Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 april 2024, nr. 45569201, houdende wijziging van de Subsidieregeling Npuls CTL in verband met het vervallen van het maximum aantal aanvragen, verduidelijking van de verplichtingen op grond van de Verordening tot instelling van de Herstel- en Veerkracht Faciliteit en enkele andere wijzigingen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Npuls CTL wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van dat lid door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

verordening:

Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PbEU 2021, L 057).

B

In artikel 5, tweede lid, vervalt ‘en tot ten hoogste 22 toekenningen’.

C

In artikel 12, zesde lid, wordt na ‘verleent medewerking aan’ ingevoegd ‘het naleven van verplichtingen op grond van de verordening en’.

D

Artikel 15, vijfde lid, vervalt, onder vernummering van het zesde en zevende lid tot vijfde en zesde lid.

E

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16. Bevoorschotting en betaling

De minister verstrekt een voorschot van 100%, dat in drie gelijke termijnen wordt uitbetaald.

F

In de bijlage wordt bij beoordelingscriterium 5, in de tweede rij van de tweede kolom na ‘het format van DUS-I’ toegevoegd ‘en voldoet aan de vereisten van artikel 11’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Aanleiding

Met de Subsidieregeling Npuls CTL kunnen onderwijsinstellingen van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) een aanvraag doen voor een financiële bijdrage voor het binnen de eigen onderwijsinstelling opzetten of verder ontwikkelen van een Center for Teaching and Learning (CTL).

De subsidie vormt de basis voor de onderwijsinstelling om een duurzame CTL op te zetten of verder te ontwikkelen. Een CTL zorgt ervoor dat sectorale ICT-voorzieningen en de lokale en nationaal opgebouwde kennis sneller beschikbaar komen voor docenten en onderwijspersoneel. Bij een CTL kunnen docenten(teams) en onderwijspersoneel terecht voor advies en training over het vernieuwen van hun onderwijs, op een manier die past bij de eigen context en cultuur van de onderwijsinstelling.

Met de regeling wordt beoogd het leren in een onderwijsinstelling te versterken. CTL’s hebben de functie om kennis over leren en onderwijzen binnen onderwijsinstellingen te verspreiden, versterken en benutten. Daarbij is in het bijzonder aandacht voor de inzet van digitale middelen in en rondom het onderwijs.

Alle onderwijsinstellingen zetten een CTL op of ontwikkelen een bestaand CTL verder. Omdat elke onderwijsinstelling anders is, kan iedere CTL een eigen vormgeving hebben, maar een CTL is in ieder geval altijd een als zodanig herkenbaar, vindbaar en aanwijsbaar organisatieonderdeel. Om binnen het kader van de regeling en de doelstelling van Npuls maximale vrijheid voor het opzetten van een CTL te geven, kan het CTL op grond van de activiteiten die zijn genoemd in artikel 7 op verschillende manieren vormgegeven worden, doordat deze activiteiten niet aan een bepaalde vorm worden gebonden. Het CTL kan uit een combinatie van vormen bestaan, zoals een fysieke locatie en een online platform. Hierbij kan worden gedacht aan een fysieke locatie, een netwerk van mensen, een online platform en/of een afdeling. De CTL’s van de verschillende onderwijsinstellingen staan onderling met elkaar in contact om kennis en ervaring uit te wisselen. Het programma Npuls bevordert deze samenwerking en uitwisseling.

Inmiddels heeft de eerste aanvraagronde plaatsgevonden waarbij het beschikbare subsidiebudget van € 10.000.000 niet volledig is uitgeput. Het resterende bedrag wordt op grond van artikel 6, derde lid, toegevoegd aan het reeds beschikbare budget waarmee het totale bedrag voor de tweede aanvraagronde uitkomt op € 13.363.567,41.

2. Wijzigingen

Door het ruimere budget alsmede door verhoogde capaciteit bij programma organisatie Npuls is er geen reden meer om het aantal aanvragen te beperken tot 22. Tevens is een verwijzing opgenomen naar de Verordening tot instelling van een Herstel- en Veerkracht Faciliteit en is de medewerking aan de verplichtingen op grond van deze verordening toegelicht.

3. Uitvoerbaarheid en handhaving

Deze wijzigingsregeling is aan DUS-I voorgelegd voor een uitvoeringstoets.

DUS-I acht de regeling uitvoerbaar.

4. Afstemming en advisering

Voor de totstandkoming van de wijzigingsregeling is overleg gevoerd met het Ministerie van Financiën, DUS-I, die tevens de feedback van de beoordelingscommissie heeft ingebracht, Npuls en juristen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De feedback is verwerkt en heeft geleid tot minimale aanpassingen van de regeling.

5. Regeldruk

Deze wijzigingsregeling heeft geen substantiële gevolgen voor de regeldruk.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A (wijziging artikel 1)

Deze definitiebepaling is opgenomen in verband met de wijziging van artikel 12 (onderdeel C).

Artikel I, onderdeel B (wijziging artikel 5)

De verwachting voor de tweede aanvraagronde is dat meer onderwijsinstellingen een aanvraag zullen indienen dan in de eerste aanvraagronde. Gelet op het ruimere budget dat beschikbaar is in de tweede aanvraagronde is er geen noodzaak meer om een beperking aan het aantal aanvragen te stellen. Tevens is de uitvoeringscapaciteit bij de programma-organisatie van Npuls verhoogd waardoor meer aanvragen tijdig verwerkt kunnen worden. De beperking van 22 aanvragen is derhalve geschrapt in artikel 5, tweede lid. Ook artikel 15, vijfde lid, is in dit verband vervallen.

Artikel I, onderdeel C (wijziging artikel 12)

Op grond van artikel 12, zesde lid, geldt al dat de subsidieontvanger medewerking moet verlenen aan audits over de uitvoering van en de besteding van de subsidiegelden voor zover het door het Herstel- en Veerkrachtplan beschikbare gelden betreft. Deze bepaling is verder verduidelijkt door toe te voegen dat de subsidieontvanger ook medewerking moet verlenen aan het naleven van de verplichtingen op grond van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de Herstel- en Veerkracht Faciliteit1 (HVF). Deze verordening vormt de basis voor het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan dat door de Europese Commissie op 4 oktober 2022 is goedgekeurd. Het betreft specifiek de verplichtingen tot aanlevering van gegevens van de subsidieontvanger (art. 22, lid 2, onderdeel d), gegevens ten behoeve van publicatie op een EU portaal (art. 25bis) en de verplichting om de oorsprong van de EU financiering bekend te maken door middel van het EU-embleem met de financieringsverklaring ‘gefinancierd door de Europese Unie-NextGenerationEU’ (art. 34).

Artikel I, onderdeel D (wijziging artikel 15)

Het vijfde lid vervalt in verband met de wijziging van artikel 5, tweede lid (onderdeel B).

Artikel I, onderdeel E (wijziging artikel 16)

Deze bepaling is aangepast om te verduidelijken dat de bevoorschotting wordt gedaan in 3 gelijke termijnen. Dit is in overeenstemming met de huidige werkwijze. De termijnen worden bepaald op basis van de looptijd van de aanvraag en in de beschikking vastgesteld.

Artikel I, onderdeel F (wijziging bijlage)

beoordelingscriterium 5

Toegevoegd is dat de begroting, die ingevuld moet worden in het format van DUS-I, moet voldoen aan de vereisten van artikel 11. Met deze toevoeging wordt verduidelijkt dat de nadere beschrijving en motivering die vereist is ingevolge artikel 11, specifiek het eerste, tweede en vijfde lid, ook moet worden opgenomen in het format van DUS-I.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

PbEU 2021, L 057.

Naar boven