Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 juni 2024, nummer WBN-CM 2024/3, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003, toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap;

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 1.2/14-2 Toelichting ad artikel 14, tweede lid, RWN is gewijzigd en komt te luiden:

paragraaf 1.2. Intrekking geen terugwerkende kracht

De intrekking van het Nederlanderschap op grond van artikel 14, tweede lid, werkt niet terug tot het moment van verkrijging of van verlening van het Nederlanderschap. Artikel 2, eerste lid, RWN regelt immers dat verlies geen terugwerkende kracht heeft, tenzij de wet anders bepaalt. Er is geen wetsartikel opgenomen in de Rijkswet tot wijziging van de RWN van 17 juni 2010 (Stb. 2010, 242) noch in de RWN zelf dat anders bepaalt. Dit betekent dat het verlies intreedt op de datum van het besluit tot intrekking. Dit is anders bij verlies op grond van het eerste lid, waar terugwerkende kracht van het verlies wel aan de orde is.

De persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft verloren op grond van het tweede lid kan de Nederlandse nationaliteit in beginsel niet herkrijgen (artikel 14, vijfde lid).

De omstandigheid dat deze persoon tot aan het besluit van intrekking Nederlander was en dus oud-Nederlander is, maakt dit niet anders. Door de ontneming van het Nederlanderschap wordt geacht de band met het koninkrijk definitief te zijn verbroken.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2024.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant, de Curaçaose Courant en de Landscourant van Sint Maarten worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 juni 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

A

Een persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft verloren op grond van artikel 14, tweede lid, RWN kan de Nederlandse nationaliteit in beginsel niet herkrijgen. Dit blijkt uit artikel 14, vijfde lid, RWN.

Per abuis is in paragraaf 1.2 van de toelichting op artikel 14, tweede lid, HRWN-CM een verwijzing naar het derde lid van artikel 14 RWN opgenomen. Dit is een onjuiste verwijzing. Daarom is dit met deze wijziging hersteld.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven