Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 mei 2024, nr. 2024-0000111930, tot wijziging van de Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 in verband met de onjuiste bewoording met betrekking tot de subsidiabele kosten in het hoofdstuk Sectoren, de selectiecriteria in het hoofdstuk Sociale innovatie en enkele technische wijzigingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op Verordening (EU) 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van de Verordening (EU) nr. 1296/2013 (PbEU 2021, L 231) en de artikelen 3, eerste lid, en 5, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 vervalt de begripsbepaling van werkloze werkzoekende.

B

Het opschrift van artikel 2.3 komt te luiden:

Artikel 2.3. Subsidieplafond.

C

Aan artikel 2a.7, eerste lid, wordt toegevoegd ‘, tenzij de minister een tussendeclaratie heeft opgevraagd’.

D

In artikel 2e.14, eerste lid, onderdeel f, wordt ‘de subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met d’ vervangen door ‘de subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met e’.

E

Aan artikel 2e.16, onderdeel d, wordt toegevoegd ‘, met uitzondering van gemeentelijke of provinciale subsidies waarbij de totale financiering van de subsidiabele kosten niet meer dan 100% bedraagt’.

F

In de aanhef van artikel 2f.9, eerste lid, vervalt ‘na advies van de beoordelingscommissie’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen D en E, terug tot en met 19 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling ESF+ 2021–2027. Het betreft vooral technische wijzigingen of wijzigingen die voortkomen uit vragen in de praktijk. Op verschillende momenten in de uitvoering van de regeling, bijvoorbeeld bij gestelde vragen of het opstellen van het toetsingskader werden deze vragen gesteld.

2. Doel

De volgende inhoudelijke en technische wijzigingen vinden plaats ter verduidelijking en verbetering van de regeling. Per wijziging is hieronder uitgelegd wat het beoogde doel is van de wijziging.

Onderdeel A

De term ‘werkloze werkzoekende’ is gedefinieerd in artikel 1.1, maar komt verder niet terug in de regeling. Het is daarom niet nodig deze definitie op te nemen. Dit betreft een technische wijziging en heeft daarom geen effect op de uitvoering van de regeling en de betrokken partijen.

Onderdeel B

Bij artikel 2.3 is per abuis het opschrift van dit artikel weggevallen. Die is met dit onderdeel opnieuw toegevoegd. Dit is een technische wijziging en heeft verder geen gevolgen voor de regeling.

Onderdeel C

Uitgangspunt van artikel 2a.7, eerste lid, is dat er jaarlijks een voortgangsrapportage moet worden ingediend. Maar in een jaar waarbij om een tussentijdse declaratie wordt gevraagd is er geen behoefte aan een voortgangsrapportage. In de praktijk werd in dat geval al geen voorgangsrapportage verlangd. Met deze wijziging is de regeling daarmee in overeenstemming gebracht.

Onderdeel D

Een belangrijke wijziging is de aanpassing van artikel 2e.14, eerste lid, onderdeel f, met betrekking tot de subsidiabele kosten uit het hoofdstuk Sectoren. In dit artikel is per abuis de basis, waarop een 7% opslag voor indirecte kosten van toepassing is, niet juist (te eng) verwoord. Dit is met deze wijziging hersteld. Op alle kosten die volgens artikel 2e.14, eerste lid, voor subsidie in aanmerking komen, uitgezonderd de indirecte kosten uit artikel 2e.14, eerste lid, onderdeel f, kan een opslag van 7% voor indirecte kosten worden toegepast. Met de aanpassing van artikel 2e.14, eerste lid, onderdeel f, is de eerdere onjuiste verwoording van de basis, waarop een 7% toeslag voor indirecte kosten van toepassing is, hersteld. Deze wijziging is met terugwerkende kracht ingevoerd. Deze wijziging heeft minimale gevolgen, aangezien de gerelateerde projecten nog grotendeels moeten starten en er nog geen uitbetalingen hebben plaatsgevonden. In de vaste formats waarin de begroting, bij de aanvraag dient, te worden ingevuld (Modelbegroting versie 1.4 op de UVB website), wordt de 7% bovendien al automatisch berekend over alle kosten zoals beoogd was. Ook is het tijdig gecommuniceerd naar (potentiële) aanvragers. In het geval van reeds ingediende aanvragen waarin de wijziging nog niet was doorgevoerd zijn de aanvragers erop gewezen dat de 7% opslag voor indirecte kosten ook over de verletkosten mag worden berekend. Vervolgens is dit meegenomen in de subsidieaanvragen. Er is naar alle potentiële aanvragers gecommuniceerd dat het artikel op deze manier beoogd was vóór de sluiting van het tijdvak.

Onderdeel E

Met de wijziging in artikel 2e.16, onderdeel d, is verduidelijkt dat eventuele gemeentelijke of provinciale cofinanciering, ook in de vorm van een subsidie, wel is toegestaan, zolang er maar geen sprake is van meer dan 100% financiering van subsidiabele kosten. Dubbelfinanciering of cofinanciering door middel van andere ESF+1, EFRO-2 of JTF-3 projecten, of andere nationale of internationale subsidieregelingen is niet toegestaan. Deze wijziging wordt is met terugwerkende kracht ingevoerd en heeft minimale gevolgen. Er is naar alle potentiële aanvragers gecommuniceerd dat het artikel op deze manier beoogd was vóór de sluiting van het tijdvak.

Onderdeel F

De rangschikking naar selectiecriteria waarnaar verwezen wordt in artikel 2f.9, eerste lid, zal intern worden uitgevoerd door een aantal ambtenaren met relevante kennis en ervaring. Er wordt hiervoor geen externe beoordelingscommissie ingesteld, zoals per abuis was opgenomen in de regeling. Er is vóór openstelling van het tijdvak naar alle potentiële aanvragers gecommuniceerd dat het artikel op deze manier beoogd was.

3. Advies en consultatie

Waar nodig zijn de wijzigingen tijdig gecommuniceerd naar alle betrokken partijen. De wijzigingen en praktische uitvoering van de regeling worden regelmatig besproken met alle betrokken partijen. Er is daarom geen advies ingewonnen bij de partijen en de wijzigingen zijn daarom ook niet ter consultatie aangeboden aan de partijen.

4. Financiële gevolgen

De wijzigingen hebben geen invloed op de uitvoering van de regeling en werden – waar relevant – al op deze manier toegepast in de uitvoering van de regeling. De wijzigingen hebben geen financiële gevolgen voor alle betrokken partijen.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn voor regelgeving (Aanwijzingen voor de regelgeving 4.17). Het is van belang de ESF-middelen zo spoedig mogelijk als subsidie beschikbaar te stellen zodat deze ten goede kunnen komen aan diegenen die het nodig hebben. De potentiële aanvragers zijn tijdig geïnformeerd over de wijzigingsregeling. Ten aanzien van artikel I, onderdelen D en E, werkt deze regeling terug tot en met 19 juli 2023, de initiële inwerkingtredingsdatum van deze artikelen. Dat gebeurt om zeker te bewerkstelligen dat het recht op cofinanciering van het project en het recht op een opslag voor indirecte kosten ook geldt voor projecten die al gestart zijn. Deze wijzigingen zijn begunstigend voor de betrokkenen.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Subsidieregeling ESF+ 2021–2027.

X Noot
2

Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021.

X Noot
3

Subsidieregeling JTF 2021–2027.

Naar boven