Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 26 april 2024, nr. WJZ/ 52878773, tot wijziging van de Regeling doorberekening kosten ACM in verband met de vaststelling van de bedragen voor 2024

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 6a, zevende lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling doorberekening kosten ACM wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1, onderdeel A, kolom 3, wordt vervangen door:

Bedrag voor toekenning

€ 950,00

€ 30,00

€ 116,00

€ 60,00

€ 67,00

€ 0,65

B

Bijlage 1, onderdeel A, kolom 4, wordt vervangen door:

Bedrag ter vergoeding van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers in 2024

€ 178,00

€ 8,76

€ 44,00

€ 23,00

€ 8,76

€ 0,16

C

Bijlage 3 komt te luiden:

BIJLAGE 3. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 7A, EERSTE LID, VAN DE REGELING DOORBEREKENING KOSTEN ACM

Categorie

Bedrag ter vergoeding van de kosten van de ACM die met toepassing van hoofdstuk 3 van het besluit door middels van toerekeningen worden doorberekend in 2024

Regionaal netbeheer elektriciteit

0,08165% van de relevante omzet

Regionaal netbeheer gas

0,12534% van de relevante omzet

Landelijk netbeheer elektriciteit

€ 4.053.525

Landelijk netbeheer gas

€ 1.930.571

Warmtelevering

0,28770% van de relevante omzet

Universele postdienst

€ 495.672

Niet-universele postdienst

0,03580% van de relevante omzet

Verplichtingen op grond van Verordening (EU) nr. 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketdiensten (PbEU 2028, L 112) met betrekking tot de universele postdienst

€ 7.188,00

Verplichtingen op grond van Verordening (EU) nr. 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketdiensten (PbEU 2028, L 112) met betrekking tot de niet-universele postdienst

0,00061% van de relevante omzet

Openbare elektronische communicatiediensten met uitzondering van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten, openbare elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten

0,03389% van de relevante omzet

Loodswezen

€ 108.646

Luchtvaart

€ 440.987

Betalingsverkeer

€ 439,58 per 50.000.000 binnenlandse betaaltransacties

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 1 mei 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Algemeen

De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) maakt kosten voor haar toezicht op verschillende marktorganisaties. Artikel 6a, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt bepaalt dat de kosten van de ACM die samenhangen met de uitvoering van haar taken ten laste worden gebracht van marktorganisaties. De hoogte hiervan wordt conform het Besluit doorberekening kosten ACM (hierna: Besluit) geregeld in de Regeling doorberekening kosten ACM (hierna: Regeling). De kosten die de ACM voor haar toezicht maakt, wijzigen jaarlijks. Voorliggende regeling bevat de wijziging van de Regeling voor het jaar 2024.

2. Inhoud regeling

Wijziging Regeling doorberekening kosten ACM (voor 2024)

Met de in deze regeling vervatte wijzigingen wordt de regeling bijgewerkt met de bedragen die in 2024 door middel van toerekening aan marktorganisaties worden doorberekend.

Strekking wijzigingen tarieven

De totale uitgaven van de ACM waren in 2023 gemiddeld hoger dan in 2022. Dit heeft ook effect op de tarieven voor 2024. Het bedrag per marktcategorie fluctueert jaarlijks. Dit komt doordat er in het ene jaar meer of minder juridische, economische en technische onderzoeken zijn dan in het andere jaar. Daaraan gekoppeld fluctueert ook het aantal uur dat voor de taakuitoefening noodzakelijk is en kunnen er wijzigingen zijn in de indirecte materiële kosten.

Over 2023 wordt er 3,6% (€ 679.000) meer doorbelast aan de marktpartijen. De hoeveelheid doorbelaste uren is nagenoeg gelijk met 2022. De loonkosten zijn echter gestegen met circa 1,5% (€ 2,08 p/u). De overige stijging komt door een stijging van de materiele kosten met 79,4% (€ 405.000).

Hieronder is per sector toegelicht waar de tarieven in bepaalde categorieën zijn gestegen of gedaald, en waarom dat het geval was.

Uitgifte nummers (Bijlage 1, onderdeel A)

De kosten voor de uitgifte van nummers zijn in 2023 ten opzichte van 2022 met 3% gedaald. Daarnaast verwacht de ACM in 2024 2% minder nummers uit te zullen geven. Door de lagere kosten en de verwachte daling in het aantal uit te geven nummers worden de tarieven met 1,8% verlaagd.

Energie (Bijlage 3)

Regionaal netbeheer elektriciteit

Voor regionaal netbeheer elektriciteit was in 2023 ten opzichte van 2022 een toename te zien in de werkzaamheden. De stijging daarvan hangt samen met de verhoogde inzet op congestie. Met name de extra inzet gerelateerd aan het Landelijk Actieprogramma Netcongestie en de meerdere codewijzigingen (met name maatschappelijk prioriteren, non firm ATO en de aansluittermijnen). Verder zijn voor de regionale netbeheerders extra werkzaamheden verricht in het kader van de nieuwe reguleringsmethode 2027.

Regionaal netbeheer gas

Ook bij regionaal netbeheer gas was er een toename van de werkzaamheden te zien in 2023. De toename hangt samen met de extra inspanningen die samenhangen met de energietransitie en de nieuwe reguleringsmethode 2027.

Landelijk netbeheer elektriciteit

Voor landelijk netbeheer elektriciteit is de omvang van de inzet voor de werkzaamheden in 2023 toegenomen vanwege de werkzaamheden voor congestie (Landelijk Actieprogramma Netcongestie, energieopslag en de evaluatie en codewijziging congestiemanagement) en de extra inspanningen voor de nieuwe reguleringsmethode 2027.

Landelijk netbeheer gas

Voor landelijk netbeheer gas is een lichte toename in de werkzaamheden te zien die eveneens samenhangt met de extra inspanningen voor de nieuwe reguleringsmethode 2027.

Warmtelevering

Voor de categorie warmtelevering zijn de werkzaamheden in 2023 ten opzichte van 2022 nagenoeg gelijk gebleven.

Post (Bijlage 3)

Voor Universele Postdienst zijn er in 2023 flink meer uren besteed dan in 2022. Dit had onder andere te maken met een drietal arbeidsintensieve trajecten:

  • een analyse van het kostentoerekeningssysteem, die in 2023 voor het eerst sinds zeven jaar plaatsvond;

  • de inrichting van de post- en pakketmonitor op een nieuwe wijze;

  • het opvolgen van signalen.

De aanzienlijke daling in de kosten ten behoeve van de verplichtingen op grond van Verordening (EU) nr. 2018/644 betreffende grensoverschrijdende pakketdiensten1 met betrekking tot de universele postdienst wordt verklaard door een wijziging in afspraken met betrekking tot tijdschrijven. De inzet is in 2023 beperkt tot het rapporteren van gegevens aan de Europese Commissie.

Vanwege de daling van de activiteiten van de ACM ten behoeve van de andere vlakken van post, blijft de stijging van de totale kosten in 2023 ten opzichte van 2022 beperkt tot € 133.620 (20,5%).

De verdeelsleutel voor de niet-universele postdienst is in 2023 ten opzichte van 2022 met 12% gedaald vanwege een daling van de kosten (14%) en de omzet (3%).

De verdeelsleutel ten behoeve van de verplichtingen op grond van Verordening (EU) nr. 2018/644 betreffende grensoverschrijdende pakketdiensten met betrekking tot de niet-universele postdienst is in 2023 ten opzichte van 2022 met 24% gestegen als gevolg van een stijging in de kosten van 26% (absolute stijging van € 7.042). De omzet is nagenoeg niet gewijzigd (daling van 0,45%).

Openbare elektronische communicatie (Bijlage 3)

De kosten voor openbare elektronische communicatie zijn in 2023 ten opzichte van 2022 met 7% gedaald. Daarnaast is de omzet van de betrokken partijen in 2023 ten opzichte van 2022 met 1% gedaald. Hierdoor daalt het tarief eveneens met 7%.

Loodswezen en luchtvaart (Bijlage 3)

De door te berekenen kosten voor het loodsentoezicht zijn in 2023 met € 189.186 (ruim 63,5%) gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor.

De achterliggende oorzaak voor deze flinke daling is gelegen in het uitzonderlijke gegeven dat in 2022 tegelijkertijd sprake was van werkzaamheden voor een kostentoerekeningsysteem (eens per 5 jaar) en het vaststellen van de WACC (eens per 3 jaar). In 2023 was dit niet aan de orde.

De door te berekenen kosten voor luchtvaart zijn in 2023 ten opzichte van 2022 gedaald met € 32.414 (6,8%). Reden hiervoor is dat de omvangrijke klachtenprocedure over de driejaarlijkse vaststelling van de tarieven 2022-2024 van Schiphol nog gedeeltelijk doorliep in 2022. Dit heeft veel capaciteit gevergd. De daarop volgende klachtenprocedures over de aangepaste tarieven van Schiphol vergden minder capaciteit.

Betalingsverkeer (Bijlage 3)

De door te berekenen kosten voor de financiële sector zijn in 2023 ten opzichte van 2022 met € 8.295 gestegen. Dit is een stijging van ruim 9%. In 2023 zijn er meer uren besteed aan toezichtshandelingen die doorbelast worden aan de markt in vergelijking met 2022. Het totaal aantal transacties is in 2023 ten opzichte van 2022 echter ook gestegen. Hierdoor daalt het tarief per eenheid met 4,2%.

3. Regeldruk

Aan deze wijzigingsregeling zijn geen administratieve lasten en nalevingkosten verbonden. Het gaat hier namelijk puur om wijzigingen van bestaande tarieven. Dergelijke wijzigingen in de hoogte van de door te berekenen bedragen leveren geen regeldruk op. Gelet op de aard en strekking van deze wijzigingsregeling is deze dan ook niet voor formele toetsing aan het Adviescollege toetsing regeldruk voorgelegd.

4. Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. In het onderhavige geval wordt echter afgeweken van dit kabinetsbeleid, doordat deze regeling in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en de bekendmaking van deze wijzigingsregeling niet uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding van deze regeling plaatsvindt.

Deze afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten volgt uit artikel 9 van het Besluit. Dat artikel schrijft namelijk voor dat de bedragen jaarlijks vóór 1 mei worden vastgesteld (eerste lid) en dat de bedragen worden vastgesteld op basis van de kosten van de ACM in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de bedragen gelden (tweede lid). In de praktijk worden die kosten in de loop van het eerste kwartaal van het daarop volgende kalenderjaar in de jaarrekening vastgesteld. Hierdoor is inwerkingtreding van deze regeling op een van de vaste verandermomenten en bekendmaking ten minste twee maanden voor de inwerkingtreding niet mogelijk.

Gedifferentieerde inwerkingtreding en geldigheid tarieven

Artikel 9 van het Besluit is niet van toepassing op de bedragen ter vergoeding van de kosten van de beschikkingen bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit. Deze bedragen voor toekenning, genoemd in bijlage 1, onderdeel A, kolom 3, gelden in afwijking van de andere wijzigingen in deze Regeling vanaf 1 mei 2024. Daarom is geregeld dat artikel I, onderdeel A, in werking treedt met ingang van 1 mei 2024.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 20218 betreffende grensoverschrijdende pakketdiensten (PbEU 2018, L 112)

Naar boven