Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 maart 2024, kenmerk 3774991-1061367-WJZ, houdende wijziging van de Mandaatregeling VWS en de Volmachtregeling VWS in verband met meerdere inhoudelijke wijzigingen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

ARTIKEL I

De Mandaatregeling VWS wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel a, van de Mandaatregeling VWS komt te luiden:

a. Minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Minister voor Medische Zorg;

B

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt ‘en het divisiehoofd Juridische Zaken’ vervangen door ‘,het divisiehoofd Juridische Zaken en de teamleiders van de teams Bezwaar & Beroep 1 en Bezwaar & Beroep 2’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. In aanvulling op het eerste lid, onder c, hebben het divisiehoofd Juridische Zaken en de teamleiders van de teams Bezwaar & Beroep 1 en Bezwaar & Beroep 2 van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit mandaat ten aanzien van verweerschriften en beroepschriften ten behoeve van procedures bij de bestuursrechter en machtiging om de Minister daarin te vertegenwoordigen met betrekking tot besluiten die tot hun werkterrein behoren.

B

Artikel 15, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. In afwijking van de artikelen 9 en 10 hebben de Secretaris-Generaal, de plaatsvervangend Secretaris-Generaal, de Directeur Communicatie, de Directeur Wetgeving en Juridische Zaken en het daarvoor aangewezen lid van het collegiaal managementteam van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, ieder mandaat tot het nemen van besluiten in het kader van de Wet open overheid.

C

Artikel 16, tweede lid, tweede volzin, komt te luiden: Deze bevoegdheid komt ook toe aan de andere functionarissen, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder a tot en met j, en als bedoeld in artikel 10, tweede lid.

ARTIKEL II

Artikel 1, onderdeel a, van de Volmachtregeling VWS komt te luiden:

a. Minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Minister voor Medische Zorg;

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, en artikel II terug tot en met 2 februari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra

TOELICHTING

Onderhavige wijziging van de Mandaatregeling VWS en Volmachtregeling VWS strekt ertoe enkele technische wijzigingen door te voeren, onder meer teneinde de uitvoerbaarheid van de werkzaamheden op het terrein van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) en de Wet open overheid (hierna: Woo) te verbeteren.

ARTIKEL I, ONDERDEEL A

Met het aantreden van een nieuwe bewindspersoon is de aanduiding van de Minister zonder portefeuille gewijzigd. Met deze wijzigingsregeling is geregeld dat in de Mandaatregeling VWS wordt verwezen naar de Minister voor Medische Zorg.

ARTIKEL I, ONDERDEEL B

Met de wijziging van artikel 14, zesde lid, van de Mandaatregeling VWS wordt mandaat verleend aan de teamleiders van de teams Bezwaar & Beroep 1 en Bezwaar & Beroep 2 tot het nemen van beslissingen op bezwaar.

Artikel 14, eerste lid, onderdeel c, van de Mandaatregeling VWS mandateert de bevoegdheid om bij bestuursrechtelijke procedures verweerschriften en beroepschriften te tekenen en om de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de Minister) ter zitting te vertegenwoordigen. Deze bevoegdheden zijn in mandaat verleend aan de inspecteur-generaal, de Directeur Strategie, de Directeur Handhaven, de Directeur Keuren, de Directeur Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek en de Directeur Interne Organisatie van de NVWA. De praktijk wijst uit dat het zeer wenselijk is om deze bevoegdheid ook in mandaat te verlenen aan andere functionarissen van de NVWA.

Met de toevoeging van het achtste lid aan artikel 14 van de Mandaatregeling VWS krijgen het divisiehoofd Juridische Zaken en de teamleiders van de teams Bezwaar & Beroep 1 en Bezwaar & Beroep 2 van de NVWA daarom ook mandaat ten aanzien van verweerschriften en beroepschriften met betrekking tot besluiten die tot hun werkterrein behoren. Ook is geregeld dat de voornoemde personen gemachtigd zijn om de Minister in die procedures te vertegenwoordigen. Vanzelfsprekend gaat het in dit verband uitsluitend om verweer- en beroepschriften met betrekking tot besluiten die door de NVWA in naam van de Minister zijn genomen. In de praktijk zullen dit vooral besluiten op het gebied van de Tabaks- en rookwarenwet en de Warenwet zijn.

ARTIKEL I, ONDERDEEL B

Tussen de betrokkenen is afgesproken dat wie besluiten in het kader van de Woo namens de Minister ondertekent, afhangt van de inhoud van het besluit. Als gevolg daarvan wordt ook het daarvoor aangewezen lid van het collegiaal managementteam van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken mandaat verleend.

Daarbij gelden de volgende richtsnoeren:

  • de plaatsvervangend Secretaris-Generaal (hierna: pSG) ondertekent alle reviewzaken en de besluiten waar meer informatie wordt gelakt dan enkel persoonsgegevens (artikel 5.1, eerste lid, onder d, van de Woo);

  • de Directeur Wetgeving en Juridische Zaken of het clusterhoofd Open Overheid ondertekenen alle besluiten waarbij er geen stukken zijn, besluiten waar geen weigeringsgronden worden toegepast (dus volledig openbaar) en besluiten waar alleen persoonsgegevens (artikel 5.1, eerste lid, onder d, van de Woo) worden gelakt, mits de besluiten geen reviewzaak betreffen.

Wanneer er sprake is van persoonlijke beleidsopvattingen die wel of niet openbaar worden gemaakt, tekent de pSG.

ARTIKEL I, ONDERDEEL C

Artikel 16, tweede lid, van de Mandaatregeling VWS wordt gewijzigd om te verduidelijken dat de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat ook toekomt aan de functionarissen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder j. Door een eerdere verlettering is deze aanwijzing abusievelijk komen te vervallen. Bovendien wordt de passage ‘in bijzondere gevallen’ geschrapt. Het is onduidelijk wat er onder ‘ondermandatering in bijzondere gevallen’ moet worden verstaan, anders dan dat het gevallen zijn die niet in de Mandaatregeling VWS staan gedefinieerd. Er bestaat daarom geen reden om vast te houden aan deze aanvullende voorwaarde.

ARTIKEL II

Met het aantreden van een nieuwe bewindspersoon is de aanduiding van de Minister zonder portefeuille gewijzigd. Met deze wijzigingsregeling is geregeld dat in de Volmachtregeling VWS wordt verwezen naar de Minister voor Medische Zorg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra

Naar boven