Subsidieregeling beroepsopleiding sociaal advocaten 2024

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

gelet op artikel 37b, van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de Raad ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand subsidie kan verstrekken voor bijzondere doeleinden en projecten,

besluit: de volgende subsidieregeling vast te stellen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

a. de aanvrager:

de patroon van de advocaat-stagiaire;

b. de advocaat-stagiaire:

een advocaat in opleiding, zoals bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Advocatenwet en artikel 1.1 van de Verordening op de advocatuur (Voda);

c. de beroepsopleiding:

de beroepsopleiding advocaten, zoals bedoeld in afdeling 3.2. van de Voda en artikel 9c, eerste lid, van de Advocatenwet;

d. het bestuur:

het bestuur van de Raad, bedoeld in artikel 3 van de wet;

e. de overeenkomst:

de voor de stage relevante overeenkomst(en) met de patroon of zijn kantoor, waaronder de arbeidsovereenkomst en/of de stageovereenkomst en/of de samenwerkingsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 3.5, tweede lid, van de Voda en uitgewerkt in de Beleidsregels stage en patronaat van de raden van de orde van advocaten in de arrondissementen;

f. de Raad:

de Raad voor Rechtsbijstand, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet;

g. de patroon:

de advocaat onder wiens begeleiding de advocaat-stagiaire de praktijk uitoefent, zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Voda en artikel 9b, eerste lid, van de Advocatenwet;

h. de stage:

de uitoefening van de praktijk door een advocaat-stagiaire onder begeleiding van een patroon, zoals bedoeld in artikel 9b van de Advocatenwet en hoofdstuk 3 van de Voda;

i. de stageverklaring:

de verklaring die aan de advocaat-stagiaire wordt verstrekt na het gunstig voltooien van de stage, zoals bedoeld in artikel 9b van de Advocatenwet;

j. de subsidieontvanger:

de aanvrager aan wie subsidie is verleend op grond van deze regeling;

k. een toevoeging:

een aanvraag voor rechtsbijstand zoals bedoeld in artikel 1 van de wet;

l. toevoegingseenheden:

het aantal toevoegingen, omgerekend naar toevoegingseenheden, zoals omschreven in artikel 5 onderdeel a van de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad;

m. de wet:

de Wet op de rechtsbijstand.

Artikel 2 Doel

Deze subsidieregeling heeft tot doel om de deelname van advocaat-stagiaires aan het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te stimuleren.

Artikel 3 Activiteiten waarvoor subsidie kan worden verleend

De Raad kan subsidie verlenen voor de kosten van de beroepsopleiding advocaten vanaf 2024 van een advocaat-stagiaire die tijdens zijn stage in belangrijke mate werkzaamheden verricht in de gesubsidieerde rechtsbijstand.

Artikel 4 Criteria

Het bestuur verleent subsidie indien aan de volgende criteria wordt voldaan:

  • a. een aanvraag ziet op subsidiering van de kosten (ex BTW) van de beroepsopleiding van de advocaat-stagiaire, exclusief de kosten voor de basistest;

  • b. de advocaat-stagiaire wordt gedurende de stage op basis van een door de Orde van Advocaten goedgekeurde overeenkomst(en) begeleid door de patroon;

  • c. naast de patroon is ook een andere advocaat betrokken bij de begeleiding van de advocaat-stagiaire; hetgeen blijkt uit de aanvraag;

  • d. aan de patroon en de andere advocaat die betrokken is bij de opleiding van de advocaat-stagiair, zijn in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag van subsidie, minimaal 30 toevoegingseenheden per persoon afgegeven. Indien minder dan 30 eenheden zijn afgegeven zal de Raad nagaan of door middel van de door de Raad toegekende extra uren aan de eis kan worden voldaan. Daarbij tellen 6 toegekende extra uren mee voor één toevoegingseenheid.

Artikel 5 Aanvraag subsidie

  • 1. De subsidie wordt digitaal aangevraagd op een door het bestuur voorgeschreven formulier, dat naast de aanvrager tevens is ondertekend door de advocaat zoals bedoeld in artikel 4 onder c van deze regeling.

  • 2. De subsidie wordt tenminste acht weken voor aanvang van de beroepsopleiding aangevraagd. Indien de beroepsopleiding op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling reeds is aangevangen, wordt de subsidie uiterlijk 12 weken na de inwerkingtreding van deze regeling aangevraagd.

  • 3. Op het formulier wordt toegelicht dat aan de criteria in artikel 4 wordt voldaan en de overeenkomst, het bewijs van toelating tot de beroepsopleiding en eventuele andere bewijsstukken zijn bijgevoegd.

Artikel 6 Besluit tot subsidieverlening

  • 1. Het bestuur neemt binnen vier weken na ontvangst van het formulier een beslissing op de subsidieaanvraag.

  • 2. In afwijking van artikel 5, derde lid kan de subsidie worden verleend onder de voorwaarde dat de overeenkomst en het bewijs van toelating tot de beroepsopleiding uiterlijk twee maanden na de verlening alsnog worden overgelegd.

  • 3. De subsidie wordt aansluitend op de facturering voor de beroepsopleiding in twee delen en in de vorm van een voorschot verstrekt, zoals bedoeld in artikel 4:95 Awb. In de situatie als beschreven in het tweede lid zal het eerste voorschot niet eerder worden verstrekt dan dat de overeenkomst en het bewijs van toelating tot de beroepsopleiding zijn overgelegd.

  • 4. De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst. De datum en het tijdstip van ontvangst door de Raad is leidend.

Artikel 7 Weigering subsidie

De subsidie kan, onverminderd de in artikel 4:35 Awb genoemde weigeringsgronden, worden geweigerd indien:

  • a. naar het oordeel van het bestuur niet wordt voldaan aan de criteria, zoals bedoeld in artikel 4 en 5 van deze regeling;

  • b. in geval de aanvrager een rechtspersoon is, wanneer deze bij rechterlijk vonnis is ontbonden;

Artikel 8 Wijziging of intrekking subsidie

In overeenstemming met artikel 4:48 Awb kan het bestuur de subsidie intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen.

Artikel 9 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De stage dient met gunstig gevolg te worden voltooid, hetgeen blijkt uit de stageverklaring.

  • 2. Aan de advocaat-stagiaire worden gedurende de stage minimaal 60 toevoegingseenheden afgegeven. Indien minder dan 60 eenheden zijn afgegeven zal de Raad nagaan of middels door de Raad toegekende extra uren aan de eis kan worden voldaan. Daarbij tellen 6 toegekende extra uren mee voor één toevoegingseenheid.

  • 3. De subsidieontvanger stelt het bestuur onverwijld schriftelijk op de hoogte van feiten en ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de verplichtingen verbonden aan de subsidie niet kunnen worden verwezenlijkt.

  • 4. De subsidieontvanger brengt het beëindigen en/of gedeeltelijk beëindigen en/of het wijzigen van de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend onverwijld schriftelijk ter kennis van het bestuur.

Artikel 10 Aanvraag tot vaststelling

  • 1. In overeenstemming met artikel 4:44 van de Awb dient de subsidieontvanger nadat de stage met gunstig gevolg is voltooid schriftelijk een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. De aanvraag volgt uiterlijk twee maanden na afronding van de stage, met overlegging van de stageverklaring.

Artikel 11 Vaststelling en terugvordering subsidie

  • 1. Bij de vaststelling wordt het aan de subsidieontvanger verleende voorschot verrekend.

  • 2. De subsidie kan op een lager bedrag dan waarvoor subsidie is verleend worden vastgesteld in gevallen als bedoeld in artikel 4:46, tweede lid, Awb.

  • 3. Het bestuur kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen in gevallen als bedoeld in artikel 4:47 Awb.

  • 4. Het bestuur kan de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen, zoals bedoeld in artikel 4:57 Awb.

  • 5. De subsidievaststelling kan op basis van artikel 4:49 Awb worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd.

Artikel 12 Subsidieplafond en subsidieverdeling

  • 1. Het subsidieplafond van deze subsidieregeling is vastgesteld op € 2.365.000,00.

  • 2. De subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3. De datum van ontvangst door de raad is leidend. Bij complete aanvragen die binnenkomen op dezelfde dag vindt er – indien het subsidieplafond inwilliging van aanvragen in de weg staat – loting plaats, teneinde de volgorde van binnenkomst te bepalen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en verval

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 mei 2024.

  • 2. Deze subsidieregeling vervalt op 1 december 2025.

Artikel 14 Aanhalen subsidieregeling

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling beroepsopleiding sociaal advocaten 2024.’

Deze subsidieregeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 20 juni 2024

I.D. Nijboer Algemeen directeur/bestuurder Raad voor Rechtsbijstand

TOELICHTING

Algemeen

Aanleiding

De Raad voor Rechtsbijstand heeft de wettelijke taak zorg te dragen voor de organisatie en de verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand en mediation. Om dit te kunnen waarmaken is onder meer voldoende aanbod van kwalitatief hoogwaardige rechtsbijstand en mediation nodig. Een van de doelstellingen van de Raad is dan ook om de juiste kwantiteit en kwaliteit van sociaal advocaten en mediators te realiseren en te borgen.

