Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 7 juni 2024, nr. 1501157, houdende een wijziging van de Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo in verband met een verhoging van de subsidieplafonds vanwege de toekenning van een loon- en prijsbijstelling

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluiten:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING VAKWEDSTRIJDEN VMBO EN MBO

De Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, zijn de volgende bedragen beschikbaar voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a:

    • a. voor het boekjaar van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024: maximaal € 857.490.

    • b. voor het boekjaar van 1 april 2024 tot en met 31 maart 2025: maximaal € 857.490.

2. In het vijfde lid (nieuw) wordt “maximaal € 4.207.000” vervangen door “maximaal € 4.434.000”

3. In het zesde lid (nieuw) wordt “maximaal € 4.428.000” vervangen door “maximaal € 4.348.000”.

4. Na het zesde lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. In afwijking van het eerste lid, onderdeel c, is voor het boekjaar van 1 april 2024 tot en met 31 maart 2025 voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, een bedrag van maximaal € 580.000 beschikbaar.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs, M.L.J. Paul

TOELICHTING

1. Algemeen

Bij de invoering van de Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo (hierna: de regeling) zijn de subsidieplafonds per boekjaar vastgesteld voor de periode 1 april 2020 tot en met 31 maart 2024. Echter, de onvoorzien en uitzonderlijk snel en sterk gestegen kosten in 2022 hebben geleid tot een financieel tekort bij de organiserende partij, de Stichting World Skills Netherlands. Mede om die reden is door de leden van de Tweede Kamer Van der Molen en El Yassini op 24 november 2022 een motie ingediend, waarin de regering is verzocht om vanwege de snel stijgende kosten middelen te reserveren voor de organisatie van (inter)nationale vakwedstrijden.1Deze motie is aangenomen.

Ter uitvoering van deze motie is, in samenspraak met de organiserende partij van de vakwedstrijden, besloten om loon- en prijsbijstelling (hierna: lpo) toe te kennen voor het boekjaar 2023–2024 en 2024–2025 teneinde, voor zover mogelijk, de noodzakelijke kosten te compenseren die gemoeid zijn met het organiseren van de vakwedstrijden. Het betreft een budgetneutrale wijziging. In januari heeft tevens een lpo plaatsgevonden voor boekjaar 2022–2023. Destijds moest nog budget gevonden worden voor de lpo die met deze regeling wordt geregeld. Aangezien de boekjaren niet gelijk zijn aan de kalenderjaren, wordt hierna de opbouw van de beschikbare lpo-middelen toegelicht.

De loonprijsbijstelling betreft een ophoging van het budget van € 680.000 naar € 857.490 voor de vmbo-vakwedstrijden voor 2023–2024 en van € 758.000 naar € 857.490 voor de vmbo-vakwedstrijden voor 2024–2025. Voor de mbo-vakwedstrijden gaat het om een ophoging van het budget voor 2023–2024 van € 4.207.000 naar € 4.434.000 en voor 2024–2025 om een ophoging van € 4.428.000 naar € 4.348.000 voor 2024–2025. Inclusief de loonprijsbijstellingen bestaat de regeling voor de resterende jaren (2023–2024 en 2024–2025) daarmee uit een budget van € 857.490 voor de vmbo-vakwedstrijden, 4.434.000 (2023–2024) en € 4.348.000 (2024–2025) voor de mbo-nationale vakwedstrijden en € 500.000 (2023–2024) en € 580.000 (2024–2025) voor de mbo-internationale vakwedstrijden.

Uitvoerbaarheid

De regeling is in concept aan DUS-I voorgelegd voor een uitvoeringstoets. DUS-I ziet geen uitvoeringsconsequenties voor deze regeling.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

Per boekjaar zijn er op grond van artikel 4 van de regeling subsidiebedragen vastgesteld voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 3 van de regeling. Deze bedragen zijn vastgelegd in artikel 4. Doordat het prijspeil onvoorzien en sterk is gestegen, is besloten om loon- en prijsbijstelling toe te kennen voor de uit te voeren activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c, van de regeling. Deze bijstelling heeft tot doel om de bestaande activiteiten goed te kunnen blijven uitvoeren.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van de systematiek dat ministeriële regelingen minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, aangezien door snelle inwerkingtreding wordt voorkomen dat de subsidieontvanger zijn financiële reserves uitput. Omdat de verhoging van het subsidieplafond zich ook uitstrekt over het boekjaar 2023–2024 is het nodig dat de regeling met terugwerkende kracht in werking treedt.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VIII, nr. 77.

Naar boven