5 van de Uitvoeringsregeling huurprijzen
woonruimte zijn de maximale huurprijsgrenzen voor het tijdvak 1 juli 2024 tot en met
30 juni 2025 bepaald.
Onderdeel B
Bijlage VI bij de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte is aangepast aan het
huurprijstijdvak 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge