Besluitvorming Sarnami/Hindoestani (Suriname)

De Raad voor Rechtsbijstand,

Overwegende dat:

  • De Adviescommissie Talen Wbtv zijn grondslag vindt in de Regeling van de Raad voor Rechtsbijstand van 6 augustus 2015, houdende de instelling van de Adviescommissie talen Wbtv (Stcrt 2015, nr. 25102);

  • De Adviescommissie Talen Wbtv advies uitbrengt over de wettelijke competentie taalvaardigheid;

  • De Raad voor Rechtsbijstand aanleiding heeft gezien om advies in te winnen bij de Adviescommissie Talen Wbtv omtrent de linguïstische casuïstiek rondom het Sarnami en het Hindoestani (Suriname);

  • De Adviescommissie Talen Wbtv op 18 juli 2023 advies heeft uitgebracht.

Stelt vast dat:

  • Het Sarnami in de door de Raad voor Rechtsbijstand gehanteerde taallijst is opgenomen als spreek- en schrijftaal;

  • Het Hindoestani (Suriname) in de door de Raad voor Rechtsbijstand gehanteerde taallijst is opgenomen als spreek- en schrijftaal;

  • De taalbenaming ‘Sarnami’ en de taalbenaming ‘Hindoestani’ refereren aan dezelfde taal;

  • Deze taal afstamt van een specifieke variëteit van het Hindi uit Noord-India die is meegenomen door Indiase contractarbeiders naar Suriname;

  • Het meegenomen Hindi is geïsoleerd van zijn oorsprong en een eigen vorm heeft aangenomen dat tegenwoordig het Sarnami wordt genoemd, en niet meer gelijk is aan het oorspronkelijke Hindi.

Besluit dat:

  • Het Hindoestani (Suriname) in de door de Raad voor Rechtsbijstand gehanteerde taallijst wordt verwijderd;

  • Het Sarnami in de door de Raad voor Rechtsbijstand gehanteerde taallijst wordt verwijderd;

  • Het Sarnami (Hindoestani) in de door de Raad voor Rechtsbijstand gehanteerde taallijst wordt opgenomen;

  • Het Hindoestani (Suriname) als niet-voorkeursnaam van het Sarnami (Hindoestani) wordt opgenomen in de door de Raad voor Rechtsbijstand gehanteerde taallijst;

  • Het Sarnami als niet-voorkeursnaam van het Sarnami (Hindoestani) wordt opgenomen in de door de Raad voor Rechtsbijstand gehanteerde taallijst.

Slotbepalingen

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluitvorming Sarnami/Hindoestani (Suriname)’.

Bekendmaking vindt plaats door publicatie in de Staatscourant.

Dit besluit treedt in werking één dag na publicatie in de Staatscourant.

’s-Hertogenbosch, 26 februari 2024

De Raad voor Rechtsbijstand, I. Nijboer Algemeen directeur/Bestuurder

TOELICHTING

In deze toelichting wordt kort weergegeven wat de onderliggende overwegingen waren die hebben geleid tot de totstandkoming van de ‘Besluitvorming Sarnami/Hindoestani (Suriname)’.

Ontstaan Sarnami

In de periode van 1834 tot 1916 zijn er bijna 1,2 miljoen mensen als contractarbeiders van India en omliggende landen naar Europese kolonies overgebracht.

Er werden ruim 34 duizend contractarbeiders uit India overgebracht naar Suriname, en als gevolg van dit beleid heeft een groot deel van de Surinaamse bevolking Indiase voorouders.

Varianten van het Hindoestani, de taal gesproken door de meerderheid van de Noord-Indiase bevolking, werden meegenomen naar meerdere koloniën. Per gemeenschap ontstond er, door de isolatie van India en elkaar, een eigen variëteit van deze taal.

Het Bhojpuri, een nauwverwante variëteit van het Hindi/Hindoestani, werd het meeste door de Noord-Indiase contractarbeiders gesproken. Later kwamen er meer contractarbeiders uit het oosten van India, waardoor naast Bhojpuri ook andere nauwverwante dialecten werden meegenomen naar Suriname. Naast hun regionale dialecten spraken de contractarbeiders vaak ook een algemenere vorm van het Hindi/Hindoestani.

Het Hindi/Hindoestani is dus beïnvloed door verschillende talen/dialecten/schriften en meegenomen naar koloniën waar het niet meer in contact stond met het ‘Indiase Hindi’.

Het in Suriname gesproken Bhojpuri werd door de contractarbeiders en hun nazaten zelf vaak nog Hindoestani of Hindi genoemd. Maar in 1961 werd beargumenteerd dat deze taal Sarnami (‘Surinaams’) Hindoestani moest heten. Dit omdat het Hindoestani (door bovengenoemde redenen) niet meer gelijk is aan het Hindi/Hindoestani gesproken in India.

In de jaren ’70 ontstond een beweging van jonge, progressieve Hindoestanen in Suriname. Zij waren bang dat hun taal, het Sarnami, bedreigd werd door het generieke Hindi, Urdu, Sranan Tongo en Nederlands, en vonden dat het Sarnami evenveel prestige verdient als deze talen. Hierdoor werd het Sarnami gepromoot als eigen taal van de Indiase bevolking in Suriname.

Het Sarnami heeft uiteindelijk de status gekregen als volwaardige Surinaamse taal.

In 1986 heeft de Surinaamse overheid officieel ingestemd met de voorlopige standaardspelling die al was ontwikkeld voor het Sarnami. In die tijd heeft de taal ook literaire positie verworven, omdat enkele schrijvers en dichters stukken in het Sarnami hebben geschreven.

In Suriname wordt het Sarnami gesproken door de Hindoestaanse bevolking. Deze taal is oorspronkelijk overgekomen met de Indiase contractarbeiders en is daarom gebaseerd op het Hindi/Hindoestani, in het bijzonder het Bhojpuri-dialect. Door contact met andere talen, dialecten, culturen en schriften is de taal als een aparte taal te beschouwen.

Benaming op de taallijst

Er is gekozen om het Hindoestani toe te voegen aan de benaming ‘Sarnami’ ten behoeve van de vindbaarheid van de taal. Wanneer er dan op het Hindoestani wordt gezocht, wordt de taal alsnog gevonden.

Het Sarnami en Hindoestani (Suriname) zijn twee verschillende namen voor dezelfde taal, en kunnen uitwisselbaar gebruikt worden.

Naar boven