Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juni 2024, kenmerk 3842603-1067039-LZ, tot wijziging van de Regeling langdurige zorg in verband met gespecialiseerde zorg in verband met zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoeningen en dementie met zeer ernstig probleemgedrag alsmede in verband met het indexeren van de pgb-bedragen voor 2025

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3.1.1, vierde lid, en 3.6.3 van het Besluit langdurige zorg;

Besluit:

De Regeling langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL I

A

In artikel 1.1 worden in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepalingen ingevoegd, luidende:

dementie met zeer ernstig probleemgedrag:

dementie in combinatie met een gedragsstoornis die geen gevolg is van een andere aandoening en die zeer ernstig en frequent of langdurig tot uiting komt in gedrag dat een gevaar vormt voor de verzekerde of zijn omgeving;

zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening:

chronische gerontopsychiatrische aandoening waarbij sprake is van daaruit voortvloeiende ernstige psychiatrisch gerelateerde gedragsproblemen en van chronische lichamelijke gezondheidsproblemen in combinatie met problemen met betrekking tot cognitie, (instrumentele) algemene dagelijkse levensverrichtingen of sociaal functioneren;.

B

Artikel 2.2, eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 10° vervalt ‘of’.

2. Onder vervanging van ‘, of’ aan het slot van onderdeel 11° door een puntkomma worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

  • 12°. gespecialiseerde zorg in verband met dementie met zeer ernstig probleemgedrag die gericht is op verbetering van het probleemgedrag en waarbij sprake is van verblijf in een instelling; of

  • 13°. gespecialiseerde zorg in verband met een zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening waarbij sprake is van verblijf in een instelling;.

C

Artikel 5.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 5.401’ vervangen door ‘€ 5.668’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 4.842’ vervangen door ‘€ 5.082’.

D

Artikel 5.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘106,37%’ vervangen door ‘104,95%’.

2. In het eerste, tweede en derde lid wordt ‘2023’ telkens vervangen door ‘2024’.

E

In artikel 5.15a, eerste lid, aanhef, wordt ‘ten hoogste € 365.365’ vervangen door ‘ten hoogste € 383.451’.

F

In artikel 5.17, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 5.401’ vervangen door ‘€ 5.668’.

G

Artikel 5.22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘€ 24,44’ vervangen door ‘€ 25,65’.

2. In het tweede lid, aanhef, wordt ‘€ 77’ vervangen door ‘€ 80,81’ en wordt ‘€ 70,88’ vervangen door ‘€ 74,40’.

H

Bijlage H komt te luiden overeenkomstig de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling tot wijziging van de Regeling langdurige zorg (Rlz) bevat twee onderwerpen:

A. Het toevoegen van twee doelgroepen met een zeer complexe en omvangrijke zorgbehoefte (lvhc-doelgroepen) die aanspraak kunnen maken op gespecialiseerde zorg.

Deze wijziging van de Rlz wordt hierna in de paragrafen 2 t/m 11 toegelicht.

B. Het indexeren van pgb-bedragen voor 2025 conform het prijspeil.

Met het indexeren van pgb-bedragen in de Rlz (artikel I, onderdelen C t/m H) worden de toeslagen en tarieven behorende bij het pgb voor 2025 geïndexeerd conform de ontwikkeling van het prijspeil. Het betreft louter technische wijzigingen en deze zijn hierna toegelicht in de artikelsgewijze toelichting bij deze regeling. De financiële gevolgen van deze wijzigingen worden opgevangen binnen de groeiruimte van de vastgestelde contracteerruimte.

2. Doel (toevoegen aanspraak twee lvhc-doelgroepen)

In de Regeling langdurige zorg (Rlz) is een voorziening opgenomen voor meer zorg1. Dit houdt in dat een verzekerde recht heeft op meer zorg dan op basis van zijn indicatie als naar het oordeel van het zorgkantoor dit nodig is om te voorzien in zijn behoefte aan zorg. Het betreft meer zorg voor kleine specifieke doelgroepen verzekerden met een aandoening of ziekte die gespecialiseerde zorg nodig hebben waarvoor zeer specifieke kennis vereist is en waarbij de betreffende doelgroep kleiner is dan 1.500 cliënten (lvhc, zie paragraaf 3). Verschillende doelgroepen kunnen op grond van de Rlz reeds aanspraak maken op meer zorg. Met deze wijziging van de Rlz zijn twee ziektebeelden toegevoegd op grond waarvan verzekerden aanspraak kunnen maken op gespecialiseerde (meer)zorg, te weten verzekerden met dementie en zeer ernstig probleemgedrag (hierna ook: D-zep) en verzekerden met een zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening (hierna ook: GP+).

De bekostiging hiervan is opgenomen in de NZa-beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven gespecialiseerde zorg Wlz. De aanvullende bekostiging onder deze beleidsregel is vormgegeven middels een integraal tarief (kosten zorgzwaartepakket en aanvullende kosten in verband met meer zorg).

Deze regeling maakt de bekostiging van gespecialiseerde zorg voor de genoemde doelgroepen mogelijk, als onderdeel van langdurige zorg.

3. Laag volume hoog complexe zorg

Binnen de reikwijdte van de Wet langdurige zorg (Wlz) vallen, zo is uit onderzoek van KPMG gebleken2, een aantal verschillende ziektebeelden waarbij sprake is van een klein aantal verzekerden met een zeer complexe en omvangrijke zorgbehoefte. Deze groepen worden laag volume hoog complexe (lvhc) doelgroepen genoemd.

Het gaat bij een lvhc-doelgroep om een klein aantal verzekerden waarbij de zorgvraag toepassing van specifieke kennis en expertise vergt om de kwaliteit van de zorg te borgen. De zorg voor cliënten binnen de lvhc-doelgroep vraagt om samenwerking tussen verschillende gespecialiseerde disciplines, bijvoorbeeld samenwerking tussen deskundigen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg, op het gebied van zorg voor verstandelijk gehandicapten of op het gebied van verpleging en verzorging ten behoeve van een integrale benadering van de somatische, psychische/psychiatrische en gedrags- en/of sociale problematiek. Ook is een passende fysieke omgeving en soms ook zeer intensieve begeleiding nodig. Vanwege schaalvoordelen en het opbouwen van en zorgdragen voor de continuïteit van gespecialiseerde expertise is het van belang alle voor de doelgroep benodigde disciplines, zoals behandelaren en begeleiders voor dagbesteding, binnen één organisatorische eenheid aan te bieden.

4. Dementie met zeer ernstig probleemgedrag (D-zep)

Met onderhavige wijziging is voorzien in een grondslag voor de vaststelling van de aanspraak op meer zorg voor verzekerden die behoefte hebben aan gespecialiseerde zorg in verband met D-zep. Daarbij wordt als voorwaarde gesteld dat de verzekerde verblijft in een instelling (zie paragraaf 6), waarmee is geborgd dat de gespecialiseerde zorg wordt verleend binnen de hierop toegeruste omgeving van een instelling. Om voor meer zorg in aanmerking te komen, is de verzekerde door een specialist ouderengeneeskunde of een klinisch geriater gediagnosticeerd met dementie én is er sprake van een gedragsstoornis die zich uit in zeer ernstig en frequent en/of langdurig probleemgedrag dat niet verklaard wordt door een andere aandoening. Het probleemgedrag vormt een direct gevaar voor de veiligheid van de cliënt en/of zijn omgeving. Alle mogelijkheden van reguliere zorg zijn uitgeput. Tijdelijke intensieve gespecialiseerde behandeling en specifieke benadering in een gespecialiseerde Wlz-behandelsetting zijn noodzakelijk om de gedragsstoornis te behandelen, zodat het probleemgedrag stabiliseert en verbetert, waarna verblijf binnen een reguliere Wlz-woonsetting kan plaatsvinden. In tegenstelling tot de andere lvhc-doelgroepen gaat het hier om een behandeling van tijdelijke aard in een gespecialiseerde Wlz-behandelsetting. Het aantal beschikbare bedden voor behandeltrajecten betreft 171. Over het algemeen duurt het proces van stabilisatie en verbetering niet langer dan een jaar. Op het moment dat indicatie voor opname in de gespecialiseerde behandelsetting niet meer aan de orde is, wordt de cliënt teruggeplaatst naar zijn oorspronkelijke woonsetting of overgeplaatst naar een andere woonsetting, en vervalt de aanspraak op deze vorm van meer zorg.

5. Zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening (GP+)

Met onderhavige wijziging is, net als dit voor D-zep is gedaan, voorzien in een grondslag voor de vaststelling van de aanspraak op meer zorg voor verzekerden die behoefte hebben aan gespecialiseerde zorg in verband met een zeer ernstige (chronische) gerontopsychiatrische aandoening die in het zorgveld wordt geduid als GP+. Daarbij wordt net als dit bij D-zep het geval is, als voorwaarde gesteld dat de verzekerde verblijft in een instelling (zie paragraaf 6). Daarmee is geborgd dat de gespecialiseerde zorg wordt verleend binnen de hierop toegeruste omgeving van een instelling. Om voor meer zorg in aanmerking te kunnen komen, dient de psychiatrische aandoening door een specialist ouderengeneeskunde of psychiater gediagnosticeerd of bevestigd te zijn. De actuele psychiatrische behandeling bevindt zich in een (min of meer) stabiele situatie. Het multidisciplinair team heeft vastgesteld dat naast de psychiatrische aandoening tevens sprake is van chronische lichamelijke gezondheidsproblemen en gedragsproblemen in combinatie met problemen met betrekking tot cognitie, (i)ADL3 en/of sociaal functioneren. Voornoemde problemen interacteren met elkaar en beïnvloeden elkaar wederzijds en leiden daarmee tot een complexe zorgvraag. Bij deze verzekerden is als gevolg van een cumulatie van voornoemde problemen sprake van een verlies aan zelfregie en een beperkt ziekte-inzicht. De psychiatrische problematiek staat op de voorgrond en is de oorzaak van de ernstige gedragsproblemen welke leiden tot ontregeling voor de cliënt zelf en/of de omgeving. De ernst van de gedragsproblemen maakt dat de draaglast en draagkracht van de verzekerde zelf, zijn directe omgeving, de betrokken professionals en het sociale netwerk wordt overschreden en dat er derhalve een uitzonderlijk en langdurig beroep op meerdere zorgspecialismen moet worden gedaan. Uiteindelijk volstaat de reguliere zorg niet meer en is zorg in een specifiek sociotherapeutisch leefklimaat noodzakelijk om ernstige ontsporingen te voorkomen, zowel op het gebied van gedrag als op het gebied van de lichamelijke gezondheid. De omvang van de doelgroep GP+ bestaat uit circa 775 verzekerden.

6. Expertisecentra

De hiervoor beschreven gespecialiseerde zorg die deze lvhc-doelgroepen ontvangen, wordt geleverd in een (onderdeel van een) instelling die hierin is gespecialiseerd, een zogenoemd expertisecentrum. In de praktijk is dit een doelgroepexpertisecentrum (DEC) of een regionaal expertisecentrum (REC). Voor de totstandkoming en verdere ontwikkeling van kennis en expertise over deze gespecialiseerde zorg en de hiervoor benodigde kennisinfrastructuur is de Commissie Expertisecentra langdurige zorg (CElz) ingesteld. Met de door KPMG geïdentificeerde doelgroepen is de CElz aan de slag gegaan om te komen tot de inrichting van een zorglandschap, de ontwikkeling van een kennisinfrastructuur en ontwikkeling van gespecialiseerde aanbieders. Voor de verschillende doelgroepen bevindt deze ontwikkeling zich in een meer of minder vergevorderd stadium.

7. Het recht op meer zorg

Deze regeling voorziet in de mogelijkheid om bij het zorgkantoor een aanvraag te doen voor meer zorg. Verzekerden met D-zep en GP+, die in verband met deze aandoeningen een behoefte aan gespecialiseerde zorg hebben en in een instelling verblijven (zie paragraaf 6), komen hiervoor in aanmerking.

8. Beleidsregel Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

In aansluiting op deze regeling werkt de NZa in een beleidsregel de voorwaarden voor deze vormen van gespecialiseerde zorg nader uit evenals hoe deze vormen van zorg in rekening kunnen worden gebracht.

9. Inkoop gespecialiseerde zorg

Er zijn verschillende zorgaanbieders die gespecialiseerd zijn in de verzorging en behandeling van verzekerden met D-zep en GP+. Het is aan het zorgkantoor om de zorg bij deze zorgaanbieders in te kopen. De CElz heeft vanuit haar huidige taak ruime ervaring op het terrein van advisering over gespecialiseerde zorg voor lvhc-doelgroepen binnen de Wlz. Zij voorziet in adviezen over het zorglandschap en de zorginhoud van expertisezorg, waaronder kwaliteitscriteria voor deze gespecialiseerde zorg die op onafhankelijke wijze zorgvuldig worden getoetst en gewogen. Deze adviezen spelen een belangrijke rol bij het tot stand komen van zorgvuldige en onderbouwde keuzes bij de inkoop van expertisezorg. Met gebruikmaking van de adviezen van de CElz stellen de zorgkantoren in hun inkoopbeleid eisen aan de gespecialiseerde zorg. Indien zorgaanbieders aan die eisen voldoen, dan kan de gespecialiseerde zorg bij deze zorgaanbieders worden ingekocht. De adviezen van de CElz zullen door de CElz openbaar worden gemaakt.

10. Bekostiging en sturing

De bekostiging van de gespecialiseerde zorg vindt met ingang van 2025 plaats op basis van de NZa-beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven gespecialiseerde zorg Wlz. In 2024 werd de gespecialiseerde zorg voor de cliënten die tot de doelgroepen D-zep en GP+ behoren, voornamelijk bekostigd op basis van zzp VV 7, aangevuld met bekostiging vanuit de ‘post’ meer zorg4. Ten opzichte van de integrale bekostiging in 2024 is de nieuwe bekostiging van de gespecialiseerde zorg naar verwachting per saldo budgettair neutraal. Tegenover de hogere NZa-tarieven staat een lager bedrag aan meer zorg als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, onder a of b, of tweede lid, onder a, van de Rlz.

11. Consultatie en advisering

Een ontwerp van deze wijzigingsregeling is van 8 tot en met 23 mei 2024 openbaar geconsulteerd. Deze consultatie zag alleen toe op één van de twee onderdelen van de wijzigingsregeling: ‘aanspraken voor twee lvhc-doelgroepen’.

Hierop zijn in totaal vijf reacties ontvangen, waarvan vier openbare reacties. Hieronder wordt ingegaan op de ontvangen reacties.

Wijze van bekostiging

Er is een vraag gesteld over de manier van financieren van de gespecialiseerde zorg. Voor de wijze van bekostiging is gekozen om aan te sluiten bij de manier van bekostigen zoals dat ook bij andere vormen van gespecialiseerde zorg in de Wlz gebeurt. De Wlz kent een bekostigingssysteem waarin voor specifieke doelgroepen al de mogelijkheid tot extra bekostiging bestaat. Met de wijziging van artikel 2.2 in de Regeling langdurige zorg (Rlz) worden hier twee doelgroepen aan toegevoegd.

Het beoogde doel van deze wijziging is dat voor deze twee doelgroepen meer kennis en expertise beschikbaar komt. Voor cliënten met een hoogcomplexe zorgvraag waarvan het volume in totaal laag is (< 1.500) die in een DEC of REC verblijven, kan de zorg nu geconcentreerd geleverd blijven worden door de expertisecentra. De verwachting is dat deze kennis en expertise de komende jaren ook gefaseerd beschikbaar komt voor cliënten die niet in een DEC of REC verblijven.

Indicatiestelling

Een vraag ging over wie de indicatie stelt. De indicaties tot opname in een DEC of REC worden – onder eindverantwoordelijkheid van de specialist ouderengeneeskunde – door de expertisecentra gedaan op basis van een uniform indicatieformulier. Dit indicatieformulier is vastgesteld door het bestuur van het betreffende doelgroepnetwerk. De betrokkenheid van de specialist ouderengeneeskunde bij de diagnosestelling is ook toegelicht in de paragrafen 4 en 5. Daar staat vermeld dat naast de specialist ouderengeneeskunde ook de klinisch geriater de diagnose dementie kan stellen. In geval van gerontopsychiatrie wordt de diagnose gesteld of bevestigd door de specialist ouderengeneeskunde of een psychiater.

Omvang van de doelgroep D-zep

Het doelgroepnetwerk D-zep gaf aan dat het in de toelichting vermelde aantal van circa 300 cliënten niet klopt. Uitgangspunt voor een opgave van de omvang van het aantal cliënten zou het aantal door de CElz vastgestelde bedden van 171 moeten zijn. Het exacte aantal behandeltrajecten kan per jaar fluctueren en de totale omvang kan dan ook meer dan 300 cliënten betreffen. Het doelgroepnetwerk suggereerde dan ook om het aantal bedden te hanteren in plaats van het aantal cliënten dat jaarlijks een behandeltraject ondergaat. Deze suggestie van het doelgroepnetwerk D-zep is in paragraaf 4 van deze toelichting overgenomen.

Formuleringen van de begeleidende tekst

Een aantal reacties had betrekking op de formulering. Deze opmerkingen zagen op de begeleidende tekst op de website www.internetconsultatie.nl. Dit is aangepast op die website.

12. Regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het, behoudens kennisnamekosten, geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

13. Inwerkingtreding

De voorgestelde wijzigingen treden in werking per 1 januari 2025. Dit is conform de vaste verandermomenten.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In verband met het toevoegen van de aandoening dementie met zeer ernstig probleemgedrag (D-zep) en zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoeningen (GP+) in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel c, onder 12° en 13° (zie hierna onderdeel B), is in artikel 1.1. een definitie toegevoegd van beide aandoeningen.

Artikel I, onderdeel B

In artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onderdeel c, worden voorwaarden genoemd op basis waarvan een aanspraak ontstaat op meer zorg. Voor een aanspraak op meer zorg op basis van het eerste lid, onderdeel c, gelden er in de bekostiging vaste toeslagen boven op de reguliere zzp-bekostiging of is sprake van integrale tarieven (kosten zzp en aanvullende kosten in verband met meer zorg). Dit laatste geldt voor de gespecialiseerde zorg in verband met de aandoeningen D-zep en GP+. Aan onderdeel c is onder 12° en 13° de gespecialiseerde zorg in verband met deze twee aandoeningen toegevoegd.

In het huidige artikel 2.2, derde lid, is vastgelegd dat in bepaalde gevallen een verzekerde alleen aanspraak heeft op meer zorg, indien zijn behoefte aan zorg minimaal 25% hoger is dan de zorg die is opgenomen in het zorgzwaartepakket dat voor de bekostiging van het zorgprofiel wordt gebruikt dan wel van het zorgprofiel. Doordat in artikel 2.2, derde lid, niet is verwezen naar het eerste lid, onderdeel c, geldt deze voorwaarde derhalve niet voor verzekerden die behoefte hebben aan gespecialiseerde zorg in verband met de aandoeningen D-zep en GP+.

Artikel I, onderdelen C t/m H

Met deze wijzigingen van de Rlz worden de toeslagen en maximale tarieven behorende bij het pgb voor 2025 geïndexeerd conform de ontwikkeling van het prijspeil. Deze indexering betreft wijzigingen in de betreffende bedragen in diverse artikelen van de Rlz. Het indexeringspercentage dat hierbij is gehanteerd bedraagt 4,95%. Tevens wordt bijlage H van de regeling op deze indexering aangepast. Deze wijzigingen treden in werking per 1 januari 2025.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

BIJLAGE H TARIEVENTABEL 2025

Persoonsgebonden budget Wlz (ZZP of zorgprofiel)

Alle bedragen zijn jaarbedragen.

               

Zorgprofiel

ZZP

Wel of geen BEG GR

PV

VP

BEG IND

BEG GR

HH

Totaal

Verpleging en verzorging

               
 

1VV

nvt

€ 2.097

€ 5.386

€ 8.347

€ –

€ 4.702

€ 20.532

 

2VV

nvt

€ 11.514

€ 10.771

€ 2.783

€ –

€ 4.702

€ 29.770

 

3VV

nvt

€ 17.805

€ 5.386

€ 8.347

€ –

€ 4.702

€ 36.240

Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging

4VV

Nvt

€ 17.805

€ 10.771

€ 15.278

€ –

€ 4.702

€ 48.556

Beschermd wonen met intensieve dementiezorg

5VV

nvt

€ 17.805

€ 19.748

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 65.879

Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging

6VV

nvt

€ 17.805

€ 19.748

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 65.879

Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

7VV

nvt

€ 17.805

€ 19.748

€ 40.268

€ –

€ 4.702

€ 82.523

Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging en verpleging

8VV

nvt

€ 24.059

€ 19.748

€ 49.980

€ –

€ 4.702

€ 98.489

                 

Licht verstandelijk gehandicapt

               

Wonen met begeleiding en verzorging

1LVG

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ –

€ 23.624

€ 3.432

€ 4.702

€ 38.049

 

1LVG

ja, met vervoer

€ 6.291

€ –

€ 23.624

€ 3.844

€ 4.702

€ 38.461

Wonen met behandeling en begeleiding

2LVG

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ –

€ 40.268

€ 3.432

€ 4.702

€ 54.693

 

2LVG

ja, met vervoer

€ 6.291

€ –

€ 40.268

€ 3.844

€ 4.702

€ 55.105

                 

Verstandelijk gehandicapt

1VG

nee

€ 6.291

€ –

€ 15.278

€ –

€ 4.702

€ 26.271

 

1VG

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ –

€ 15.278

€ 17.162

€ 4.702

€ 43.433

 

1VG

ja, met vervoer

€ 6.291

€ –

€ 15.278

€ 19.219

€ 4.702

€ 45.490

 

2VG

nee

€ 6.291

€ –

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 34.617

 

2VG

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ –

€ 23.624

€ 17.162

€ 4.702

€ 51.779

 

2VG

ja, met vervoer

€ 6.291

€ –

€ 23.624

€ 19.219

€ 4.702

€ 53.836

Wonen met begeleiding en verzorging

3VG

nee

€ 2.097

€ –

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 38.718

 

3VG

ja, zonder vervoer

€ 2.097

€ –

€ 31.919

€ 20.594

€ 4.702

€ 59.312

 

3VG

ja, met vervoer

€ 2.097

€ –

€ 31.919

€ 22.649

€ 4.702

€ 61.367

Wonen met begeleiding en intensieve verzorging

4VG

nee

€ 6.291

€ 1.794

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 44.706

 

4VG

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ 1.794

€ 31.919

€ 20.594

€ 4.702

€ 65.300

 

4VG

ja, met vervoer

€ 6.291

€ 1.794

€ 31.919

€ 22.649

€ 4.702

€ 67.355

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

5VG

nee

€ 17.805

€ 5.386

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 59.812

 

5VG

ja, zonder vervoer

€ 17.805

€ 5.386

€ 31.919

€ 24.027

€ 4.702

€ 83.839

 

5VG

ja, met vervoer

€ 17.805

€ 5.386

€ 31.919

€ 26.083

€ 4.702

€ 85.895

Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en gedragregulering

6VG

nee

€ 6.291

€ –

€ 40.268

€ –

€ 4.702

€ 51.261

 

6VG

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ –

€ 40.268

€ 27.460

€ 4.702

€ 78.721

 

6VG

ja, met vervoer

€ 6.291

€ –

€ 40.268

€ 29.517

€ 4.702

€ 80.778

(besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering

7VG

nee

€ 17.805

€ 1.794

€ 49.980

€ –

€ 4.702

€ 74.281

 

7VG

ja, zonder vervoer

€ 17.805

€ 1.794

€ 49.980

€ 30.894

€ 4.702

€ 105.175

 

7VG

ja, met vervoer

€ 17.805

€ 1.794

€ 49.980

€ 32.949

€ 4.702

€ 107.230

Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging

8VG

nee

€ 37.672

€ 10.771

€ 15.278

€ –

€ 4.702

€ 68.423

 

8VG

ja, zonder vervoer

€ 37.672

€ 10.771

€ 15.278

€ 24.027

€ 4.702

€ 92.450

 

8VG

ja, met vervoer

€ 37.672

€ 10.771

€ 15.278

€ 26.083

€ 4.702

€ 94.506

                 

Lichamelijk gehandicapt

               

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015)

1LG

nee

€ 6.291

€ 1.794

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 36.411

 

1LG

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ 1.794

€ 23.624

€ 20.594

€ 4.702

€ 57.005

 

1LG

ja, met vervoer

€ 6.291

€ 1.794

€ 23.624

€ 22.649

€ 4.702

€ 59.060

Wonen met begeleiding en enige verzorging

2LG

nee

€ 17.805

€ 1.794

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 47.925

 

2LG

ja, zonder vervoer

€ 17.805

€ 1.794

€ 23.624

€ 20.594

€ 4.702

€ 68.519

 

2LG

ja, met vervoer

€ 17.805

€ 1.794

€ 23.624

€ 22.649

€ 4.702

€ 70.574

Wonen met enige begeleiding en verzorging (2015)

3LG

nee

€ 17.805

€ 1.794

€ 15.278

€ –

€ 4.702

€ 39.579

 

3LG

ja, zonder vervoer

€ 17.805

€ 1.794

€ 15.278

€ 24.027

€ 4.702

€ 63.606

 

3LG

ja, met vervoer

€ 17.805

€ 1.794

€ 15.278

€ 26.083

€ 4.702

€ 65.662

Wonen met begeleiding en verzorging

4LG

nee

€ 17.805

€ 1.794

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 47.925

 

4LG

ja, zonder vervoer

€ 17.805

€ 1.794

€ 23.624

€ 20.594

€ 4.702

€ 68.519

 

4LG

ja, met vervoer

€ 17.805

€ 1.794

€ 23.624

€ 22.649

€ 4.702

€ 70.574

Wonen met begeleiding en intensieve verzorging

5LG

nee

€ 24.059

€ 5.386

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 57.771

 

5LG

ja, zonder vervoer

€ 24.059

€ 5.386

€ 23.624

€ 24.027

€ 4.702

€ 81.798

 

5LG

ja, met vervoer

€ 24.059

€ 5.386

€ 23.624

€ 26.083

€ 4.702

€ 83.854

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

6LG

nee

€ 30.350

€ 10.771

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 69.447

 

6LG

ja, zonder vervoer

€ 30.350

€ 10.771

€ 23.624

€ 20.594

€ 4.702

€ 90.041

 

6LG

ja, met vervoer

€ 30.350

€ 10.771

€ 23.624

€ 22.649

€ 4.702

€ 92.096

Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

7LG

nee

€ 30.350

€ 10.771

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 77.742

 

7LG

ja, zonder vervoer

€ 30.350

€ 10.771

€ 31.919

€ 17.162

€ 4.702

€ 94.904

 

7LG

ja, met vervoer

€ 30.350

€ 10.771

€ 31.919

€ 19.219

€ 4.702

€ 96.961

                 

Visueel gehandicapt

               

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015)

1ZGvis

nee

€ 6.291

€ –

€ 15.278

€ –

€ 4.702

€ 26.271

 

1ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ –

€ 15.278

€ 20.594

€ 4.702

€ 46.865

 

1ZGvis

ja, met vervoer

€ 6.291

€ –

€ 15.278

€ 22.649

€ 4.702

€ 48.920

Wonen met begeleiding en enige verzorging

2ZGvis

nee

€ 6.291

€ –

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 42.912

 

2ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ –

€ 31.919

€ 17.162

€ 4.702

€ 60.074

 

2ZGvis

ja, met vervoer

€ 6.291

€ –

€ 31.919

€ 19.219

€ 4.702

€ 62.131

Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

3ZGvis

nee

€ 11.514

€ 5.386

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 53.521

 

3ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 11.514

€ 5.386

€ 31.919

€ 17.162

€ 4.702

€ 70.683

 

3ZGvis

ja, met vervoer

€ 11.514

€ 5.386

€ 31.919

€ 19.219

€ 4.702

€ 72.740

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

4ZGvis

nee

€ 30.350

€ 5.386

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 72.357

 

4ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 30.350

€ 5.386

€ 31.919

€ 24.027

€ 4.702

€ 96.384

 

4ZGvis

ja, met vervoer

€ 30.350

€ 5.386

€ 31.919

€ 26.083

€ 4.702

€ 98.440

Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

5ZGvis

nee

€ 30.350

€ 5.386

€ 40.268

€ –

€ 4.702

€ 80.706

 

5ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 30.350

€ 5.386

€ 40.268

€ 24.027

€ 4.702

€ 104.733

 

5ZGvis

ja, met vervoer

€ 30.350

€ 5.386

€ 40.268

€ 26.083

€ 4.702

€ 106.789

                 

Auditief gehandicapt

   

€ –

€ –

€ –

€ –

€ –

€ 0

Wonen met begeleiding en enige verzorging

1ZGaud

nee

€ 2.097

€ –

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 38.718

 

1ZGaud

ja, zonder vervoer

€ 2.097

€ –

€ 31.919

€ 27.460

€ 4.702

€ 66.178

 

1ZGaud

ja, met vervoer

€ 2.097

€ –

€ 31.919

€ 29.517

€ 4.702

€ 68.235

Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

2ZGaud

nee

€ 24.059

€ 10.771

€ 49.980

€ –

€ 4.702

€ 89.512

 

2ZGaud

ja, zonder vervoer

€ 24.059

€ 10.771

€ 49.980

€ 30.894

€ 4.702

€ 120.406

 

2ZGaud

ja, met vervoer

€ 24.059

€ 10.771

€ 49.980

€ 32.949

€ 4.702

€ 122.461

Wonen intensieve begeleiding en intensieve verzorging

3ZGaud

nee

€ 37.672

€ 19.748

€ 49.980

€ –

€ 4.702

€ 112.102

 

3ZGaud

ja, zonder vervoer

€ 37.672

€ 19.748

€ 49.980

€ 30.894

€ 4.702

€ 142.996

 

3ZGaud

ja, met vervoer

€ 37.672

€ 19.748

€ 49.980

€ 32.949

€ 4.702

€ 145.051

Wonen intensieve begeleiding en enige verzorging

4ZGaud

nee

€ 11.514

€ –

€ 49.980

€ –

€ 4.702

€ 66.196

 

4ZGaud

ja, zonder vervoer

€ 11.514

€ –

€ 49.980

€ 24.027

€ 4.702

€ 90.223

 

4ZGaud

ja, met vervoer

€ 11.514

€ –

€ 49.980

€ 26.083

€ 4.702

€ 92.279

                 

GGZ wonen

               

GGZ wonen met intensieve begeleiding

1GGZ-W

nee

€ 2.096

€ 1.794

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 40.511

 

1GGZ-W

ja, zonder vervoer

€ 2.096

€ 1.794

€ 31.919

€ 13.732

€ 4.702

€ 54.243

 

1GGZ-W

ja, met vervoer

€ 2.096

€ 1.794

€ 31.919

€ 15.371

€ 4.702

€ 55.882

GGZ wonen met intensieve begeleiding en verzorging

2GGZ-W

nee

€ 11.514

€ 5.386

€ 23.624

€ –

€ 4.702

€ 45.226

 

2GGZ-W

ja, zonder vervoer

€ 11.514

€ 5.386

€ 23.624

€ 13.732

€ 4.702

€ 58.958

 

2GGZ-W

ja, met vervoer

€ 11.514

€ 5.386

€ 23.624

€ 15.371

€ 4.702

€ 60.597

GGZ wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering

3GGZ-W

nee

€ 6.291

€ 5.386

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 48.298

 

3GGZ-W

ja, zonder vervoer

€ 6.291

€ 5.386

€ 31.919

€ 17.162

€ 4.702

€ 65.460

 

3GGZ-W

ja, met vervoer

€ 6.291

€ 5.386

€ 31.919

€ 19.219

€ 4.702

€ 67.517

GGZ wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging

4GGZ-W

nee

€ 17.805

€ 10.771

€ 31.919

€ –

€ 4.702

€ 65.197

 

4GGZ-W

ja, zonder vervoer

€ 17.805

€ 10.771

€ 31.919

€ 13.732

€ 4.702

€ 78.929

 

4GGZ-W

ja, met vervoer

€ 17.805

€ 10.771

€ 31.919

€ 15.371

€ 4.702

€ 80.568


X Noot
1

In de uitvoeringspraktijk wordt het begrip ‘meer zorg’ zoals opgenomen in artikel 2.2 van de Rlz veelal aan elkaar geschreven.

X Noot
2

KPGM-rapport ‘Expertisecentra langdurige zorg (Wlz) mei 2019.

X Noot
3

Bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) betreft het handelingen zoals zich wassen, zich kleden en het toiletteren. Bij de instrumentele dagelijkse levensverrichtingen (iADL) gaat het om beperkingen in complexe handelingen zoals het doen van boodschappen en de administratie. Hierdoor zijn er problemen met het voeren van een huishouden en het functioneren in de maatschappij. Problemen bij de ADL alsook bij de (i)ADL kunnen afzonderlijk van elkaar voorkomen, maar er kan ook sprake zijn van problemen op het terrein van beide levensverrichtingen.

X Noot
4

Het betreft hier de meer zorg als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, onder a of b, of tweede lid, onder a van de Rlz.

Naar boven