Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 april 2024, nr. WJZ/ 46189549, houdende wijziging van de Regeling plantgezondheid en de Regeling fytosanitaire uitvoeringsbesluiten in verband met gewijzigde kaarten en rassen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 6 van het Besluit plantgezondheid;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling plantgezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervalt de begripsbepaling ‘richtlijn 2007/33/EG’.

B

In artikel 8, eerste lid, komen de begripsbepalingen van bruinrot respectievelijk ringrot te luiden:

bruinrot:

de ziekte veroorzaakt door de bacterie Ralstonia solanacearum (Smith 1896) Yabuuchi et al., 1996 emend. Safni et al., 2014 of Ralstonia pseudosolanacearum Safni et al., 2014;

ringrot:

de ziekte veroorzaakt door de bacterie Clavibacter sepedonicus (Spieckermann & Kotthoff 1914) Li et al., 2018;.

C

Artikel 9, eerste en tweede lid, komen als volgt te luiden:

  • 1. Het is verboden om oppervlaktewater op zodanige wijze te gebruiken dat dit oppervlaktewater in contact kan komen met pootaardappelen.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in de in bijlage 1 bedoelde gebieden eveneens van toepassing ten aanzien van andere bruinrotwaardplanten dan pootaardappelen.

D

Artikel 10, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien uit het in artikel 3, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1193 respectievelijk artikel 3, eerste lid, van uitvoeringsverordening 2022/1194 bedoelde onderzoek blijkt dat de partij waartoe de aardappelen behoren vrij is bevonden van:

    • a. de bacterie Ralstonia solanacearum (Smith 1896) Yabuuchi et al., 1996 emend. Safni et al., 2014;

    • b. de bacterie Clavibacter sepedonicus (Spieckermann & Kotthoff 1914) Li et al., 2018; en

    • c. de bacterie Ralstonia pseudosolanacearum Safni et al., 2014.

E

Bijlage 1 wordt vervangen door BIJLAGE 1 bij deze regeling.

F

Bijlage 3b wordt vervangen door BIJLAGE 2 bij deze regeling.

G

Bijlage 4a komt te luiden:

Bijlage 4a. Als gebieden als bedoeld in artikel 18, tweede lid, worden aangewezen

H

Bijlage 4b komt te luiden:

Bijlage 4b. Als gebieden als bedoeld in artikel 18, derde lid, worden aangewezen

I

Bijlage 4c1 wordt vervangen door BIJLAGE 3 bij deze regeling.

J

Bijlage 4c2 wordt vervangen door BIJLAGE 4 bij deze regeling.

K

Bijlage 5a komt te luiden:

Bijlage 5a. Als gebieden als bedoeld in artikel 18, vierde lid, worden aangewezen

L

Bijlage 5b wordt vervangen door BIJLAGE 5 bij deze regeling.

M

Bijlage 8 wordt vervangen door BIJLAGE 6 bij deze regeling.

N

Bijlage 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De aangewezen gebieden, opgenomen in de kaart in bijlage 4a.

2. Het tweede lid, eerste alinea, wordt vervangen door:

3. Het derde lid, eerste alinea, wordt vervangen door:

4. Het vierde lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. De productielocatie is gelegen in het gebied ‘Opperdoes’ als aangewezen in onderstaande kaart

5. Het vijfde lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. De productielocatie is gelegen in het gebied ‘Langedijk’ als aangewezen in onderstaande kaart

6. Het zesde lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. De productielocatie is gelegen in het gebied ‘Heerhugowaard/Geestmerambacht’ als aangewezen in onderstaande kaart

O

De bijlagen 10 respectievelijk 11 worden vervangen door de bijlagen 7 respectievelijk 8 bij deze regeling.

ARTIKEL II

Artikel 3 van de Regeling fytosanitaire uitvoeringsbesluiten vervalt.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 april 2024

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

BIJLAGE 1

Bijlage 1. Verbodsgebieden gebruik oppervlaktewater als bedoeld in de artikelen 8 en 9

BIJLAGE 2

Bijlage 3b. Toegelaten aardappelrassen als bedoeld in artikel 18, eerste lid

10 = (volledig) resistent, 9-8= hoog veldresistent, 7= matig veldresistent, 6 matig vatbaar

10

Aletta

Avamond

Avarna

Avenger

Avici

Belita

Cardyma

Cekin

Dartiest

Django

Ebexa

Empress

Eurodelta

Eurotonda

Euroviva

Gandawa

Kuba

Megusta

Monte Carlo

Novano

Otolia

Plasettie

Saprodi

Sarion

Seresta

Solution

Stefanie

Taormina

Telma

Transit

Triton

Vermont

9

Achilles

Adelinde

Allstar

Althea

Amarock

Avatar

Aventra

BMC

Cayman

Jubilat

Luneba

Monroe

Plasent

Plasinka

Plasstärke

Plasuno

Plasure

Pondus

Scala

Serum Star

Signum

Smaragd

Supporter

Toronto

Vebeca

Vebesta

8

Actaro

Altus

Axion

Festien

Lindita

San Francisco

Senata

Simphony

Speculos

7

Aurora

Merenco

Sofista

6

Alanis

Allure

Annabelle

Avito

Starga

BIJLAGE 3

Bijlage 4c1. Toegelaten aardappelrassen als bedoeld in artikel 18, tweede en derde lid

10 = (volledig) resistent, 9-8= hoog veldresistent, 7= matig veldresistent, 6 matig vatbaar

10

Actaro

Adelinde

Aletta

Allstar

Althea

Amanda

Amarock

Avamond

Avatar

Avenger

Aventor

Aventra

Avici

Axion

Belita

Bonza

Cekin

Dartiest

Django

Ebexa

Empress

Eurodelta

Evolution

Gandawa

Helios

Jubilat

Kuba

Logo

Luneba

Megusta

Melanie

Novano

Orienta

Otolia

Plasettie

Plasure

Pondus

Punchy

Rosalyn

Saprodi

Scala

Scarlet

Seresta

Serum Star

Signum

Simphony

Soleo

Solution

Spark

Stefanie

Stemster

Talent

Taormina

Telma

Transit

Triton

Vebeca

Vermont

Vitabella

9

Achilles

Altus

Amorosa

Aromata

Aurora

Avarna

Aveline

Avito

BMC

Cardyma

Cayman

Cleopatra

Corazon

Desirée

Euroviva

Festien

Gaya

Hansa

Hermans

Irene

Kuroda

Lugano

Melody

Merenco

Meryem

Monroe

Monte Carlo

Plasandes

Plasent

Plasinka

Plasstärke

Romano

San Francisco

Sassy

Senata

Sensation

Smaragd

Sofista

Speculos

Starga

Taurus

Toronto

8

Aadia

Allure

Ardeche

Aveka

Chenoa

Dirigent

Eurotonda

Fiona

Fontane

Gerona

King Russet

Kondor

Lindita

Nena

Nicola

Poseidon

Royal

Rudolph

Sarion

Saturna

Sprinter

Stratos

Supporter

Vebesta

7

Annabelle

Astarte

Asterix

Baraka

Benno Vrizo

Burren

Donald

Fresco

Nomade

Origo

Parel

Plasuno

Sylvana

6

Agria

Alanis

Amora

Amyla

Arizona

Austin

Bintje

Diamant

Eigenheimer

Euroflora

Gloria

Lady Alexandria

Rumba

Saint Calais

Sonic

BIJLAGE 4

Bijlage 4c2. Toegelaten aardappelrassen als bedoeld in artikel 18, tweede lid

5

Elkana

Kuras

Markies

Nectar

Ottena

Picasso

Prior

Regina

Sirco

Victoria

BIJLAGE 5

Bijlage 5b. Toegelaten aardappelrassen als bedoeld in artikel 18, vierde lid

10

7 four 7

Abby

Accent

Achilles

Acoustic

Actaro

Adretta

Afra

Agata

Agostino

Aisha

Albatros

Alberta

Aletta

Alexia

Alicante

Allure

Almera

Almonda

Alouette

Alpha

Althea

Altus

Alverstone Russet

Amanda

Amarin

Ambra

Amora

Annabelle

Annegret

Anosta

Anouk

Antora

Apollonia

Appassionato

Arcade

Arizona

Armin

Arnika

Aromata

Arosa

Arrow

Arsenal

Artemis

Astarte

Asterix

Athlete

Aurora

Aurum

Austin

Avamond

Avanti

Avarna

Aveka

Aveline

Avenance

Avenger

Aventor

Avenue

Avici

Axenia

Axion

Babylon

Bafana

Barcelona

Bartina

Basin Russet

Bavatop

Belita

Bellanita

Bellarosa

Bellefleur

Bellinda

Bellini

Belmonda

Benno Vrizo

Bernadette

Bernice

Bernina

Bettina

Betty

Bildtstar

Binella

Biogold

Bionica

Blazer Russet

Bleuet

BMC

Bondi

Bonnata kws

Bonus

Bonza

Bordeaux

Brianna

Bricata kws

Bullit

Caesar

Camelia

Canberra

Caprice

Captiva

Cardyma

Carlita

Carolus

Cassandra

Castor

Catimini

Cayman

Cekin

Celine

Cerata kws

Cereza

Challenger

Christel

Classic Russet

Climax

Colette

Colomba

Connect

Corazon

Corsica

Cronos

Cubus

Damaris

Danique

Dartiest

Delia Red

Desirée

Destiny

Diamant

Dido

Dior

Dirosso

Disco

Ditta

Django

Donald

Donata

Dorado

Doré

Double Fun

Draga

Ebexa

Edison

El Mundo

Elaia

Elata kws

Eldena

Elise

Elkana

Elvira

Emanuelle

Emiliana

Empress

Escada

Esmee

Essenza

Estrella

Eurodelta

Euroflora

Eurogrande

Europrima

Europura

Euroresa

Eurostar

Eurostarch

Eurotonda

Euroviva

Excellency

Exklusiv

Exquisa

Fabula

Fado

Fambo

Fasan

Fasty

Festo

Fianna

Fidelia

Figaro

Finessa

Flamenco

Florentina

Folva

Franca

Fresco

Frieslander

Fyone

Gala

Gandawa

Gaudi

Gaya

Gazelle

Gerona

Gloria

Godzilla

Granada

Gunda

Hanna

Helios

Hermans

Hermes

Hermosa

Heros

Hind

Honorata

Ibiza

Idole

Ikarus

Impala

Inara

Innovator

Inspyra

Irene

Isa

Isabelia

Islara

Jaerla

Jazzy

Jelly

Jule

Kardal

Karelia

Karlena

Kiebitz

King Russet

Kiwi

Kondor

Koopmans blauwe

Kormoran

Krometa

Kuba

Kuras

Kuroda

Labadia

Labella

Lady Amarilla

Lady Anna

Lady Blanca

Lady Britta

Lady Christl

Lady Claire

Lady Jane

Lady Lenora

Lady Luce

Lady Olympia

Lady Sara

Lady Terra

Lady Valora

Lanorma

Laperla

Lavinia

Lekkerlander

Lenz

Leonata kws

Leonore

Levinata kws

Leyla

Lindita

Linus

Linzer Delikatess

Lisana

Liselotte

Logo

Loreley

Louisa

Lubeca

Lucera

Lucilla

Lucinda

Ludmilla

Lugano

Luneba

Macarena

Madeleine

Madrid

Magistral

Manitou

Maranca

Marfona

Margarita

Marion

Marisol

Marjan

Marylou

Masai

Mascha

Maxilla

Meera

Meerlander

Megusta

Meister

Melanie

Melissa

Melody

Memphis

Merlot

Meryem

Messi

Metro

Mia

Michelle

Miranda

Monalisa

Mondeo

Mondial

Monroe

Mont Blanc

Monte Carlo

Montis

Montreal

Morris

Mozart

Mulberry Beauty

Mungo

Musica

Mustagata kws

Nafida

Nandina

Napoleon

Nena

Nicola

Nikkalyn

Nixe

Noblesse

Nola

Nomade

Nordlicht

Norman

Novano

Obama

Omega

Orchestra

Orienta

Origo

Otolia

Oxania

Panamera

Panther

Papageno

Paradiso

Parcoli

Parel

Pee Wee Russet

Penni

Penta

Performer

Perline

Picasso

Picobello

Picus

Pimpernel

Pirol

Plasettie

Plasinka

Plasure

Pocahontas

Pondus

Prada

Premiere

Premium

Prestige

Primabelle

Primavera

Primura

Prince of Orange

Printaline

Prior

Producent

Puccini

Punchy

Quarta

Queen Anne

Quintera

Ramona

Ranomi

Red Beauty

Red Fantasy

Red Lady

Red Scarlett

Red Sonia

Red Sun

Red Valentine

Regina

Resonant

Ricarda

Rikea

Rilana

Riviera

Rivola

Roberta

Rock

Rode Pipo

Rodeo

Rodriga

Roko

Romano

Romeo

Romina

Rosagold

Rosalyn

Rosanna

Rosara

Rosemara

Rosi

Roslin

Rossini

Royal

Rudolph

Rumba

Sagitta

Saint Calais

Salinero

Salsa

Salvador

Salvera

Sanibel

Santana

Santé

Santera

Saphia

Saphire

Saprodi

Sarion

Sassy

Satellite

Satina

Saturna

Sava

Sayada

Scala

Scarlet

Secura

Selma

Senna

Sensation

Sereno

Seresta

Serum Star

SH C 1001

SH C 1010

SH C 909

SH C 913

Shepherd

Sieglinde

Siena

Sifra

Signum

Simphony

Simply Red

Sirco

Sissi

Skawa

Smaragd

Solara

Soleo

Solist

Solution

Sonic

Sophie

Soraya

Sorentina

Spark

Spartaan

Spectra

Speculos

Spere

Spot

Sprinter

Spunta

Stabilo

Stacey

Starne

Stefanie

Stemster

Stiletto

Stratos

Sunred

Supporter

Sylvana

Talent

Taormina

Tarzan

Telma

Texla

Thalia

Tiger

Tilbury

Titan

Titanium

Torenia

Toronto

Transit

Trésor

Triple7

Triplo

Triton

Twinner

Tyson

Valetta

Varuna

Vebeca

Vebesta

Velox

Ventana

Verdi

Vermont

Victoria

Vineta

Violet Queen

Virginia

Vitalia

Vitanoire

VR 808

Wega

Wendy

Whitney

Wilja

Zuzanna

9

Aadia

Actrice

Adato

Adelinde

Agria

Allstar

Amaez

Amarock

Argana

Armedi

Avatar

Avito

Baby Rose

Blue Star

Catania

Coronada

Daisy

Darling

Felsina

Fiona

Glorietta

Heraclea

Inova

Janke

Kyra

La Vie

Lady Jo

Lady Rosetta

Laudine

Madeira

Madison

Melanto

Merenco

Muse

Octa

Oscar

Ottena

Plasuno

Ramos

Red Tinta

Sababa

SH C 2030

Virgil

Vogue

8

Abbot

Alcander

Amorosa

Amyla

Ardeche

Arielle

Auriera

Chateau

Cleopatra

Efera

Endeavour

Evolution

Festien

Grenadine

Hansa

Helmi

Ivory Russet

Miss Blush

Miss Mignonne

Royata kws

Soprano

Travolta

Twister

Ulty

Vasko

Vitabella

Zorba

7

Berber

Plasstärke

6

Fontane

BIJLAGE 6

Bijlage 8. Aangewezen gebied als bedoeld in de artikelen 37 en 39

BIJLAGE 7

Bijlage 10. Aardappelrassen als bedoeld in artikel 40, tweede lid

De volgende zetmeelaardappelrassen mogen onder het TBM-regime vermeerderd worden:

Achilles*

Actaro*

Adelinde*

Allure*

Altus*

Amarock*

Amyla

Ardeche

Aurora*

Avamond*

Avarna*

Avatar*

Aveka

Avenger*

Aventra*

Avici*

Avito*

Axion*

Belita*

Benno Vrizo

BMC*

Dartiest*

Dirigent

Euroflora

Euroviva*

Festien*

Kuba*

Merenco*

Nomade

Novano*

Plasandes

Plasent*

Plasettie*

Plasinka*

Plasstärke*

Plasuno*

Plasure*

San Francisco*

Saprodi*

Sarion*

Sassy

Scala*

Scarlet

Senata*

Seresta*

Serum Star*

Signum*

Simphony*

Smaragd*

Sofista*

Solution*

Spark

Speculos*

Sprinter

Starga*

Stratos

Supporter*

Triton*

Vebeca*

Vebesta*

Vermont*

In de wratziektekerngebieden (bijlage 3a): Barger-Compascuum, Borger, Foxel, Mantinge, Ter Apel, Veendam en Veendam Oost, mogen uitsluitend rassen worden geteeld die ook voldoende resistent zijn tegen fysio 18. Deze rassen zijn vermeld in bijlage 3b.

In voornoemde wratziektekerngebieden moeten rassen die onder TBM-regime vermeerderd mogen worden, daarom ook in de lijst in bijlage 3b zijn vermeld. In de hierboven vermelde lijst van zetmeelaardappelrassen die onder TBM regime vermeerderd mogen worden, zijn de rassen die binnen de kerngebieden mogen worden geteeld, aangeduid met een*.

BIJLAGE 8

Bijlage 11. Aangewezen zetmeelaardappeltelend gebied als bedoeld in artikel 40

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

De onderhavige regeling wijzigt de Regeling plantgezondheid (hierna: regeling) en de Regeling fytosanitaire uitvoeringsbesluiten. De reden voor deze wijziging is het aanpassen van enkele begripsbepalingen en benamingen, het aanpassen van het artikel over het gebruik van oppervlaktewater bij de teelt in verband met handhaving, het actualiseren van de begrenzingen van beregeningverbodsgebieden in verband met nieuwe vondsten, het actualiseren van de lijsten van resistente aardappelrassen op basis van onderzoek, het aanpassen van de begrenzing van een preventiegebied (wratziekte) en actualisatie van de lijst van rassen die onder het TBM regime (Teeltbeschermingsmaatregelen zetmeelaardappelen) mogen worden geteeld op basis van onderzoek. Daarnaast worden veel woordelijke beschrijvingen van aangewezen gebieden vervangen door kaartjes. In de Regeling fytosanitaire uitvoeringsbesluiten vervalt een artikel omdat de bijbehorende beschikking van de Commissie is ingetrokken.

2. Regeldruk

De wijzigingen in de artikelen I en II leiden niet tot verandering in de regeldruk. De wijzigingen hebben, naast verduidelijking en correctie, betrekking op het wijzigen van lijsten met namen van aardappelrassen en het wijzigen van begrenzingen van gebieden. Daarnaast worden veel woordelijke beschrijvingen van aangewezen gebieden vervangen door kaartjes. Deze regelingswijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten voor aardappeltelers. Zij hoeven immers geen administratieve of andere handelingen te verrichten bij het kiezen van aardappelrassen die worden gebruikt voor de teelt en om het verbod op gebruik van oppervlaktewater na te leven. En preventiegebied A (wratziekte) is gekrompen. Hier vloeit derhalve evenmin regeldruk uit voort voor telers.

LNV en ATR hebben afgesproken dat onder bepaalde voorwaarden ministeriële regelingen niet meer hoeven te worden voorgelegd aan de ATR. Geconcludeerd is dat ook deze wijziging van de Regeling plantgezondheid aan die voorwaarden voldoet en derhalve niet voor advies aan de adviescommissie van de ATR hoefde te worden voorgelegd.

3. Inwerkingtreding

In afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten en invoeringstermijnen treedt de regeling de dag na publicatie in de Staatscourant in werking en is de termijn tussen de publicatie en inwerkingtreding van de regeling korter dan twee maanden. Door vertraagde beschikbaarheid van de benodigde kaarten en rassenlijsten is tijdige publicatie van deze wijziging niet gerealiseerd. Dit wordt gerechtvaardigd door het feit dat de sector over de voorgenomen wijzigingen is geconsulteerd en het belang dat de wijziging tijdig kan plaatsvinden.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A (artikel 1)

In dit artikel vervalt de begripsbepaling van Richtlijn 2007/33/EG van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2007 betreffende de bestrijding van het aardappelcysteaaltje, aangezien deze richtlijn inmiddels is ingetrokken.

Artikel I, onderdeel B (artikel 8)

Sinds een aantal jaren treffen we in Nederlands oppervlaktewater een tweede soort bacterie aan, die bruinrot kan veroorzaken. Het betreft R. pseudosolanacearum (Ralstonia pseudosolanacearum Safni et al., 2014). Deze is voor aardappelen en tomaten even schadelijk als R. solanacearum (Ralstonia solanacearum (Smith 1896) Yabuuchi et al., 1996 emend. Safni et al., 2014), de al lang aanwezige bacteriesoort. Om deze reden past de NVWA voor beide veroorzakers van bruinrot dezelfde aanpak toe voor aardappelen en tomaat, incl. het beregeningsverbod. Concreet houdt dit in dat de vondsten van R. pseudosolanacearum in oppervlaktewater van de afgelopen jaren zijn verwerkt in de kaarten van de beregeningsverbodsgebieden. Dit is nodig omdat er een nieuw beregeningsverbodsgebied is ingesteld naar aanleiding van vondsten van uitsluitend R. pseudosolanacearum. Ook zijn bestaande verbodsgebieden uitgebreid naar aanleiding van vondsten van R. pseudosolanacearum. Deze bacteriesoort is opgenomen in de begripsbepaling van bruinrot, zoals deze in artikel 8 van de Regeling plantgezondheid is genoemd. Tevens wordt de taxonomisch correcte naam van de bacterie die ringrot veroorzaakt opgenomen.

Artikel I, onderdeel C (artikel 9, eerste en tweede lid)

De huidige beschrijving van het beregeningsverbod maakt het niet mogelijk om handhavend op te treden, indien oppervlaktewater wordt gebruik door een andere teler dan de teler van de aardappelen (of andere waardplanten) die vatbaar zijn voor bruinrot. Het betreft situaties dat deze andere teler (bijv. een bollenteler) het beregeningsapparaat zo afstelt, dat rijen aardappelen worden mee beregend. Deze wijziging heeft daarom tot doel om handhavend op te kunnen treden richting alle gebruikers van oppervlaktewater, ongeacht of deze zelf waardplanten telen, dan wel oppervlaktewater zo gebruiken dat waardplanten van een andere teler in contact kunnen komen met oppervlaktewater. De Klankbordgroep akkerbouw steunt deze aanpassing.

Artikel 9, eerste lid, wordt aangepast omdat voor geheel Nederland dient te gelden dat pootaardappelen niet in contact mogen komen met oppervlaktewater vanwege de kans op een besmetting met bruinrot.

Artikel 9, tweede lid, wordt eveneens aangepast omdat het verbod in de beregeningsverbodsgebieden niet alleen moet gelden voor pootaardappelen, maar ook voor consumptie- en zetmeelaardappelen en andere bruinrot waardplanten.

Artikel I, onderdeel D (artikel 10, tweede lid)

Artikel 10, eerste lid, bepaalt dat het verboden is in Nederland geteelde aardappelen als pootaardappelen in het verkeer te brengen of als pootaardappelen te gebruiken. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien de partij waartoe de aardappelen behoren, vergezeld gaat van een door de minister afgegeven verklaring dat de partij vrij is bevonden van de bacterie Ralstonia solanacearum (Smith 1896) Yabuuchi et al., 1996 emend. Safni et al., 2014 alsmede van de bacterie Clavibacter sepedonicus (Spieckermann & Kotthoff 1914) Li et al., 2018. Omdat sinds een aantal jaren in Nederland een tweede soort bacterie is aangetroffen die bruinrot kan veroorzaken, bacterie Ralstonia pseudosolanacearum Safni et al., 2014 wordt deze bacterie in artikel 10, tweede lid, toegevoegd aan de lijst van bacteriën waarvan de partij waartoe de aardappelen behoren, vrij moet zijn.

Artikel I, Onderdeel E (Bijlage 1)

Dit onderdeel betreft een actualisering van de gebieden waar het verboden is oppervlaktewater te gebruiken voor en bij de teelt van consumptie- en zetmeelaardappelen en andere waardplanten van het quarantaineorganisme R. solanacearumen R. pseudosolanacearum. Deze bacteriesoorten veroorzaakt bruinrot in aardappel. Een besmetting met bruinrot heeft grote gevolgen voor aardappelteelten en -bedrijven en kan tot omvangrijke schade leiden. Voor de teelt van pootaardappelen (NAK-pootgoed, ATR-pootgoed én TBM-pootgoed) geldt in heel Nederland een verbod op het gebruik van oppervlaktewater. Het oppervlaktewater in de aangewezen verbodsgebieden is besmet of vermoedelijk besmet met de bacteriën R. solanacearum en R. pseudosolanacearum. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onderzoekt jaarlijks watermonsters van oppervlaktewateren in Nederland op aanwezigheid van deze bacteriën. De resultaten van dit onderzoek zijn bepalend voor het vaststellen van de beregeningsverbodsgebieden. Uitgangspunt voor het vaststellen van de omvang van deze verbodsgebieden is dat deze niet groter zijn dan noodzakelijk is, rekening houdend met fytosanitaire risico’s en waterstromen.

Naar aanleiding van een aantal vondsten van R. solanacearum en R. pseudosolanacearum buiten de beregeningsverbodsgebieden in 2023 en 2024, moest een aantal beregeningsverbodsgebieden aangepast worden. In totaal gaat het om vier uitbreidingen, één inkrimping en twee nieuwe gebieden.

Nieuwe gebieden

  • Twente, waarbij ongeveer 11 km van het Twentekanaal wordt afgebakend tussen Goor en Lochem. Daarbij wordt ook tussen Goor en Hengevelde ten oosten van de N347 een nieuw gebied afgebakend van circa 350 hectare. Dit gebied is ingesteld n.a.v. een vondst van R. pseudosolanacearum.

  • Wons, net ten zuiden van de A7. Hierbij wordt een deel van de Goaiumer Feart afgebakend.

Gewijzigde gebieden

  • Emmen-Hoogeveen, dit gebied wordt ingekrompen en er gaat een stuk rondom Nieuw-Balinge af.

  • Gouda, op 4 plekken wordt dit gebied uitgebreid: nabij Bodegraven, Hekendorp, Lopik en Berkenwoude. Dit betreft relatief kleine uitbreidingen, behalve bij Berkenwoude waar het gebied met circa 8 km wordt uitgebreid.

  • Helmond, dit beregeningsverbodsgebied wordt uitgebreid, waarbij enkel de Zuid-Willemsvaart over een extra lengte van 5 km is afgebakend.

  • Purmerend, dit gebied wordt uitgebreid met de Purmerringvaart, waarbij alleen de hoofdwatergang met 2 km wordt afgebakend.

  • Sneek, dit beregeningsverbodsgebied wordt uitgebreid tot en met de woonwijk de Duinterpen en het naastgelegen burgemeester Rasterhoffpark.

Daarnaast worden ook niet gewijzigde kaarten vervangen i.v.m. verouderde logo’s en enkele technische correcties.

Artikel I, onderdelen F, G, H, I, J, K en L (Bijlagen 3a, 3b, 4a, 4b, 4c1, 4c2, 5a en 5b behorend bij artikel 18)

Wratziekte wordt veroorzaakt door de schimmel Synchytrium endobioticum (Schilbersky) Percival en is bedreigend voor de aardappelteelt en de teelt van voor opplant bestemde planten, zoals bloembollen, bomen en vaste planten. Op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1195 van de Commissie van 11 juli 2022 tot vaststelling van maatregelen om Synchytrium endobioticum (Schilbersky) Percival uit te roeien en de verspreiding ervan te voorkomen moet de introductie en verspreiding van dit schadelijk organisme worden voorkomen. Terreinen die besmet zijn, blijven dit lange tijd en vanuit deze terreinen kan verdere verspreiding optreden. Op grond van artikel 8 van de Plantgezondheidswet legt de NVWA overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1195 maatregelen op als er een besmetting wordt vastgesteld. De uitvoeringsverordening bepaalt dat naast een besmet terrein ook een bufferzone moet worden aangewezen. Dit betreft de terreinen waarop wratziekte dreigt op te treden. In de bufferzone mogen aardappelen worden geteeld van rassen die zodanig resistent zijn dat geen secondaire besmetting is te verwachten. In artikel 16 van de regeling is bepaald dat deze rassen bij besluit van de minister worden aangewezen. Voorts bepaalt artikel 17 van de regeling dat de teelt van aardappelen in tuinen kan worden beperkt tot door de minister aangewezen resistente aardappelrassen. Om de vermeerdering en verspreiding van de ziekte te voorkomen zijn preventie- en kerngebieden ingesteld waar alleen rassen mogen worden geteeld die in voldoende mate resistent zijn tegen de in deze gebieden aangetroffen pathotypen van wratziekte.

De bijlagen 3b, 4c1, 4c2 en 5b bevatten overzichten met relevante resistente aardappelrassen Deze bijlagen worden geactualiseerd.

In bijlage 3a zijn gebieden aangewezen waar geen aardappelen mogen worden geteeld, tenzij de planten behoren tot een ras genoemd in bijlage 3b.

In bijlage 4a zijn gebieden aangewezen waar geen aardappelen mogen worden geteeld, tenzij de planten behoren tot een ras genoemd in bijlage 4c1.

In deze gebieden mogen voor pootaardappelteelt – naast de rassen genoemd in bijlage 4c1 – ook rassen worden gebruikt, die zijn genoemd in bijlage 4c2.

Voor de teelt van zetmeelaardappelen in de gebieden aangewezen in bijlage 4b mogen alleen de rassen worden gebruikt, genoemd in bijlage 4c1.

In bijlage 4a en bijlage 4b worden de teksten vervangen door kaarten van die gebieden, Bovendien wordt preventiegebied A in bijlage 4a geactualiseerd, het gebied ten noorden van het Van Starkenborghkanaal aan de westkant van Gaarkeuken wordt verwijderd. Daar waar deze wijziging doorwerkt in andere kaarten worden die ook aangepast (bijlage 9.1, 9.2 en 11).

In bijlage 5a zijn twee gebieden aangewezen waar geen aardappelen mogen worden geteeld, tenzij de planten behoren tot een ras genoemd in bijlage 5b. In bijlage 5a worden de teksten vervangen door een kaart waarop de beide gebieden staan aangegeven.

Artikel I, onderdelen M en N (Bijlage 8 en 9 behorend bij artikel 37, 38 eerste en tweede lid en 39)

Aardappelmoeheid (AM) is een plaag die aardappelplanten aantast en wordt veroorzaakt door de aardappelcysteaaltjes Globodera rostochiensis en Globodera pallida. Aantasting van de aardappelplant door het aardappelcysteaaltje heeft tot gevolg dat de aardappelplant minder goed groeit of sterft. De plaag kan een grote inkomstenderving tot gevolg hebben. Het aardappelcysteaaltje kan meer dan 10 jaar in de grond overleven en wordt actief wanneer het met voor het aardappelcysteaaltje gevoelige planten – waaronder aardappelplanten – in aanraking komt. Doel van de maatregelen is om de verspreiding en besmetting met aardappelmoeheid te beheersen en de export van voor opplant bestemde planten, waarvoor de eis geldt dat dit AM-vrij moet zijn, niet te belemmeren.

In artikel 37 van de regeling is bepaald dat het in 5 gebieden waar veel voor opplant bestemde planten worden geteeld verboden is om aardappelen te telen. Op deze manier wordt gegarandeerd dat voor opplant bestemde planten afkomstig uit deze gebieden vrij zijn van aardappelmoeheid. De betreffende aardappelteeltverbodsgebieden werden in bijlage 8 woordelijk beschreven. Deze beschrijving wordt nu vervangen door 5 kaarten van die aardappelteeltverbodsgebieden in bijlage 8.

Artikel 38 bevat voorschriften voor het telen van aardappelen op terreinen of percelen waarop in voorgaande jaren ook aardappelen zijn geteeld. Doel van deze voorschriften is het beheersen van de aardappelziekte aardappelmoeheid. De voorschriften stellen eisen aan het aantal keren dat op een zelfde perceel of terrein aardappelen geteeld mogen worden, namelijk niet vaker dan één keer in de drie jaar. Voor de vroege teelt van aardappelen zijn onder voorwaarden en in nader aangewezen gebieden uitzonderingen mogelijk. Deze gebieden en de voorwaarden zijn in bijlage 9 benoemd. In bijlage 9 worden de tekstuele beschrijvingen van de gebieden onder het eerste lid, het tweede lid, eerste alinea, het derde lid, eerste alinea, het vierde lid, onderdeel a, het vijfde lid, onderdeel a en het zesde lid onderdeel a, vervangen door kaarten van die gebieden. Bijlagen 9.1 en 9.2 zijn in overeenstemming gebracht met Bijlage 4a.

Artikel I, onderdeel O (Bijlage 10 en 11 behorend bij artikel 40)

Artikel 40 van de regeling bevat voorwaarden inzake de teelt van pootgoed. In het algemeen geldt dat pootgoed moet zijn goedgekeurd. De leden 2 en 3 van artikel 40 beschrijven de uitzonderingen voor de teelt van pootaardappelen die bestemd zijn voor eigen gebruik (respectievelijk TBM-pootgoed en ATR-pootgoed). Om fytosanitaire risico’s zoveel mogelijk te beperken is voor de uitzondering genoemd in artikel 40, tweede lid, een gebied aangewezen (bijlage 11) waar alleen de in bijlage 10 genoemde rassen mogen worden geteeld. Dit aangewezen gebied en deze lijst met zetmeelaardappelrassen die onder het TBM-regime (Teeltbeschermingsmaatregelen zetmeelaardappelen) mogen worden vermeerderd, zijn geactualiseerd, waarbij het aangewezen gebied in overeenstemming is gebracht met bijlage 4a.

Artikel II

In de Regeling fytosanitaire uitvoeringsbesluiten vervalt artikel 3. Hierin was voorgeschreven dat een fytosanitair certificaat voor snijbloemen van Orchidaceae van oorsprong uit Thailand aan bijzondere eisen moest voldoen. Deze eisen stonden in Beschikking 98/109/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 februari 1998 tot machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Thailand tijdelijk spoedmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Thrips palmi Karny. Deze beschikking is inmiddels ingetrokken. Betreffende eisen zijn nu opgenomen in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven