Besluit van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst van 24 mei 2024 (2024-286732) houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging op grond van de Wet politiegegevens aan de directeur-generaal Belastingdienst (Besluit van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging op grond van de Wet politiegegevens aan de directeur-generaal Belastingdienst)

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, zijnde de interne verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van politiegegevens als bedoeld in de Wet politiegegevens door de Belastingdienst

Gelet op:

  • de artikelen 4 en 5 van het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020;

  • de artikelen 10:3, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 46 van de Wet politiegegevens;

  • artikel 4:2 van het Besluit politiegegevens;

  • artikel 1, onder c, sub 1, van het Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten;

  • artikel 1, onder c, van het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren;

  • de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003.

Besluit:

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. mandaat:

de bevoegdheid om in naam van de minister besluiten te nemen;

b. de minister:

de Minister van Financiën;

c. de directeur-generaal:

de directeur-generaal Belastingdienst;

d. de algemeen directeur:

de algemeen directeuren van de organisatieonderdelen FIOD, Grote Ondernemingen, Midden- en Kleinbedrijf en Particulieren;

e. de FIOD:

de bijzondere opsporingsdienst van de Belastingdienst, de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst;

f. verwerken van politiegegevens:

het verwerken van politiegegevens als bedoeld in artikel 1, onder a en c, en artikel 2, van de Wet politiegegevens.

Artikel 2. Mandaat, volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a. volmacht om in naam van de minister privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten; en

  • b. machtiging om in naam van de minister handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3. Mandaat

Aan de directeur-generaal wordt mandaat verleend om alle aan de minister, in zijn hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van politiegegevens door de Belastingdienst, toekomende bevoegdheden uit de Wet politiegegevens, het Besluit politiegegevens, het Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten en het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren uit te oefenen, met uitzondering van artikel 36 van de Wet politiegegevens.

Artikel 4. Verantwoordingsplicht

De directeur-generaal is gehouden de minister te informeren met betrekking tot:

  • a. politiek gevoelige zaken;

  • b. uitgevoerde (interne) audits;

  • c. gegevensverwerkingen waarbij uit een gegevensbeschermingseffectbeoordeling blijkt dat daaraan hoge restrisico's zijn verbonden, omdat daarvoor geen afdoende mitigerende maatregelen kunnen worden getroffen;

  • d. datalekken waarbij sprake is van een maatschappelijk hoog risico.

Artikel 5. Ondermandaat

  • 1. De directeur-generaal kan ondermandaat verlenen aan de algemeen directeur, behoudens de op grond van artikel 6 van dit besluit aan de directeur-generaal voorbehouden bevoegdheden.

  • 2. In een ondermandaat wordt de omvang ervan aangegeven.

Artikel 6. Voorbehouden aan de directeur-generaal

Aan de directeur-generaal is voorbehouden:

  • 1. het sluiten van privaatrechtelijke overeenkomsten met verwerkers, als bedoeld in artikel 6c, eerste lid, van de Wet politiegegevens;

  • 2. de vaststelling dat een derde land of internationale organisatie voldoet aan het vereiste van passende waarborgen voor de bescherming van betrokkene zodat de bevoegde verwerkingsverantwoordelijke op structurele basis politiegegevens kan verstrekken aan derde landen, als bedoeld in artikel 17a, tweede lid, onder a en b, van de Wet politiegegevens;

  • 3. de beslissing tot het structureel verstrekken van politiegegevens aan derden ten behoeve van een samenwerkingsverband, op grond van artikel 20 van de Wet politiegegevens.

Artikel 7. Ondertekening

Besluiten die worden genomen op grond van dit mandaatbesluit worden als volgt ondertekend:

De Minister van Financiën,

namens deze,

[naam],

[functie van de (onder)gemandateerde functionaris]

Artikel 8. Verslag

Van de krachtens dit besluit genomen besluiten wordt door de directeur-generaal verslag gedaan als onderdeel van het jaarverslag of eerder zodra daartoe aanleiding is.

Artikel 9. Intrekking besluit en overgangsregeling

  • 1. Het Mandaatbesluit Wet Politiegegevens FIOD-ECD 2010 (Stcrt. 2010, 2085) wordt ingetrokken.

  • 2. Beslissingen of handelingen die in de periode van 1 oktober 2023 tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit op grond van het

  • 3. Mandaatbesluit Wet Politiegegevens FIOD-ECD 2010 in mandaat zijn genomen of verricht, door een functionaris die als zodanig bevoegd was, worden geacht te zijn genomen door een functionaris die als zodanig op grond van dit besluit bevoegd is.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2023.

Artikel 11. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging op grond van de Wet politiegegevens aan de directeur-generaal Belastingdienst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

TOELICHTING

In de Wet politiegegevens staat een aantal verplichtingen voor de verwerkingsverantwoordelijke. De Minister van Financiën is de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van politiegegevens door de bijzondere opsporingsdienst van de Belastingdienst, de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. De Minister van Financiën is eveneens verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van politiegegevens door buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) die ressorteren onder de organisatieonderdelen Grote Ondernemingen, Midden- en Kleinbedrijf en Particulieren van de Belastingdienst. De Staat der Nederlanden is de werkgever van de boa’s bij de Belastingdienst. De Staat der Nederlanden wordt in dezen vertegenwoordigd door de Minister van Financiën.

De Minister van Financiën is verwerkingsverantwoordelijke zowel voor de verwerking van persoonsgegevens onder het regime van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, als voor de verwerking van politiegegevens onder het regime van de Wet politiegegevens door de Belastingdienst.

Het is noodzakelijk dat de minister de bevoegdheden uit de Wet politiegegevens mandateert aan de directeur-generaal Belastingdienst, met betrekking tot de uitvoering van taken van de Belastingdienst. Met dit mandaatbesluit wordt daarin voorzien.

In twee aparte ondermandaatbesluiten van de directeur-generaal Belastingdienst wordt voorzien in de (onder)mandatering aan de algemeen directeuren van de organisatieonderdelen Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, Grote Ondernemingen, Midden- en Kleinbedrijf en Particulieren.

De Minister van Financiën en de directeur-generaal Belastingdienst steunen ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor verwerking van politiegegevens op kaders, monitoring (rapportages) en advisering door de tweedelijnsorganisatie.

Met dit besluit wordt het Mandaatbesluit Wet Politiegegevens FIOD-ECD 2010 (Stcrt. 2010, 2085) ingetrokken. Aangezien dit besluit terugwerkt tot en met 1 oktober 2023, is in een overgangsregeling voorzien. Met de overgangsregeling wordt beoogd te voorkomen dat besluiten genomen op grond van het hierbij ingetrokken besluit in de periode van 1 oktober 2023 tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit tussen wal en schip vallen. De overgangsregeling voorziet erin dat beslissingen of handelingen die in genoemde periode zijn genomen of verricht op basis van het met terugwerkende kracht ingetrokken besluit hun geldigheid behouden doordat zij worden geacht te zijn genomen of verricht op basis van dit (nieuwe) besluit.

De Minister van Financiën is de verwerkingsverantwoordelijke. De minister heeft de staatssecretarissen van Financiën belast met verschillende taken. Op grond van deze taakverdeling is de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst de interne verwerkingsverantwoordelijke voor het gebruik van persoonsgegevens door de Belastingdienst. In verband met deze taakverdeling wordt dit besluit ondertekend door de staatssecretaris.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

Naar boven