Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 juni 2024, nr. WJZ/58950442, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling pacht in verband met de vaststelling van de pachtprijzen 2024

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, 20, eerste lid, en 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling pacht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 6.551,–’ vervangen door ‘€ 7.565,–’ en ‘€ 4.907,–’ door ‘€ 5.349,–’.

b. In onderdeel b wordt ‘in Westelijk Holland 29% en in de Rest van Nederland 36%’ vervangen door ‘in Westelijk Holland 15% en in de Rest van Nederland 9%’.

B

In artikel 3, onderdeel c, wordt ‘3,1%’ vervangen door ‘5,8%’.

C

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘3,72%’ vervangen door ‘4,25%’.

D

Bijlage 1, onderdelen A en B, komen te luiden:

A. Pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007

Pachtprijsgebied

Hoogst toelaatbare pachtprijs per hectare per jaar

Bouwhoek en Hogeland

956

Veenkoloniën en Oldambt

547

Noordelijk weidegebied

723

Oostelijk veehouderijgebied

837

Centraal veehouderijgebied

889

IJsselmeerpolders

1.836

Westelijk Holland

729

Waterland en Droogmakerijen

576

Hollands/Utrechts weidegebied

1.019

Rivierengebied

959

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

824

Zuidwest-Brabant

1.216

Zuidelijk veehouderijgebied

1.031

Zuid-Limburg

1.110

B. Percentage waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd

Pachtprijsgebied

Veranderpercentage

Bouwhoek en Hogeland

21

Veenkoloniën en Oldambt

30

Noordelijk weidegebied

16

Oostelijk veehouderijgebied

26

Centraal veehouderijgebied

37

IJsselmeerpolders

31

Westelijk Holland

41

Waterland en Droogmakerijen

61

Hollands/Utrechts weidegebied

21

Rivierengebied

21

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

65

Zuidwest-Brabant

28

Zuidelijk veehouderijgebied

37

Zuid-Limburg

34

E

Bijlage 2, onderdeel A, komt te luiden:

A. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische woningen

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

40

218,31

82

448,58

124

702,14

166

955,65

208

1.209,16

41

223,76

83

454,63

125

708,17

167

961,69

209

1.215,21

42

229,23

84

460,66

126

714,18

168

967,72

210

1.221,26

43

234,70

85

466,70

127

720,24

169

973,77

211

1.227,28

44

240,13

86

472,74

128

726,27

170

979,78

212

1.233,30

45

245,59

87

478,76

129

732,33

171

985,86

213

1.239,35

46

251,06

88

484,83

130

738,38

172

991,86

214

1.245,40

47

256,52

89

490,85

131

744,39

173

997,91

215

1.251,42

48

261,98

90

496,92

132

750,42

174

1.003,91

216

1.257,47

49

267,40

91

502,92

133

756,47

175

1.009,99

217

1.263,49

50

272,87

92

508,96

134

762,49

176

1.015,97

218

1.269,54

51

278,30

93

515,00

135

768,55

177

1.022,06

219

1.275,56

52

283,80

94

521,03

136

774,56

178

1.028,10

220

1.281,62

53

289,22

95

527,06

137

780,62

179

1.034,13

221

1.287,64

54

294,72

96

533,13

138

786,63

180

1.040,14

222

1.293,70

55

300,15

97

539,14

139

792,68

181

1.046,18

223

1.299,71

56

305,61

98

545,16

140

798,73

182

1.052,22

224

1.305,74

57

311,07

99

551,21

141

804,74

183

1.058,27

225

1.311,82

58

316,53

100

557,22

142

810,75

184

1.064,30

226

1.317,84

59

321,97

101

563,29

143

816,81

185

1.070,35

227

1.323,87

60

327,45

102

569,33

144

822,85

186

1.076,37

228

1.329,94

61

332,90

103

575,35

145

828,90

187

1.082,42

229

1.335,95

62

338,32

104

581,40

146

834,95

188

1.088,45

230

1.341,95

63

343,77

105

587,42

147

840,94

189

1.094,50

231

1.348,00

64

349,24

106

593,48

148

846,97

190

1.100,52

232

1.354,04

65

354,69

107

599,50

149

853,07

191

1.106,58

233

1.360,08

66

360,17

108

605,55

150

859,06

192

1.112,57

234

1.366,12

67

365,59

109

611,59

151

865,11

193

1.118,66

235

1.372,16

68

371,06

110

617,58

152

871,15

194

1.124,68

236

1.378,21

69

376,54

111

623,66

153

877,17

195

1.130,72

237

1.384,21

70

381,93

112

629,68

154

883,22

196

1.136,74

238

1.390,25

71

387,45

113

635,72

155

889,27

197

1.142,76

239

1.396,30

72

392,87

114

641,77

156

895,28

198

1.148,82

240

1.402,32

73

398,35

115

647,80

157

901,32

199

1.154,85

241

1.408,37

74

403,79

116

653,82

158

907,34

200

1.160,90

242

1.414,39

75

409,27

117

659,90

159

913,40

201

1.166,92

243

1.420,46

76

414,68

118

665,90

160

919,41

202

1.172,94

244

1.426,49

77

420,15

119

671,93

161

925,48

203

1.178,98

245

1.432,50

78

425,63

120

677,97

162

931,49

204

1.185,04

246

1.438,54

79

431,09

121

684,01

163

937,51

205

1.191,05

247

1.444,59

80

436,54

122

690,05

164

943,58

206

1.197,11

248

1.450,63

81

442,55

123

696,08

165

949,60

207

1.203,16

249

1.456,65

               

250

1.462,71

F

De tabel in bijlage 2a komt te luiden:

Aard van het bedrijf

Doelmatigheid

Nieuw

Zeer goed

Goed

Redelijk

Matig

Slecht

Akkerbouw

570

448

342

252

176

101

Melkvee

1.466

1.154

881

646

449

260

Overig

882

694

530

389

271

154

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang 1 juli 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 juni 2024

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Uitvoeringsregeling pacht. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, en 20, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Ingevolge artikel 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 vindt namelijk jaarlijks per 1 juli herziening plaats van de pachtprijzen voor los land zonder woningen of andere opstallen en tuinland alsmede voor agrarische woningen en bedrijfsgebouwen.

Voorzien is in de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor overeenkomsten die op of na 1 september 2007 zijn aangegaan en in de vaststelling van de percentages waarmee de tussen partijen op grond van voor 1 september 2007 aangegane overeenkomsten geldende pachtprijzen wijzigen.

De nieuwe prijzen en percentages gelden vanaf 1 juli 2024. Ze zijn door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit medegedeeld aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De veranderpercentages werken van rechtswege door. De verpachter kan echter, onder schriftelijke mededeling aan de pachter, geheel of ten dele van een verhoging afzien (artikel 333, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek).

2. Hoogst toelaatbare pachtprijzen voor land zonder woningen of andere opstallen en tuinland

De hoogst toelaatbare pachtprijs en het veranderpercentage zijn overeenkomstig de systematiek volgend uit de adviezen van de Commissie Pachtnormen I en II berekend door het Wageningen Economic Research (WEcR) op basis van gegevens in het bedrijveninformatienet van akkerbouwbedrijven met een omvang van 130.000 Standaardopbrengst tot 750.000 Standaardopbrengst en van melkvee- en opengrondstuinbouwbedrijven met een omvang van 155.000 Standaardopbrengst tot 885.000 Standaardopbrengst conform artikel 5 van het Pachtprijzenbesluit 2007. Bij de berekening is overeenkomstig de artikelen 6, derde lid, en 8, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 uitgegaan van het vijfjaargemiddelde van de bedrijfsgegevens van het bedrijveninformatienet in de periode 2018 tot en met 2022.

Voor de berekening van het vereiste directe rendement van de verpachter is uitgegaan van het driejarig voortschrijdend gemiddelde van de reële lange kapitaalmarktrente, zijnde het effectief rendement van de 10-jarige Euro Interest Rate Swap van december 2023 (1,617%) minus het driejarig voortschrijdend gemiddelde van de inflatie in de Eurozone per december 2023 (gebaseerd op de HCIP, de geharmoniseerde Europese consumentenprijsindex) van 5,725%, te vermeerderen met een opslag voor grondlasten, beheerkosten, belastingen en risico van 1,25% overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Hiermee komt het vereiste directe rendement op – 2,858% van de verpachte waarde van de landbouwgrond, dan wel de helft daarvan, – 1,429% van de onverpachte waarde.

Op basis van de verhouding tussen het vereiste directe rendement en de grondbeloning is op de grondbeloning de correctiefactor, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, toegepast (zie onderstaande tabel). Door de sterke daling van de rendementseis ligt in alle pachtprijsgebieden de grondbeloning ruim boven het vereiste directe rendement. Als gevolg hiervan worden de regionormen naar beneden bijgesteld ten opzichte van de grondbeloning: in alle gebieden met (het maximum van) 10%. Voor de regionormen van 2023 was dit ook het geval. De gecorrigeerde grondbeloning is de nieuwe regionorm.

Berekening regionorm 2024 per pachtprijsgebied: grondbeloning na reservering met correctie voor vereiste directe rendement

Pachtprijsgebied

Grondbeloning na reservering 2018–2022

(euro/ha)

Vereiste directe rendement/grondbeloning

Correctiepercentage

Regionorm 2024

(euro/ha)

Bouwhoek en Hogeland

1.062

– 0,89

– 10

956

Veenkoloniën en Oldambt

608

– 1,75

– 10

547

Noordelijk weidegebied

803

– 1,00

– 10

723

Oostelijk veehouderijgebied

930

– 1,07

– 10

837

Centraal veehouderijgebied

988

– 0,87

– 10

889

IJsselmeerpolders

2.040

– 1,08

– 10

1.836

Westelijk Holland

810

– 1,57

– 10

729

Waterland en Droogmakerijen

640

– 1,47

– 10

576

Hollands/Utrechts weidegebied

1.132

– 0,79

– 10

1.019

Rivierengebied

1.065

– 1,00

– 10

959

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

915

– 1,31

– 10

824

Zuidwest-Brabant

1.351

– 0,87

– 10

1.216

Zuidelijk veehouderijgebied

1.145

– 1,00

– 10

1.031

Zuid-Limburg

1.233

– 0,96

– 10

1.110

Wageningen Economic Research, rapport 2024-075, blz. 15

Uitgaande van de in deze tabel vermelde regionorm is in bijlage I, onderdeel A, van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd met artikel I, onderdeel D, per pachtprijsgebied de nieuwe hoogst toelaatbare pachtprijs vermeld voor land zonder woningen of andere opstallen voor pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007.

Daaruit is een veranderpercentage per pachtprijsgebied berekend (zie de vijfde kolom van de tabel hieronder), waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd (bijlage I, onderdeel B, zoals gewijzigd met artikel I, onderdeel D).

De berekende pachtnormen 2024 van los bouw- en grasland zijn in alle pachtprijsgebieden hoger dan de pachtnormen 2023. Dit varieert van een stijging van 16% in het Noordelijk weidegebied tot een toename van 61% in Waterland en Droogmakerijen, en 65% in het Zuidwestelijk akkerbouwgebied.

De pachtnormen voor 2024 zijn berekend op basis van de grondbeloning in de jaren 2018–2022; die van 2023 op basis van de grondbeloning in de jaren 2017–2021. De veranderingen in de pachtnormen van 2023 naar die van 2024 worden verklaard door de verschillen in grondbeloning tussen het jaar 2017 en het jaar 2022; 2017 valt uit het vijfjarig gemiddelde en 2022 komt erbij.

In de pachtprijsgebieden met een stijging van het veranderpercentage moet in individuele gevallen worden nagegaan of de te betalen pacht niet uitstijgt boven 110% van de regionorm. Is dat het geval dan is de maximale pachtprijs gelijk aan 110% van de regionorm. Als in individuele gevallen de laatst betaalde pacht al hoger is dan de nieuwe regionorm, dan wordt de betaalde pachtprijs bevroren. Daarnaast moet worden nagegaan of in individuele gevallen de pachtprijs van de betreffende percelen niet hoger is dan 2% van de vrije grondprijs van die percelen. Is dat het geval dan is 2% van de vrije grondprijs de maximaal te betalen pachtprijs. De laagste van beide plafonds geldt.

De in bijlage 1, onderdelen A en B, van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel D, vermelde bedragen zijn:

Regionorm 2024, regionorm 2023 en veranderpercentage per pachtprijsgebied

Pachtprijsgebied

Regionorm 2024

(euro per hectare)

Regionorm 2023

(euro per hectare)

Veranderpercentage

(%)

Los bouw- en grasland

     

Bouwhoek en Hogeland

956

790

21

Veenkoloniën en Oldambt

547

420

30

Noordelijk weidegebied

723

621

16

Oostelijk veehouderijgebied

837

666

26

Centraal veehouderijgebied

889

649

37

IJsselmeerpolders

1.836

1.398

31

Westelijk Holland

729

518

41

Waterland en Droogmakerijen

576

357

61

Hollands/Utrechts weidegebied

1.019

842

21

Rivierengebied

959

791

21

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

824

499

65

Zuidwest-Brabant

1.216

949

28

Zuidelijk veehouderijgebied

1.031

750

37

Zuid-Limburg

1.110

831

34

       

Los tuinland

     

Westelijk Holland

7.565

6.551

15

Rest van Nederland

5.349

4.907

9

Wageningen Economic Research, rapport 2024-075, blz. 6

In onderstaande tabel zijn de grondprijs, het vereiste directe rendement, de grondbeloning en de verhouding tussen de grondbeloning en het vereiste directe rendement en de regionorm voor tuinland zonder woningen of andere opstallen weergegeven.

Berekening regionorm 2024 per pachtprijsgebied: grondbeloning na reservering met correctie voor vereiste directe rendement

Pachtprijs-gebied

Prijs onverpacht tuinland 2022

(euro/ha)

Vereiste directe rendement1

(euro/ha)

Grondbeloning 2018–2022

(euro/ha)

Vereiste directe rendement/grondbeloning

(kolom 3/kolom 4)

Correctiepercentage

Regionorm 2024

(euro/ha)

Westelijk Holland2

150.605

– 2.152

8.405

0,26

– 10

7.565

Rest van Nederland

105.030

– 1.501

5.943

0,25

– 10

5.349

Bron: Wageningen Economic Research, rapport 2024 rapport 2024-075, blz. 17

X Noot
1

– 1,429%.

X Noot
2

Exclusief boomkwekerij in het gebied Boskoop en Rijneveld.

Uitgaande van de in deze tabel vermelde regionorm zijn in artikel I, onderdeel A, met betrekking tot de wijziging van artikel 2 van de Uitvoeringsregeling pacht de nieuwe regionorm en het veranderpercentage vermeld. In tabelvorm zijn de wijzigingen als volgt:

Regionorm 2024, regionorm 2023 en veranderpercentage per pachtprijsgebied

Pachtprijsgebied

Regionorm 2024

(euro/ha)

Regionorm 2023

(euro/ha)

Veranderpercentage

(%)

Westelijk Holland1

7.565

6.551

15

Rest van Nederland

5.349

4.907

9

Bron: Wageningen Economic Research, rapport 2024 rapport 2024-075, blz. 17

X Noot
1

Exclusief boomkwekerij in het gebied Boskoop en Rijneveld.

3. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische bedrijfsgebouwen

De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen in 2023, bedoeld in artikel I, onderdeel F, met betrekking tot bijlage 2a, behorend bij artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling pacht zijn conform artikel 16, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 vastgesteld. Daarin is bepaald dat de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen jaarlijks wordt aangepast aan de hand van de gemiddelde stijging van het prijspeil volgens de bouwkostenindex in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar van aanpassing. De bouwkostenindex is opgebouwd uit:

  • het indexcijfer van de materialen voor de woningbouw en

  • het indexcijfer van de CAO lonen in de bouwnijverheid per uur, inclusief bijzondere beloning.

Het gemiddelde indexcijfer van de materialen voor de woningbouw wordt hierbij één keer gewogen en het gemiddelde indexcijfer van de CAO lonen in de bouwnijverheid per uur, inclusief bijzondere beloning, wordt hierbij twee keer gewogen. De gemiddelde bouwkostenindex (2019–2023) voor 2024 bedraagt 4,25%.

Dit percentage is in bijlage 2a, behorend bij artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling pacht verwerkt (artikel I, onderdeel F). Er is uitgegaan van drie bedrijfstypen, te weten: akkerbouwbedrijven, melkveebedrijven en overige bedrijven. Deze drie bedrijfstypen verschillen substantieel voor wat betreft de soorten bedrijfsgebouwen, de nieuwwaarde daarvan en het gemiddelde bedrijfsareaal.

Wanneer tussen partijen een andere pachtprijs is overeengekomen dan de hoogst toelaatbare pachtprijs van artikel 16 van het Pachtprijzenbesluit 2007 dient deze pachtprijs overeenkomstig artikel 20 van het Pachtprijzenbesluit 2007 jaarlijks te worden aangepast met de gemiddelde bouwkostenindex voor alle huishoudens over de vijf voorafgaande jaren. De gemiddelde jaarlijkse inflatie volgens de bouwkostenindex bedroeg in de afgelopen vijf jaar (2019–2023) 4,25% (Artikel I, onderdeel C, met betrekking tot artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling pacht).

4. Hoogst toelaatbare pachtprijs agrarische woningen

In artikel 14, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 is aangegeven hoe de hoogst toelaatbare pachtprijs voor agrarische woningen moet worden bepaald voor pachtovereenkomsten ingegaan op of na 1 september 2007 als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Daarbij wordt aangesloten op het geldende puntenstelsel voor zelfstandige woningen dat is vastgesteld op grond van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, rekening houdend met het agrarisch gebruik van de woningen. Jaarlijks stelt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties het maximale huurstijgingspercentage per woning vast.

Per 1 juli 2024 stijgen de huurprijsgrenzen met 3,8% (inflatiepercentage over kalenderjaar 2023) (zie tabel bij Bijlage 2 onder A, behorend bij artikel 3 van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd in artikel I, onderdeel E).

Voor pachtovereenkomsten ingegaan vóór 1 september 2007 (artikel 15, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007) wordt de pachtprijs van een agrarische woning jaarlijks vastgesteld aan de hand een percentage dat overeenkomt met de indexering die wordt toegepast bij uitvoering van de regels bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Het percentage wordt in 2024 op 5,8% vastgesteld (artikel I, onderdeel B), het basisverhogingspercentage voor huurwoningen.

5. Regeldruk

Uit de onderhavige wijziging van de regeling volgen geen nieuwe verplichtingen en daarmee brengt deze regeling geen regeldrukeffecten met zich mee.

6. Notificatie

Omdat met deze regeling maximumprijzen worden vastgesteld in de zin van artikel 15, tweede lid, onderdeel g, van de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376) zal deze regeling genotificeerd worden op grond van artikel 15, zevende lid, van de Dienstenrichtlijn. Deze notificatie staat niet in de weg aan de inwerkingtreding van deze regeling op 1 juli 2024.

7. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2024 en is daarmee in lijn met de vaste verandermomenten voor regelgeving en de verplichting tot inwerkingtreding op 1 juli krachtens artikel 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007.

Zoals aangeven in onderdeel 1 van deze toelichting zijn de wijzigingen al bij brief aan de Tweede Kamer medegedeeld.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven