Besluit van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 22 december 2023 nr. 43333381, houdende instelling van de programmaraad Ontwikkelkracht voor de periode 2023 tot en met 2025 (Instellingsbesluit programmaraad Ontwikkelkracht 2023–2025)

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

Gelet op de artikelen 1 en 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

minister:

Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

Programmaraad:

Programmaraad, genoemd in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak van de programmaraad

  • 1. Er is een programmaraad Ontwikkelkracht.

  • 2. De programmaraad wordt ingesteld met ingang van 1 januari 2024 en wordt opgeheven met ingang van 31 december 2025.

  • 3. De programmaraad komt twee keer per jaar bijeen en heeft tot taak de minister te adviseren over:

    • a. De agenda van het programma Ontwikkelkracht waarin de koers en activiteiten zijn opgenomen. Het advies kan onder meer betrekking hebben op de jaarplannen en op de uitvoering van concrete projecten;

    • b. De raad kan ook thema’s agenderen of vragen stellen hoe de programma’s het best kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs;

    • c. In overleg kan ook tussentijds een beroep gedaan kunnen worden op de programmaraad of leden van de programmaraad;

    • d. De raad kan ook ongevraagd adviseren.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1. De programmaraad bestaat uit een voorzitter en ten hoogste 8 overige leden.

  • 2. De leden worden door de minister benoemd en, in voorkomend geval, door de minister geschorst of tussentijds ontslagen.

  • 3. De benoeming geschiedt voor de duur dat de programmaraad is ingesteld.

  • 4. De raad kiest bij de eerste bijeenkomst uit haar midden de voorzitter.

  • 5. Een lid neemt niet deel aan de vergadering van de programmaraad indien het een advies over een onderwerp betreft, waarbij dat lid een persoonlijk of zakelijk belang heeft.

  • 6. Een lid kan worden geschorst of tussentijds worden ontslagen indien:

    • a. daarom door de betreffende persoon is verzocht;

    • b. het functioneren van het lid daartoe aanleiding geeft; of

    • c. gebleken is dat de onafhankelijkheid van het lid niet gewaarborgd is.

  • 7. Bij tussentijds ontslag van de voorzitter kan de minister een andere voorzitter benoemen.

  • 8. Bij tussentijds ontslag van een overig lid kan de minister een ander lid benoemen.

Artikel 4. Leden

Tot leden van de programmaraad Ontwikkelkracht worden benoemd:

  • a. mevrouw prof. dr. Hanke Korpershoek;

  • b. mevrouw dr. Annemarie Neeleman;

  • c. mevrouw dr. Anne Fleur Kortekaas;

  • d. de heer Arend Smit;

  • e. de heer Jeroen Bos;

  • f. mevrouw Brenda van de Vendel;

  • g. mevrouw Anika Remerij;

  • h. de heer Martijn Leensen;

  • i. mevrouw Jojanneke van der Star.

Artikel 5. Secretariaat

  • 1. De minister voorziet in het secretariaat van de programmaraad.

  • 2. Het secretariaat is belast met de voorbereiding en de coördinatie van de werkzaamheden van de programmaraad.

  • 3. Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de programmaraad.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1. De programmaraad stelt haar eigen werkwijze vast binnen de kaders van het programma Ontwikkelkracht.

  • 2. Na toestemming van de minister kan de programmaraad zich door andere personen laten bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 7. Informatieplicht

De programmaraad verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 8. Vergoeding

  • 1. De vergoeding van een programmaraad lid bedraagt € 302,50 incl. BTW per vergadering.

  • 2. Per vergadering heeft een programmaraad lid maximaal 4 uur aan voorbereidingstijd van € 36,30 per uur incl. BTW per vergadering. Voor twee vergaderingen heeft een lid maximaal 8 uur aan voorbereidingstijd.

  • 3. De reiskostenvergoeding is maximaal € 69,00 per vergadering.

Artikel 9. Kosten van de programmaraad

Voor zover goedgekeurd komen de kosten van de programmaraad voor rekening van de minister.

Artikel 10. Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de programmaraad worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de programmaraad openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 11. Archiefbescheiden

De programmaraad draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Voortgezet Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 juli 2026.

Artikel 13. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit programmaraad Ontwikkelkracht.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul

TOELICHTING

Algemeen

Met dit besluit wordt de programmaraad Ontwikkelkracht (hierna: de programmaraad) ingesteld. De programmaraad wordt ingesteld om te fungeren als onafhankelijke adviesraad conform de voorschriften van de Nationaal Groeifondsprogramma Ontwikkelkracht (hierna: Ontwikkelkracht). De programmaraad wordt ingesteld voor de periode 2023 tot en met 2025, na deze periode wordt de programmaraad geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. De programmaraad wordt ingesteld door de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (hierna: de minister) op grond van de artikelen 1 en 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. De programmaraad wordt ingesteld met ingang van 1 december 2023 en wordt opgeheven met ingang van 31 december 2025.

Ontwikkelkracht

In april 2022 is door het kabinet uit het Nationaal Groeifonds (NGF) in totaal € 332 miljoen toegekend voor het programma Ontwikkelkracht voor de komende tien jaar. Hiervan is € 101 miljoen toegekend voor de eerste vier jaar. € 231 is voorwaardelijk toegekend voor de zes jaren daarna. Het programma is tot stand gekomen vanuit een brede samenwerking van partijen uit het onderwijsveld en de wetenschap om de kwaliteit van het onderwijs duurzaam te verbeteren. De onderwijsprofessional staat samen met de wetenschapper aan het roer om te zorgen voor meer evidence-informed werken in het onderwijs. Door de aanpak van Ontwikkelkracht krijgen inzichten vanuit de wetenschap een plek in het klaslokaal en inzichten en vraagstukken vanuit het klaslokaal een plek in het onderzoek.

De uitvoering pakt het programmabureau Ontwikkelkracht samen met een aantal ervaren partijen op onder de paraplu van Ontwikkelkracht en daarnaast ontplooit het programma nieuwe initiatieven. Centraal staan de kernwaarden co-creatie, lerende aanpak en evidence-informed werken. Het uitgangspunt is dat Ontwikkelkracht altijd vanuit de onderwijspraktijk start en daarmee van, voor en met scholen is.

Ontwikkelkracht bestaat uit vier pijlers. Deze initiatieven dragen bij aan elkaars succes. Zo maken scholen die bouwen aan een onderzoeks- en verbetercultuur gebruik van evidence-informed kennis en krijgen nieuw ontwikkelde effectieve aanpakken die voortkomen uit de co-creatielabs een plek in de kennisdeling. Zo worden de activiteiten maximaal effectief en vergroten we het bereik.

Ontwikkelkracht heeft vier pijlers:

  • 1. Onderzoeks- en verbetercultuur: Als een schoolteam wil investeren in het versterken van een onderzoeks- en verbetercultuur kan het deelnemen aan deze pijler. Het gaat om een intensief traject, waarbij het lerarenteam wekelijks tijd vrij moet maken. Op basis van de vraag van de school adviseert het programmabureau welke aanbieder het beste aansluit. Vervolgens gaat de aanbieder in gesprek met de school krijgt het schoolteam ondersteuning in het formuleren van het ontwikkelingsdoel en het opstellen van een activiteitenplan. Na toekenning van de subsidie ontvangt het schoolteam begeleiding bij de uitvoering van het activiteitenplan. Elke school stelt interne procesbegeleiders aan, die elk een lerarenteam van vier tot tien leraren begeleiden bij het traject. Deze procesbegeleiders en de schoolleiding vormen samen het implementatieteam van het traject en komt met regelmaat samen. Er zijn twee aanbieders: De Transformatieve School en Groeikracht.

  • 2. Kennisdeling: Binnen de pijler Kennisdeling kunnen schoolteams zelfstandig gebruikmaken van kennis uit onderzoek over onderwerpen die belangrijk zijn bij hen op school. Deze praktisch toepasbare kennis is beschikbaar in de vorm van leidraden, overzichten van wat bekend is uit onderzoek en toolkits. Ook kunnen schoolteams hun onderwijsvraag insturen voor een op onderzoek gebaseerd antwoord. Daarnaast kunnen leraren en schoolleiders op kennisdelingsbijeenkomsten op interactieve wijze inspiratie en contacten opdoen, om kennis uit onderzoek te gebruiken in de eigen school. Dit doet Ontwikkelkracht samen met het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).

  • 3. Co-creatielabs: Binnen de pijler co-creatielabs neemt een schoolteam deel aan een van de labs. Het schoolteam gaat in nauwe samenwerking met onderzoekers nieuwe kennis creëren voor complexe onderwijsvraagstukken en implementeert deze in pilotvorm op de eigen school. Het schoolteam neemt deel aan labdagen waar scholen hun praktijkervaring delen, helpen bij het interpreten van bevindingen en samen nadenken over mogelijke oplossingen. Op deze manier ontwikkelt het schoolteam zich verder als experts, krijgen zij recente wetenschappelijke inzichten mee en delen zij ervaringen met collega-leraren en schoolleiders van andere scholen. Hiermee worden kansrijke aanpakken gecreëerd voor de eigen school en voor alle scholen in Nederland. De eerste twee co-creatielabs zijn gestart in schooljaar 2023-2024 namelijk: Taallab voor effectief taalonderwijs en Lerarenlab voor het aantrekken, professionaliseren en behouden van leraren. De aanbieder hiervan is Education Lab Netherlands.

  • 4. Expertscholen Ontwikkelkracht: binnen deze pijler leren scholen van elkaar. Een expertschool helpt andere scholen om zich verder te ontwikkelen. De expertschool gaat aan de slag om bewezen effectieve werkwijze voor een bepaald thema overdraagbaar en bruikbaar te maken voor andere scholen. In 2023-2024 worden de eerste expertscholen opgeleid, daarna kunnen ontwikkelscholen zich aanmelden voor de pijler. Ontwikkelkracht ondersteunt en faciliteert de expertscholen om de aanpak te implementeren op andere scholen en te verspreiden via landelijke bijeenkomsten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en ontslag

Toelichting bij het vierde lid en het vijfde lid: deze bepalingen betreffen de vereiste onafhankelijkheid en afwezigheid van een mogelijk persoonlijk belang bij de voorzitter of bij een ander lid. Om objectiviteit bij de advisering te garanderen is het noodzakelijk dat de leden inclusief de voorzitter geen binding hebben met het programma. Om die reden zal voor de bepaling van aanwezigheid van een dergelijke binding of persoonlijk belang de door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gebruikte Code persoonlijke belangen1 worden gehanteerd.

Een van de belangrijkste onderdelen van de code is dat de voorzitter en leden voorafgaand aan de vergaderingen uit eigen beweging moeten aangeven of zij op enige wijze bevooroordeeld zijn ten opzichte van de te bespreken onderwerpen, dan wel of zij daarbij een persoonlijk belang hebben. Mocht iemand aangeven dat dit het geval is, dan wordt deze persoon uitgesloten van de vergadering. Uitgangspunt is dat hiermee de verantwoordelijkheid voor de neutraliteit van ieder programmaraad lid bij dit lid zelf ligt, en niet afhangt van een bijvoorbeeld onderzoek door de minister die de programmaraad heeft ingesteld.

Artikel 6. Werkwijze

Toelichting bij het tweede lid: hoewel de programmaraad is samengesteld uit specialisten op het gebied waarop de raad betrekking heeft, heeft de programmaraad de mogelijkheid om aanvullende expertise te gebruiken als dit noodzakelijk is om tot een aanvraag te beoordelen. De programmaraad zorgt ervoor dat de aangezochte expert ook voldoet aan de eisen van neutraliteit en aan de Code persoonlijke belangen.

Artikel 8. Vergoeding

Voor de bepaling van vergoedingen van de programmaraad leden en de voorzitter is aansluiting gezocht bij de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies.

Artikel 9. Kosten van de programmaraad

De kosten voor de instelling en het functioneren van de programmaraad komen – voor zover goedgekeurd – voor rekening van de minister.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

NWO_code omgang met persoonlijke belangen_juni2020.pdf

Naar boven