Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 januari 2024, kenmerk 3750301-1059744-PG, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg in verband met een verhoging van de hoogte van de uitkering voor 2024 en wijziging van de citeertitel

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 14.377.292,–’ vervangen door: ‘€ 14.537.685’;

2. In onderdeel b wordt ‘€ 5.600.616,–’ vervangen door: ‘€ 5.663.097’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 2.280.917,–’ vervangen door: ‘€ 2.306.362’.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 3.633.500,–’ vervangen door: ‘€ 3.674.035’.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 4.988.215,–’ vervangen door: ‘€ 5.043.864’.

6. In onderdeel f wordt ‘€ 4.658.927,–’ vervangen door: ‘€ 4.710.902’.

7. In onderdeel g wordt ‘€ 2.517.736,–’ vervangen door: ‘€ 2.545.824’.

8. In onderdeel h wordt ‘€ 1.785.669,–’ vervangen door: ‘€ 1.805.590’.

B

In artikel 3.4 wordt ‘Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidzorg’ vervangen door ‘Tijdelijke regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidzorg’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg (hierna: de Regeling). De wijziging betreft de verhoging van de hoogte van uitkeringen voor de coördinerende GGD’en voor het jaar 2024 en de wijziging van de citeertitel.

Op grond van de Regeling wordt een specifieke uitkering verstrekt voor soa-zorg en seksualiteitshulpverlening. Dit zorgaanbod valt, voor wat betreft de seksualiteitshulpverlening, onder de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze toelichting is daarom ook mede namens de staatssecretaris.

Op grond van de Regeling kan een specifieke uitkering (hierna: uitkering) worden verstrekt aan een coördinerende gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) voor de uitvoering van aanvullende seksuele gezondheidszorg en de coördinatie daarvan in de regio waarbinnen de coördinerende GGD werkzaam is. De uitkering heeft betrekking op activiteiten in het kader van soa-zorg aan hoog-risicogroepen en seksualiteitshulpverlening aan jongeren onder de 25 jaar (ook wel Sense genoemd). Deze activiteiten vallen tezamen onder de noemer ‘aanvullende seksuele gezondheidszorg’. De uitvoering van de activiteiten gebeurt binnen Centra Seksuele Gezondheid (CSG’s), specifiek daarvoor ingerichte afdelingen binnen de GGD’en.

De activiteiten ten behoeve van de soa-zorg en seksualiteitshulpverlening, die op basis van de Regeling gefinancierd kunnen worden, vormen een aanvulling op de curatieve gezondheidszorg zoals wordt aangeboden door de eerstelijnszorg. Ook dienen deze activiteiten aanvullend te zijn op de collectieve preventie uitgevoerd door gemeenten, zoals voorlichting voor bepaalde groepen in kwetsbare positie.

Met deze wijzigingsregeling worden de bedragen voor de aanvullende seksuele gezondheidszorg gecorrigeerd. Sinds 2023 kunnen de maximale bedragen namelijk geïndexeerd worden voor de prijsontwikkeling, naast de indexatie voor de loonontwikkeling zoals al langer gebruikelijk is. Echter is per abuis deze indexering niet verwerkt. De aanvragen die door de coördinerende GGD’en reeds zijn ingediend voor 2024 zijn daarom aangehouden. Na publicatie van de Regeling zullen beschikkingen worden verstuurd, gebaseerd op de maximale bedragen uit de Regeling.

Daarnaast is in de Regeling het woord tijdelijke toegevoegd aan citeertitel, omwille van het voornemen deze Regeling in de loop van volgend jaar te vervangen door een nieuwe Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg, waar ook PrEP-zorg onderdeel van zal zijn. Door deze wijziging wordt het verschil tussen de tijdelijke Regeling en de nieuwe regeling verduidelijkt.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

In dit artikel wordt de citeertitel van deze Regeling aangepast, door het woord tijdelijke toe te voegen. Daarmee wordt het onderscheid gemaakt tussen deze Regeling en de voorgenomen nieuwe Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg, waar ook PrEP-zorg onderdeel van uitmaakt.

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving, treedt deze Regeling in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2023. Vanaf die datum is de aanvragers gelegenheid geboden de aanvraag in te dienen. Wegens de bekendheid van de aanvragers met de Regeling en het aanvraagproces en de noodzaak om zo snel mogelijk in het subsidiejaar 2024 een specifieke uitkering te ontvangen is de terugwerkende kracht niet belastend.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

Naar boven