Overlaten besluitvorming over de verzwaring van de bestaande 150 kV verbinding Maasbracht Graetheide naar 380 kV, in samenhang met een aanpassing van de hoogspanningslijnen bij het 150/380 kV-station Maasbracht en het uitbreiden van 150 kV-station Graetheide naar een 150/380 kV-station aan de provincie Limburg, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Datum 15 april 2024

Nummer DGKE-DRE/52578382

DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE,

overwegende:

  • dat TenneT TSO (hierna: TenneT) het voornemen heeft de bestaande 150 kV- verbinding tussen Maasbracht en Graetheide op te waarderen naar 380 kV, in samenhang met een aanpassing van de hoogspanningslijnen bij het 150/380 kV-station Maasbracht en het uitbreiden van 150 kV-station Graetheide naar een 150/380 kV-station (hierna: Project Maasbracht-Graetheide) in de gemeentes Maasgouw, Echt-Susteren en Sittard-Geleen;

  • dat het Rijk voor de besluitvorming inzake dit project op grond van Artikel 20a lid 1 Elektriciteitswet 1998 de projectprocedure volgt, als bedoeld in afdeling 5.2 van de Omgevingswet;

  • dat de projectprocedure, voor zover hier van belang, gelet op 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een projectbesluit kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie (hierna: K&E) in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK);

  • dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 20a, vierde lid, Elektriciteitswet 1998 kan besluiten geen projectbesluit vast te stellen als naar zijn oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van de provincie of gemeente het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden, en het college van gedeputeerde staten van de betreffende provincie respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente daarmee instemmen;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat:

    • o het zoekgebied zich in zijn geheel bevindt in de provincie Limburg;

    • o het project gemeentegrensoverschrijdend is en daarom besluitvorming door de provincie doelmatig is;

    • o er sprake is van een provinciaal ruimtelijk ordeningsbelang. De verzwaring van het elektriciteitsnet is niet enkel van belang voor Chemelot, maar voor geheel Zuid-Limburg. Het provinciale belang bij de netverzwaring komt tot uiting in provinciale stukken zoals de Omgevingsvisie, de Provinciale Energie Strategie en het coalitieakkoord;

    • o de provincie in samenspraak met de gemeenten een goed overzicht heeft van de ruimtelijke ontwikkelingen en opgave die spelen in het gebied, ook ten aanzien van energie;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde besluitvorming, zonder dat de projectprocedure door het Rijk wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT door middel van brief op 24 oktober 2023 de Minister voor K&E heeft verzocht af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit;

  • dat ter voorbereiding van het besluit om af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit, de provincie Limburg en de gemeentes Maasgouw, Echt-Susteren en Sittard-Geleen door middel van een bestuurlijk overleg zijn gehoord over dit voornemen;

  • dat de provincie Limburg door middel van een op 21 september 2023 verzonden brief is verzocht het bevoegd gezag op zich te nemen;

  • dat de gemeente Maasgouw middels de brief van 25 oktober 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de gemeente Echt-Susteren middels de brief van 1 november 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de gemeente Sittard-Geleen middels de brief van 20 november 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de provincie Limburg op de vergadering van gedeputeerde staten op 9 april 2024 heeft ingestemd met het voornemen en heeft besloten het bevoegd gezag voor de planologische besluitvorming over het Project Maasbracht-Graetheide op zich te nemen;

Gelet op:

Artikel 20a, vierde lid, Elektriciteitswet 1998

Besluit:

Artikel 1

Inzake de realisatie van het Project Maasbracht-Graetheide 380 kV, gelegen in de gemeentes Maasgouw, Echt-Susteren en Sittard-Geleen, bestaande uit het opwaarderen van de huidige 150 kV-verbinding tussen Maasbracht en Graetheide naar 380 kV, in samenhang met een aanpassing van de hoogspanningslijnen bij het 150 kV- en 380 kV-station Maasbracht en het uitbreiden van het 150 kV-station Graetheide naar een 150/380 kV-station, wordt geen Rijksprojectbesluit vastgesteld en wordt de besluitvorming over het project overgelaten aan de provincie Limburg.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop het bekend is gemaakt. De bekendmaking geschiedt door toezending van het besluit aan het bestuursorgaan waaraan besluitvorming wordt overgelaten.

Van dit besluit wordt kennis gegeven in de Staatscourant. Tevens wordt van dit besluit mededeling gedaan door toezending aan de initiatiefnemer en betrokken gemeenten.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: T.W.G.M.M. Albers, MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet.)

Naar boven