Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 14 juni 2024, nr. IENW/BSK-2024/151085, houdende vaststelling van het subsidieplafond en de aanvraagperiode voor subsidies in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek 2022–2026 voor het jaar 2024

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 8, eerste lid, en artikel 10, tweede lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M juncto artikel 4, eerste en tweede lid, van de Tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek 2022–2026;

Besluit:

Artikel 1

Een aanvraag voor subsidie voor een onderzoeksproject als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek 2022–2026, kan worden ingediend in de periode van 28 juni 2024, 09.00 uur tot en met 26 juli 2024, 17.00 uur.

Artikel 2

Het subsidieplafond voor onderzoeksprojecten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek 2022–2026, bedraagt voor 2024 € 2.500.000,00.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot vaststelling van het subsidieplafond en de aanvraagperiode voor subsidies in het kader van onderzoeksprojecten die bijdragen aan emissiereductie in de bouw als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek 2022–2026 (hierna: de subsidieregeling). Artikel 4, eerste lid, van de subsidieregeling maakt het mogelijk om subsidie te verstrekken wanneer de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag tot subsidieverlening is opengesteld door vaststelling van een subsidieplafond en van een periode voor indiening van de aanvraag. Een aanvraagformulier kan worden verkregen op de website www.dinalog.nl.

Voor subsidies in het kader van de transitie naar duurzame, concurrerende en veilige logistieke ketens als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de subsidieregeling, worden (nog) geen subsidieplafonds en aanvraagperiode vastgesteld. Voor dergelijke subsidies is momenteel een nieuw programma in ontwikkeling.

2. Gevolgen van nog niet vastgestelde Voorjaarsnota 2024

De behandeling van de Voorjaarsnota 20241 vindt plaats in de tweede helft van 2024. Daarom kan er voor het kalenderjaar 2024 geen subsidieplafond worden vastgesteld zonder daar een voorbehoud bij te maken. Aanvragen op grond van de subsidieregeling worden vaak ver van tevoren voorbereid. Om de sector een indicatie te kunnen geven van het beschikbare budget, zodat deze daarop kan anticiperen, wordt nu het beoogde plafond vastgesteld.

Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld. Indien het subsidieplafond of een verlaging daarvan later wordt bekendgemaakt, heeft deze bekendmaking geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen. Dit volgt uit artikel 4:27, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Artikel 4:28 Awb formuleert een uitzondering op deze hoofdregel. Deze uitzondering is in ieder geval van toepassing op subsidieregelingen met een zogenaamd ‘tendersysteem’2, zoals hier aan de orde, waarbij alle aanvragen vóór een bepaald tijdstip moeten worden ingediend. Als dit tijdstip ligt vóór het tijdstip waarop de begroting wordt vastgesteld of goedgekeurd, zoals hier het geval is, heeft een verlaging van het subsidieplafond na de aanvang van de aanvraagperiode ook gevolgen voor reeds ingediende aanvragen.

Indien een subsidie wordt verleend op het moment dat de begroting voor 2024 nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, dan wordt zij op grond van artikel 4:34 Awb verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

3. Consultatie

Deze regeling brengt geen ingrijpende verandering teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en heeft ook geen ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Er is dan ook voor gekozen om af te zien van een openbare internetconsultatie.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van minimaal twee maanden. Hier kan op grond van Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving onder meer van worden afgeweken indien dit, gelet op de doelgroep of de jaarindeling, aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen voorkomt. Een beroep op deze uitzonderingsgrond is in het onderhavige geval gerechtvaardigd omdat potentiële aanvragers al geruime tijd zijn geïnformeerd over het betreffende subsidieprogramma. Gegarandeerd moet worden dat de projecten nog in 2024 van start kunnen gaan.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

De Voorjaarsnota 2024 is een actualisatie van de begroting voor 2024 en een voortuitblik op de plannen voor 2025 en verder.

X Noot
2

In geval van een subsidieregeling met een tendersysteem, moeten aanvragen voor een bepaald tijdstip worden ingediend, waarna op grond van kwalitatieve criteria een rangorde kan worden bepaald (vergelijkende toets).

Naar boven