Samenwerkingsprotocol netwerk bevoegde autoriteiten

tussen

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Financiële Markten

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Persoonsgegevens

De Nederlandsche Bank N.V.

Huis voor Klokkenluiders

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Nederlandse Zorgautoriteit

Inzake de samenwerking in het kader van de Wet bescherming klokkenluiders

11 april 2024

Protocol tussen bevoegde autoriteiten inzake de samenwerking in het kader van de Wet bescherming klokkenluiders

Partijen,

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Financiële Markten

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Persoonsgegevens

De Nederlandsche Bank N.V.

Huis voor Klokkenluiders

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Nederlandse Zorgautoriteit

Verder gezamenlijk te noemen “bevoegde autoriteiten”.

Overwegen het volgende, dat

  • de Wet bescherming klokkenluiders (hierna: wet) de melders van een melding van een misstand beschermt;

  • de bevoegde autoriteiten bij of krachtens artikel 2c van de wet, aangewezen zijn om zorg te dragen voor de ontvangst en opvolging van een melding van een vermoeden van een misstand als bedoeld in artikel 1 van de wet

  • gelet op hoofdstuk 1a en artikel 17b van de wet, het Huis voor Klokkenluiders samenwerkingsprotocollen kan afsluiten met de aangewezen autoriteiten die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift;

  • een goede samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten een efficiënte en doelgerichte vervulling van de aan hen opgedragen taken bevordert;

  • een goede samenwerking bevorderd kan worden door het maken van afspraken over periodieke afstemming en het doorzenden van meldingen aan andere bevoegde autoriteiten;

  • de bevoegde autoriteiten in het belang van de melder streven naar de meest effectieve wijze van samenwerking waarin de werkzaamheden zoveel mogelijk op elkaar aansluiten;

  • het doorzenden van een melding naar een andere bevoegde autoriteit gedaan wordt met inachtneming van de geheimhoudingsplicht zoals omschreven in artikel 1a van de wet als ook de vereisten die voortvloeien uit de Algemene verordening gegevensbescherming;

De bevoegde autoriteiten leggen de door hen afgesproken vorm en inhoud van de samenwerking in dit protocol inzake de samenwerking in het kader van de Wet bescherming klokkenluiders (hierna: samenwerkingsprotocol) vast en verbinden zich jegens elkaar om in overeenstemming met hetgeen in dit samenwerkingsprotocol is bepaald te handelen.

De bevoegde autoriteiten zijn het volgende overeengekomen:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit samenwerkingsprotocol gelden de definities zoals opgenomen in artikel 1 van de wet.

Artikel 2. Doel

Het doel van dit samenwerkingsprotocol is om:

  • a. algemene uitgangspunten en afspraken omtrent samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten vast te leggen, en

  • b. algemene uitgangspunten en afspraken vast te leggen omtrent de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van hun wettelijke taken in het kader van de wet, en

  • c. algemene uitgangspunten vast te leggen over de wijze van behandeling van aangelegenheden waarbij de aan de bevoegde autoriteiten opgedragen taken of de uitoefening van de aan de bevoegde autoriteiten toegekende bevoegdheden elkaar raken of overlappen.

Artikel 3. Netwerk

  • 1. Er is een netwerk bevoegde autoriteiten.

  • 2. Het doel van het netwerk is om de samenwerking tussen bevoegde autoriteiten te stimuleren, kennis en ervaringen uit te wisselen en werkzaamheden op een efficiënte en effectieve wijze op elkaar aan te laten sluiten.

  • 3. Het Huis heeft een coördinerende en faciliterende rol in het netwerk.

  • 4. De bevoegde autoriteiten wijzen ieder vanuit hun organisatie een contactpersoon aan die het aanspreekpunt is met betrekking tot het netwerk.

  • 5. Halfjaarlijks, of zoveel vaker als nodig is, vindt overleg plaats tussen de contactpersonen van de bevoegde autoriteiten. Het Huis neemt hiertoe het initiatief.

  • 6. De contactpersoon van een bevoegde autoriteit is verantwoordelijk voor de benodigde interne afstemming binnen de bevoegde autoriteit.

  • 7. De bevoegde autoriteiten werken overeenkomstig de bepalingen in dit samenwerkingsprotocol samen.

