Kennisgeving besluit vergunning Ontgrondingenwet (Ogw) RWS-2024/19273

Logo Rijkswaterstaat

m.e.r.-beoordelingsbesluit ontgraven van de waterbodem van het Veluwemeer

 

De minister van Infrastructuur en Waterstaat maakt op grond van artikel 7.17, van de Wet milieubeheer bekend, dat zij heeft besloten dat bij de voorbereiding van het besluit op de aanvraag om wijziging van de ontgrondingsvergunning voor het verdiepen projectgebied WS1, nabij eiland ‘De Kluut’ en het eiland ‘ Pierland’ in het Veluwemeer, geen milieueffectrapport behoeft te worden opgesteld. Het besluit is gedateerd op 2 mei 2024 en op dezelfde dag verzonden onder zaaknummer RWSZ2023-000019094.

 

Op 14 december 2023 is in samenhang met een aanvraag voor het wijzigen van een ontgrondingsvergunning een m.e.r.-beoordelingsnotitie van Coöperatie Gastvrije Randmeren U.A. te Harderwijk ontvangen. De beoordelingsnotitie is ingediend omdat de aan te vragen activiteit krachtens artikel 7.2, eerste lid, onder b, van de Wet milieubeheer is aangewezen in bijlage D, categorie 29.2 van het Besluit milieueffectrapportage.

 

Uit de m.e.r.-beoordeling volgt dat er geen significante nadelige gevolgen voor het milieu zijn, die het maken van een milieueffectrapportage rechtvaardigen. Bij het nemen van dit besluit is rekening gehouden met de kenmerken van de potentiële effecten van de activiteit. Uit de beoordeling van de voorgenomen activiteit blijkt dat er geen sprake is van bijzondere nadelige gevolgen voor het milieu als bedoeld in artikel 7.17, eerste lid, van de Wet milieubeheer.

 

Terinzagelegging

Het m.e.r-beoordelingsbesluit en de m.e.r.-beoordelingsnotitie zijn van 6 mei 2024 tot 17 juni 2024 in te zien via het Rijkswaterstaat Publicatie Platform: https://open.rws.nl/ter-inzage/.

Ook liggen deze stukken tijdens kantooruren, op afspraak, ter inzage op het volgende adres:

• het kantoor van Rijkswaterstaat Midden-Nederland, Zuiderwagenplein 2 te Lelystad.

 

Vervolgprocedure

Een m.e.r.-beoordelingsbesluit is een voorbereidingsbesluit in de zin van artikel 6:3 van de Algemene wetbestuursrecht (Awb). Een dergelijke beslissing is niet zelfstandig vatbaar voor bezwaar en beroep, tenzij dit besluit een belanghebbende los van het voor te bereiden besluit rechtstreeks in zijn belang treft. Indien u belanghebbende bent en los van het voor te bereiden besluit rechtstreeks door het m.e.r.-beoordelingsbesluit wordt getroffen, moet u, om bezwaar te maken, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Waterstaat, t.a.v. Rijkswaterstaat Midden-Nederland, afdeling Vergunningverlening, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

 

In het bezwaarschrift dient in ieder geval het volgende te staan:

- uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer;

- een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen);

- de reden waarom u bezwaar maakt;

- de datum en uw handtekening.

 

Inlichtingen

Voor nadere inlichtingen kan tijdens kantooruren contact worden opgenomen met de heer Pabbruwee van Rijkswaterstaat Midden Nederland, telefoonnummer 06 10 928 948

 

Naar boven