Besluit van de Staatssecretaris Justitie en Veiligheid van 24 april 2024, nummer 5410517, tot tijdelijk afwijken van artikel 4.17a, derde, vierde en vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 50, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 4.17b, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000,

Gehoord de Commandant van de Koninklijke Marechaussee;

Besluit:

ARTIKEL I

Met toepassing van artikel 4.17b van het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt tijdelijk afgeweken van artikel 4.17a, derde, vierde en vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 april 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

De instroom van vreemdelingen in de Europese Unie (hierna: EU) is onverminderd hoog. De druk van irreguliere migratie op de EU-buitengrenzen is in 2023 aanzienlijk toegenomen ten opzichte van 2022. Zo is het aantal irreguliere grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen van de EU in 2023 met 17% toegenomen ten opzichte van 2022, tot 380.000 irreguliere grensoverschrijdingen. Dit is volgens het Europese grens- en kustwachtagentschap (Frontex) het hoogste niveau sinds 2016. In Nederland is het aantal eerste asielaanvragen in 2023 met 8% toegenomen ten opzichte van 2022. Deze asielinstroom in Nederland is veelal te herleiden tot secundaire migratie vanuit lidstaten van eerste aankomst via andere lidstaten naar Nederland. Het aantal migranten dat in 2023 na een toegangsweigering asiel aanvraagt aan de Nederlandse buitengrenzen (lucht- en zeehavens) is relatief beperkt ten opzichte van het aantal eerste asielaanvragen in Nederland. Dit is voor een deel terug te zien in cijfers over asielaanvragen in Nederland en de Eurodac-treffers van asielzoekers in Nederland. In 2023 bedroeg het totale aantal eerste asielaanvragen in Nederland 38.380, waarvan 1.400 asielaanvragen bij de grensdoorlaatposten van de Nederlandse lucht- en zeehavens zijn ingediend. Van dit totaalaantal had 37% betrekking op vreemdelingen die reeds door een andere lidstaat in Eurodac waren geregistreerd.

Vanwege de toename van het aantal illegale grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen en van de secundaire migratie hebben verschillende lidstaten, waaronder Duitsland, Oostenrijk, Polen, Tsjechië en Italië, in 2024 besloten om aan (delen van hun) binnengrenzen grenscontroles in te voeren of de reeds ingevoerde grenscontroles te verlengen.

Om er zicht op te blijven houden of deze stroom van irreguliere migranten in Europa, waaronder asielzoekers, zich ook naar Nederland verplaatst, acht ik het van groot belang dat het operationeel toezicht door de Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) eenheden van de Koninklijke Marechaussee (KMar) voor de periode van zes maanden wordt geïntensiveerd. Intensiever toezicht is noodzakelijk, maar kan niet plaatsvinden binnen de kaders van artikel 4.17a Vreemdelingenbesluit 2000. Daarom besluit ik op grond van artikel 4.17b Vreemdelingenbesluit 2000 tot een intensivering van de controles.

Met de intensivering van de MTV-controles worden de volgende effecten verwacht:

  • 1) de bestrijding van illegale immigratie in het algemeen, het buigen van de migratiestromen naar Nederland waarmee mogelijk de druk op de asielopvang kan worden verlicht en de bestrijding van mensensmokkel in het bijzonder;

  • 2) het voorkomen van mensonterende incidenten (zoals de omgekomen vreemdelingen in vrachtwagens);

  • 3) het voorkomen van substantiële incidenten voor de openbare orde en nationale veiligheid in Nederland.

Daarnaast acht ik het van belang dat de KMar krachtig en zichtbaar waar nodig samen optreedt met de andere ketenpartners, zoals de politie en de douane.

Uitvoering controles

Op grond van artikel 4.17b worden de extra MTV-controles binnen onderstaand kader uitgevoerd:

  • 1. op eenzelfde vliegroute wordt ten hoogste op de helft van het aantal vluchten per dag gecontroleerd. In het kader van dit toezicht wordt slechts een deel van de passagiers op een vlucht staande gehouden.

  • 2. per dag worden ten hoogste zes treinen per traject en ten hoogste veertig treinen in totaal gecontroleerd, met dien verstande dat het toezicht slechts mag worden uitgeoefend in een deel van de trein, en per trein in ten hoogste vier treincoupés.

  • 3. op eenzelfde weg of vaarweg worden ten hoogste 180 uur per maand en ten hoogste 12 uur per dag controles uitgevoerd. In het kader van dit toezicht wordt slechts een deel van de passerende vervoermiddelen stilgehouden.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven