Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 2 april 2024 nr. BOACAT2024/015, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de gemeente Súdwest-Fryslân.

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelezen het verzoek van gemeente Súdwest-Fryslân van 14 februari 2024 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Noord-Nederland en de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 7, negende lid, van de Politiewet 2012;

  • artikel 55b van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten;

  • de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van medewerker handhaving I, II, III, IV, V, adviseur I, II, III, IV en V in dienst van de gemeente Súdwest-Fryslân, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein I, Openbare ruimte, zoals opgenomen in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 22 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Noord-Nederland

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012

Artikel 6

De buitengewoon opsporingsambtenaar kan de in artikel 7, eerste, derde en vierde lid (vervoersfouillering), van de Politiewet 2012 omschreven bevoegdheden uitoefenen met gebruikmaking van het vrijheidsbeperkend middel handboeien en het geweldsmiddel korte wapenstok.

De gebruikmaking van het geweldsmiddel korte wapenstok wordt toegekend tot 2 april 2026, onder de randvoorwaarden zoals gesteld op basis van artikel 29 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar in de adviezen van de toezichthouders. Hiertoe vindt op basis van artikel 40 en 41 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regulier overleg plaats.

Artikel 7

  • 1. De gemeente Súdwest-Fryslân brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister voor Rechtsbescherming goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 9 genoemde besluit, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Dit artikel brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Súdwest-Fryslân 2019 van 20 september 2019, nr. BOACAT2019/050, wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar gemeente Súdwest-Fryslân 2024.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 april 2024

De Minister voor Rechtsbescherming, namens deze, I.M. Koster-Boer Operationeel manager V&T

Bezwaar maken

U kunt bij de Minister voor Rechtsbescherming tegen deze beslissing bezwaar maken. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na bekendmaking van deze beslissing. U kunt uw bezwaarschrift digitaal indienen via justis.nl of schriftelijk indienen door deze te sturen naar het volgende adres:

Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Naar boven