Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 juni 2024, nr. WJZ/ 53181971, tot wijziging van de Subsidieregeling JTF 2021–2027, in verband met enkele wijzigingen in de hoofdstukken 5, 6, 7 en 9

De Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op verordening (EU), nr. 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231) en verordening (EU) 2021/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie (PbEU 2021, L 231);

Gelet op artikel 4:89, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 2 en 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en de artikelen 3, eerste, derde en vierde lid, 5 en 8, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling JTF 2021–2027 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.4.6, eerste lid, wordt ‘15 juli 2024’ vervangen door ‘31 januari 2025’.

B

In artikel 2.9.6 wordt ‘15 juli 2024’ vervangen door ‘31 januari 2025’.

C

In artikel 3.2.7, vierde lid, wordt na ‘regionale investeringssteun’ ingevoegd ‘en artikel 36, 36 bis, 38, 38 bis, 41, 47 en 56 ter’.

D

Artikel 3.2.14 komt te luiden:

Artikel 3.2.14. Staatssteun

De subsidie bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door de artikelen 13, 14, 31, 36, 36bis, 38, 38bis, 41, 47 en 56ter van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

E

In hoofdstuk 5 wordt voor titel 5.1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.1. Voorschot vooruitlopend op te maken kosten

  • 1. De Minister van SZW kan, vooruitlopend op te maken kosten als bedoeld in artikel 1.30, op aanvraag een voorschot verlenen voor aanvragen die zijn ingediend voor:

    • a. titel 5.1, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 8 juli 2023;

    • b. titel 5.2, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 30 september 2023;

    • c. titel 5.3, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 30 september 2023.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Noord-Brabant tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

F

Artikel 5.1.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt.

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1. De Minister van SZW kan op aanvraag een voorschot verlenen vooruitlopend op te maken kosten als bedoeld in artikel 1.30.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Noord-Brabant tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

G

Artikel 5.4.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het eerste en tweede lid tot derde en vierde lid, worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1. De Minister van SZW kan op aanvraag een voorschot verlenen vooruitlopend op te maken kosten als bedoeld in artikel 1.30.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Noord-Brabant tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

H

In hoofdstuk 6 wordt voor titel 6.1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.1. Voorschot vooruitlopend op te maken kosten

  • 1. De Minister van SZW kan, vooruitlopend op te maken kosten als bedoeld in artikel 1.30, op aanvraag een voorschot verlenen voor aanvragen die zijn ingediend voor:

    • a. titel 6.1, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 1 april 2023;

    • b. titel 6.1, zoals die luidde in de periode van 22 juni 2023 tot 31 december 2023;

    • c. titel 6.2, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 23 mei 2023;

    • d. titel 6.3, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 30 september 2023.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Zeeland tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

I

Artikel 6.2.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt.

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1. De Minister van SZW kan op aanvraag een voorschot verlenen vooruitlopend op te maken kosten als bedoeld in artikel 1.30.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Zeeland tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

J

Artikel 6.4.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘kan worden verstrekt voor’ ingevoegd ‘een of meer van de volgende acties’.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot tweede lid.

K

Artikel 6.4.5 komt te luiden:

Artikel 6.4.5. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt ten minste € 4.020.350 en kan worden verhoogd met onbenut budget dat resteert uit het budget:

    • a. uit dit artikel voor de aanvraagperiode die sloot op 15 december 2023 17.00 uur;

    • b. uit artikel 6.1.5 voor de aanvraagperiode die sloot op 7 juli 2023 17.00 uur;

    • c. uit artikel 6.1.5 voor de aanvraagperiode die sloot op 31 maart 2023 17.00 uur;

    • d. uit artikel 6.2.5 voor de aanvraagperiode die sloot op 11 september 2023 17.00 uur;

    • e. uit artikel 6.2.5 voor de aanvraagperiode die sloot op 22 mei 2023 17.00 uur;

    • d. uit artikel 6.3.5. voor de aanvraagperiode die sloot op 29 september 2023 17.00 uur.

  • 2. De Minister van SZW verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van ontvangst overeenkomstig artikel 1.18.

  • 3. De Minister van SZW maakt verschuivingen van het beschikbare budget uiterlijk bekend op 15 oktober 2024.

L

In artikel 6.4.6, eerste lid, wordt ‘16 oktober 2023’ vervangen door ‘17 juni 2024’ en wordt ‘15 december 2023’ vervangen door ‘30 september 2024’.

M

In artikel 6.4.7, tweede lid, wordt ‘€ 10.000.000’ vervangen door ‘€ 5.000.000’.

N

Artikel 6.4.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘na sluiting van de aanvraagperiode’ vervangen door ‘na ontvangst van de aanvraag’.

2. In het derde lid wordt ‘is voltooid voor 31 juli 2026’ vervangen door ‘is binnen 36 maanden na dagtekening van de verleningsbeschikking voltooid’.

O

Artikel 6.4.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, onder 1 vervalt ‘, eventueel in combinatie met activiteiten als bedoeld in artikel 6.4.4, tweede lid’.

2. In onderdeel b, onder 2 vervalt ‘, eventueel in combinatie met activiteiten als bedoeld in artikel 6.4.4, tweede lid’.

P

Artikel 6.4.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt.

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1. De Minister van SZW kan op aanvraag een voorschot verlenen vooruitlopend op te maken kosten als bedoeld in artikel 1.30.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Zeeland tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

Q

In hoofdstuk 7 wordt voor titel 7.1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.1. Voorschot vooruitlopend op te maken kosten

  • 1. De Minister van SZW kan op aanvraag een voorschot verlenen vooruitlopend op te maken kosten, als bedoeld in artikel 1.30, voor aanvragen die zijn ingediend voor:

    • a. titel 7.1, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 23 mei 2023;

    • b. titel 7.2, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 23 mei 2023;

    • c. titel 7.3, zoals die luidde in de periode van 7 januari 2023 tot 30 september 2023.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Limburg tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

R

Artikel 7.2.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt.

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1. De Minister van SZW kan op aanvraag een voorschot verlenen vooruitlopend op te maken kosten als bedoeld in artikel 1.30.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Limburg tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

S

Artikel 7.4.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1. De Minister van SZW kan op aanvraag een voorschot verlenen vooruitlopend op te maken kosten als bedoeld in artikel 1.30.

  • 2. De aanvraag om een voorschot als bedoeld in het eerste lid, bevat ten minste een garantstelling van de provincie Limburg tot de hoogte van het gevraagde voorschot.

T

Artikel 9.2.5.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt onder vervanging van de komma na ‘artikel 6.4.4, eerste lid, onderdelen a en b’ door een punt, de zinsnede ‘voor zover die daarmee gecombineerd zijn’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.913.515’ vervangen door ‘€ 1.919.481’.

3. In het derde lid wordt ‘16 oktober 2023’ vervangen door ‘17 juni 2024’ en wordt ‘15 december 2023’ vervangen door ‘30 september 2024’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 juni 2024

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G van Gennip

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inhoud regeling

Met deze wijzigingsregeling worden de hoofstukken 2, 3, 5, 6, 7 en 9 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 gewijzigd.

Voor titel 2.4 en 2.9 is de aanvraagperiode verlengd. Hoofdstuk 2 ziet op de JTF-regio Groningen-Emmen.

Voor titel 3.2 wordt een aantal artikelen uit de Algemene groepsvrijstellingsverordening toegevoegd, waaronder subsidie verleend kan worden.

In de hoofdstukken 5, 6 en 7 wordt de voorschotbepaling gewijzigd opdat ook een voorschot kan worden verleend vooruitlopend op te maken kosten. Bij de aanvraag dient een garantstelling van desbetreffende provincie te worden verstrekt. De hoogte van het voorschot is maximaal 20 procent op grond van artikel 1.30, vierde lid, doch niet hoger dan de hoogte van de garantstelling.

Daarnaast wordt subsidietitel 6.4 opnieuw opengesteld. Hoofdstuk 6 ziet op de JTF-regio Zeeuws-Vlaanderen, waaronder ook de regio Vlissingen valt. In subsidietitel 6.4 worden de subsidiabele activiteiten van de titels 6.1 tot en met 6.3 gecombineerd in een openstelling, plafond en aanvraagtijdvak. Inhoudelijk is de openstelling gelijk aan eerder gepubliceerde openstellingen van de titels 6.1 tot en met 6.3.

Tot slot wordt hoofdstuk 9 gewijzigd. Hoofdstuk 9 ziet op de EZK-cofinanciering. Met het wijzigen van artikel 9.2.5.1 wordt EZK-cofinanciering beschikbaar gesteld voor de nieuwe openstelling van subsidietitel 6.4.

2. Staatssteun

Het is noodzakelijk dat er toetsing plaatsvindt op staatssteunaspecten. In artikel 1.4 van deze subsidieregeling zijn alle relevante artikelen uit de algemene groepsvrijstellingverordening opgenomen die van toepassing kunnen worden verklaard. De intermediaire instantie beoordeelt de projecten bij aanvraag op de regionale bepalingen en beoordeelt of het verlenen van staatssteun geoorloofd is.

Een belangrijke voorwaarde bij deze regeling is dat wanneer op grond van staatssteunbeperkingen (zoals de Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) of de de-minimisverordening) een lager maximumpercentage aan subsidie geldt, het geldende (lagere) percentage wordt aangehouden bij de subsidieverlening.

Er kan ten aanzien van staatssteun in het algemeen sprake van zijn drie situaties: geen staatssteun (geen economische activiteiten), geoorloofde staatssteun of ongeoorloofde staatssteun. Steun kan worden verleend wanneer geen sprake is van staatssteun of wanneer de steun past binnen geldende staatssteunregels. De bepaling van de (maximale) steun wordt per begunstigde uitgevoerd, wat inhoudt dat de (maximale) subsidiepercentages kunnen verschillen tussen de projectpartners. Op basis van deze berekening wordt vervolgens het subsidiepercentage en subsidiebedrag voor het project als geheel bepaald.

3. Regeldruk

Titel 6.4

Onder deze titel wordt uitgegaan van een gemiddelde aanvraag met drie projectpartners en een duur van drie jaar en vijf aanvragen, daarbij geldt per aanvrager dat er één aanvraag, één wijziging, vijf voortgangsrapportages en één eindrapportage gemaakt moet worden samen kost dit 250 uur per aanvraag voor gemiddeld twee personen aan € 67 per uur hetgeen resulteert in: 500 uur maal € 67 per aanvraag. Er wordt uitgegaan uit van maximaal drie gehonoreerde aanvragen binnen deze module. Deze rekensom resulteert daarmee in € 201.000 administratieve lasten afgerond. Dit zijn dus uitsluitend de kosten aan de kant van de aanvragen voor indienen, verantwoorden en vast laten stellen. Uitgangspunt is verplicht gebruik van Simplified Cost Option (SCO) of de Integrale Kosten Systematiek (IKS) voor loonkosten.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst. Met de datum van publicatie en inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

II. ARTIKELEN

De onderhavige wijzigingen van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 worden hierna, waar nodig, toegelicht.

Artikel I, onderdelen E, H en Q

Voor subsidies aangevraagd onder titels die reeds vervallen zijn, wordt de voorschotbepaling verruimd. Hierdoor is het mogelijk om voor reeds verleende subsidies een voorschot vooruitlopend op te maken kosten aan te vragen.

Voor titels die niet vervallen zijn, is een verruimde voorschotbepaling opgenomen in de titels zelf.

Artikel I, onderdelen F, G, I, P, R en S

De voorschotbepaling wordt verruimd in die zin dat het ook mogelijk wordt gemaakt om een voorschot aan te vragen vooruitlopend op het maken van kosten. Deze bepaling geldt voor aanvragen om een voorschot voor alle openstellingen onder deze titel, dus ook de reeds gesloten openstellingen waarvoor subsidies zijn aangevraagd.

Artikel I, onderdeel T

Met dit onderdeel wordt EZK-cofinanciering mogelijk gemaakt voor titel 6.4. van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 (Subsidietitel voor steun onder spoor 1, 2 en 3 uit het Territoriaal Just Transition Plan voor de regio Zeeuws-Vlaanderen/Vlissingen-Oost).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G van Gennip

Naar boven