Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 december 2023 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid NVWA natuurwetgeving (IB03-SPEC 08, versie 04)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 7.1 van de Wet natuurbescherming, artikel 4 van de Wet implementatie Nagoya Protocol, artikel 6, zevende lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019 en het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

1. Onderwerp

Het Specifiek interventiebeleid NVWA natuurwetgeving beschrijft, binnen de kaders van het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 (AIB), de klassenindeling van en interventies voor de beoordeling van specifieke overtredingen van de wetgeving in het domein natuur.

De NVWA voert in het domein natuur allereerst inspecties uit om illegale handel in beschermde dier- en plantensoorten en producten daarvan tegen te gaan en legale handel te reguleren (onder andere CITES). De NVWA houdt ook toezicht op de handel en het bezit van invasieve exoten genoemd op de Unielijst. Voor dit onderdeel van het domein natuur heeft de NVWA uitsluitend een inspectietaak en geen interveniërende. Bestuurlijke interventies vinden plaats door RVO.nl.

Daarnaast zijn er controles op de import van hout en houtproducten uit landen waarmee de EU een Voluntary Partnership Agreement heeft afgesloten in het kader van Forest Law Enforcement, Governance and Trade (FLEGT), en op het op de markt brengen van hout, papier en pulp en houten meubels in het kader van de EU-houtverordening.

Gebruikers van genetische bronnen uit het buitenland worden tenslotte door de NVWA gecontroleerd op het zorgvuldig gebruik van deze bronnen in het kader van het Nagoya Protocol.

Het natuurbeleid is in 2017 deels gedecentraliseerd van rijksoverheid naar de provincies. De provincies, in bepaalde gevallen de gemeentes, geven vergunningen, verklaringen van geen bezwaar en ontheffingen af ten aanzien van ruimtelijke ingrepen en handel in bepaalde dier- en plantsoorten. In bepaalde specifieke gevallen is de rijksoverheid het bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving. In deze gevallen kan de NVWA optreden.

Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in dit IB03-spec 08 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de afdeling Expertise van de directie Handhaven teneinde een interventie te bepalen.

2. Definities en wettelijke basis

In aanvulling op de definities en begrippen uit het AIB gelden de onderstaande definities en afkortingen.

2.1. Definities en afkortingen

Definities
Inspectie:

Elke vorm van controle door een inspecteur van de NVWA om na te gaan of de wetgeving in het domein natuur wordt nageleefd. De inspecteur kan, als dit de efficiency van de uit te voeren inspectie ten goede komt, er voor kiezen om deze van te voren aan te kondigen. Dit laat onverlet dat de inspecteur ook zonder aankondiging een inspectie kan uitvoeren.

Herinspectie:

Een inspectie (eventueel op afstand) ingesteld door een inspecteur van de NVWA die volgt op een eerder ingestelde inspectie, waarbij een overtreding van de wetgeving in het domein natuur is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om na de tijdens de eerdere inspectie aangegeven termijn na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen om de overtreding op te heffen en nieuwe overtredingen te voorkomen.

Afkortingen
  • BB: Bestuurlijke boete

  • BSBM: Bestuurlijke strafbeschikking Milieu

  • PV: Proces-verbaal

  • OW: Officiële waarschuwing

  • CITES: Convention on the International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and flora

  • FLEGT: Forest Law Enforcement, Governance and Trade

  • RVO.nl: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

  • RvB: Rapport van bevindingen 1

2.2. Wettelijke basis

In het domein natuur gelden zowel internationale, EU- als nationale regels. De belangrijkste wettelijke bepalingen die van belang zijn voor dit specifiek interventiebeleid zijn neergelegd in:

  • Wet natuurbescherming, het onderliggende Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming;

  • Wet implementatie Nagoya Protocol, het onderliggende Besluit aanwijzing toezichthouders Wet implementatie Nagoya Protocol en de Regeling uitvoering Wet implementatie Nagoya Protocol;

  • CITES-verdrag;

  • Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer en onderliggende verordeningen zoals:

    • Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer;

    • Verordening (EU) nr. 791/2012 van de Commissie van 23 augustus 2012 tot wijziging, ten aanzien van sommige bepalingen betreffende de handel in in het wild levende dier- en plantensoorten, van Verordening (EG) nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad;

    • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 792/2012 van de Commissie van 23 augustus 2012 tot vaststelling van voorschriften voor het ontwerp van de vergunningen, certificaten en andere documenten waarin Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer voorziet, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie;

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1587 van de Commissie van 24 september 2019 tot instelling van een verbod op het binnenbrengen in de Unie van specimens van bepaalde in het wild levende dier- en plantensoorten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer;

  • Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen en onderliggende verordeningen zoals:

    • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 607/2012 van de Commissie van 6 juli 2012 houdende gedetailleerde voorschriften betreffende het stelsel van zorgvuldigheidseisen en de frequentie en de aard van de controles op de toezichthoudende organisaties overeenkomstig Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen;

    • Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 363/2012 van de Commissie van 23 februari 2012 inzake de procedures voor de erkenning en de intrekking van de erkenning van de toezichthoudende organisaties als bedoeld in Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen;

  • Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap en onderliggende verordeningen zoals:

    • Verordening (EG) nr. 1024/2008 van de Commissie van 17 oktober 2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap;

  • Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten en onderliggende verordeningen zoals:

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 van de Commissie van 13 juli 2016 tot vaststelling van een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten krachtens Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad;

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1263 van de Commissie van 12 juli 2017 tot actualisering van de bij Uitvoerings-verordening (EU) 2016/1141 krachtens Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad vastgestelde lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten;

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1262 van de Commissie van 25 juli 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 om de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten te actualiseren;

  • Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van 4 november 1991 houdende een verbod op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap van pelzen en produkten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen;

  • Verordening (EU) nr. 511/2014 van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende voor gebruikers bestemde nalevingsmaatregelen uit het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik in de Unie en onderliggende verordeningen zoals:

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1866 van de Commissie van 13 oktober 2015 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 511/2014 van het Europees parlement en de Raad wat het register van collecties, het toezicht op de naleving door gebruikers en beste praktijken betreft.

3. Werkwijze

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het AIB.

De ernst van de overtreding en de toe te passen interventie worden onder andere bepaald door de omvang van het risico op ernstige tot geringe gevolgen voor de kwaliteit of diversiteit van de natuur, de herstelbaarheid daarvan en of er sprake is van calculerend en/of bewust risiconemend gedrag. Hoe groter het risico, des te hoger wordt de overtreding in de bijlage geclassificeerd.

Voor bepaalde overtredingen die zijn ingedeeld in klasse zwaar kan het effectiever zijn om niet (meteen) een bestraffende sanctie toe te passen maar eerst te waarschuwen. Voor overtredingen van CITES en het Nagoya Protocol betekent dit het volgende:

Cites en overige beschermde dieren en planten en invasieve exoten

Indien het overtredingen betreft die snel en eenvoudig kunnen worden hersteld en een gering risico opleveren voor aantasting van natuurwaarden, wordt een officiële waarschuwing (OW) gegeven in plaats van een bestraffende sanctie. De geconstateerde feiten en het eventueel uitgevoerde herstel worden in zulke gevallen vastgelegd. Veel van dergelijke overtredingen worden gepleegd door particulieren, waarbij na het opheffen van de overtreding, er geen noodzaak is om een herinspectie uit te voeren.

Nagoya Protocol

Indien de overtreding betrekking heeft op ontbrekende informatie die alsnog verkregen kan worden, zoals toestemming van een land voor gebruik van een bepaalde genetische bron, en er kunnen nog onderling overeengekomen voorwaarden worden vastgesteld, kan eerst een officiële waarschuwing (OW) worden opgelegd. Daarna vindt een herinspectie plaats om te verifiëren dat de documentatie inmiddels volledig is, of dat het gebruik beëindigd is. De termijn waarbinnen de herinspectie plaatsvindt is drie maanden, maar er kunnen redenen zijn om de termijn te verlengen.

In de bijlage van dit document zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

De Wet natuurbescherming en de Wet implementatie Nagoya Protocol kunnen zowel bestuurs- als strafrechtelijk worden gehandhaafd. Hieronder wordt het palet van mogelijke bestraffende sancties en corrigerende interventies weergegeven.

Bestraffende sanctie

Overtredingen van de Wet natuurbescherming en de Wet implementatie Nagoya Protocol leveren een economisch delict als bedoeld in de Wet economische delicten (Wed) op.

Bestuurlijke strafbeschikking milieu (BSBM)

In de bijlage bij de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu en keurfeiten (art. 257ba, tweede lid, Wetboek van Strafvordering) van het OM is bepaald voor welke overtredingen van de Wet natuurbescherming de Inspecteur-generaal van de NVWA een bestuurlijke strafbeschikking milieu kan opleggen. Hij doet dit op basis van een door een buitengewoon opsporingsambtenaar opgemaakt verkort proces-verbaal (zogeheten combibon).

Bestuursrechtelijke sancties

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is bevoegd om bij enkele overtredingen van de Wet natuurbescherming een bestuurlijke boete op te leggen (art. 7.6 Wet natuurbescherming). In die specifieke gevallen is RVO.nl gemandateerd en maakt de NVWA een rapport van bevindingen op voor RVO.nl.

Corrigerende interventie

Op basis van de Wet natuurbescherming en de Wet implementatie Nagoya Protocol is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevoegd om bestuursrechtelijke maatregelen te nemen die gericht zijn op het herstel van de gevolgen van de overtreding of het voorkomen van verdere overtreding(en).

De bestuursrechtelijke handhaving namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geschiedt door zowel RVO.nl als de NVWA. De taakverdeling tussen RVO.nl en de NVWA daarbij is als volgt:

  • Wet natuurbescherming, met uitzondering van de Houtverordening en FLEGT: RVO.nl;

  • Wet natuurbescherming, onderdeel Houtverordening en FLEGT: NVWA;

  • Wet implementatie Nagoya Protocol: NVWA.

3.3. Herhaalde overtreding en verscherpt toezicht

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van de regelgeving binnen het domein natuur wordt vastgesteld, die bij de overtreder binnen de daaraan voorafgaande periode van twee jaar eerder is geconstateerd.

Herinspectie

Na het constateren van een zware of middelzware overtreding kan een extra inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen.

4. Divers

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 16 april 2020 vastgestelde Specifiek interventiebeleid NVWA natuurwetgeving (IB02-SPEC 08, versie 03). Hiermee wordt de inhoud van de beleidsregel in overeenstemming gebracht met het Algemeen Interventiebeleid NVWA 2024. Tevens wordt de bijlage vanaf nu weergegeven op de website van de NVWA (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA natuurwetgeving (IB03-SPEC 08, versie 04)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Bijlage

De bijlage van deze beleidsregel is te vinden op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: G.J.C.M. Bakker inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,


X Noot
1

Hoewel een rapport van bevindingen op zichzelf geen interventie vormt wordt deze afkorting in de bijlage genoemd in die gevallen waarin RVO.nl bevoegd is om te handhaven. Het rapport van bevindingen van de NVWA vormt de grondslag voor interventies van RVO.nl op grond van haar eigen beleid.

Naar boven