Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 28 maart 2024, kenmerk ACM/UIT/614796 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31 van de Elektriciteitswet 1998 betreffende aansluittermijnen grote aansluitingen

Zaaknummer: ACM/21/168317

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit

ARTIKEL I

De Netcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 8.4, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. een offerte voor een aansluiting met een aansluitcapaciteit tot en met 10 MVA verzendt binnen tien werkdagen na ontvangst van een volledige aanvraag daarvoor. In deze offerte is in ieder geval opgenomen:

    • 1°. indien van toepassing de mededeling dat er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 8.13, derde lid, onderdeel a;

    • 2°. een verwijzing naar de relevante informatie over het offerte- en aansluitproces;

    • 3°. de huidige dynamische regionale wachttijd als bedoeld in artikel 8.12; en

    • 4°. informatie over de van toepassing zijnde annuleringsvoorwaarden;

B

Na artikel 8.4, onderdeel e, wordt onderdeel e1 ingevoegd, luidende:

  • e1. na een vooraankondiging die betrekking heeft op een gebied waarin de aanleg of wijziging van de aansluiting is aangevraagd als bedoeld in artikel 9.9, eerste lid, door de netbeheerder of de bovenliggende netbeheerder, in afwijking van onderdeel e, de offerte verzendt 10 werkdagen na publicatie van het onderzoek, als bedoeld in artikel 9.10, indien de periode tot aan deze dag langer is dan de tien werkdagen bedoeld in onderdeel e;

C

In artikel 8.4, onderdeel i, wordt ‘; en’ vervangen door ‘;’.

D

In artikel 8.4, onderdeel j, wordt de afsluitende ‘.’ vervangen door ‘; en’.

E

In artikel 8.4 wordt een onderdeel k toegevoegd, luidende:

  • k. ondertekende offertes voor de aanleg of de wijziging van aansluitingen met een aansluitcapaciteit tot en met 10 MVA afhandelt overeenkomstig artikel 8.13.

F

Na artikel 8.11 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 8.12

  • 1. Indien de netbeheerder een dynamische regionale wachttijd hanteert, berekent de netbeheerder ieder kwartaal de dynamische regionale wachttijd volgens de methode in artikel 1, van bijlage 20.

  • 2. De netbeheerder publiceert de dynamische regionale wachttijd op de website als bedoeld in artikel 9.8.

  • 3. De netbeheerder rapporteert jaarlijks aan de ACM de berekeningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De netbeheerder spant zich ervoor in om de dynamische regionale wachttijd te verminderen.

Artikel 8.13

  • 1. Na ontvangst van een ondertekende offerte voor de aanleg of wijziging van een aansluiting met doorlaatwaarde groter dan 3X80A maar met een aansluitcapaciteit kleiner dan of gelijk aan 10 MVA als bedoeld in artikel 8.4, onderdeel e, realiseert de netbeheerder de gevraagde aansluiting of wijziging uiterlijk in de laatste week van de realisatietermijn die wordt vastgesteld op grond van dit artikel, tenzij er sprake is van overmacht als bedoeld in artikel 6:75 van het Burgerlijk Wetboek, of omstandigheden die buiten de invloed van de netbeheerder liggen die de netbeheerder redelijkerwijs niet had kunnen voorzien, waaronder onder meer maar niet uitsluitend gerekend worden:

    • a. niet tijdige verlening van vergunningen of toestemmingen van derden;

    • b. weersomstandigheden (vorst); of

    • c. omstandigheden die de aangeslotene zijn toe te rekenen zoals het niet tijdig beschikbaar hebben van een geschikte ruimte voor de aansluiting.

  • 2. De netbeheerder bepaalt, behoudens de situatie als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, binnen 5 weken na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde ondertekende offerte, op basis van bijlage 21, de week waarin de aansluiting ten uiterste gerealiseerd is, waarbij geldt dat deze week, ten opzichte van het moment van ontvangst van de in het eerste lid bedoelde ondertekende offerte, niet verder in de toekomst ligt dan:

    • a. 26 weken, vermeerderd met de eventueel van toepassing zijnde dynamische regionale wachttijd als bedoeld in artikel 8.12 zoals die gold op de datum van ontvangst van de in het eerste lid bedoelde ondertekende offerte, indien de complexiteitscategorie ‘laag’ is;

    • b. 52 weken, vermeerderd met de eventueel van toepassing zijnde dynamische regionale wachttijd als bedoeld in artikel 8.12 zoals die gold op de datum van ontvangst van de in het eerste lid bedoelde ondertekende offerte, indien de complexiteitscategorie ‘midden’ is; en

    • c. een door de netbeheerder vast te stellen aantal weken, indien de complexiteitscategorie ‘hoog’ is waarbij de netbeheerder inzichtelijk maakt dat deze vast te stellen termijn in redelijkheid niet korter kan zijn, vermeerderd met de eventueel van toepassing zijnde dynamische regionale wachttijd als bedoeld in artikel 8.12 zoals die gold op de datum van ontvangst van de in het eerste lid bedoelde ondertekende offerte.

  • 3. Indien de netbeheerder geen aanbod doet voor het uitvoeren van transport overeenkomstig de bepalingen van artikel 9.6, derde lid, en de periode tussen de in het eerste lid bedoelde ontvangst van de ondertekende offerte en het beschikbaar komen van transport:

    • a. langer is dan twee jaar, bepaalt de netbeheerder, in afwijking van de termijn genoemd in de aanhef van het tweede lid, uiterlijk twee jaar voor het geplande beschikbaar komen van transport de in het tweede lid bedoelde week waarin de aansluiting ten uiterste gerealiseerd is; of

    • b. langer is dan de uit het tweede lid volgende week waarin de aansluiting ten uiterste gerealiseerd is, realiseert de netbeheerder de aansluiting of de wijziging uiterlijk dertien weken na het beschikbaar komen van transport.

  • 4. De netbeheerder en de aangeslotene kunnen gezamenlijk een latere week van realisatie overeenkomen dan de week van realisatie bedoeld in het tweede lid.

  • 5. Indien in de periode tussen de in het eerste lid bedoelde ontvangst van de ondertekende offerte en de op grond van het tweede, derde of vierde lid bepaalde week waarin de aansluiting ten uiterste gerealiseerd is, sprake is van overmacht of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid:

    • a. wordt de in het tweede, derde, of vierde lid bedoelde uiterste week van realisatie uitgesteld met de vertraging die het gevolg is van de situatie van overmacht of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid; en

    • b. spant de netbeheerder zich in om het in onderdeel a bedoelde uitstel zo kort mogelijk te laten zijn.

  • 6. De netbeheerder:

    • a. communiceert schriftelijk de op grond van het tweede, derde of vierde lid bepaalde uiterste week van realisatie aan de aangeslotene;

    • b. draagt zorg voor transparante communicatie over de uitvoering van de bepalingen van dit artikel en informeert de aanvrager op een toegankelijke wijze over de voortgang; en

    • c. zal de aangeslotene adequaat en met een transparante onderbouwing informeren zodra er afwijkingen ontstaan op de gemaakte afspraken, bijvoorbeeld door overmacht of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid.

G

In artikel 9.8 wordt na ‘artikelen’ ingevoegd ‘8.13, zesde lid,’.

H

Na bijlage 19 worden twee bijlagen toegevoegd, luidend:

BIJLAGE 20 BIJ ARTIKEL 8.12: VASTSTELLEN VAN DE DYNAMISCHE REGIONALE WACHTTIJD

  • 1. De netbeheerder berekent de dynamische regionale wachttijd W in weken per regio en per kwartaal met de volgende formule met een maximum als weergegeven in de tabel in artikel 2 van deze bijlage:

    V is de voorraad bij de laatste dag van het afgelopen kwartaal. De voorraad bestaat uit alle aanvragen waarvan de realisatie nog niet is gestart en het aandeel van de lopende projecten waarvoor geen realisatiecapaciteit beschikbaar is.

    R is de realisatiecapaciteit in het voorgaande kwartaal in aantal opdrachten per week (gemeten gemiddelde over kwartaal).

    W is de wachttijd (in weken) voor nieuwe opdrachten die binnenkomen in het nieuwe kwartaal gebaseerd op de gegevens van het afgelopen kwartaal.

    W = V/R, als V > R

    W = 0, als V ≤ R

  • 2. De dynamische regionale wachttijd bedraagt maximaal:

Vanaf jaar

Maximum (weken)

2025

40

2026

38

2027

36

2028

34

2029

32

2030

30

2031

28

2032

26

2033

24

2034

22

2035

0

BIJLAGE 21 BIJ ARTIKEL 8.13: CRITERIA BIJ VASTSTELLEN AANSLUITTERMIJNEN

  • 1. De netbeheerder gebruikt de factoren en de criteria voor de afweging van de complexiteitscategorie volgens onderstaande tabel.

    Factor

    Criteria

    Uitkomst

    Technische aansluitmogelijkheid beschikbaar:

    Het wel of niet beschikbaar hebben van een geschikt netvlak waarop de aansluiting gerealiseerd kan worden.

    Aansluiting kan direct gerealiseerd worden vanaf bestaand geschikt netvlak. Geen additionele werkzaamheden zijn nodig anders dan het realiseren van de klantaansluiting.

    Laag

    Aansluiting kan niet direct gerealiseerd worden vanaf bestaand geschikt netvlak. Er is een beperkte additionele investering benodigd om de aansluiting te kunnen realiseren niet verband houdend met een situatie als bedoeld in artikel 8.13, derde lid, onderdeel a. Voorbeelden van dit type investering: wisselen MS-transformator, aanpassen LS-rek, asbestsanering.

    Midden

    Aansluiting kan niet direct gerealiseerd worden vanaf bestaand geschikt netvlak. Er is een grote additionele investering benodigd om de aansluiting te kunnen realiseren niet verband houdend met een situatie als bedoeld in artikel 8.13, derde lid, onderdeel a. Voorbeelden van investeringen in deze categorie: MS-distributie- of transportnet aanpassen, stichten van nieuwe MS-ruimte (inclusief installaties en eventueel benodigde aankoop grond), velduitbreiding op OS/RS/SS.

    Hoog

    Tracécomplexiteit:

    Vergunningen (privaat/publiek), aankoop grond,

    zakelijk recht overeenkomst

    Het te volgen tracé loopt over publieke grond waardoor enkel een reguliere (gemeentelijke) vergunning benodigd is. Er hoeft geen grond aangekocht te worden.

    Laag

    Het te volgen tracé loopt via zowel publieke als private grond waardoor er, naast reguliere (gemeentelijke) vergunningen, ook een zakelijk recht overeenkomst gesloten dient te worden. Er zijn mogelijk een of meerdere niet-reguliere vergunningen benodigd bijv. Natura2000 of waterschap; echter geen beïnvloeding van eventuele andere belanghebbenden zoals ProRail of Gasunie.

    Midden

    Er is een combinatie van minimaal twee complicerende aspecten binnen de factor Tracécomplexiteit van toepassing. Het te volgen tracé loopt via zowel publieke als private grond waardoor er naast reguliere vergunningen ook meerdere zakelijk recht overeenkomsten gesloten dienen te worden. Er is mogelijk beïnvloeding van een of meerdere eventuele andere belanghebbenden, zoals ProRail, Gasunie of een waterschap. En er is mogelijk een of meerdere niet-reguliere vergunningen benodigd, zoals Natura2000 vergunning.

    Hoog

    Uitvoeringscomplexiteit: Civiel-technische bouwwerken, boringen, omgevingseisen, vervuilde grond, materialen

    Er worden geen complicerende uitvoeringsaspecten verwacht bij de uitvoering van het project.

    Laag

    Er worden in enige mate complicerende uitvoeringsaspecten verwacht bij de uitvoering van het project, zoals civiel-technische bouwwerken, boringen, vervuilde grond, hoge omgevingseisen of er is een speciaal materiaalcomponent nodig.

    Midden

    Er worden in sterke mate complicerende uitvoeringsaspecten verwacht bij de uitvoering van het project, zoals civiel-technische bouwwerken, boringen, vervuilde grond, hoge omgevingseisen of er is een speciaal materiaalcomponent nodig. Ook zijn zeer specialistische technische handelingen vereist.

    Hoog

  • 2. De netbeheerder bepaalt de complexiteitscategorie aan de hand van de uitkomsten uit de tabel in artikel 1 van deze bijlage volgens de volgende tabel.

    Technische aansluitmogelijkheid beschikbaar

    Tracé-complexiteit

    Uitvoerings-complexiteit

    Uitkomst:

    Complexiteitscategorie

    Laag

    Laag

    Laag

    Laag

    Midden

    Laag

    Laag

    Midden

    Hoog

    Laag

    Laag

    Midden

    Laag

    Midden

    Laag

    Laag

    Midden

    Midden

    Laag

    Midden

    Hoog

    Midden

    Laag

    Midden

    Laag

    Hoog

    Laag

    Midden

    Midden

    Hoog

    Laag

    Hoog

    Hoog

    Hoog

    Laag

    Hoog

    Laag

    Laag

    Midden

    Laag

    Midden

    Laag

    Midden

    Midden

    Hoog

    Laag

    Midden

    Midden

    Laag

    Midden

    Midden

    Midden

    Midden

    Midden

    Midden

    Midden

    Hoog

    Midden

    Midden

    Midden

    Laag

    Hoog

    Midden

    Midden

    Midden

    Hoog

    Midden

    Hoog

    Hoog

    Hoog

    Midden

    Hoog

    Laag

    Laag

    Hoog

    Laag

    Midden

    Laag

    Hoog

    Midden

    Hoog

    Laag

    Hoog

    Hoog

    Laag

    Midden

    Hoog

    Midden

    Midden

    Midden

    Hoog

    Midden

    Hoog

    Midden

    Hoog

    Hoog

    Laag

    Hoog

    Hoog

    Midden

    Midden

    Hoog

    Hoog

    Hoog

    Hoog

    Hoog

    Hoog

    Hoog

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 maart 2024

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

TOELICHTING

1 Samenvatting

  • 1. Met dit besluit stelt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) de aansluittermijnen voor grote aansluitingen vast. De aansluittermijn volgt uit de complexiteit van de aansluiting. De netbeheerder voert hiervoor een analyse uit van de werkzaamheden voor de aansluitingen. Afhankelijk van deze analyse bedraagt de aansluittermijn 26 weken, 52 weken, of een door de netbeheerder vastgestelde termijn die in redelijkheid niet korter kan zijn. Bovenop deze termijn kan de netbeheerder een extra wachttijd vaststellen. Deze wachttijd wordt per kwartaal en per regio bepaald op basis van de voorraad aan werkzaamheden. Deze wachttijd is gemaximaliseerd op 40 weken en dit maximum loopt in de komende tien jaar af.

  • 2. Als er congestie is, hoeft de netbeheerder pas 3 maanden na het opheffen van de congestie de aansluiting te realiseren. Ook kunnen er overmachtsituaties zijn waardoor de netbeheerder langer doet over het realiseren van de aansluiting. Ten slotte kunnen de afnemer en netbeheerder ook een afspraak maken over een latere oplevering van de aansluiting.

2 Aanleiding

  • 3. Dit besluit tot wijziging van de Netcode elektriciteit is opgesteld ter vervanging van artikel 23 vierde lid van de Elektriciteitswet. Artikel 23, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) bepaalt dat de netbeheerder eenieder die daarom verzoekt voorziet van een aansluiting, ongeacht de beschikbaarheid van transportcapaciteit. Daarbij geldt op grond van artikel 23 vierde lid van de E-wet dat de netbeheerder een aansluiting realiseert binnen een redelijke termijn. Die termijn werd geacht te zijn verstreken na 18 weken nadat het verzoek bij de netbeheerder is ingediend voor

    • a) aansluitingen tot 10 MVA, of

    • b) een aansluiting voor een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit of een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling, tenzij de netbeheerder niet in redelijkheid kon worden verweten dat hij de aansluiting niet binnen de genoemde tijd had gerealiseerd.

  • 4. Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU (hierna: Hof) volgt echter dat de wetgever niet bevoegd is om een nadere invulling te geven aan de redelijke termijn. In de uitspraken in de zaken Commissie tegen België en Commissie tegen Duitsland (zaken C-767/19 en C-718/18 respectievelijk) heeft het Hof verduidelijkt dat de in artikel 59 zevende lid van de Elektriciteitsrichtlijn1 opgesomde taken exclusief zijn toebedeeld aan de nationale regulerende instanties, waaronder de ACM. Een van deze taken is het vaststellen of goedkeuren van de voorwaarden inzake de aansluiting op en toegang tot de nationale netten. De normen in de Europese regelgeving beschrijven de inhoud van die bevoegdheden en regelen de criteria en voorwaarden die de discretionaire ruimte van de nationale regulerende instanties beperken.

  • 5. Door bij wet aansluittermijnen voor verschillende situaties voor te schrijven maakt de wetgever ontoelaatbaar inbreuk op de door de Richtlijnen vereiste onafhankelijke uitoefening van de regulerende bevoegdheid van de ACM.

  • 6. De in artikel 23 E-wet vastgelegde nadere uitwerking van de redelijke termijn is dus in strijd met de Elektriciteitsrichtlijn. Dit heeft tot gevolg dat de ACM de wettelijke aansluittermijn van 18 weken niet langer zonder meer kan handhaven of daaraan kan toetsen in geschilbesluiten.

  • 7. De ACM ziet zich daarom ter bescherming van aangeslotenen genoodzaakt om de invulling van de redelijke termijn vast te leggen in een codebesluit. Daarbij houdt de ACM rekening met de belangen genoemd in artikel 36 van de E-wet en weegt de ACM de belangen van de aangeslotenen af tegen de belangen van de netbeheerders.

  • 8. In het voorstel voor de Energiewet is de 18 weken termijn verwijderd. Het is nog niet bekend wanneer de Energiewet in werking zal gaan treden.

3 Gevolgde procedure

  • 9. De ACM stelt op grond van artikel 36 van de E-wet regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit betreft een wijziging van de Netcode elektriciteit die de ACM ambtshalve neemt op basis van artikel 31, eerste lid, sub a juncto artikel 32, tweede lid, E-wet.

  • 10. Om tot een nadere invulling van de redelijke termijn te komen heeft de ACM met verschillende (representatieve organisaties van) stakeholders gesprekken gevoerd. Het betreft: Netbeheer Nederland, netbeheerders, Energie Nederland, VEMW, Bouwend Nederland, RVO, de NAL, Holland Solar, NWEA, Energie Samen, de VNG, IPO, EZK en BZK.

  • 11. De ACM heeft tijdens deze gesprekken de stakeholders onder meer om informatie gevraagd over:

    • In het verleden gerealiseerde aansluittermijnen;

    • in het verleden gerealiseerde offertetermijnen;

    • de mogelijkheden voor de betrokken partij en de netbeheerder om tot een overeengekomen termijn te komen;

    • de wens tot differentiatie van de aansluittermijnen;

    • de wens tot het prioriteren op de aansluiting; en

    • onderbouwing van de toekomstig te hanteren aansluittermijnen.

  • 12. Verschillende stakeholders hebben na deze gesprekken additionele informatie aangeleverd. Mede op basis van deze informatie en de informatie die de netbeheerders op verzoek van de ACM hebben aangeleverd is de ACM tot de aansluittermijnen gekomen die in het ontwerpbesluit van 14 juli 2022 zijn opgenomen.

  • 13. De ACM heeft het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is gemeld in de Staatscourant van 14 juli 2022. De ACM heeft partijen in de gelegenheid gesteld binnen twaalf weken hun zienswijzen op het ontwerp kenbaar te maken. De ACM heeft hierop 10 zienswijzen ontvangen.

  • 14. De ACM heeft op 3 november 2022 een bijeenkomst gehouden waarbij de ACM aan partijen aanvullende vragen heeft gesteld over de ingediende zienswijzen.

  • 15. In februari 2023 zijn VEMW, Netbeheer Nederland, en de ACM besproken de sector tijd te geven om met een alternatief te komen voor de aansluittermijnen van grote aansluitingen. De ACM heeft de voorbereiding van het besluit over grote aansluitingen opgeschort. De ACM heeft op 8 juni 2023 alleen een besluit genomen over de aansluittermijnen van kleine aansluitingen. De ACM heeft partijen een brief met randvoorwaarden gestuurd voor het komen tot een alternatief.

  • 16. Netbeheer Nederland en netbeheerders, VEMW, Energie-Nederland, Energie Samen, Holland Solar, NVDE, NWEA, en Bouwend Nederland (hierna: de werkgroep) zijn onder leiding van een onafhankelijke gespreksleider uitvoerige gesprekken gestart. De ACM was op verzoek bij sommige gesprekken als toehoorder aanwezig.

  • 17. De ACM heeft op 25 maart 2024 van de werkgroep een alternatieve opzet van de voorwaarden (hierna: opzet) ontvangen dat gedragen is door alle leden van de werkgroep.

  • 18. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

4 Beoordeling

4.1 Inhoud van de opzet

  • 19. De opzet wijkt in sterke mate af van de voorwaarden in het ontwerpbesluit. De ACM heeft deze opzet in de codetekst verwerkt.

  • 20. De opzet differentieert in een aantal opzichten de aansluittermijn afhankelijk van factoren. Ten eerste is er differentiatie naar de complexiteit van de aanvraag. Deze complexiteit hangt af van drie criteria: of het netelement aanwezig is waarop de aansluiting kan worden afgewerkt, hoe complex de voorbereidingen voor het tracé van de aansluitkabel is, en hoe complex de uitvoering van het tracé is. Daarnaast is er een regionale verhoging van de aansluittermijn, afhankelijk van de hoeveelheid werk die de netbeheerder in een regio heeft; de regionale dynamische wachttijd. De netbeheerder berekent ieder kwartaal deze wachttijd. Om de complexiteit vast te stellen en daarmee de aansluittermijn vast te stellen, voert de netbeheerder bij het indienen van de aanvraag een quick-scan uit.

  • 21. Afhankelijk van de complexiteit is de aansluittermijn maximaal 26 weken plus de verhoging, 52 weken plus de verhoging of een redelijke termijn die de netbeheerder motiveert. De verhoging bedraagt maximaal 40 weken en loopt tot 2035 af naar 20 weken waarna hij vervalt. Netbeheerders spannen zich in om de verhoging zo spoedig mogelijk te verlagen. De opzet gaat er van uit dat als de ontwikkelingen zich anders gaan voordoen, netbeheerders met een voorstel tot het wijzigen van de code de verhoging kunnen verhogen.

  • 22. De opzet kent, zoals in het ontwerpbesluit, een uitstel voor congestie en de mogelijkheid om een langere termijn af te spreken.

4.2 Het aanvraagproces

  • 23. De ACM acht het wenselijk dat de aansluittermijnen goed aansluiten bij de daadwerkelijke werkzaamheden die de netbeheerder voor de aansluiting moet verrichten. De daadwerkelijke werkzaamheden volgen niet zozeer uit de technische eigenschappen van de aansluiting (bijvoorbeeld het netvlak waarop aangesloten moet worden) maar volgen uit de specifieke omstandigheden van de aansluiting. Een consequentie hiervan is dat dit besluit niet een aansluittermijn kan vast stellen, maar dat die volgt uit een analyse van de klantopdracht door de netbeheerder. De werkgroep noemt deze analyse een quick-scan.

  • 24. De aanvraag kent de volgende volgorde. De aanvrager vraagt een aansluiting aan bij zijn netbeheerder. De netbeheerder stuurt hierop een offerte. Dit is in artikel 8.4, onderdeel e, beschreven. In de offerte geeft de netbeheerder onder andere informatie over of er sprake is van congestie, welke aansluittermijnen er in het betreffende gebied kunnen gelden (eventueel als verwijzing naar informatie op de website), en de van toepassing zijnde annuleringsvoorwaarden.

  • 25. Nadat de netbeheerder de getekende offerte heeft ontvangen, voert hij binnen 5 weken de quick-scan uit. Dat is weergegeven in artikel 8.13, tweede lid. Indien er echter congestie is en de netbeheerder geen transportcapaciteit kan aanbieden, voert de netbeheerder de quick-scan uiterlijk twee jaar voor het beëindigen van de congestie uit, zoals artikel 8.13, derde lid, onderdeel a, aangeeft.

  • 26. De ACM acht de quick-scan een redelijk instrument om een realistische aansluittermijn te bepalen. Daarbij komt dat de benodigde tijd voor het uitvoeren van de quick-scan onderdeel is van de aansluittermijn en dit werkzaamheden zijn die de netbeheerder in ieder geval toch al moet uitvoeren voor het realiseren van een aansluiting.

4.3 Complexiteit en termijn

  • 27. Om de aansluittermijn vast te stellen, beoordeelt de netbeheerder de aanvraag naar drie specifieke factoren: of het netelement aanwezig is waarop de aansluiting kan worden afgewerkt, de complexiteit om toegang te krijgen tot het tracé, en de complexiteit van de uitvoering. Bijlage 21, artikel 1, beschrijft deze drie factoren en geeft een omschrijving hoe deze factoren te scoren. De netbeheerder deelt deze score met de aangeslotene. De factor ‘of het netelement aanwezig is waarop de aansluiting kan worden afgewerkt’ heeft alleen betrekking op investeringen die direct nodig zijn om de aansluiting technisch te kunnen realiseren. Dit laat onverlet dat de netbeheerder de wettelijke taak heeft om waar redelijkerwijs nodig, voor te investeren in aansluitmogelijkheden op het net.

  • 28. Afhankelijk van de drie factoren volgt een totale complexiteit van de aanvraag. De tabel in bijlage 21, artikel 2, geeft voor ieder combinatie van de score op de factoren de uiteindelijke complexiteit van de aanvraag.

  • 29. Indien de complexiteit ‘laag’ of ‘midden’ is, geldt een basistermijn van respectievelijk 26 en 52 weken. Bij een complexiteit ‘hoog’ zijn de omstandigheden zodanig complex dat de netbeheerder specifiek bepaalt wat de redelijk kortste termijn is om de aansluiting te realiseren. Een netbeheerder maakt dit aan de aangeslotene inzichtelijk.

  • 30. Door de classificatie van de aansluiting naar de complexiteit, reflecteert de aansluittermijn de werkzaamheden die de netbeheerders bij het realiseren van de aansluitingen hebben.

4.4 Dynamische regionale wachttijd

  • 31. Op de in randnummer 29 genoemde termijnen mag de netbeheerder tijdelijk een verhoging toevoegen voor de voorraad aan werk waar hij nog niet aan toe is gekomen. Deze ophoging kan per regio verschillen. Dit is de dynamische regionale wachttijd. De netbeheerder berekent ieder kwartaal deze verhoging en publiceert deze op de website. Dit is aangegeven in artikel 8.12.

  • 32. De berekening is beschreven in bijlage 20, artikel 1. Deze formule berekent welke extra tijd de netbeheerder nodig heeft vanwege de werklast waaraan hij nog niet is toegekomen. Deze extra tijd is wel gemaximeerd in bijlage 20, artikel 2. Dit maximum loopt de komende jaren af en verdwijnt vanaf 2035. Netbeheerders dienen de uitkomst van de berekening op de eerder genoemde website te publiceren (artikel 8.12, tweede lid). Netbeheerders die geen gebruik willen maken van de dynamische regionale wachttijd, bijvoorbeeld omdat ze weten dat ze de aansluiting binnen de 26 of 52 weken kunnen realiseren, hoeven de berekening uit bijlage 20 niet uit te voeren, maar moeten voor de transparantie wel publiceren dat de dynamische regionale wachttijd 0 weken bedraagt.

  • 33. Bij dit maximum is door afnemers gesteld dat netbeheerders er voor zorgdragen dat zij hun best doen om het maximum sneller af te bouwen dan in bijlage 20 is opgenomen. Dit is in artikel 8.12, vierde lid, opgenomen. Netbeheerders geven aan dat zij de wens hebben om in uitzonderlijke omstandigheden het maximum te kunnen verhogen. Aangezien dit een wijziging van de code is, hebben de netbeheerders hiervoor procedureel de bepalingen uit artikel 31, eerste lid, en artikel 34, eerste lid, van de E-wet. Netbeheerders kunnen een voorstel tot wijziging van de code aan de ACM voorstellen nadat met representatieve organisaties overleg is gevoerd over het voorstel. Hiervoor hoeft in deze code geen bepaling te worden opgenomen. Wel geeft de ACM in deze toelichting weer dat het voorstel beschrijft dat het onvoorziene omstandigheden betreft. De ACM zou zich daarbij kunnen voorstellen dat er een plotselinge sterke stijging van het aantal aanvragen is.

  • 34. De ACM acht de tijdelijke dynamische regionale wachttijd redelijk om de netbeheerder de mogelijkheid te geven om terug te keren naar een situatie dat de netbeheerder aanvragen snel kan opstarten.

4.5 Uitzonderingen

  • 35. Er zijn drie uitzonderingen op de bovenbeschreven aansluittermijnen. Ten eerste kunnen de afnemer en netbeheerder een afspraak maken over een latere oplevering van de aansluiting, zoals is beschreven in artikel 8.13, vierde lid. Ook kan er sprake zijn van overmacht of andere omstandigheden die buiten de invloedsfeer liggen van de netbeheerder. Dit is beschreven in artikel 8.13, eerste lid. Een nadere niet limitatieve verduidelijking is in het vijfde lid van dit artikel opgenomen. Het betreft zaken die de netbeheerder niet kunnen worden verweten.

  • 36. Indien een netbeheerder geen transportcapaciteit beschikbaar heeft voor de aansluiting, wordt de realisatie van de aansluiting uitgesteld tot maximaal drie maanden nadat de netbeheerder de investering voor de netuitbreiding heeft afgerond. Dit geeft de netbeheerder de tijd om, nadat de investering is afgerond, de aansluitingen te realiseren. Ook de quick-scan hoeft in dit geval pas twee jaar voor de realisatie te worden uitgevoerd.

  • 37. Voor zowel de aansluiting als de quick-scan volgt dat dit niet sneller kan zijn dan uit de standaard termijnen volgt. Dat betekent dat de realisatie van drie maanden na het einde van de congestie niet eerder kan zijn dan uit de standaard week van realisatie volgt. En de quick-scan hoeft niet eerder te zijn afgerond dan vijf weken na ontvangst van de getekende offerte.

  • 38. De drie uitzonderingen zijn conform het ontwerpbesluit. De ACM acht deze uitzonderingen redelijk.

4.6 Monitoring

  • 39. Afnemers hebben aangegeven het belangrijk te vinden dat de netbeheerders de afgesproken termijnen ook daadwerkelijk nakomen. De ACM zal de realisatie van de aansluittermijnen actief monitoren waarbij de netbeheerders de gerealiseerde aansluittermijnen aan de ACM overleggen. De ACM heeft de realisatie van de aansluittermijnen opgenomen in de kwaliteitsmonitor van de ACM. Hierdoor leveren de netbeheerders de relevante informatie waarmee de ACM in staat is om de realisatie te monitoren.

4.7 Afweging belangen

  • 40. De ACM dient bij het vaststellen van de code conform artikel 31 van de E-wet, rekening te houden met de belangen van de netbeheerders en de aangeslotenen. De belangen van de netbeheerders zijn er in gelegen dat zij een redelijke termijn moeten krijgen om de wettelijke taak voor het verzorgen van de aansluiting uit te voeren. Netbeheerders moeten inspelen op een sterk toegenomen elektrificatie en duurzame productie van elektriciteit en ondervinden daarbij last van personeelsschaarste en opgelopen termijnen bij (gemeentelijke en provinciale) vergunningenprocedures.

  • 41. De ACM houdt daarnaast rekening met de belangen van aangeslotenen. Hun belang is om binnen een redelijke termijn een aansluiting op het net te verkrijgen die zij in gebruik kunnen nemen. Aangeslotenen hebben er last van wanneer netbeheerders (te) lang doen over het realiseren van aansluitingen. Dit remt de oplevering van projecten – en daarmee het initiëren van (nieuwe) activiteiten in de samenleving en de economie – en vertraagt de voortgang van de energietransitie. Aangeslotenen hebben behoefte aan zekerheid en duidelijkheid over de termijn die het de netbeheerder kost om hun aansluiting te realiseren. Zij ervaren in de praktijk dat het moeilijk is om harde afspraken te maken met netbeheerders over de opleverdatum van de aansluiting.

  • 42. De ACM constateert dat de netbeheerders en de belangenverenigingen van afnemers gezamenlijk tot het ontwerp voor de invulling van de aansluittermijnen zijn gekomen die beide groepen redelijk achten. Daarmee concludeert de ACM dat de belangen van netbeheerders en afnemers voldoende in acht zijn genomen.

5 Conclusie

  • 43. Gelet op het voorgaande acht de ACM de door de partijen ingediende opzet een verbetering ten opzichte van het ontwerpbesluit.

  • 44. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen van de voorwaarden niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, van de E-wet.


X Noot
1

Richtlijn (EU) 2019/944 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU.

Naar boven