Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 24 april 2024, nummer WBV 2024/10, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B11/2.2 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

2.2. Vermogende vreemdeling (buitenlandse investeerder)

Het beleid voor een vreemdeling om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als vermogende vreemdeling is per 17 april 2024 beëindigd. Nieuwe verblijfsaanvragen voor dit verblijfsdoel worden daarom afgewezen. Aanvragen die zijn ingediend voor 17 april 2024 worden nog behandeld conform onderstaande beleidsregels. Verlengingsaanvragen van bestaande verblijfsvergunningen als vermogende vreemdeling blijven ook na 17 april 2024 mogelijk. Voor verlengingsaanvragen wordt verwezen naar de paragrafen B11/5.1 en B11/6.1 Vc.

In aanvulling op artikel 3.29a, tweede lid, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning aan de vreemdeling als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1. de vreemdeling investeert een bedrag van minimaal € 1.250.000 in een in Nederland gevestigd(e):

    • a. innovatieve onderneming;

    • b. contractueel samenwerkingsverband dat investeert in één of meerdere innovatieve onderneming(en);

    • c. fonds dat volgens het Ministerie van Economische Zaken past binnen de SEED regeling; of

  • 2. het te investeren bedrag is gestort op een bankrekening van een Nederlandse bank of een bank van een EU-lidstaat met een vestiging in Nederland die onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank;

  • 3. de investering heeft volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie;

  • 4. de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU) heeft aangegeven dat de vreemdeling niet gekoppeld kan worden aan een verdachte transactie en

  • 5. niet is gebleken dat de vreemdeling investeert in onroerend goed voor bewoning.

Ad 1 en 3

De RVO adviseert de IND of de investering in een innovatieve onderneming (voorwaarde 1 sub a) of de investering in een contractueel samenwerkingsverband (voorwaarde 1 sub b) een toegevoegde waarde heeft voor de Nederlandse economie.

  • 1. Een investering door de vermogende vreemdeling (buitenlandse investeerder) in een (innovatieve) onderneming.

    De toets door RVO bestaat uit de volgende onderdelen:

    • A. Primaire toets Vereist: J J J, anders volgt negatief advies

      Algemene criteria voor de investering in een onderneming

      De onderneming is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel.

      J/N

      Aard investering(sovereenkomst) is positief voor de Nederlandse economie.

      J/N

      De continuïteit van de onderneming na de investering is aangetoond.

      J/N

    • B. Secundaire toets Vereist: minimaal twee keer J anders volgt negatief advies

      Criteria voor de effecten van de investering

      Arbeidscreatie

      minimaal 10 fte (exclusief aanvrager) binnen 5 jaar, waarvan 60% binnen 3 jaar

      J/N

      Innovativiteit:

      Er is sprake van innovativiteit bij aanwezigheid van minstens één van onderstaande drie aspecten

      1. Het product of de dienst is nieuw voor Nederland. 2. Er is sprake van nieuwe technologie bij productie, distributie, marketing. 3. Er is sprake van een innovatieve organisatorische opzet en werkwijze. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld (niet uitputtend opgesomd):

      – Activiteiten die in het kader van het Topsectorenbeleid worden gestimuleerd.

      – Zelf ontwikkelde nieuwe producten of diensten.

      – Originele aanpak energiebesparing.

      – Originele aanpak duurzaamheidsproblematiek.

      – Slimme en creatieve aanpassingen of combinaties ten behoeve van sectoroverschrijdende toepassingen.

      – Nieuwe product-marktcombinaties.

      – Creatieve of vernieuwende marktbenadering.

      – Sociale innovatie.

      – Introductie maatschappelijk verantwoord ondernemen.

      J/N

      Niet-financiële inbreng van de vreemdeling in de onderneming

      Er is sprake van toegevoegde waarde als de investeerder aan één of meer van onderstaande aspecten voldoet:

      – Actief oprichter/eigenaar met voor de onderneming relevante opleiding op masterniveau of hoger (diploma vereist en IDW erkende opleiding)

      – Actief oprichter/eigenaar en tenminste vijf jaar (aantoonbare) uitgebreide ondernemerschapservaring

      – Actief oprichter/eigenaar en tenminste vijf jaar (aantoonbare) relevante werkervaring op senior niveau

      – Actief oprichter/eigenaar die tenminste vijf (aantoonbare) opdrachtgevers inbrengt handelspartners of

      J/N

    De beoogde investering heeft toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie als alle delen van onderdeel A positief worden beoordeeld en ten minste twee van onderdeel B positief worden beoordeeld.

  • 2. Een investering in een contractueel samenwerkingsverband dat investeert in één of meerdere innovatieve ondernemingen.

    De toets door RVO bestaat uit de volgende onderdelen:

    • Een check of het contractueel samenwerkingsverband staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

    • Het beoordelen van het contractueel samenwerkingsband en de ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd. Daarbij wordt getoetst volgens het bovenstaand toetsingskader voor investering in een onderneming.

    • Er wordt beoordeeld naar rato van de inbreng van de vermogende vreemdeling (buitenlandse investeerder).

  • 3. De investering in een fonds dat volgens het Ministerie van Economische Zaken past binnen de SEED regeling heeft toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie.

Ad 4.

De IND vraagt -ten behoeve van de FIU-toets- de vreemdeling om toestemming om onderzoek te laten verrichten in het buitenland of dat het vermogen waaruit geïnvesteerd wordt een mogelijk criminele herkomst heeft.

De IND wijst de aanvraag om een verblijfsvergunning af als de vreemdeling geen toestemming geeft.

De IND verzoekt de te toetsen of ten aanzien van de vreemdeling verdacht verklaarde transacties bekend zijn.

De IND verstrekt daartoe de volgende gegevens aan de FIU:

  • persoonsgegevens van de vreemdeling; en

  • gegevens omtrent het te investeren vermogen.

De IND verleent de verblijfsvergunning niet of trekt deze in als de FIU meldt dat gebleken is dat de vreemdeling betrokken is bij één, of meerdere, als verdacht verklaarde transactie(s). Als de FIU meldt dat geen informatie uit het land van herkomst of het land van bestendig verblijf kan worden verkregen met betrekking tot het vermogen van de vreemdeling, wordt de verblijfsvergunning evenmin verleend.

Ad 5.

De IND verleent de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet of trekt deze in als de vreemdeling investeert in onroerend goed voor bewoning.

Middelen van bestaan

Als de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking: ‘vermogende vreemdeling’ neemt de IND aan dat de vreemdeling zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 april 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

A

Verblijfsregelingen als ten gunste van vermogende vreemdelingen staan sinds enkele jaren ter discussie binnen de EU vanwege het risico op criminele activiteiten, zoals witwassen. Omdat aanpassing van de verblijfsregeling met behoud van de waarborgen tegen misbruik niet goed mogelijk is, heeft de vorige regering besloten de verblijfsregeling voor vermogende vreemdelingen af te schaffen. Om die reden zijn per 17 april 2024 de artikelen 3.4, eerste lid, onder b, 3.29a en 3.58, eerste lid, onder b van het Vreemdelingenbesluit aangepast en is de term ‘vermogende vreemdeling’ uit deze artikelen geschrapt (Staatsblad 2024, 83 van 16 april 2024). Hiermee is de grondslag voor het beleidskader voor een vreemdeling om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als vermogende vreemdeling (of buitenlandse investeerder) komen te vervallen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de nota van toelichting bij het gewijzigde Vreemdelingenbesluit.

Daarmee komen ook de beleidsregels te vervallen voor aanvragen voor deze verblijfsvergunning, die zijn ingediend na datum 17 april 2024. Gelet op het overgangsrecht, zoals dat is opgenomen in artikel IV, onderdeel 1, van het gewijzigde Vreemdelingenbesluit blijft het mogelijk om een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in te willigen, als de vreemdeling aan de geldende voorwaarden voldoet en de aanvraag is ingediend voor datum 17 april 2024.

Voorafgaand aan de tekst van paragraaf B11/2.2 Vc is daarom opgenomen, dat het beleid voor een vreemdeling om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als vermogende vreemdeling per 17 april 2024 is beëindigd, maar dat de beleidsregels verder in de paragraaf blijven staan in verband met het overgangsrecht.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven