Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 december 2023 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen (IB03-SPEC 07, versie 03)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 47 van de Meststoffenwet, artikel 6, zevende lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019 en het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

1. Onderwerp

Het Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen beschrijft, binnen de kaders van het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 (NVWA-IB03) (AIB), de klasseindeling en interventies voor specifieke overtredingen van de regelgeving in het domein meststoffen.

Overtredingen die door de inspecteur/ toezichthouder worden waargenomen die niet in dit IB03-SPEC 07 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de afdeling Expertise van de directie Handhaven, teneinde een klasseindeling en een interventie te bepalen.

2. Definities en wettelijke basis

2.1. Definities

Hieronder is een aantal specifieke definities/ afkortingen opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het AIB.

  • Inspectie: Elke vorm van controle door een inspecteur van de NVWA om na te gaan of de wet- en regelgeving inzake meststoffen wordt nageleefd. De inspecteur kan er voor kiezen om deze van tevoren aan te kondigen. Dit laat onverlet dat de inspecteur ook zonder aankondiging een inspectie kan uitvoeren.

  • MW: Meststoffenwet

  • UBM: Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet

  • URM: Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

  • BGM: Besluit gebruik meststoffen

  • URGM: Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen

  • RvB: Rapport van Bevindingen

  • BSBm: Bestuurlijke Strafbeschikking milieu

  • RVO: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

  • OM: Openbaar Ministerie

2.2. Wettelijke basis

In het domein meststoffen gelden voornamelijk nationale regels. Deze zijn deels opgesteld ter uitwerking van Europese bepalingen in de Nitraatrichtlijn. De derogatie is gebaseerd op een EU-beschikking die specifiek aan Nederland is verleend.

De wettelijke basis voor het Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen is:

  • Meststoffenwet;

  • Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

  • Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • Wet Bodembescherming;

  • Besluit gebruik meststoffen;

  • Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen;

  • 2014/291/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 16 mei 2014 tot verlening van een door Nederland gevraagde derogatie op grond van Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;

  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1073 van de Commissie van 17 juli 2020 tot verlening van een door Nederland gevraagde derogatie op grond van Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;

  • Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen.

3. Werkwijze

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 (AIB). Bij het beoordelen van de op te leggen interventie wordt rekening gehouden met de ernst van het gevaar (of risico op gevaar) voor de volks- en diergezondheid of het milieu, de mate van herstelbaarheid van de overtreding en of er sprake is van opportunistisch, calculerend en/of bewust risiconemend gedrag.

Overtredingen van de regelgeving binnen het domein meststoffen kunnen ernstige gevolgen hebben voor de volks- en diergezondheid of het milieu. De meeste overtredingen van de regelgeving in dit domein zijn daarom ingedeeld in klasse zwaar. Een bestraffende sanctie is reeds bij een eerste overtreding passend.

In de bijlage zijn de bepalingen van de geldende regelgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

Bestraffende sanctie

Bestuursrecht

De Meststoffenwet wordt merendeels via het bestuursrecht gehandhaafd. Voor deze onderdelen van het domein meststoffen heeft de NVWA een inspectietaak en geen interveniërende. Bestuurlijke interventies vinden plaats door RVO. In deze gevallen maakt de NVWA een RvB op. Deze wordt ter afdoening aangeboden aan RVO. Dit is met name het geval voor wat betreft het niet-naleven van de verantwoordingsplicht, de administratieve voorschriften, vervoersvoorschriften en bij het overschrijden van de gebruiksnormen. In de Bijlage M bij de URM (de zogenaamde feitcodelijst) staan, voor de bestuursrechtelijke afdoening door RVO, de overtredingen van de MW, UBM en de URM opgesomd met daarbij de forfaitaire boetebedragen voor de administratieve verplichtingen en vervoersvoorschriften (tertiaire boetes). De boetes / boetebedragen die opgelegd kunnen worden in het kader van de stelsels gebruiksnormen, verantwoordingsplicht, mestverwerkingsplicht en verantwoorde groei melkveehouderij zijn opgenomen in de MW zelf en worden uitgedrukt in een bedrag per kilogram fosfaat en stikstof.

Daarnaast rapporteert de NVWA het niet voldoen aan de derogatievoorwaarden aan RVO. Dit kan leiden tot het door RVO intrekken van de derogatievergunning waarmee de extra gebruiksruimte dierlijke meststoffen vervalt en het bedrijf voor het daaropvolgende jaar wordt uitgesloten van derogatie.

De afdoening van een overtreding van de regelgeving waarvoor de NVWA uitsluitend een inspectietaak heeft, maar geen interveniërende, is niet opgenomen in dit document. Daarvoor wordt verwezen naar het beleid van RVO hierover. Wel wordt door de NVWA conform het met RVO afgestemde beleid voor bepaalde overtredingen zelfstandig officiële waarschuwingen afgegeven.

Strafrecht in plaats van bestuursrecht

Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, legt de NVWA deze aan het Openbaar Ministerie (OM) voor. Dit volgt uit artikel 55 van de Meststoffenwet (MSW). Het OM beslist of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening. Strafrechtelijke afdoening is niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Meststoffenwet gestelde voorschriften noodzakelijk zijn. Hierbij worden vier criteria onderscheiden, die bepalend zijn voor de toedeling van feiten aan het strafrecht. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel invoering gebruiksnormen worden vier criteria die bepalend zijn voor de toedeling van feiten aan het strafrecht, genoemd en op hoofdlijnen besproken. Het moet gaan om:

  • 1) Herhaalde overtredingen;

  • 2) Aanmerkelijke overtredingen;

  • 3) Overtredingen gepleegd in georganiseerd verband;

  • 4) Complexe of mogelijk frauduleuze constructies.

Strafrecht

Strafrechtelijk wordt opgetreden tegen bijvoorbeeld het overschrijden van de productierechten, fosfaatrechten en het overtreden van het BGM en URGM (zoals het niet-emissiearm aanwenden van meststoffen en het niet telen van een vanggewas na mais op zand- of lössgronden). Inzake de Meststoffenwet, UBM en URM wordt eveneens strafrechtelijk opgetreden bij overtredingen van het verhandelen en/of gebruik van meststoffen die niet aan de kwaliteitseisen voldoen.

Als de overtreding niet afgedaan mag worden middels een BSBM (zie ook de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu en keurfeiten van het OM) dan wordt er een volledig proces-verbaal opgemaakt. Wanneer een verdachte verzet doet tegen een bestuurlijke strafbeschikking voor milieu of keurfeiten wordt het bevoegd gezag dat de strafbeschikking heeft uitgevaardigd daarvan door het CJIB op de hoogte gebracht. Dan wordt verzocht om een uitgewerkt proces-verbaal.

In de bijlage van het Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen zijn ook voor de overtredingen, die niet in bijlage M bij de URM zijn opgenomen, de specifieke interventies opgenomen. In deze bijlage zijn ook de overtredingen van het BGM en het URGM opgenomen waarvoor een proces-verbaal kan worden opgemaakt.

3.3. Herhaalde overtreding

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van een wettelijke norm over eenzelfde onderwerp wordt vastgesteld, die bij de overtreder binnen de daaraan voorafgaande periode van twee jaar eerder is geconstateerd. Onder eenzelfde onderwerp als bedoeld in de vorige zin wordt in ieder geval verstaan:

  • verhandelen van meststoffen inclusief digestaat;

  • stelsel van productierechten.

Herinspectie

Na het constateren van een overtreding kan een extra inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen.

4. Diversen

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 27 augustus 2021 vastgestelde Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen (IB02-SPEC 07, versie 02). Hiermee wordt de inhoud van de beleidsregel in overeenstemming gebracht met het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024. Tevens wordt de bijlage vanaf nu weergegeven op de website van de NVWA (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA meststoffen (IB03-SPEC 07, versie 03)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Bijlage

De bijlage van deze beleidsregel is te vinden op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: G.J.C.M. Bakker inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Naar boven