Artikel 4. Algemene uitgangspunten

De bevoegde autoriteiten spannen zich in elkaar te ondersteunen, te versterken en waar nodig hun werkzaamheden op elkaar aan te laten sluiten. In dit kader dragen zij zorg voor een efficiënte en zorgvuldige uitwisseling van informatie met inachtneming van toepasselijke geheimhoudingsverplichtingen.

Artikel 5. Overleg

In gevallen waarin dit samenwerkingsprotocol niet voorziet, treden de bevoegde autoriteiten in overleg en streven zij ernaar gezamenlijk tot een beslissing te komen.

Artikel 6. Nadere werkafspraken

De bevoegde autoriteiten kunnen nadere werkafspraken maken ter uitvoering van dit samenwerkingsprotocol.

HOOFDSTUK 2 SAMENWERKING

Artikel 7. Doorzenden van een melding

  • 1. Na instemming van de melder, zendt de initiële ontvangende bevoegde autoriteit een melding waarvoor zij niet bevoegd is, onverwijld en op veilige wijze door naar de bevoegde autoriteit.

  • 2. Als de melding elektronisch binnenkomt maakt de initiële ontvangende bevoegde autoriteit voor het doorzenden gebruik van zijn of haar eigen beveiligde systeem.

    Als dit niet mogelijk is, wordt in onderling overleg de melding doorgezonden op een wijze die voldoet aan de vereisten van de wet.

  • 3. Als de melding per brief binnenkomt maakt de initiële ontvangende bevoegde autoriteit voor het doorzenden gebruik van:

    • a. het in het tweede lid bedoelde systeem om elektronisch door te zenden, of;

    • b. de eigen bezorgdienst of de Interdepartementale Post- en Koeriersdienst. De dienst voldoet aan de vereisten van de wet.

  • 4. De (juiste) bevoegde autoriteit stuurt een bevestiging van de ontvangst van de doorgezonden melding aan de initiële ontvangende bevoegde autoriteit. De melding bij de initiële ontvangende bevoegde autoriteit moet na deze bevestiging worden verwijderd, met uitzondering van de bevestiging van de doorzending.

Artikel 8. Informatieverplichting aan de melder

  • 1. Als de melding wordt doorgezonden ontvangt de melder van de initiële ontvangende bevoegde autoriteit:

    • a. Een schriftelijk bevestiging dat de melding is doorgezonden aan de bevoegde autoriteit; en

    • b. een kopie van de doorzending van de initiële ontvangende bevoegde autoriteit aan de bevoegde autoriteit.

  • 2. Na ontvangst van de doorgezonden melding, stuurt de juiste bevoegde autoriteit een ontvangstbevestiging, als bedoeld in artikel 2e, tweede lid, onderdeel a, van de wet. Als ontvangstdatum wordt uitgegaan van het moment dat de melding bij de (juiste) bevoegde autoriteit is binnengekomen.

Artikel 9. Aanleveren statistieken

Ten behoeve van artikel 27, tweede lid, van de Europese Richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden leveren de bevoegde autoriteiten ieder jaar de benodigde statistieken aan bij het Huis.

HOOFDSTUK 3 SLOT BEPALINGEN

Artikel 10. Evaluatie

Telkens na drie jaar, of eerder als daartoe aanleiding bestaat, wordt dit samenwerkingsprotocol en de uitvoering daarvan door de bevoegde autoriteiten geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

Artikel 11. Plaatsing Staatscourant

Dit samenwerkingsprotocol wordt in de Staatscourant geplaatst.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Dit samenwerkingsprotocol treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

Artikel 13. Ondertekening

Aldus overeengekomen en ondertekend te Den Haag, 11 april 2024.

Autoriteit Consument & Markt M. Snoep, bestuursvoorzitter

Autoriteit Financiële Markt J. Heuvelman, bestuurslid

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming; A. van Bolhuis, bestuursvoorzitter

Autoriteit Persoonsgegevens M. Verdier, vicevoorzitter

De Nederlandsche Bank N.V. M. Gelderman, divisiedirecteur Toezicht horizontale functies en integriteit

Huis voor Klokkenluiders W. Tomesen, voorzitter

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd C. Kokje-Springvloed, directeur Strategie & Organisatie

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit P. den Ambtman, directeur Strategie

Nederlandse Zorgautoriteit K. Raaijmakers, bestuurslid

Naar boven