Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Dienst voor het kadaster en de openbare registers | Staatscourant 2024, 17384 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Dienst voor het kadaster en de openbare registers | Staatscourant 2024, 17384 | ander besluit van algemene strekking |
Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,
Gelet op artikel 36, derde lid, van het Kadasterbesluit;
Besluit:
De Regeling massale gegevensverstrekking uit de kadastrale registratie 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7 komt te luiden:
1. Een permanente aansluiting voor zakelijk gebruik op de geautomatiseerde kadastrale registratie wordt schriftelijk verzocht bij de Dienst overeenkomstig de door de Dienst bepaalde wijze. Bij de aanmelding wordt, naast naam-, contactgegevens en vestigingsadres, tevens het door de Kamer van Koophandel aan ondernemingen en rechtspersonen toegekende unieke nummer vermeld.
2. Indien een onderneming of rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid niet in Nederland is gevestigd of in Nederland is vertegenwoordigd door een gevolmachtigde handelsagent, verstrekt de onderneming of rechtspersoon de naam, het bezoekadres, en, in voorkomend geval, een uittreksel uit een register van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland met daarin de gegevens waaronder de onderneming of rechtspersoon in het register is ingeschreven, de naam van dat register en de plaats en het land waar het register wordt gehouden.
B
Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd, luidende:
3. Om de permanente aansluiting te kunnen blijven gebruiken, informeert de betrokkene de Dienst onverwijld over een wijziging van de bij de aanmelding verstrekte gegevens, overeenkomstig de door de Dienst bepaalde wijze.
C
Na artikel 7 wordt het volgende artikel ingevoegd:
1. De toegang tot de permanente aansluiting wordt verkregen door gebruik te maken van ten minste een bedrijfs- en organisatiemiddel dat ingevolge Verordening (EU) nr. 910/2014 bij de Europese Commissie is genotificeerd en voldoet aan het beveiligingsniveau ‘substantieel’.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een onderneming of rechtspersoon die niet in Nederland is gevestigd of in Nederland is vertegenwoordigd door een gevolmachtigde handelsagent, zolang in het land van vestiging nog geen bedrijfs- en organisatiemiddel voorhanden is dat ingevolge Verordening (EU) nr. 910/2014 bij de Europese Commissie is genotificeerd en ten minste voldoet aan het beveiligingsniveau ‘substantieel’.
D
Na artikel 7a (nieuw) wordt het volgende artikel ingevoegd:
1. In afwijking van artikel 7a, eerste lid, zullen op basis van een daartoe ingediend verzoek:
a. financiële ondernemingen als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht, voor zover zij als financiële dienstverlener een vergunning hebben bij De Nederlandsche Bank of van de Autoriteit Financiële Markten en toegang tot de permanente aansluiting nodig hebben ten behoeve van het verstrekken van hypotheken of geldleningen ten aanzien van registergoederen; en
b. organisaties die voor de uitvoering van hun wettelijke taak of in het belang van de rechtszekerheid ten aanzien van registergoederen toegang tot de permanente aansluiting nodig hebben en meer dan 150 actieve gebruikers hebben;
op een nader te bepalen moment gebruik gaan maken van een bedrijfs- en organisatiemiddel als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, om toegang te krijgen tot de permanente aansluiting.
2. Het verzoek dat de in het eerste lid, onderdeel a en b genoemde ondernemingen en organisaties kunnen indienen, bevat voldoende gemotiveerd de redenen voor het verzoek tot uitstel. De beslissing op een dergelijk verzoek wordt aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.
3. Het bestuur van de Dienst kan ten aanzien van een onderneming of organisatie artikel 7a voor bepaalde tijd buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat artikel 7a beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het tweede lid is dan van overeenkomstige toepassing.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Apeldoorn, 24 mei 2024
Raad van Bestuur Namens deze, F.L.V.P.L. Tierolff
In artikel 105 van de Kadasterwet is een grondslag opgenomen om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een permanente aansluiting kan worden verkregen op de openbare registers, de basisregistratie kadaster, de registratie voor schepen en luchtvaartuigen. De voorwaarden waaronder de permanente aansluiting kan worden verkregen staan uitgewerkt in artikel 36, eerste lid, van het Kadasterbesluit. In het derde lid van dit artikel wordt aan het bestuur van de Dienst de mogelijkheid geboden om regels te stellen omtrent de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde permanente aansluiting kan worden verkregen. In artikel 7 van de Regeling massale gegevensverstrekking uit de kadastrale registratie 1994 is uitwerking gegeven aan artikel 36, derde lid, van het Kadasterbesluit.
In het onderhavige wijzigingsbesluit wordt voorgesteld om artikel 7 van de regeling te wijzigen en daarin nader te regelen op welke wijze een permanente aansluiting kan worden verkregen. Onder de permanente aansluiting als bedoeld in artikel 105 van de Kadasterwet, worden onder meer de diensten Kadaster-on-line, Kadata internet en KIK Inzage geschaard. De aanleiding voor deze wijziging is de berichtgeving in de media dat personen onder een valse identiteit eenvoudig een Kadaster-on-line account konden aanmaken. Om de kans op misbruik bij de toegang tot de permanente aansluiting te minimaliseren, zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk zodat gecontroleerd kan worden of degene die voor zakelijk gebruik een permanente aansluiting aanvraagt ook degene is waarvoor hij zich uitgeeft. De permanente aansluiting is bedoeld voor professionele gebruikers die in het kader van de uitoefening van hun taak, beroep of bedrijf toegang tot kadastrale informatie nodig hebben.
KvK nummer
Een aanvullende maatregel die noodzakelijk is, betreft het (verplicht) opgeven van het Kamer van Koophandel nummer (KvK-nummer) van de onderneming of rechtspersoon die zich aanmeldt voor de permanente aansluiting. Het KvK-nummer wordt door de Dienst gebruikt om te controleren of het opgegeven KvK-nummer ook toebehoort aan de aanvrager. Hierdoor wordt voorkomen dat onbevoegden met behulp van een KvK-nummer van een willekeurige derde en zonder diens medewerking, oneigenlijk toegang krijgen tot de registers van de Dienst.
Elektronische identificatiemiddel
Naast het verifiëren van de (bedrijfs)gegevens van de aanvrager bij de aanmelding tot het verkrijgen van de permanente aansluiting, wordt als tweede aanvullende maatregel het gebruik van een elektronisch identificatiemiddel voor toegang tot de permanente aansluiting geïntroduceerd. In het nieuw voorgestelde artikel 7a wordt het (verplicht) gebruik van ten minste een (bedrijfs- of organisatie) identificatiemiddel op niveau substantieel voorgeschreven als wijze waarop de aansluiting op de permanente aansluiting wordt verkregen. De aanleiding voor deze wijziging zijn onder meer de brieven van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van 5 september 2023 en 9 november 20231. In deze brieven beschrijft de minister diverse maatregelen die getroffen dienen te worden om een goede balans te vinden tussen het belang van openbaarheid en het belang van het voorkomen van het opzoeken en verspreiden van persoonsgegevens met de bedoeling te willen intimideren of te bedreigen. Een van die maatregelen betreft het inloggen met eHerkenning dat medio 2024 verplicht gesteld dient te worden voor gebruikers die via Kadaster-online toegang krijgen tot de registers van het Kadaster. Door in te loggen met behulp van eHerkenning wordt de herkenning (authenticatie) geregeld en de bevoegdheid (autorisatie) van de personen gecontroleerd die elektronisch een dienst willen afnemen. eHerkenning is een bedrijfs- en organisatiemiddel dat ingevolge Verordening (EU) nr. 910/2014 bij de Europese Commissie (hierna: eIDAS) is genotificeerd en voldoet aan het beveiligingsniveau substantieel. Het is op dit moment het enige en meest gangbare bedrijfs- en organisatiemiddel om in te loggen bij diverse bestuursorganen.2
Op grond van de Wet digitale overheid (Wdo) dienen bestuursorganen bij elektronische dienstverlening waarvoor authenticatie op betrouwbaarheidsniveau substantieel of hoog vereist is, uitsluitend toegang tot de elektronische dienstverlening te verlenen indien gebruik wordt gemaakt van identificatiemiddelen die ten minste het voor de betreffende dienstverlening vereiste betrouwbaarheidsniveau hebben. Voor de permanente aansluiting als bedoeld in artikel 105 van de Kadasterwet, is op basis van de criteria die genoemd staan in de Regeling betrouwbaarheidsniveaus authenticatie elektronische dienstverlening3, het betrouwbaarheidsniveau bepaald op niveau substantieel. Gelet op de door de minister toegezegde maatregelen gaat de Dienst het inloggen met ten minste eHerkenning als voorwaarde voor het verkrijgen van de toegang tot de permanente aansluiting voorschrijven. Dit heeft de Dienst vanaf september 2023 via onder meer de website, diverse overleggremia en door middel van georganiseerde webinars, naar zijn afnemers en gebruikers actief gecommuniceerd.
De Dienst loopt hiermee in feite vooruit op de rechten en (acceptatie)verplichtingen die op grond van de Wdo voor burgers en bedrijven gaan gelden voor wat betreft het veilig en betrouwbaar gebruik maken van elektronische diensten van bestuursorganen door middel van elektronische identificatiemiddelen. De Dienst is zich hiervan bewust en heeft dit ook veelvuldig met het Ministerie van BZK besproken. Echter omdat ten tijde van de inwerkintreding van deze regeling nog niet duidelijk is wanneer de acceptatieplichten van de Wdo gaan gelden, heeft de Dienst gemeend om de verplichting tot het gebruik van het elektronisch identificatiemiddel eHerkenning per 1 juli 2024 via deze regeling van bestuur voor te gaan schrijven om toegang te verkrijgen tot de permanente aansluiting. Op het moment dat de acceptatieplichten van de Wdo zullen gaan gelden, zal worden bezien of aanpassing van artikel 7a en 7b nodig is.
De gevolgen voor organisaties die per 1 juli 2024 niet kunnen of willen overgaan tot het gebruik van eHerkenning, of geen uitstel hiervoor hebben gekregen, kunnen aanzienlijk zijn omdat de toegang tot de permanente aansluiting dan niet meer via de huidige wijze (gebruikersnaam en wachtwoord) kan worden verkregen, maar sluiten andere kanalen van informatieverstrekking niet af. Het blijft voor deze organisaties mogelijk om kadastrale informatie of producten af te nemen van de Dienst. De verstrekking hiervan zal dan echter niet (meer) via een elektronische dienst verlopen waarvoor ingelogd dient te worden met een elektronisch identificatiemiddel. Dit betekent dat het verkrijgen van de informatie of het product qua tijd langer duurt en hieraan kunnen hogere kosten verbonden zijn. De Dienst meent echter dat het belang dat de Dienst nastreeft met introductie van eHerkenning om op een veilige en betrouwbare wijze toegang te krijgen tot de permanente aansluiting, in deze situatie dient te prevaleren. De Dienst heeft vanaf september 2023 actief en op verschillende wijze gecommuniceerd dat eHerkenning als voorwaarde gaat gelden om toegang tot de permanente aansluiting te krijgen zodat organisaties ook de nodige voorbereidingen hebben kunnen treffen om hiervoor per 1 juli gereed te zijn.
Wijze van toegang
Het gebruik van eHerkenning geldt zowel voor de ‘handmatige’ toegang die gebruikers tot de permanente aansluiting hebben als voor de toegang die door middel van een zg. ‘machine-to-machine’ koppeling wordt gerealiseerd. Met de handmatige toegang tot de permanente aansluiting kan een gebruiker via de website van de Dienst inloggen met behulp van een eHerkenningsmiddel. Dit middel is persoonsgebonden en mag niet door andere medewerkers binnen een organisatie worden gebruikt. Elke medewerker van een organisatie die gebruik maakt van de permanente aansluiting en via de website wil inloggen dient over een eigen eHerkenningsmiddel te beschikken. Een andere wijze voor toegang tot de permanente aansluiting kan worden gerealiseerd door een machine-to-machine koppeling waarmee deels geautomatiseerd de permanente aansluiting kan worden gebruikt. Wanneer via deze koppeling wordt gewerkt, zal een geautoriseerde gebruiker met een bepaalde frequentie moeten inloggen met eHerkenning om zo op een veilige en betrouwbare manier gebruik te kunnen (blijven) maken van de permanente aansluiting. Dit laat mogelijkheden voor machine-to-machine koppelingen waarbij gebruik wordt gemaakt van PKI overheidscertificaten met betrouwbaarheidsniveau ‘hoog’, onverlet.
Uitstel
Op basis van artikel 7b van de regeling hebben (i) financiële ondernemingen en (ii) organisaties die meer dan 150 actieve gebruikers hebben van de permanente aansluiting, uitstel aan kunnen vragen zodat zij op een later moment gebruik gaan maken van eHerkenning. Bij financiële ondernemingen gaat het om de financiële dienstverleners die een vergunning hebben van de Autoriteit Financiële Markten of van de Nederlandsche Bank en die toegang tot de permanente aansluiting nodig hebben ten behoeve van het verstrekken van hypotheken of geldleningen ten aanzien van registergoederen. Hieronder worden ook verstaan intermediairs die voor financiële dienstverleners optreden. De andere categorie die uitstel kan aanvragen zijn organisaties die meer dan 150 actieve gebruikers in hun organisatie hebben die gebruik maken van de permanente aansluiting waarvoor het gelet op de rechtszekerheid ten aanzien van registergoederen of voor de uitvoering van hun wettelijke taak noodzakelijk is dat hun gebruikers toegang tot de permanente aansluiting hebben en houden.
Vertegenwoordigers van de financiële sector hebben vanaf het moment dat gecommuniceerd werd over de verplichting van het gebruik van eHerkenning, aan de Dienst aangegeven dat hun organisaties meer tijd nodig hebben voor implementatie van eHerkenning, onder meer omdat er extra eisen gelden voor het selecteren van een aanbieder van eHerkenningsmiddelen. Aangezien voor woningfinanciering, zakelijke kredietverlening waarbij onroerend goed als onderpand dient en het ‘kennen’ van de klant in verband met de onderzoeksplicht op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), het van belang is dat de registers van de Dienst via de permanente aansluiting te allen tijde geraadpleegd moet kunnen blijven worden, hebben de vertegenwoordigers een dringend beroep op de Dienst gedaan om financiële dienstverleners mogelijk uitstel te verlenen. Ditzelfde appel hebben diverse organisaties met een groot aantal gebruikers van de permanente aansluiting gedaan, waarbij ze aangaven meer tijd nodig te hebben om hun organisaties voor te bereiden op het inloggen met eHerkenning. In overleg met het Ministerie van BZK heeft de Dienst derhalve aan deze partijen de mogelijkheid geboden om – gemotiveerd – aan te geven wat de redenen zijn, inclusief een stappenplan, om op een later moment over te gaan tot het gebruik van eHerkenning door de gebruikers van hun organisatie om toegang te krijgen tot de permanente aansluiting.
Redenen voor uitstel
De belangrijkste redenen voor financiële dienstverleners om uitstel aan te vragen is gebaseerd op de geldende interne en externe compliancy en risk -regels en wetgeving inzake privacy, inkoop en informatiebeveiliging. Zo gelden voor deze organisaties extra eisen voor onder meer het selecteren en contracteren van een aanbieder van eHerkenning wat een langere doorlooptijd voor implementatie vergt. Vanwege die extra te stellen eisen en ook het te volgen selectie- en onboardingproces van medewerkers die op locatie of anderszins geïdentificeerd dienen te worden, maar ook opgeleid of ingewerkt dienen te worden met de nieuwe inlogmethodiek, heeft een aantal financiële dienstverleners derhalve meer tijd gevraagd om eHerkenningsmiddelen voor hun medewerkers aan te schaffen en in hun processen te implementeren. Overigens is de selectie van een eHerkenningsaanbieder en het implementeren daarvan in de diverse (keten)processen niet enkel afhankelijk van het aantal actieve gebruikers van de permanente aansluiting. Ook bij een gering aantal actieve gebruikers zal implementatie meer tijd vergen door de geldende interne en externe regelgeving. Gelet hierop is voor de categorie financiële dienstverleners het aantal actieve gebruikers van de permanente aansluiting niet doorslaggevend om voor uitstel in aanmerking te komen.
Een andere reden voor deze categorie om uitstel te vragen is dat een aanzienlijk deel van de financiële dienstverleners afhankelijk is van andere partijen in de financieringsketen. Er wordt in deze keten veelvuldig gebruik gemaakt van zg. ketenmachtigingen om gebruik te (kunnen) maken van de dienstverlening van de Dienst. Door middel van een ketenmachtiging kan een financiële dienstverlener een intermediair machtigen om namens haar zaken te regelen of diensten af te nemen bij overheidsorganisaties. Voor wat betreft eHerkenning kan een ketenmachtiging worden aangevraagd zodat de intermediair bevoegd wordt om namens een (of meerdere) financiële dienstverleners in te loggen bij specifieke diensten met eHerkenning. In Nederland is een aantal intermediairs actief die een veelvoud aan financiële dienstverleners bedienen. Aanpassingen in de processen van ketenmachtigingen kosten zowel bij de intermediairs als bij de financiële dienstverleners veel tijd in verband met het aanvragen van toestemming voor ketenmachtigingen en het afgeven van toestemming door de bevoegde vertegenwoordigers bij de verschillende financiële dienstverleners. Daarnaast moeten de juiste (bevoegde) medewerkers van de intermediair voor verschillende diensten per financiële dienstverlener worden gemachtigd en dit moet bij de eHerkenningsaanbieder worden ingeregeld. Deze stappen vergen qua handelingen en administratie voor zowel de intermediairs en de financiële dienstverleners die gebruik maken van deze intermediairs, de nodige tijd. Vroegtijdig is door een aantal partijen gesignaleerd dat dit voor hen niet voor de gecommuniceerde ingangsdatum van 1 juli 2024 zou zijn afgerond. Overigens geldt deze complexiteit in beginsel ook voor de intermediairs en financiële dienstverleners die gebruik maken van een machine-to-machine koppeling om toegang te krijgen tot de permanente aansluiting, onder meer door het aanvragen van nieuwe of aanpassen van de uitgegeven certificaten. Derhalve zullen intermediairs en de financiële dienstverleners die werken met ketenmachtiging uitstel kunnen krijgen.
De andere categorie die uitstel kan krijgen betreffen organisaties die meer dan 150 actieve gebruikers hebben die gebruik maken van de permanente aansluiting waarvoor het in het kader van de uitvoering van hun wettelijke taak of in het kader van de rechtszekerheid ten aanzien van registergoederen, noodzakelijk is dat hun gebruikers toegang tot de permanente aansluiting hebben en houden. Vanwege het hoge aantal gebruikers hebben deze organisaties aangegeven niet op tijd de implementatie van eHerkenning te kunnen doorvoeren omdat het organisatorisch meer acties vergt, bijvoorbeeld omdat er voor aanschaf van middelen de Europese aanbestedingsregels kunnen gelden. Tevens gelden ook voor deze partijen eisen op het gebied van wetgeving inzake privacy en informatiebeveiliging wat ook meeweegt bij de keuze voor een eHerkenningsaanbieder. Aangezien de volumes van actieve gebruikers waarvoor identificatie en autorisatie moet worden geregeld, groot zijn, is centrale aansturing van de implementatie van eHerkenning binnen deze organisaties vaak noodzakelijk. Hiervoor is afdeling of directie overstijgende besluitvorming nodig, wat ook enige tijd vergt. Aangezien deze categorie toegang tot de permanente aansluiting nodig heeft voor de uitvoering van hun wettelijke taak of in het kader van de rechtszekerheid ten aanzien van registergoederen, vindt de Dienst het redelijk en aannemelijk dat deze categorie van gebruikers uitstel kan krijgen.
Verzoek
De hiervoor genoemde categorieën hebben bij de Dienst een verzoek kunnen indienen om uitstel te verkrijgen en dit met redenen te motiveren, waarbij tevens is aangegeven welke stappen de betreffende organisatie neemt om tot implementatie van eHerkenning te komen. Op basis van de ingediende verzoeken heeft de Dienst per verzoek een besluit genomen of het verzoek tot uitstel al dan niet gehonoreerd kan worden. Dit betreft een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. De meeste verzoeken tot uitstel zijn overigens toegekend. Een aantal verzoeken is afgewezen onder andere omdat de betreffende verzoeker niet bij de Dienst bekend is als gebruiker van de permanente aansluiting of omdat verzocht werd om van een ander elektronisch middel gebruik te maken, dan ten minste een eIDAS genotificeerd bedrijfs- en organisatiemiddel.
Hardheidsclausule
Hoewel de Dienst al geruime tijd aandacht heeft gegeven aan de introductie van eHerkenning als voorwaarde om toegang tot de permanente aansluiting te krijgen, kan de Dienst niet uitsluiten dat er toch ondernemingen of organisaties zijn die zich nog niet tot de Dienst hebben gewend, maar die alsnog problemen gaan ondervinden door het gebruik van eHerkenning om toegang te krijgen tot de permanente aansluiting. In het derde lid van artikel 7b is dan ook een zg. ‘hardheidsclausule’ opgenomen zodat voor onvoorziene en vooraf niet bij de Dienst bekende situaties een uitzondering kan worden gemaakt voor een onderneming of organisatie indien deze kan aangeven dat het gebruik van eHerkenning onbillijk zou zijn. Indien een onderneming of organisatie zich wil beroepen op deze hardheidsclausule dient hiervoor een verzoek tot uitstel te worden ingediend dat met redenen is omkleed en waarin tevens een stappenplan is opgenomen waaruit volgt dat de onderneming of organisatie wel op een later moment kan overgaan tot een veilige en betrouwbare manier van inloggen. Het tweede lid van artikel 7b is dan van overeenkomstige toepassing.
In artikel 7, eerste lid, wordt voorgeschreven dat bij de aanmelding voor de permanente aansluiting naast de naam-, contactgegevens en vestigingsadres, ook het Kamer van Koophandel nummer (KvK-nummer) vermeld wordt op het aanmeldformulier. Wanneer de aanvrager niet over een KvK-nummer beschikt of een KvK-nummer opgeeft dat in combinatie met de andere door de aanvrager vermelde gegevens in het aanmeldformulier, niet overeenkomt met de gegevens in het Handelsregister zal geen toegang tot de permanente aansluiting worden verleend. In het tweede lid is opgenomen dat wanneer een onderneming of rechtspersoon niet in Nederland is gevestigd, deze een uittreksel verstrekt, met daarin zo mogelijk een vergelijkend nummer, uit een bedrijvenregister dat geldend is in het land van vestiging dat binnen de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland dient te zijn. Professionele gebruikers uit deze landen kunnen namelijk evenzogoed een permanente aansluiting op de registers van het Kadaster nodig hebben omdat zij bijvoorbeeld zakelijke dienstverlening verrichten in de vastgoedketen waarvoor zij kadastrale informatie nodig hebben. Indien de door de gebruiker bij de aanmelding opgegeven gegevens wijzigen, dienen deze gewijzigde gegevens onverwijld aan de Dienst te worden doorgegeven zodat de administratieve gegevens van de Dienst actueel blijven en zodoende de permanente aansluiting gebruikt kan blijven worden.
