Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2024, 15098 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2024, 15098 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Van woensdag 22 mei 2024 tot en met dinsdag 18 juni 2024 kan iedereen reageren op het voornemen van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat om, samen met de bestuurlijke partners in de regio, een verkenning uit te voeren naar het in stappen toevoegen van meer sprinters en 4 nieuwe stations aan het tracé van de Oude Lijn (op het traject van Den Haag tot Dordrecht), ten behoeve van de verstedelijking langs het tracé. In deze kennisgeving op grond van artikel 5.47 van de Omgevingswet leest u over de mogelijkheid die u heeft om te reageren.
De Zuidelijke Randstad is één van de drukste regio’s van Nederland. De regio groeit de komende decennia verder, met extra woningen en beter openbaar vervoer. Het Rijk en de provincie Zuid-Holland, de metropoolregio Rotterdam-Den Haag en acht gemeenten in de Zuidelijke Randstad hebben in het Integraal Verstedelijkingsakkoord Zuidelijke Randstad afgesproken om twee-derde van de totale verstedelijkingsopgave van Zuid-Holland te realiseren in de steden Dordrecht, Rotterdam, Schiedam, Delft, Rijswijk, Den Haag, Zoetermeer en Leiden. Dit zijn acht steden in de nabijheid van de Oude Lijn. Zij werken samen aan de bouw van 170.000 woningen en de realisatie van 85.000 arbeidsplaatsen.
Als gevolg van de voorziene groei van de bevolking en arbeidsplaatsen neemt ook de druk op de bereikbaarheid en de beschikbare ruimte toe. De spoorinfrastructuur op de Oude Lijn heeft onvoldoende kwaliteit voor de beoogde verstedelijkingsopgave.
November 2022 is de (bestuurlijke) startbeslissing genomen voor de MIRT-Verkenning Oude Lijn. Deze kennisgeving is de start volgens de Omgevingswet voor de deelstudie CitySprinter en Nieuwe Stations binnen deze MIRT-Verkenning.
Om bestaande en nieuwe woningen en arbeidsplaatsen duurzaam bereikbaar te houden is een uitbreiding van het openbaar-vervoersysteem op de Oude Lijn nodig. Na uitvoering van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) is het mogelijk om acht Intercity’s en zes Sprinters te rijden (per uur per richting tussen Den Haag en Rotterdam). Met de realisatie van PHS wordt de capaciteit op de Oude Lijn maximaal benut. Om voor een nog betere bereikbaarheid te zorgen, wordt onderzocht wat er nodig is om het aantal sprinters te verhogen naar 8 of 12 keer per uur, en wordt de opening van 4 nieuwe stations onderzocht:
– Rijswijk Buiten
– Schiedam Kethel
– Rotterdam Van Nelle
– Dordrecht Leerpark
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Deze kennisgeving is de formele start van de projectbesluitprocedure Oude Lijn onder de Omgevingswet. In een projectbesluitprocedure wordt eerst een verkenning gedaan naar de opgave en de mogelijke oplossingen voor die opgave.
Naar verwachting wordt de verkenning in 2025 afgerond met het vaststellen van een voorkeursbeslissing voor de deelstudie CitySprinter/Nieuwe Stations. In de voorkeursbeslissing wordt vastgelegd naar welke oplossing, of combinatie van mogelijke oplossingen, de voorkeur uitgaat. De voorkeursbeslissing wordt gevolgd door het vaststellen van een projectbesluit. Voor de nieuwe stations wordt eventueel een procedure via een gemeentelijk omgevingsplan gevolgd.
Om de effecten op het milieu zichtbaar te maken, zal een milieueffectrapport (plan-MER) worden opgesteld. Voorafgaand aan het opstellen van het plan-MER zal over de reikwijdte en het detailniveau van dit plan-MER advies worden gevraagd aan de wettelijke adviseurs en de Commissie mer. Ook de omgeving zal hierbij worden betrokken. Het plan-MER wordt ter inzage gelegd bij de ontwerpvoorkeursbeslissing. Iedereen kan een zienswijze indienen over de ontwerpvoorkeursbeslissing en het plan-MER. Ook de Commissie mer zal in de gelegenheid worden gesteld om over het plan-MER advies uit te brengen.
Voor de andere onderdelen van de verkenning Oude Lijn (te weten de Knooppuntstations Leiden Centraal, Den Haag Laan van NOI, Schiedam Centrum en Dordrecht) zal (indien nodig) een separate procedure worden gevolgd waarvoor de betreffende gemeente bevoegd gezag zal zijn. Welke procedure daarbij gevolgd wordt, wat daarin de stappen zijn en hoe u daarin kan meedenken, zal vanuit de Knooppuntprojecten bekend worden gemaakt.
Iedereen kan mogelijke oplossingen voordragen voor de opgave om het tracé van de Oude Lijn (op het traject van Den Haag tot aan Dordrecht) klaar te maken voor het in stappen toevoegen van meer sprinters en 4 nieuwe stations ten behoeve van de verstedelijking. De oplossingen dienen te voldoen aan uitgangspunten om redelijkerwijs in beschouwing genomen te worden. Ook kunt u laten weten hoe u betrokken wilt worden bij het vervolg van dit project.
Deze start van de Omgevingswetprocedure is qua mogelijkheid tot meedenken een vervolg op de in december 2023 door ProRail in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat opgestarte (informele) participatie voor de deelstudie CitySprinter en Nieuwe Stations met eerdere meedenkmomenten in februari en april 2024 en op de internetraadpleging Oude Lijn in maart en april 2024.
De mogelijke oplossingsrichtingen dienen:
– technisch en financieel uitvoerbaar en juridisch haalbaar te zijn;
– te passen binnen het beleidskader en de reeds genomen besluiten zoals geschetst in hoofdstuk 1 van de Startbeslissing (november 2022);
– te zijn gelegen binnen het grondgebied van de gemeenten Den Haag, Rijswijk, Delft, Midden-Delfland, Schiedam, Rotterdam, Barendrecht, Zwijndrecht en Dordrecht;
– te passen binnen de doelstelling van de verkenning (paragraaf 2.2 van de Startbeslissing november 2022).
Indien u mogelijke oplossingen voordraagt, kunt u daarbij verzoeken dat daarover advies wordt gevraagd aan een onafhankelijk deskundige. Naast mogelijke oplossingsrichtingen kunt u ook eventuele projecten en ontwikkelingen aandragen, waarmee rekening kan worden gehouden (raakvlakprojecten) of die wellicht kunnen meelopen met dit project (meekoppelkansen). Zie voor de reeds bekende raakvlakprojecten paragraaf 4.3 van de Startbeslissing.
Deze informatie en de bijbehorende documenten staan vanaf woensdag 22 mei 2024 op Platform Participatie. Het gaat dan om de Startbeslissing verkenning Oude Lijn en het participatieplan voor de deelstudie CitySprinter/Nieuwe Stations.
Op papier kunt u de documenten van woensdag 22 mei 2024 tot en met dinsdag 18 juni 2024 bekijken bij:
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijnstraat 8, 2515 XP Den Haag; tel. (070) 456 96 07
Neem vooraf telefonisch contact op in verband met de openingstijden.
U bent van harte uitgenodigd om uw vragen over het project te stellen tijdens een ons telefonisch spreekuur. Op donderdag 30 mei 2024 kunt u tussen 15:00 uur en 16:00 uur bellen naar 0800-776 72 45 om met medewerkers van ProRail in te gesprek gaan.
U kunt op drie manieren reageren, van woensdag 22 mei 2024 tot en met dinsdag 18 juni 2024. Wanneer u heeft deelgenomen aan de internetraadpleging Oude Lijn of een reactie heeft ingediend tijdens een meedenkavond in februari en april 2024, staat het u vrij om ook op deze kennisgeving te reageren.
Digitaal
Bij voorkeur ontvangen wij uw reactie via ons formulier.
Mondeling
Voor het noteren van uw mondelinge reactie kunt u tijdens kantooruren een afspraak maken via het telefoonnummer (070) 456 96 07.
Per post
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, directie Participatie
o.v.v. Oude Lijn CS/NS
Postbus 20901
2500 EX Den Haag
We zien in uw reactie graag uw gedachten over de volgende vragen:
• Heeft u aanvullingen op de opgave?
• Vindt u dat de juiste oplossingsrichtingen worden onderzocht? Heeft u nog aanvullingen die passen binnen de uitgangspunten voor het redelijkerwijs in beschouwing nemen van mogelijke oplossingen?
• Welke aandachtspunten heeft u voor de uit te voeren verkenning?
• Kunt u zich vinden in de wijze waarop betrokkenen uit de omgeving worden betrokken bij het proces? Mist u nog mensen of groepen?
• Welke wensen heeft u voor uw eigen betrokkenheid?
Uw reactie wordt betrokken bij de verkenning van de opgave en de mogelijke oplossingen. In de Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen wordt weergegeven wat er met alle ingediende reacties wordt gedaan. Indieners worden over de Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen geïnformeerd.
Contact met de overheid gaat steeds vaker digitaal. Soms vinden mensen dit lastig. Kunt u wel wat hulp gebruiken of kent u iemand die hulp nodig heeft? Kom langs in de bibliotheek, bij het Informatiepunt Digitale Overheid.
De Informatiepunten Digitale Overheid zijn er voor mensen die moeite hebben met digitale dienstverlening en vragen hebben over het zaken doen met de overheid. De Informatiepunten zijn ondergebracht in de bibliotheken. U kunt hier zonder afspraak binnenlopen voor ondersteuning bij vragen over websites van de overheid, bijvoorbeeld voor het digitaal raadplegen van documenten behorend bij dit project of het digitaal indienen van een reactie.
Meer informatie over het project en de participatiemogelijkheden op Platform Participatie.
Vragen over de procedure? Bel naar (070) 456 96 07, directie Participatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Op de hoogte blijven van dit project? Meld u aan voor de nieuwsbrief.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-15098.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.