Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 2 april 2024, nr. 5291235, tot wijziging van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (Regeling vaststelling LFNP)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 6, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 2 van de Regeling vaststelling LFNP wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. Het bevoegd gezag kan tijdelijk aanvullende werkzaamheden opdragen aan de ambtenaar die geplaatst is in de Eenheid landelijke expertise en operaties of de Eenheid landelijke opsporing en interventies. Deze werkzaamheden kunnen bestaan uit:

    • a. het aansturen van een groep aangewezen ambtenaren; en

    • b. het dragen van de verantwoordelijkheid voor de personele zorg.

  • 2. Het bevoegd gezag kan aan de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, eerste zin, de werktitel van Operationeel Chef toekennen.

  • 3. Ten behoeve van het uitoefenen van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onder b, kan de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, eerste zin, de volgende werkzaamheden uitvoeren:

    • a. het toekennen of afwijzen van verlof;

    • b. het accorderen of afwijzen van declaraties en reiskosten;

    • c. het doen van ziekmeldingen;

    • d. het fiatteren of afkeuren van uren;

    • e. het verlenen van autorisaties;

    • f. het vaststellen van het functioneringsverslag voor de aan hen toegewezen medewerkers; en

    • g. het vaststellen van voorgenomen beoordelingen, re-integratieplannen en ontwikkelplannen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 maart 2027.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

Algemeen

Steeds sterker wordt de overtuiging dat herkenbaar en goed operationeel leiderschap bij de politie onontbeerlijk is voor het werk en welbevinden van medewerkers. Goed werkend operationeel leiderschap wordt op te veel plekken al jaren gemist. Bij ingrijpende incidenten, ongewenst gedrag, verzuim en de ontwikkeling van medewerkers is meer en betere ondersteuning noodzakelijk. Medewerkers in de operatie en ondersteuning missen te vaak een aanspreekbare en herkenbare leidinggevende die met beide benen in de praktijk staat. Een leidinggevende die nabij is, de medewerkers kent en ook op basis van zijn of haar functie leiding kan en mag geven aan het vak en aan vakmensen. De problemen en de gevolgen door dit gemis hebben een grote impact en duren al jaren. Daarom wordt er hard gewerkt aan verankering van het Operationeel Leiderschap in het LFNP.

Uit relevant commissieonderzoek naar de Landelijke Eenheid is gebleken dat er sprake is van ‘Taakonduidelijkheid van de verschillende organisatieonderdelen’ en dat ‘leidinggevenden met onvoldoende passende specialistische kennis hebben geleid tot verminderde aandacht voor het personeelswelzijn en de menselijke maat’.1 Mede als gevolg van deze onderzoeken is een transitie ingezet van de Landelijke Eenheid. Voor deze geplande transitie van de Landelijke Eenheid is het nodig om vanaf begin maart 2024 de eerste medewerkers als Operationeel Chef in te zetten. De doorontwikkeling van het LFNP is echter naar verwachting niet op tijd afgerond om het stelsel in te kunnen zetten bij de transitie van de Landelijke Eenheid.

In afwachting van de verankering van operationeel leiderschap in het LFNP wordt met dit artikel operationeel leiderschap in de tussentijd (uitsluitend) mogelijk gemaakt binnen de Eenheid landelijke expertise en operaties of de Eenheid landelijke opsporing en interventies. Met dit tijdelijke artikel wordt voorzien in een werktitel, toegewezen medewerkers en de mogelijkheid werkzaamheden uit te voeren om de verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor de personele zorg.

Toelage

Bij de doorontwikkeling van het LFNP is gebleken dat het borgen van operationeel leiderschap in het LFNP (met onder andere verantwoordelijkheden in het kader van beoordeling, verzuim en ontwikkeling) in de functie van Operationeel Expert een schaalopdrijvend effect heeft. Zo is bijvoorbeeld de functie van Operationeel Expert GGP B op basis van het W.I. Fuwa-pol indicatief gewaardeerd op schaal 10. De uitkomst van deze constatering is door externe partijen gevalideerd. Voor de overige nieuwe specialisten-functies geldt dat gekeken moet worden naar het vereiste niveau van specialisme in het LFNP, plus het borgen van operationeel leiderschap. Deze functies worden indicatief gewaardeerd. Door deze verantwoordelijkheid in personele zorg nu tijdelijk in te voeren, vergt met betrekking tot de functie van Operationeel Expert het goed werkgeverschap dat ook een toelage wordt toegekend. De toelage betreft een waarnemingstoelage als beschreven in artikel 17 van het Besluit bezoldiging politie.

De hoogte van de waarnemingstoelage bij dit samenstel van werkzaamheden wordt berekend conform de systematiek van het derde lid van artikel 17 van het Besluit bezoldiging politie.

Wervings- en selectiebeleid

Met de vakorganisaties is, in verband met het groot organisatorisch belang van deze functies, overeengekomen dat, zodra de nieuwe functies met operationeel leiderschap opgenomen zijn in het LFNP, bij de ingebruikname hiervan deze functies zullen worden aangemerkt als sleutelfuncties zoals bedoeld in artikel 55jb van het Besluit algemene rechtspositie politie. Dat betekent dat er geen sprake is van een automatische overgang van functievolgers of herplaatsingskandidaten naar deze functies. Er zal voor de vervulling van deze functies, conform het derde lid van artikel 55jb van het Besluit algemene rechtspositie politie, gebruik worden gemaakt van het reguliere wervings- en selectiebeleid.

De tijdelijke aard van de regeling doet niet af aan het grote organisatorische belang van de functie van Operationeel Chef. Het is daarom wenselijk geacht dat ook reeds in deze fase geen sprake zal kunnen zijn van automatische overgang naar de functie van Operationeel Chef, gezien het feit dat de tijdelijke mogelijkheid van aanwijzing van werkzaamheden op grond van artikel 2a niet binnen de systematiek van het LNFP valt. Het bevoegd gezag zal, bij toepassing van artikel 2a, handelen naar de geest van artikel 55jb van het Besluit algemene rechtspositie politie om dit te bewerkstelligen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Artikel 2a, eerste lid

De verantwoordelijkheden op het gebied van personele zorg in lijn met artikel 2a, derde lid, worden bij de Operationeel Chefs neergelegd. Deze verantwoordelijkheden overstijgen de huidige verantwoordelijkheden in het kader van organisatorische coördinatie. Op grond van de huidige verantwoordelijkheden mag een medewerker immers uitsluitend functioneringsgesprekken houden en als informant optreden voor een beoordeling. Met deze regeling wordt dat voor deze specifieke groep medewerkers, gewijzigd.

Aan de Operationeel Chef wordt een vaste groep medewerkers toegewezen. Hiervoor geldt dat specialisten operationeel leidinggeven aan overwegend andere specialisten. De Operationeel Chef is verantwoordelijk voor de personele zorg van medewerkers. Het toewijzen van de individuele medewerkers gebeurt niet bij besluit, maar in overleg tussen de formeel leidinggevende (uit het domein Leiding) en Operationeel Chef. Het wordt vastgelegd in de HR-administratie.

Artikel 2a, tweede lid

Ten behoeve van de erkenning van operationeel leiderschap, wordt gewerkt met de toekenning van de werktitel ‘Operationeel Chef’. Dit grenst ook helder af in de praktijk wie wél en wie niét het operatoneel leiderschap met bijbehorende bevoegdheden heeft.

Artikel 2a, derde lid

Operationeel Chefs hebben bevoegdheden en vaardigheden nodig om leiding te geven aan het vak en de vakmensen. De vakmensen worden zo ondersteund in hun vak en hun sociale veiligheid, welzijn, inzetbaarheid en ontwikkeling. Daarbij hebben Operationeel Chefs oog voor de situatie in het team en voor het verschil tussen de medewerkers. Nabij, betrokken en met aandacht geven zij leiding aan vak en vakmensen. Hierbij draaien zij mee in de praktijk van het politiewerk, bijvoorbeeld in sturingsrollen als operationeel coördinator, hulpofficier van justitie en officier van dienst, en bij een staf grootschalig en bijzonder optreden en de Mobiele Eenheid. Bij de dagelijkse aansturing zijn zij verantwoordelijk en bevoegd om voor alle medewerkers onder hun verantwoordelijkheid veel voorkomende personele zaken af te handelen. Hierbij valt te denken aan onder andere verlof, reiskosten, declaraties, urenverantwoording en ziekmelding.

Operationeel Chefs zijn voor een groep toegewezen medewerkers verantwoordelijk en bevoegd voor de verdergaande personele zorg. Daarbij stellen zij het functioneren vast en wijzen zij autorisaties toe. Daarnaast stellen zij beoordelingen, de plannen voor re-integratie en ontwikkelplannen vast in een voorgenomen besluit zoals bedoeld in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze personele zorg vraagt om aandacht, tijd en afstemming. Om die tijd te borgen organiseren zij binnen de context van hun onderdeel een passende balans tussen met sturingsrollen belaste en onbelaste diensten.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De regeling is van tijdelijke aard en vervalt met ingang van 1 maart 2027 van rechtswege. Indien de publicatie van de nieuwe LFNP-functies met operationeel leiderschap eerder plaatsvindt, wordt deze regeling zo spoedig mogelijk na die publicatie ingetrokken. Oftewel, zodra de nieuwe functies, zoals bijvoorbeeld die van Operationeel Expert B, in het LFNP zijn ingevoegd en organisatorisch zijn ingebed.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Commissie Schneiders, Ruimte voor slagvaardig politiewerk, Eindadvies van de Adviescommissie voor de Landelijke Eenheid, 10 juni 2022.

Naar boven