Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 16 april 2024, nr. IENW/BSK-2024/117441, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau voor de uitvoering van enkele artikelen van de Wet vrachtwagenheffing (Besluit mandaat, volmacht en machtiging CJIB voor de uitvoering van de Wet vrachtwagenheffing)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau van 3 april 2024, kenmerk 24UO203658;

BESLUIT:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In dit besluit wordt verstaan onder:

Centraal Justitieel Incassobureau:

Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden;

minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Secretaris-generaal:

secretaris-generaal van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

wet:

Wet vrachtwagenheffing.

Artikel 2 (bevoegdheid dwangbevel)

Aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau wordt mandaat en machtiging verleend tot:

• a. het uitvaardigen van het dwangbevel, bedoeld in artikel 16, vijfde lid, van de wet en het verrichten van feitelijke handelingen die daarmee verband houden; en

• b. het verwerken van de persoonsgegevens voor de uitvoering van de in onderdeel a bedoelde werkzaamheden.

Artikel 3 (privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen)

Aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau wordt volmacht en machtiging verleend voor:

• a. het opmaken en versturen van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 15 van de wet, alsmede het innen van de bestuurlijke boete;

• b. het invorderen bij dwangbevel;

• c. het afhandelen van executiegeschillen in verband met een dwangbevel als bedoeld in artikel 16, vijfde lid, van de wet; en

• d. het verwerken van de persoonsgegevens verkregen in het kader van de uitvoering van de handelingen, genoemd in de onderdelen a tot en met c.

Artikel 4 (ondermandaat)

• 1. De algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden, bedoeld artikel 2, in ondermandaat verlenen aan een functionaris werkzaam voor zijn organisatie.

• 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op volmacht en machtiging als bedoeld in artikel 3.

Artikel 5 (voorbehouden bevoegdheden secretaris-generaal)

Aan de secretaris-generaal is de bevoegdheid voorbehouden tot het doen van de mededeling, bedoeld in artikel 9:36, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, dat een aanbeveling van de Nationale ombudsman niet wordt opgevolgd, voor zover deze aanbeveling betrekking heeft op de in dit besluit gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 6 (kaders uitoefening bevoegdheden)

De uitoefening van bevoegdheden die bij of krachtens dit besluit zijn verleend, geschiedt met inachtneming van:

• a. de door de minister gegeven algemene of bijzondere instructies; en

• b. de toegekende financiële middelen.

Artikel 7 (informatieplicht)

• 1. Het Centraal Justitieel Incassobureau informeert de minister over de gebruikmaking van de gemandateerde bevoegdheden. De minister en het Centraal Justitieel Incassobureau informeren elkaar over zwaarwegende en politiek-bestuurlijk gevoelige omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op of van invloed kunnen zijn op de gemandateerde bevoegdheden.

• 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op bevoegdheden die zijn verleend op basis van volmacht en machtiging.

Artikel 8 (register)

In het register, bedoeld in artikel 37 van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat 2023, worden opgenomen:

• a. dit besluit;

• b. alle krachtens dit besluit genomen besluiten waarbij ondermandaat, volmacht of machtiging wordt verleend;

• c. alle besluiten tot wijziging of intrekking van de onder a en b genoemde besluiten.

Artikel 9 (inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 10 (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging CJIB voor de uitvoering van de Wet vrachtwagenheffing.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

• a. naam en adres van de indiener;

• b. de dagtekening;

• c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

• d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

• e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend.

Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat is verantwoordelijk voor de uitvoering van de vrachtwagenheffing in het kader van de Wet vrachtwagenheffing (hierna: de wet). Het overgrote deel van de taken en handelingen die daaruit voortvloeien zijn bij de Dienst Wegverkeer (RDW) belegd met het Besluit mandaat, volmacht en machtiging RDW voor de uitvoering van de vrachtwagenheffing.¹ Met het onderhavige besluit wordt aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) mandaat, volmacht en machtiging verleend om voor de uitvoering van de wet werkzaamheden te verrichten namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Het CJIB is een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Voor het uitvaardigen van een dwangbevel wordt het CJIB een mandaat gegeven. Voor de overige werkzaamheden wordt volmacht en machtiging verleend. Het gaat daarbij om de administratieve afhandeling van de door de RDW opgelegde boetes alsmede het innen van de bestuurlijke boetes. RDW levert hiervoor bij het CJIB de informatie aan die betrekking heeft op het geconstateerde feit, de overtreding en de motivering van de boete. Daarnaast zal het CJIB klachten afhandelen die betrekking hebben op de dienstverlening van het CJIB.

De artikelen 4 tot en met 8 bevatten de kaders waarbinnen het ondermandaat, de mandatering, volmacht en machtiging van de uitoefening van de bevoegdheden en handelingen zullen plaatsvinden. Over de uitvoering van de informatieplicht uit artikel 7 worden nadere afspraken gemaakt.

Voor schriftelijke uitingen met betrekking tot het uitvaardigen en invorderen van een dwangbevel is het CJIB rechtstreeks met dit besluit gemandateerd respectievelijk ge(vol)machtigd (artikelen 2 en 3). Dat brengt met zich mee dat deze uitingen namens de Minister van IenW geschieden, door een functionaris van het CJIB. Deze uitingen geschieden op briefpapier van het CJIB.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

---

1 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 6 december 2022, nr. IENW/BSK-2022/281749, houdende regels inzake de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de Dienst Wegverkeer voor de uitvoering van de Wet vrachtwagenheffing en de Wet implementatie EETS-richtlijn (Besluit mandaat, volmacht en machtiging RDW voor de uitvoering van de Wet vrachtwagenheffing).