Gebruikers van de permanente aansluiting dienen om toegang te krijgen tot die elektronische dienstverlening ten minste gebruik te maken van een bedrijfs- en organisatiemiddel met betrouwbaarheidsniveau substantieel. Ten tijde van het inwerking treden van deze regeling is dit een eHerkenningsmiddel dat eIDAS genotificeerd is. Overigens faciliteert de Dienst gebruikers al enige tijd om met eHerkenning in te loggen om van de genoemde elektronische diensten gebruik te maken en dat wordt met inwerkingtreding van deze regeling verplicht. Aangezien de toegang tot de permanente aansluiting alleen door ondernemingen en rechtspersonen die beschikken over een KvK-nummer kan worden aangevraagd, zullen particulieren (burgers) niet geraakt worden door dit artikel. Particulieren die toegang tot elektronische diensten van het Kadaster hebben, bijvoorbeeld voor de archiefviewer voor het doen van historisch onderzoek, zullen geen eHerkenningsmiddel voor deze toegang hoeven te gebruiken.
Het tweede lid van artikel 7a regelt dat het eerste lid van artikel 7a niet van toepassing is voor ondernemingen en rechtspersonen die buiten Nederland zijn gevestigd en geen Nederlandse vestiging hebben, maar toch gebruik maken van de permanente aansluiting. Deze partijen behouden vooralsnog op de huidige wijze (gebruikersnaam en wachtwoord) toegang tot de permanente aansluiting zolang het land van vestiging (nog) niet beschikt over een bedrijfs- en organisatiemiddel dat op basis van de eIDAS Verordening is genotificeerd op niveau substantieel.
Financiële dienstverleners en organisaties die uitstel hebben verkregen op basis van een gemotiveerd verzoek, zullen later dan 1 juli 2024 gebruik gaan maken van een elektronisch identificatiemiddel met betrouwbaarheidsniveau substantieel. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar het algemene gedeelte van deze toelichting.
Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na publicatie van de regeling in de Staatscourant. Echter de verplichting tot het gebruik van ten minste een elektronisch identificatiemiddel met betrouwbaarheidsniveau substantieel wordt verplicht per 1 juli 2024. Vandaar dat onderdeel C van deze regeling per die datum inwerking treedt.
Aan onderdeel A wordt terugwerkende kracht verleend omdat vanaf 29 augustus 2023 de maatregel is ingegaan dat bij aanmelding voor de permanente aansluiting ook een KvK-nummer wordt verlangd om te (kunnen) controleren of het opgegeven nummer ook toebehoort aan de aanvrager. De gewijzigde aanmeldprocedure is vanaf genoemde datum ook vermeld op de website van de Dienst.
Doordat deze regeling ingaat op de eerste dag na publicatie van de regeling in de Staatscourant, hebben organisaties die op grond van de hardheidsclausule alsnog een verzoek tot uitstel willen indienen nog de tijd om dit te doen, voordat de verplichting per 1 juli ingaat.
Raad van Bestuur Namens deze, F.L.V.P.L. Tierolff
Ondernemers dienen onder meer met eHerkenning aangiftes toe te versturen aan de Belastingdienst en werkgevers verkrijgen met eHerkenning toegang tot het werkgeversportaal van het UWV.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-17384.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.