Regeling van de Minister voor Natuur en Stikstof van 27 december 2023, nr. WJZ/37017293, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur in verband met het verlengen van de eerste fase

De Minister voor Natuur en Stikstof,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering Programma Natuur wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de begripsbepaling van Minister ‘Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door ‘Minister voor Natuur en Stikstof’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘tot en met 31 december 2025’ vervangen door ‘tot en met 31 december 2026’ en wordt ‘tot en met 31 december 2023’ vervangen door ‘tot en met 31 december 2025’.

2. In het vierde lid wordt ‘1 januari 2021 tot en met 31 december 2023’ vervangen door ‘1 januari 2021 tot en met 31 december 2026’ en wordt ‘vanaf 1 januari 2024’ vervangen door ‘in de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2030’.

C

In artikel 4, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘uiterlijk tot en met 31 december 2025’ vervangen door ‘uiterlijk tot en met 31 december 2026’.

D

In artikel 8, derde lid, onderdeel b, onder 1˚, wordt ‘in relatie tot het doelbereik tot en met 31 december 2023’ vervangen door ‘in relatie tot het doelbereik tot en met 31 december 2026’.

E

Onder plaatsing van de aanduiding ‘1.’ voor de tekst, wordt aan artikel 9 een lid toegevoegd, luidende:

• 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op aanvragen die op grond van deze regeling zijn ingediend en op specifieke uitkeringen die op grond van deze regeling zijn verleend of vastgesteld.

ARTIKEL II

Aanvragen die zijn ingediend op grond van de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur en betrekking hebben op bestedingen in de periode tot en met 31 december 2025, worden geacht betrekking te hebben op bestedingen in de periode tot en met 31 december 2026, tenzij de aanvrager binnen 6 weken na inwerkingtreding van dit artikel aan de Minister meldt dat dit niet het geval is.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 december 2023

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

TOELICHTING

De Regeling specifieke uitkering Programma Natuur voorziet in de verstrekking van specifieke uitkeringen aan provincies, (voornamelijk) voor natuurherstel van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. De in de regeling opgenomen periode, waarin de kosten voor de uitvoeringsactiviteiten zijn gemaakt, en de periode, waarin bestuurlijke verplichtingen voor deze uitvoeringsactiviteiten zijn aangegaan, worden met de onderhavige wijzigingsregeling verlengd. Verlenging is noodzakelijk om de provincies voldoende tijd te geven voor het zorgvuldig en adequaat uitvoeren van de gebiedsgerichte aanpak in en rond de diverse Natura 2000-gebieden en daarmee tevens voldoende tijd te geven om de middelen die op grond van deze regeling beschikbaar zijn gesteld voor een eerste fase van drie jaar (1 januari 2021 tot en met 31 december 2023) uit te geven. In verband daarmee worden de artikelen 2, 4 en 8 van de regeling gewijzigd (artikel I, onderdelen B, C en D).

Provincies en partners zijn voortvarend gestart met de uitvoering van maatregelen voor het Programma Natuur. In de gesprekken met provincies is gebleken dat er voor de afronding van de maatregelen die in gang zijn gezet extra tijd noodzakelijk is. Een belangrijke reden voor dit uitstel is dat gegeven de begrotingscycli van provincies en andere partijen maar een beperkt deel van 2025 benut zou kunnen worden voor de uitvoering van maatregelen. Daarnaast bleek de aanlooptijd voor alle partijen om een start met de uitvoering te kunnen maken langer dan verwacht. Om voldoende ruimte te bieden om de geplande natuurherstelmaatregelen tot uitvoering te brengen is verlenging van de termijnen gewenst.

Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de termijn waarbinnen de specifieke uitkering moet zijn besteed met 1 jaar verlengd, tot en met 31 december 2026. De termijn waarbinnen voor de uitgaven bestuurlijke verplichtingen moeten zijn aangegaan(goedgekeurd door gedeputeerde staten) wordt met 2 jaar verlengd, tot en met 31 december 2025.

Tevens wordt in verband met de portefeuilleverdeling in dit kabinet, waarbij de Minister voor Natuur en Stikstof verantwoordelijk is voor subsidies voor natuur, de begripsomschrijving van ‘Minister’ geactualiseerd (artikel I, onderdeel A). In lijn met artikel 4.10 van de Comptabiliteitswet in samenhang met artikel 3, vierde lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies, wordt voorts een einddatum voor de Regeling specifieke uitkering programma natuur opgenomen met overgangsrecht voor de afhandeling van de verleende uitkeringen (artikel I, onderdeel E). Voor fase 2 van het Programma natuur zal een nieuwe regeling worden opgesteld.

In artikel II is ter voorkoming van de noodzaak om de destijds ingediende aanvragen te wijzigen, de presumptie opgenomen dat deze aanvragen betrekking hebben op de verlengde periode voor de bestedingen die ten laste van de specifieke uitkering kunnen worden gebracht. Deze presumptie geldt tenzij de provincie meldt geen behoefte aan verlenging te hebben. De beschikking tot toekenning van de specifieke uitkering zal in lijn hiermee ambtshalve worden aangepast.

De ontwerpregeling is op grond van artikel 4.10, vierde lid, van de Comptabiliteitswet tot en met 15 december 2023 voorgehangen bij de Tweede Kamer. De voorhangprocedure heeft niet geleid tot bezwaren tegen vaststelling van de regeling vanuit de Tweede Kamer.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink