Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 december 2023 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid NVWA dierenwelzijn tijdens transport (IB03-SPEC 17, versie 05)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 8.1 van de Wet dieren, artikel 6, zevende lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019 en het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

1. Onderwerp

Het Specifiek interventiebeleid NVWA dierenwelzijn tijdens transport beschrijft, binnen de kaders van het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 (AIB) en de Wet dieren, de interventiegrenzen voor specifieke overtredingen binnen het toezichtdomein dierenwelzijn tijdens transport, zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 1/2005 1 (hierna: de Verordening).

Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in dit IB03-SPEC17 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de divisie Regie & Expertise van de directie Handhaven, eventueel in overleg met de divisie Ontwerp & Dienstverlening van de directie Keuren teneinde een interventie te bepalen.

2. Wettelijke basis

De basis voor het specifiek interventiebeleid dierenwelzijn tijdens transport is:

  • Verordening (EG) nr. 1/2005;

  • Verordening (EU) nr. 2017/625 2;

  • Wet dieren;

  • Regeling houders van dieren;

3. Werkwijze

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het AIB.

Bij de indeling in de klassen is beoordeeld in hoeverre een overtreding een risico voor welzijnsaantasting vormt, hetzij direct hetzij indirect. Direct risico is bijvoorbeeld dat dieren te lang of in niet geschikte vervoermiddelen vervoerd worden. Indirect risico is als bijvoorbeeld de vereiste documenten ontbreken die nodig zijn om de reisduur te bepalen. Ten algemene zijn overtredingen van administratieve bepalingen een vorm van systeemondermijning. Administratieve verplichtingen zijn een belangrijke voorwaarde om te kunnen beoordelen of aan welzijnsbepalingen voldaan wordt. Op basis van deze beoordeling heeft de indeling in klasse plaatsgevonden. Daarbij zijn de volgende overwegingen meegenomen:

  • Hoe ernstig- in termen van risico op welzijnsaantasting – is de overtreding op individueel dierniveau?

  • Is het een structurele overtreding? Daarbij moet beoordeeld worden of het slechts een enkel dier of meerdere dieren betreft. Een overtreding die een groep dieren raakt, moet anders – zwaarder – beoordeeld worden dan als dezelfde overtreding slechts een enkel dier raakt, bijvoorbeeld het niet functioneren van alle drinknippels versus het niet functioneren van een enkele drinknippel.

  • Een aantal normen zijn in 3 klassen (zwaar, middelzwaar of licht) ingedeeld, omdat de mogelijkheid tot beoordeling van de ernst van de overtreding afhankelijk is van de feiten en omstandigheden van het geval. De inspecteur zal op basis van de feiten en de risico- afweging die klasse hanteren die bij die risico inschaling hoort. Hij doet dit op basis van de overwegingen die hem bij de eerste twee gedachtestreepjes aangereikt zijn.

  • Bij een aantal bepalingen zijn verbijzonderde overwegingen opgenomen voor de indeling in de klasse. Dit zijn meer concrete – getalsmatige – uitwerkingen.

In de bijlage van dit document is vastgelegd op welke wijze wordt geïntervenieerd bij het constateren van een overtreding.

.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

Bestraffende sanctie

Overtredingen van de Wet dieren worden doorgaans bestuurlijk beboet. Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, legt de NVWA deze aan het Openbaar Ministerie voor. Dit volgt uit artikel 8.10, eerste lid, van de Wet dieren. Het OM beslist of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening. Afgezien van de in artikel 8.11 genoemde overtredingen is strafrechtelijke afdoening niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Wet dieren gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.

De kolommen ‘interventie bij eerste overtreding’ en ‘interventie bij herhaalde overtreding’ in de bijlage van dit document vermelden uitsluitend de bestuurlijke boete als bestraffende sanctie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke boete een proces verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Op voorhand is niet in de bijlage van dit document aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke bestraffende sanctie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op de inhoud van bovengenoemde kolommen uit de bijlage.

3.3. Herhaalde overtreding, herinspectie en stapeling

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van de dierwelzijnsregels tijdens transport wordt vastgesteld, die bij de overtreder binnen de daaraan voorafgaande periode van twee jaar eerder is geconstateerd.

Herinspectie

Een constatering van een overtreding wordt niet standaard opgevolgd door een herinspectie. Transporten zijn unieke gebeurtenissen die zich niet in de tijd herhalen, waarvan het herstel niet achteraf gecontroleerd kan worden. Bij overtredingen passend binnen dit interventiebeleid die wel plaats vinden op een vaste locatie kan wel een herinspectie plaatsvinden om te zien of een vergelijkbare overtreding zich weer voordoet. Inspecties op vervoermiddelen kunnen op basis van eerdere constateringen ook risicogebaseerd ingezet worden. In beide gevallen gaat het echter om nieuwe inspecties. Herinspecties kunnen in rekening worden gebracht bij het bedrijf.

Stapeling

Ten aanzien van het stapelen van overtredingen geldt, bij het opleggen van de bestuurlijke boete, dat er wordt uitgegaan van een maximum van 5 overtredingen per overtreder, per transportmiddel en per controlelocatie/ controlemoment.

4. Divers

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 14 oktober 2019 vastgestelde Specifiek interventiebeleid NVWA dierenwelzijn tijdens transport (IB02-SPEC 17, versie 04). Hiermee wordt de inhoud van de beleidsregel in overeenstemming gebracht met het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024. Tevens wordt de bijlage vanaf nu weergegeven op de website van de NVWA (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA dierenwelzijn tijdens transport (IB03-SPEC 17, versie 05)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

BIJLAGE

De bijlage van deze beleidsregel is te vinden op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: G.J.C.M. Bakker De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97.

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles)

Naar boven