Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2024, 13627 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2024, 13627 | interne regeling |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de Ministers van Financiën van Sint Maarten en van Curaçao;
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de raad van Ministers van het Koninkrijk;
Gelet op artikel 33 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten;
Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
de evaluatiecommissie, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
1. Er is een evaluatiecommissie Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten 2024.
2. De evaluatiecommissie heeft tot taak een advies op te stellen als bedoeld in artikel 33, zesde, negende, tiende, elfde en twaalfde lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten.
1. Als leden van de commissie worden benoemd:
a. mevrouw Gea van Craaikamp, tevens voorzitter;
b. de heer Sherwin Casper;
c. mevrouw Helma Etnel;
d. de heer Kees van Nieuwamerongen.
2. De benoeming loopt af van rechtswege wanneer de in artikel 2 bedoelde taak door de evaluatiecommissie is afgerond.
1. De evaluatiecommissie wordt ondersteund door een secretariaat, waaronder een secretaris.
2. Personen die de evaluatiecommissie ondersteunen zijn voor de inhoudelijke uitvoering van hun taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter en leden van de evaluatiecommissie.
3. De Minister voorziet in de secretaris en daarnaast voorziet ieder land zelf in de ondersteuning van het lid dat wordt benoemd namens het land. Gezamenlijk vormen zij het secretariaat.
4. Bij de samenstelling van het secretariaat wordt rekening gehouden met de benodigde kennis en expertise voor een goede uitvoering van de werkzaamheden van de evaluatiecommissie en een verdeling over de betrokken landen.
De evaluatiecommissie stelt met inachtneming van dit besluit en artikel 33 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten haar eigen werkwijze vast.
De evaluatiecommissie verstrekt aan de Minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van diens taak redelijkerwijs nodig is.
1. De evaluatiecommissie brengt uiterlijk drie maanden nadat deze is ingesteld, door tussenkomst van de Minister, advies uit aan de raad van Ministers van het Koninkrijk.
2. De evaluatiecommissie neemt bij het uitbrengen van haar advies artikel 33, twaalfde lid, in acht. Het advies bevat gemotiveerde oordelen en aanbevelingen.
1. De voorzitter en het lid aangewezen door Onze Minister zien af van een vergoeding.
2. De overige leden ontvangen een vergoeding per vergadering, met een maximum van twee vergaderingen per dag. De vergoeding per vergadering bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 trede 10, zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.
3. De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfskosten op voet van de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk. Dit betreft uitsluitend de reis- en verblijfskosten voor het bezoek van de evaluatiecommissie aan Curaçao en/of Sint Maarten voor het afnemen van interviews. Daarbij meewegend dat het bezoek noodzakelijk is en past binnen de vastgestelde werkzaamheden van de evaluatiecommissie.
4. De vergoeding per vergadering en de vergoeding van reis- en verblijfskosten komen voor rekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
5. Omdat dit een evaluatie betreft op grond van de Rft is het uitgangspunt dat ieder land de kosten voor ondersteuning voor eigen rekening neemt. Het instellingsbesluit voorziet daarom niet in vergoedingen voor de personen die de evaluatiecommissie ondersteunen.
1. De overige kosten van de evaluatiecommissie komen, voor zover goedgekeurd door de Minister, voor rekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. Onder overige kosten worden in ieder geval verstaan: de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen waarbij wordt getracht zo veel als mogelijk gebruik te maken van de faciliteiten van de Vertegenwoordiging van Nederland in Willemstad en Philipsburg.
Het advies en andere producten die door of namens de evaluatiecommissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de evaluatiecommissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht of overgedragen.
De evaluatiecommissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het Directoraat-Generaal Koninkrijksrelaties van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van Nederland.
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 10 april 2024. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 9 april 2024, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 10 april 2024.
2. Dit besluit vervalt met ingang van 10 oktober 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-13627.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.