Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 27 maart 2024, nr. 5278276, houdende regels inzake subsidie om gecertificeerde instellingen te ondersteunen bij het inzetten van zij-instromers (Regeling subsidie zij-instromers gecertificeerde instellingen 2024)

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, onder a, 3 en 4, eerste lid, onder a, b en d van de Kaderwet overige JenV-subsidies en de artikelen 5, zevende lid, 7, eerste en tweede lid, 10, eerste en tweede lid, 16, eerste lid, en 20, vierde lid, van het Kaderbesluit overige JenV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

gecertificeerde instelling:

rechtspersoon die in het bezit is van een certificaat of voorlopig certificaat als bedoeld in artikel 3.4 van de Jeugdwet en die een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoert;

Minister:

Minister voor Rechtsbescherming;

zij-instromer:

medewerker van een gecertificeerde instelling die wordt opgeleid tot jeugdbeschermer of jeugdreclasseringsmedewerker.

Artikel 2. Te subsidiëren activiteiten

De Minister kan subsidie verstrekken aan een gecertificeerde instelling voor activiteiten die tot doel hebben om opleidings- en arbeidsplekken te bieden aan zij-instromers, voor zover zij beschikken over minimaal hbo-werk- en -denkniveau.

Artikel 3. Verdeelsleutel

De Minister verstrekt per gecertificeerde instelling een subsidie van ten hoogste het bedrag dat met betrekking tot die gecertificeerde instelling is opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 4. Subsidiebedrag

  • 1. De subsidie, bedoeld in artikel 2, bedraagt ten hoogste € 64.600,- per zij-instromer, met dien verstande dat het totaalbedrag per gecertificeerde instelling niet hoger is dan het bedrag dat is opgenomen in de bijlage.

  • 2. Indien een zij-instromerstraject voortijdig wordt beëindigd, komen enkel de kosten die voor die zij-instromer daadwerkelijk zijn gemaakt voor subsidiëring in aanmerking.

Artikel 5. Aanvraagtijdvak

Een subsidie op grond van artikel 2 kan worden aangevraagd van 15 april 2024 tot 10 juni 2024.

Artikel 6. Subsidieplafond

Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is ten hoogste € 9.690.000,- beschikbaar.

Artikel 7. Indiening van de aanvraag

Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt ingediend door middel van een daartoe door de Minister elektronisch beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

Artikel 8. Verplichtingen

De voor subsidie in aanmerking komende activiteiten als bedoeld in artikel 2 worden in de periode van 15 april 2024 tot en met 31 december 2025 uitgevoerd.

Artikel 9. Verantwoording

  • 1. Een verzoek tot het vaststellen van de subsidie wordt uiterlijk 1 juli 2026 gedaan aan de Minister.

  • 2. Voor de verantwoording kunnen de controleverklaringen worden gebruikt die door de accountant worden verstrekt ten behoeve van de jaarverantwoordingen over 2024 en 2025.

Artikel 10. Hardheidsclausule

  • 1. De Minister kan de termijn voor de uitvoering van subsidieactiviteiten als bedoeld in artikel 8 verlengen met maximaal twaalf maanden, indien de subsidieontvanger een daartoe voldoende gemotiveerd verzoek indient voor het einde van deze termijn.

  • 2. Een verzoek tot verlenging wordt slechts ingewilligd indien er sprake is van bijzondere of onvoorziene omstandigheden, waardoor het niet toewijzen van het verzoek zou leiden tot onevenredige gevolgen voor de subsidieontvanger. In dat geval wordt ook de beschikking tot subsidieverlening gewijzigd dan wel aangevuld met nieuwe uiterste data voor verantwoording van de besteding van de subsidiegelden die een jaar later liggen dan de data voor verantwoording bedoeld in artikel 9.

  • 3. Onder bijzondere of onvoorziene omstandigheden worden in ieder geval verstaan onvoorzien hoog personeelsverloop, onvoorziene stijging van de cliënteninstroom, onvoorziene krapte op de arbeidsmarkt en onvoorziene tariefverhoging. In het verzoek tot verlenging wordt gemotiveerd welke omstandigheden van toepassing zijn en hoe deze omstandigheden tot vertraging in de uitvoering hebben geleid.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 maart 2029, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling voor die datum zijn verstrekt.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidie zij-instromers gecertificeerde instellingen 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

BIJLAGE BEHOREND BIJ DE ARTIKELEN 3 EN 4 VAN DE REGELING SUBSIDIE ZIJ-INSTROMERS GECERTIFICEERDE INSTELLINGEN 2024

Tabel met verdeling subsidie over de gecertificeerde instellingen voor 2024 en 2025

Gecertificeerde instelling

% van totaal

Het op basis van de percentages afgeronde maximaal aan te vragen bedrag, deelbaar door € 64.600

Jeugdbescherming Regio Amsterdam

4,90%

€ 452.200

Jeugdbescherming Brabant

8,30%

€ 839.800

Jeugdbescherming Gelderland

7,13%

€ 710.600

Bureau Jeugdzorg Limburg

5,48%

€ 516.800

Jeugdbescherming Noord

3,28%

€ 323.000

Jeugdbescherming Overijssel

5,58%

€ 516.800

Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond

6,40%

€ 646.000

Regiecentrum Bescherming en Veiligheid

3,30%

€ 323.000

Jeugdbescherming west

10,86%

€ 1.033.600

Samen Veilig Midden-Nederland

6,68%

€ 646.000

De Jeugd- en Gezinsbeschermers

4,50%

€ 452.200

William Schrikker Jeugdbescherming en Jeugdreclassering

25,53%

€ 2.454.800

Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering

8,05%

€ 775.200

Totaal

100%

€ 9.690.000

TOELICHTING

De toenemende personeelstekorten bij de gecertificeerde instellingen (GI’s) zetten de beschikbaarheid en kwaliteit van de jeugdbescherming onder grote druk. GI’s hebben al langere tijd te maken met een hoge werkdruk, onder andere door toenemende complexiteit van de casuïstiek. Naast de grote uitstroom van personeel is er onvoldoende instroom van personeel bij GI’s. Er moet op korte termijn meer personeel aangetrokken worden door GI’s. Zij-instroom is hierbij een kansrijke oplossing. Vanwege deze urgentie is in 2022 een regeling opgesteld waarmee GI’s in 2023/2024 150 zij-instromers kunnen aantrekken. De regeling is een succes gebleken en wordt daarom uitgebreid voor 2024 en 2025.

Er is veel animo onder potentiële zij-instromers om bij GI’s te willen werken. GI’s willen graag professionals met werk- en levenservaring die zij kunnen opleiden en begeleiden. Het ontbreekt GI’s op dit moment echter aan financiële middelen om de noodzakelijke investering voor een zij-instromer te realiseren. Potentiële zij-instromers voldoen niet direct aan de registratie-eisen van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ). Om SKJ-geregistreerd te raken hebben zij een scholingstraject nodig (EVC, EC, geaccrediteerd praktijkprogramma of een combinatie van beiden). Om te kunnen starten met een traject tot registratie dienen zij gelijktijdig werkzaam te zijn in een functie op minimaal hbo-werk- en -denkniveau waarbij zij werken met jeugd en hun gezinnen voor minimaal 16 uur per week, een zogenoemde arbeidsplek. Er ontstaat op die manier een leer-werktraject dat voldoet aan de registratie-eisen van het SKJ.

GI’s krijgen met deze regeling een bijdrage in de kosten die het bieden van een opleidings- en arbeidsplek voor zij-instromers met zich meebrengt en daarnaast worden GI’s begeleid door een landelijk werkend ondersteuningsteam. Deze ondersteuningsstructuur heeft als doel om kennis en ervaringen landelijk te bundelen in één loket en daarnaast GI’s te ondersteunen bij de inzet van zij-instromers in de organisatie. In het subsidiëren van het ondersteuningsteam wordt separaat voorzien.

Hieronder worden enkele aspecten uit de regeling belicht.

Hbo-wo-eis

Het uitgangspunt is de kwaliteit van professionals die werkzaam zijn in de jeugdbescherming. Voor de specifieke werkzaamheden waarop de Regeling toeziet, is vereist dat de zij-instromer beschikt over minimaal hbo-werk- en -denkniveau, uitgaande van de norm van verantwoorde werktoedeling.1

Verdeelsleutel

Het Ministerie van Justitie en Veiligheid stelt voor deze regeling € 9.690.000 beschikbaar waarbij de keuze is gemaakt om dit bedrag zo objectief mogelijk over de GI’s te verdelen, zodat alle GI’s in vergelijkbare mate hiervan profiteren; namelijk op basis van het totaal aantal maatregelen dat door de desbetreffende GI wordt uitgevoerd. Met deze sleutel krijgen de GI’s die meer maatregelen uitvoeren meer middelen. Deze verdeelsleutel is afgestemd met het landelijk ondersteuningsteam zij-instroom.

Bij de normering van deze werkbelasting wordt gebruik gemaakt van de urennormering van totaal aantal maatregelen OTS, voogdij, jeugdreclassering-regulier en samenloop. De maximale aanspraak van de desbetreffende GI op het voor hen beschikbaar gestelde subsidiebedrag wordt gelet hierop als volgt bepaald:

  • Het aantal maatregelen per GI op peildatum 1 oktober 2023

  • Rekening houdend met een gemiddeld lang traject (half jaar tot negen maanden) om tot een SKJ-registratie te komen, wordt per zij-instromer een bedrag van € 64.600 uitgekeerd.

  • Van het totaalbedrag (€ 9.690.000) kunnen in het totaal 150 zij-instromers worden opgeleid. Hierbij is het beschikbaar gestelde bedrag op verzoek van de focusgroep van GI-bestuurders per GI afgerond op een bedrag deelbaar door het vaste bedrag van € 64.600 per zij-instromer, zodat duidelijk is hoeveel zij-instromers iedere GI precies kan aantrekken.

Vast bedrag per zij-instromer

Het vaste bedrag van € 64.600 per zij-instromer bestaat uit de kosten voor activiteiten die gericht zijn op het werven, opleiden en begeleiden van zij-instromers. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de kosten voor supervisie door een SKJ-geregistreerde jeugdbeschermer, de opleidingskosten van de zij-instromer, het brutoloon van een zij-instromer die niet zelfstandig op cases kan worden ingezet en de niet-declarabele uren van de SKJ-geregistreerde professional die de zij-instromer begeleidt. Indien een zij-instromerstraject voortijdig wordt beëindigd, zal de GI het gedeelte van het subsidiebedrag dat voor die zij-instromer nog niet is gebruikt moeten terugbetalen.

50/50-uitkering

Verwacht wordt dat het subsidiebedrag per GI voor 50% in 2024 en voor de overige 50% in 2025 zal worden uitgekeerd, in lijn met de verdeling van de beschikbare middelen over 2024 en 2025.

Verantwoording

De GI’s dienen een verantwoording in te dienen als zij subsidie op grond van deze regeling ontvangen. Om de regel- en administratieve druk voor de GI’s te beperken is gekozen om niet een aparte controleverklaring van een accountant te vereisen. De verantwoording kan dan als bijlage meelopen in de jaarlijkse verantwoording van een GI waarbij door een accountant een controleverklaring wordt verstrekt. Op die manier kan de subsidie eveneens worden verantwoord met een controleverklaring en dit beperkt de regeldruk voor de GI’s alsmede mogelijke extra kosten. De GI’s dienen op grond van artikel 19, onder g, van het Kaderbesluit overige JenV-subsidies een gescheiden administratie te voeren voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt ontvangen en voor de overige activiteiten.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kwaliteitskader Jeugd: toepassen van de norm van de verantwoorde werktoedeling in de praktijk (versie 2.1 september 2016).

Naar boven