Overlaten besluitvorming over Hoogspanningsstation Eindhoven-Oost aan de gemeente Eindhoven, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Datum 18 april 2024

Nummer DGKE-DRE/51338243

DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE,

overwegende:

  • dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft het bestaande 380kV hoogspanningsstation Eindhoven-Oost, gelegen in de gemeente Eindhoven, uit te breiden;

  • dat het Rijk voor de besluitvorming inzake dit project op grond van artikel 20a, eerste lid, onder a, van de Elektriciteitswet 1998 de projectprocedure, als bedoeld in afdeling 5.2 van de Omgevingswet, volgt;

  • dat de projectprocedure, voor zover hier van belang, gelet op artikel 20a, eerste lid, onder a van de Elektriciteitswet 1998 met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een projectbesluit wordt vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie (hierna: K&E)1 in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK);

  • dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 20a, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan besluiten geen projectbesluit vast te stellen als naar zijn oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van de provincie of gemeente het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden, en het college van gedeputeerde staten van de betreffende provincie respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente daarmee instemmen;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven bij brief van 28 juli 2023 heeft aangegeven bereid te zijn om als bevoegd gezag de planologische besluitvorming over de beoogde uitbreiding van het hoogspanningsstation op zich te nemen;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde besluitvorming, zonder dat de projectprocedure door het Rijk wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT bij brief van 19 december 2023 de Minister voor K&E heeft verzocht af te zien van toepassing van de projectprocedure;

  • dat ter voorbereiding van het besluit om af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit de provincie Noord-Brabant is gehoord over dit voornemen;

  • dat de gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant bij brief van 22 januari 2024 heeft aangegeven dat hun voorkeur uitgaat naar het niet vaststellen van een Rijksprojectbesluit.

Gelet op:

Artikel 20a, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998

Besluit:

Artikel 1

Inzake de uitbreiding van het Hoogspanningsstation Eindhoven-Oost, gelegen in de gemeente Eindhoven, wordt geen Rijksprojectbesluit vastgesteld en wordt de besluitvorming over het project overgelaten aan de gemeente Eindhoven.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop het bekend is gemaakt. De bekendmaking geschiedt door toezending van het besluit aan het bestuursorgaan waaraan de besluitvorming wordt overgelaten.

Van dit besluit wordt kennis gegeven in de Staatscourant. Tevens wordt van dit besluit mededeling gedaan door toezending aan de initiatiefnemer.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: T.W.G.M.M. Albers, MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).


X Noot
1

Artikel 9b lid 4 Elektriciteitswet 1998 spreekt van ‘Onze Minister’. Daarmee werd bedoeld de Minister van Economische Zaken en Klimaat, deze bevoegdheid is overgegaan op de Minister voor Klimaat en Energie.

Naar boven