Het aantal tweedelijns rechtsbijstandverleners dat actief is in het stelsel is momenteel voldoende om te voorzien in het volume van toevoegingen dat wordt verstrekt. Na jaren van stijging, is er sinds enkele jaren sprake van een lichte daling in het aanbod. Dit komt door een grotere uitstroom en een kleinere instroom. De gemiddelde leeftijd van de actieve advocaten stijgt. De stijging van de gemiddelde leeftijd levert op termijn mogelijk een risico op voor de continuïteit van de rechtsbijstandverlening door advocaten in het stelsel. Naast algemene maatregelen om het werken in het stelsel aantrekkelijker te maken, is het verstandig om specifieke maatregelen te treffen met als doel de deelname van nieuwe advocaten in het stelsel te stimuleren.

De afgelopen jaren is het aantal advocaat-stagiaires dat actief wordt in het stelsel gedaald. Dit geldt niet alleen in absolute zin; ook als percentage van het totaal aantal advocaat-stagiaires is het aantal in het stelsel actieve advocaat-stagiaires gedaald. Er zijn hiervoor meerdere verklaringen, maar als belangrijkste reden voor deze lagere activiteit wordt genoemd de relatie tussen de kosten voor de opleiding van een advocaat-stagiaire en de opbrengsten uit het stelsel. Kantoren die grote(re) aantallen zaken op toevoegbasis doen, geven regelmatig aan het salaris en/of de beroepsopleiding niet te kunnen financieren.

De Raad wil met deze regeling de deelname van nieuwe advocaten in het stelsel stimuleren door de financiële drempels voor het aanstellen en opleiden van advocaat-stagiaires in de sociale praktijk te verlagen. Kantoren die aan de criteria voldoen, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie ter hoogte van de volledige kosten van de Beroepsopleiding Advocatuur 2024. Omdat werken in het stelsel een specialisme is waarvan de vaardigheid niet met een laag aantal werkzaamheden kan worden bereikt en om te voorkomen dat de subsidie ten goede komt aan stagiairs die overwegend betalende klanten bedienen, wordt van de advocaat-stagiair een minimum aantal toevoegingen gedurende de stage vereist. Van de patroon en de andere advocaat die betrokken is bij de opleiding wordt ook activiteit in het stelsel gevraagd.

Doelstelling regeling

De regeling heeft tot doel om, door middel van het verlagen van financiële drempels, het actief worden van advocaat-stagiaires in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te stimuleren. Het doel is het aantal nieuwe advocaten dat op toevoegbasis cliënten bijstaat toe te laten nemen, wat gezien de gemiddelde leeftijd van advocaat-stagiaires de demografische opbouw en continuïteit zal verbeteren. Beoogd wordt door de begeleiding door een in het stelsel actieve patroon als een stimulans te laten dienen om ook na de stage in het stelsel actief te blijven.

In de tweede helft van 2024 gaat het Kenniscentrum starten met het monitoren en evalueren van deze regeling. Het onderzoekt in welke mate deze en de drie eerdere subsidieregelingen bijdragen aan nieuwe aanwas in sociale advocatuur. Er komt een jaarlijkse tussenrapportage en een eindrapportage. Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie wordt een besluit genomen of er na deze regeling structureel middelen beschikbaar worden gesteld voor het bekostigen van de beroepsopleiding voor sociaal advocaten of niet en op welke wijze dit eventueel structureel geregeld zal worden.

Doelgroep

De subsidie wordt gereserveerd voor kantoren waar een of meerdere advocaten actief zijn binnen het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. De subsidie moet worden gebruikt voor financiering van de beroepsopleiding van een advocaat-stagiaire, die eveneens actief wordt binnen het stelsel. Zowel aan de patroon als aan de advocaat-stagiaire worden criteria gesteld voor wat betreft de inzet die zij plegen in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Daarnaast zal een tweede advocaat, die een vergelijkbare inzet in het stelsel dient te hebben, bij de opleiding van de advocaat-stagiaire betrokken moeten zijn.

De reden hiervoor is dat het samenwerken met en leren van collega’s in de juridische praktijk bijdraagt aan de kwaliteit van het werk. Door elkaar te adviseren en met elkaar ervaringen te delen, zowel op de inhoud als op het handelen, wordt de kwaliteit van het werk verhoogd en de leerervaring verrijkt. Daarbij is reflectie op het eigen handelen belangrijk voor kwaliteitsverbetering. Dit geldt zeker voor advocaat-stagiaires, die het vak zowel tijdens de opleiding als in de praktijk moeten leren. Leren gaat het best in een omgeving met collega’s en wanneer de patroon direct zicht heeft op de producten en de aanpak van de werkzaamheden.

Bij de lokale ordes van advocaten, die verantwoordelijk zijn voor de goedkeuring van de stage en de patroon, is het algemeen herkende beeld dat de advocaat-stagiaire gebaat is bij veelvuldig contact en inhoudelijke afstemming en begeleiding van een patroon, maar ook van collega’s. Het belang van een breed en gevarieerd aanbod aan collega’s of andere advocaten, wordt niet alleen gezien als verrijkend en waardevol, maar eigenlijk ook als noodzakelijk.

Daarnaast wordt als voorwaarde voor subsidiering gesteld dat een tweede advocaat betrokken is bij de opleiding. Het ligt voor de hand dat deze advocaat een kantoorgenoot is van de patroon en stagiaire. Gelet op de vele kleine kantoren die actief zijn in het stelsel en het geringe aantal grotere kantoren buiten de Randstad, komt ook de situatie waarbij een advocaat van een ander kantoor betrokken wordt bij de opleiding van de stagiaire voor subsidie in aanmerking.

Procedure

Voor de subsidiëring is een budget van € 2.365.000,00 beschikbaar. De prijs van de Beroepsopleiding Advocaten wordt jaarlijks door de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten conform de overeenkomst met de Uitvoeringsorganisatie vastgesteld. In 2024 zijn de kosten per 1 september € 13.489,00 exclusief BTW.

De BTW kan het kantoor verrekenen, zodat de BTW niet gesubsidieerd wordt. Dit betekent dat ten behoeve van circa 175 stagiaires subsidie beschikbaar is.

De subsidieaanvraag kan vanaf het moment van publicatie van deze regeling worden aangevraagd. De aanvraag dient te worden ingediend uiterlijk 8 weken voordat de beroepsopleiding voor de betrokken stagiaire start.

De aanvraag moet digitaal met behulp van een door de Raad beschikbaar gesteld formulier worden ingediend. Naast de ondertekening door de aanvrager en de patroon is ook ondertekening vereist door de advocaat die, naast de patroon, betrokken is bij de opleiding. Hierdoor blijkt de instemming van deze andere advocaat met zijn betrokkenheid, hetgeen met name wenselijk is wanneer deze advocaat bij een ander kantoor dan de stagiaire werkzaam is. Als bewijsstukken voor de stagebegeleiding gelden de door de orde van advocaten geaccepteerde relevante bewijstukken voor de stage zoals de arbeidsovereenkomst en/of de stageovereenkomst en/of de samenwerkingsovereenkomst, en de inschrijving bij de beroepsopleiding. Omdat het voor zal komen dat kantoren eerst zekerheid over de subsidie willen ontvangen alvorens zij overgaan tot het in dienst nemen of inschrijven voor de opleiding van een stagiaire, bestaat de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst en het bewijs van toelating tot uiterlijk 2 maanden na subsidieverlening in te dienen.

Aanvragen worden, mede met het oog op het subsidieplafond, op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen. De datum en het tijdstip van ontvangst van de aanvragen is vanwege de digitale indiening eenvoudig te bepalen.

Voor de behandeling van de aanvraag geldt een beslistermijn van 4 weken. Na ontvangst van de aanvraag wordt in de eerste plaats beoordeeld of deze compleet is. Incomplete aanvragen worden niet in behandeling genomen. Als de aanvraag niet compleet is, dan wordt de aanvrager overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval wordt de beslistermijn opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken (artikel 4:15, eerste lid, van de Awb).

De patroon en de andere advocaat moeten in het jaar voordat de aanvraag is ingediend, beiden minimaal 30 toevoegingseenheden hebben verkregen. Aan deze voorwaarde van artikel 4, onder d, van de regeling wordt getoetst met behulp van gegevens van de Raad zelf. Toevoegingseenheden zijn omschreven in artikel 1, onder l, van de regeling waar wordt verwezen naar de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad. Omdat zogenaamde extra uren niet gelden als toevoegingseenheid, maar de inzet die hierop is gepleegd wel degelijk de activiteit in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand aantoont, worden deze bij toepassing van deze subsidieregeling meegeteld bij het bepalen van het aantal eenheden. Daarbij tellen 6 toegekende extra uren mee voor één toevoegingseenheid.

Wanneer het subsidieplafond is bereikt, zal de aanvraag worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor aanvragen die onvolledig en niet tijdig zijn aangevuld en voor aanvragen waaruit blijkt dat niet aan de criteria wordt voldaan.

Aanvragers kunnen een voorschot in twee delen krijgen ter grootte van het volledige subsidiebedrag, waarmee zij de kosten van de beroepsopleiding kunnen betalen.

De totale kosten van de beroepsopleiding voor de lichting van september 2024 (cohort 8) bedragen € 13.489,00. Daarvan moet bij de start van de beroepsopleiding € 8.828,00 (cohort 8) zijn voldaan. Het resterende deel van € 4.661,00 (cohort 8) moet kort na de start van het tweede jaar van de beroepsopleiding worden betaald. Met ingang van dit jaar wordt de prijs van de beroepsopleiding steeds op 1 september geïndexeerd met het CBS-consumentenprijsindex (CPI)-cijfer van het vorige kalenderjaar.

De bevoorschotting volgt de betalingswijze van de beroepsopleiding.

Het eerste voorschot van € 8.828,00 wordt betaald voorafgaand aan de start van de beroepsopleiding, maar niet eerder dan het moment dat de overeenkomst en het bewijs van toelating zijn ontvangen. Aanvragers die deze bewijsstukken op een later moment indienen, zullen het voorschot dan ook op een later moment ontvangen.

Het tweede voorschot van € 4.661,00 betaalt het bestuur voorafgaand aan de start van het tweede jaar van de beroepsopleiding.

Na afloop van de stageperiode van 3 jaren wordt de subsidie op aanvraag vastgesteld. Op dat moment wordt beoordeeld of de stage succesvol is afgerond, hetgeen ook betekent dat de beroepsopleiding daadwerkelijk is gevolgd. Het afronden van de stage dient te worden aangetoond door het overleggen van de stageverklaring. Ook wordt getoetst of de advocaat-stagiaire heeft voldaan aan de verplichting van minimaal 60 toevoegingseenheden gedurende de stage van 3 jaar. De Raad kan dit op basis van eigen gegevens beoordelen. Wanneer niet aan de verplichtingen van de subsidieverlening is voldaan, kan het bestuur van de Raad de subsidie overeenkomstig artikel 4:46 van de Awb lager vaststellen. Bij een besluit tot terugvordering houdt het bestuur rekening met de reden van het niet voltooien van de stage ten opzichte van het doel van de subsidieregeling.

Ook kan het bestuur de subsidie terugvorderen indien de subsidie onverschuldigd is betaald. Dat is bijvoorbeeld aan de orde als de beroepsopleiding tussentijds is gestopt.

Informatieplicht

De aanvrager dient het bestuur van de Raad op de hoogte te stellen van feiten en ontwikkelingen die ervoor zorgen dat aan de criteria, verbonden aan de subsidieverlening, niet kan worden voldaan. Te denken valt aan langdurige ziekte, het uitdiensttreden van de stagiaire of het stoppen met de beroepsopleiding. Hierna zal het bestuur gelet op afdeling 4.2.6. van de Awb de subsidieverlening kunnen wijzigen.

Intrekking van subsidie kan aan de orde zijn indien er sprake is van onregelmatigheden. Bijvoorbeeld in het geval dat de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid; of de subsidieverlening onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

Blijkt bij de subsidievaststelling dat niet of niet volledig aan de subsidieverplichtingen is voldaan, dan kan het bestuur de subsidie lager vaststellen.

Opnieuw vaststellen

Na subsidieregelingen in 2021, 2022 en 2023 is dit de vierde subsidieregeling. Elke subsidieregeling bediende circa 175 advocaat-stagiairs. In totaal is daarmee al circa 525 keer gebruik gemaakt van de regelingen. Uit een eerste evaluatie is gebleken dat deelnemende stagiaires over het gehele land en over diverse specialisaties zijn verspreid. De regelingen zijn hiermee succesvol te noemen. Voor meer informatie en duidelijkheid wordt een evaluatie en monitoring opgezet. Het doel van het onderzoek is vaststellen in welke mate de subsidieregelingen bijdragen aan nieuwe aanwas in sociale advocatuur en waar advocaat-stagiairs terechtkomen na het afronden van de opleiding die is bekostigd via de subsidieregelingen.

Besloten is een nieuwe subsidieregeling vast te stellen voor advocaat-stagiaires zodat ook subsidie kan worden verstrekt voor de kosten van de beroepsopleiding vanaf 2024. De aanleiding hiervoor is zoals eerder aangegeven het dalende aantal advocaat-stagiaires dat in absolute en relatieve zin actief wordt in het stelsel. Mocht het subsidieplafond niet worden bereikt in 2024 dan kan ook aanspraak worden gemaakt op subsidie in het navolgende jaar tot 1 december 2025, tenzij het plafond eerder is bereikt.

Naar boven