De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
Bijlage 2 van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek wordt als volgt
gewijzigd:
1. In de aanhef wordt ‘Dit betreffen subsidieplafonds voor het huidige en het komende
boekjaar en in het geval van Wageningen een additioneel meerjarig subsidieplafond
voor meerjarige projecten voor de periode van 2023 t/m 2026.’ vervangen door ‘Dit
betreffen subsidieplafonds voor het huidige en het komende boekjaar en in het geval
van Wageningen Research en MARIN daarnaast ook een additioneel meerjarig subsidieplafond.’.
2. In de tabel wordt in de rij van MARIN een rij toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 25 april 2024
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
TOELICHTING
1. Doel en aanleiding
Deze wijzigingsregeling voorziet in de vaststelling van een additioneel subsidieplafond
voor instituutssubsidie voor MARIN. Deze subsidie wordt verstrekt op grond van de
Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (hierna: Subsidieregeling TO2).
Er wordt voor MARIN een additioneel meerjarig subsidieplafond instituutssubsidie voor
de periode 2024-2028 vastgesteld van € 6.000.000. Dit is voor het herstellen van een
eerdere korting van ditzelfde bedrag op de instituutssubsidie van MARIN voor het vrijmaken
van middelen voor het Seven Oceans Simulator centrum. Hiermee wordt het eerder gekrompen
vermogen om aan kennisontwikkeling te doen hersteld.
2. Staatssteun
De wijziging brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, verbonden aan de Subsidieregeling
TO2. De wijziging met betrekking tot de publicatie van voormelde subsidieplafonds
passen binnen de eerdere staatssteunbeoordeling. Voor een nadere toelichting op de
staatssteunaspecten wordt verwezen naar paragraaf I, onderdeel 6, van de toelichting
van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (Stcrt. 2018, 5475).
3. Regeldruk
De vaststelling van de subsidieplafonds leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen
en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de
Subsidieregeling TO2. Voor een nadere toelichting op de huidige regeldrukeffecten
wordt verwezen naar paragraaf I, onderdeel 8, van de toelichting van de Subsidieregeling
instituten voor toegepast onderzoek (Stcrt. 2018, 5475).
4. Inwerkingtreding
De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding
wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële
regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee
maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd,
omdat de doelgroep van de regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens