Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 29 april 2024, nummer 5400706, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkeringen Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 9, tweede lid, van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen;

ARTIKEL I

In artikel 6, eerste lid, van de Regeling specifieke uitkeringen Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen wordt ‘artikel 4’ vervangen door ‘artikel 5’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 april 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

De onderhavige wijziging van de Regeling specifieke uitkeringen Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen bevat een wijziging van artikel 6, eerste lid, van die regeling. De onjuiste verwijzing naar artikel 4 wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 5. Artikel 6 bepaalt dat de specifieke uitkeringen aan gemeenten, bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen, worden verstrekt in de eerstvolgende maand juni of november nadat aan de voorwaarden in artikel 4 is voldaan. Deze voorwaarden staan echter niet in artikel 4, maar in artikel 5. Zij gelden overigens hoe dan ook op grond van (de tekst van) artikel 5.

Deze wijziging werkt terug tot en met 1 februari 2024, de dag waarop de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen en de daarop gebaseerde regelgeving in werking zijn getreden.

De invoeringstermijn van deze regeling bedraagt minder dan twee maanden. Ook de inwerkingtredingsdatum wijkt af van de vaste verandermomenten. Hiermee wordt afgeweken van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Deze uitzonderingen zijn toegestaan omdat het, ter voorkoming van eventueel misverstand, van belang is dat zo spoedig mogelijk naar het juiste artikel wordt verwezen (aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder b, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven