Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2024, 19237 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2024, 19237 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
Gelet op artikel 15, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 20, tweede lid van de Wet primair onderwijs BES, artikel 26, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra, de artikelen 1.3, zevende lid, en 2.39, vierde lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;
– een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 Wet op het primair onderwijs;
– een school waar basisonderwijs wordt gegeven als bedoeld in artikel 1 Wet primair onderwijs BES;
– een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld artikel 2, tweede lid, onder f, h, j, k, m of n, van de Wet op de expertisecentra, tenzij uit die wet het tegendeel blijkt;
– een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen of auditief of communicatief gehandicapte kinderen, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede of derde volzin, van de Wet op de expertisecentra, tenzij uit die wet het tegendeel blijkt;
– een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 met uitzondering van een school voor voortgezet onderwijs die deel uitmaakt van een verticale scholengemeenschap als bedoeld in artikel 2.6.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
een regio als bedoeld in artikel 3.
Voor de vaststelling van de perioden van de zomervakantie of van de grote vakantie, bedoeld in artikel 6, behoort een school tot één van de regio's. De plaats van vestiging is bepalend voor de regio waartoe een school behoort. Indien een school vestigingen heeft in meer dan één regio, behoort elke vestiging tot de regio waarin ze is gelegen.
De regio's zijn:
a. Regio Noord, bestaande uit:
1°. De provincie Groningen;
2°. De provincie Friesland;
3°. De provincie Drenthe;
4°. De provincie Overijssel;
5°. De provincie Flevoland, met uitzondering van de gemeente Zeewolde;
6°. De provincie Noord-Holland;
7°. Wat betreft de provincie Gelderland, de gemeente Hattem;
8°. Wat betreft de provincie Utrecht, de gemeente Eemnes en de voormalige gemeente Abcoude;
b. Regio Midden, bestaande uit:
1°. De provincie Utrecht, met uitzondering van de gemeente Eemnes en de voormalige gemeente Abcoude;
2°. De provincie Zuid-Holland;
3°. Wat betreft de provincie Flevoland, de gemeente Zeewolde;
4°. Wat betreft de provincie Gelderland, de gemeenten Aalten, Apeldoorn, Barneveld, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Buren, Culemborg, Doetinchem, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Geldermalsen, Harderwijk, Heerde, Lingewaal, Lochem, Montferland, met uitzondering van de voormalige gemeenten Didam, Neder-Betuwe, met uitzondering van de voormalige gemeenten Dodewaard, Neerijnen, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Scherpenzeel, Tiel, Voorst, Wageningen, Winterswijk en Zutphen;
5°. Wat betreft de provincie Noord-Brabant, de gemeente Altena, met uitzondering van de voormalige gemeente Aalburg en de kernen Hank en Dussen;
c. Regio Zuid, bestaande uit:
1°. De provincie Limburg;
2°. De provincie Noord-Brabant, met uitzondering van de gemeente Altena, voor zover het betreft de voormalige gemeente Aalburg en de kernen Hank en Dussen;
3°. De provincie Zeeland;
4°. Wat betreft de provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Neder-Betuwe, voor zover het betreft de voormalige gemeenten Dodewaard, Lingewaard, Maasdriel, Montferland, voor zover het betreft de voormalige gemeente Didam, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel en Zevenaar;
d. Regio Caribisch Nederland, bestaande uit de openbare lichamen:
1°. Bonaire
2°. Sint-Eustatius
3°. Saba.
Bij samenvoeging van gemeenten na publicatie van deze regeling behoort de nieuw te vormen gemeente tot dezelfde regio als die waartoe de samengevoegde gemeenten behoorden. Als de samen te voegen gemeenten tot verschillende regio’s behoorden, beslist de Minister tot welke regio de nieuwe gemeente gaat behoren. Voordat de Minister definitief beslist, wordt het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente gehoord.
De perioden voor de kerst- en meivakanties worden voor de jaren 2025 tot en met 2030 voor alle scholen als volgt vastgesteld, met uitzondering van de scholen in de regio Caribisch Nederland.
Vakantie |
Data |
---|---|
Kerst |
20 december 2025 t/m 4 januari 2026 |
Mei |
25 april t/m 3 mei 2026 |
Vakantie |
Data |
---|---|
Kerst |
19 december 2026 t/m 3 januari 2027 |
Mei |
24 april t/m 2 mei 2027 |
Vakantie |
Data |
---|---|
Kerst |
25 december 2027 t/m 9 januari 2028 |
Mei |
29 april t/m 7 mei 2028 |
Vakantie |
Data |
---|---|
Kerst |
23 december 2028 t/m 7 januari 2029 |
Mei |
28 april t/m 6 mei 2029 |
Vakantie |
Data |
---|---|
Kerst |
22 december 2029 t/m 6 januari 2030 |
Mei |
27 april t/m 5 mei 2030 |
De perioden voor de zomervakanties, respectievelijk voor de grote vakanties in Caribisch Nederland, worden voor de jaren 2026, 2027, 2028, 2029 en 2030 voor alle scholen als volgt vastgesteld:
Regio Noord |
4 juli t/m 16 augustus 2026 |
Regio Midden |
18 juli t/m 30 augustus 2026 |
Regio Zuid Regio Caribisch Nederland |
11 juli t/m 23 augustus 2026 4 juli t/m 16 augustus 2026 |
Regio Noord |
10 juli t/m 22 augustus 2027 |
Regio Midden |
17 juli t/m 29 augustus 2027 |
Regio Zuid Regio Caribisch Nederland |
24 juli t/m 5 september 2027 10 juli t/m 22 augustus 2027 |
Regio Noord |
15 juli t/m 27 augustus 2028 |
Regio Midden |
8 juli t/m 20 augustus 2028 |
Regio Zuid Regio Caribisch Nederland |
22 juli t/m 3 september 2028 8 juli t/m 20 augustus 2028 |
Regio Noord |
21 juli t/m 2 september 2029 |
Regio Midden |
7 juli t/m 19 augustus 2029 |
Regio Zuid Regio Caribisch Nederland |
14 juli t/m 26 augustus 2029 7 juli t/m 19 augustus 2029 |
Regio Noord |
20 juli t/m 1 september 2030 |
Regio Midden |
13 juli t/m 25 augustus 2030 |
Regio Zuid Regio Caribisch Nederland |
6 juli t/m 18 augustus 2030 6 juli t/m 18 augustus 2030 |
1. Het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs kan de periode van de zomervakantie of van de grote vakantie, bedoeld in artikel 6, verlengen met ten hoogste twee dagen voorafgaand aan die periode en met ten hoogste twee dagen na die periode.
2. Indien meer dan de helft van de leerlingen van de school in een andere regio woont dan de regio waar de school gevestigd is, kan het bevoegd gezag, in afwijking van artikel 2, beslissen dat de vestiging van de school voor het vaststellen van de zomervakantie behoort tot de regio waarin het merendeel van de leerlingen woont. Voor de vaststelling van het aantal leerlingen wordt uitgegaan van het aantal leerlingen dat in het voorafgaande schooljaar op 1 oktober bij de vestiging stond ingeschreven.
3. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, indien gedurende drie achtereenvolgende schooljaren telkens meer dan zeventig procent van de leerlingen is doorgestroomd naar scholen voor voortgezet onderwijs in een andere regio dan die van de school, met ingang van het daaropvolgend schooljaar de zomervakantie vaststellen als in artikel 6 is bepaald voor die andere regio.
4. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs met een tijdelijke nevenvestiging of nevenvestiging in een andere regio dan die van de hoofdvestiging, voor deze school de periode van de zomervakantie, bedoeld in artikel 6, zodanig vaststellen dat die periode niet eerder begint dan de vroegste periode en niet later eindigt dan de laatste periode van een van de vestigingen.
5. Het bevoegd gezag van een school voor cluster 3 en 4 onderwijs, als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra, kan de perioden van de zomervakantie en van de grote vakantie, bedoeld in artikel 6, bekorten.
6. In afwijking van artikel 6 hebben in de gemeenten Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog de zomervakanties op de scholen voor basisonderwijs en de scholen voor voortgezet onderwijs een duur van vijf weken. Deze gemeenten volgen de startdatum van de vakanties van regio Noord.
De Minister kan op aanvraag van het bevoegd gezag van een school in bijzondere omstandigheden afwijking toestaan van de perioden, bedoeld in de artikelen 5 en 6.
In afwijking van 2.39, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, wordt op scholen voor voortgezet onderwijs in de regio waar een schooljaar vanwege de spreiding van de zomervakanties op grond van deze regeling korter duurt dan in de andere regio’s, in dat schooljaar op ten minste 184 dagen onderwijs verzorgd.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
De momenteel geldende regeling over de vakantiespreiding, de Regeling vaststelling schoolvakanties 2022–2025, heeft betrekking op de schoolvakanties tot en met het schooljaar 2024–2025. Voor de schoolvakanties van 2025, 2026, 2027, 2028, 2029 en 2030 is het daarom nodig dat er een nieuwe regeling wordt vastgesteld en gepubliceerd. Het is belangrijk voor scholen, ouders en leerlingen dat deze vakantiedata tijdig bekend zijn.
Deze vakantiedata (zowel de centraal vastgestelde data als de adviesdata) zijn tot stand gekomen in overleg met onder andere betrokkenen in het onderwijs, vertegenwoordigd in de PO-Raad en de VO-raad, het CvTE in verband met de planning van de doorstroomtoets in het primair onderwijs en de eindexamens in het voortgezet onderwijs, Ouders & Onderwijs, de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat, de ANWB en brancheorganisaties voor toerisme.
De centraal vastgestelde zomervakantie duurt zowel in het primair onderwijs als in het voortgezet onderwijs zes aaneengesloten weken. In het onderwijs kunnen naast de centraal vastgestelde zomervakantie (zes weken), kerstvakantie (twee weken) en meivakantie (één week) nog twee vakantieweken (tien vakantiedagen) worden ingepland. Voor de hand liggende periodes daarvoor zijn in de herfst en in het voorjaar. Voor de herfst- en voorjaarsvakantie worden adviesdata gegeven (zie hieronder), maar hier kunnen scholen in overleg met de medezeggenschapsraad van afwijken, bijvoorbeeld in verband met carnaval of om de meivakantie met een week uit te breiden. Om scholen voor basis- en voortgezet onderwijs meer houvast te geven over eventuele planning van een tweede week meivakantie, mede om ouders met kinderen in zowel primair als voortgezet onderwijs niet onverwacht te confronteren met een periode van drie weken waarop één of meerdere kinderen vakantie hebben, wordt ook voor deze facultatieve tweede meivakantieweek een adviesdatum gegeven. Besluitvorming op schoolniveau over de indeling van de onderwijstijd en de regeling van de vakanties moet voldoen aan hetgeen hierover is bepaald in de Wet medezeggenschap op scholen.
Het aantal dagen waarop geen onderwijs verzorgd behoeft te worden, is in het voortgezet onderwijs aan een maximum gebonden. Voor het voortgezet onderwijs geldt, naast de weekenden, een maximum van 55 vakantiedagen (zes weken zomervakantie, twee weken kerstvakantie, één week meivakantie en tien overige vakantiedagen), twaalf roostervrije dagen en vier feestdagen die buiten de centraal vastgestelde vakanties vallen. Bij deze feestdagen gaat het altijd om tweede paasdag, Hemelvaartsdag en tweede pinksterdag. Afhankelijk van de precieze data van de meivakantie is de vierde feestdag buiten de centraal vastgestelde vakanties Koningsdag dan wel Bevrijdingsdag.
Verder kunnen scholen in voorkomende gevallen afwijken van het aantal onderwijsdagen, bedoeld in artikel 2.39, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020. Wanneer in een regio de zomervakantie in schooljaar Y een week eerder begint dan in het daaraan voorafgegane schooljaar X, dan is als gevolg daarvan schooljaar Y een week korter. In het voortgezet onderwijs hoeven in die regio in schooljaar Y daarom niet 189 onderwijsdagen te worden gerealiseerd, maar ten minste 184.
Verzoeken tot afwijking van de vastgestelde periode van kerstvakantie, meivakantie en zomervakantie worden alleen gehonoreerd als het gaat om bijzondere omstandigheden. Een voorbeeld van een bijzondere omstandigheid is de Nijmeegse Vierdaagse. In Nijmegen en omgeving is het wenselijk dat de zomervakantie samenvalt met de Vierdaagseweek. Dit is niet altijd het geval. Op verzoek van de gemeente Nijmegen en andere gemeenten die op de route van de Vierdaagse liggen, wordt de zomervakantie dan verschoven.
De Inspectie van het Onderwijs toetst of de afwijkingen op grond van artikel 7, het tweede tot en met vijfde lid, voldoen aan de in deze leden genoemde voorschriften.
De regio-indeling is ongewijzigd ten opzichte van de Regeling vaststelling schoolvakanties 2022–2025. Wel zijn er namen geactualiseerd van gemeenten, die de afgelopen jaren zijn gefuseerd.
Voor Caribisch Nederland dient de grote vakantie te worden vastgesteld. Het betreft hier enkel de vaststelling van de grote vakantie, omdat de overige vakanties door de openbare lichamen in overleg met de schoolbesturen zullen worden vastgesteld. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens van Caribisch Nederland om voor de overige vakanties aan te sluiten bij de Caribische regio.
Om een volledig overzicht te hebben van alle vakantieperioden in een bepaalde regio worden hieronder ook de adviesdata voor de overige vakanties gepubliceerd. Deze data zullen ook worden gepubliceerd op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties/.
Voor de herfst- en voorjaarsvakantie en voor de facultatieve tweede week meivakantie geeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap slechts adviesdata. Scholen mogen hier dus van afwijken. Het ministerie adviseert om bij de school na te gaan op welke dagen deze gesloten is in verband met vakantie.
Vakantie |
Regio |
|
---|---|---|
Herfst |
Zuid Noord/Midden |
11 oktober t/m 19 oktober 2025 18 oktober t/m 26 oktober 2025 |
Voorjaar |
Zuid/Midden Noord |
14 februari t/m 22 februari 2026 21 februari t/m 1 maart 2026 |
Adviesweek facultatieve tweede week meivakantie |
alle |
18 april t/m 26 april 2026 |
Vakantie |
Regio |
Data |
---|---|---|
Herfst |
Noord Zuid/Midden |
10 oktober t/m 18 oktober 2026 17 oktober t/m 25 oktober 2026 |
Voorjaar |
Zuid Noord/Midden |
13 februari t/m 21 februari 2027 20 februari t/m 28 februari 2027 |
Adviesweek facultatieve tweede week meivakantie |
alle |
1 mei t/m 9 mei 2027 |
Vakantie |
Regio |
Data |
---|---|---|
Herfst |
Zuid Midden/Noord |
23 oktober t/m 31 oktober 2027 16 oktober t/m 24 oktober 2027 |
Voorjaar |
Noord Zuid/Midden |
19 februari t/m 27 februari 2028 26 februari t/m 5 maart 2028 |
Adviesweek facultatieve tweede week meivakantie |
alle |
22 april t/m 30 april 2028 |
Vakantie |
Regio |
Data |
---|---|---|
Herfst |
Noord Midden/Zuid |
14 oktober t/m 22 oktober 2028 21 oktober t/m 29 oktober 2028 |
Voorjaar |
Zuid Noord/Midden |
10 februari t/m 18 februari 2029 17 februari t/m 25 februari 2029 |
Adviesweek facultatieve tweede week meivakantie |
alle |
21 april t/m 29 april 2029 |
Vakantie |
Regio |
Data |
---|---|---|
Herfst |
Zuid Midden/Noord |
13 oktober t/m 21 oktober 2029 20 oktober t/m 28 oktober 2029 |
Voorjaar |
Noord Zuid/Midden |
16 februari t/m 24 februari 2030 23 februari t/m 3 maart 2030 |
Adviesweek facultatieve tweede week meivakantie |
alle |
20 april t/m 28 april 2030 |
Deze regeling brengt geen administratieve lasten met zich voor het bevoegd gezag van de school.
Deze regeling treedt op 1 augustus 2025 in werking. Deze regeling wordt behalve in de Staatscourant ook bekendgemaakt op de site van de rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl).
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-19237.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.