Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 maart 2024, nr. WJZ/ 48441981, houdende wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met de subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw en de subsidiemodule Marktintroductie energie-innovaties en wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV- subsidies 2024

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 4, 5, 11, eerste lid, aanhef, en 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel i, ten derde, wordt ‘niet aantoont’ vervangen door ‘indien niet is aangetoond’.

2. In het tweede lid, onderdeel j, wordt ‘artikel 2.15, tweede of negende lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer’ vervangen door ‘artikel 5.15 van het Besluit activiteiten leefomgeving of artikel 3.84 van het Besluit bouwwerken leefomgeving’.

B

In artikel 2.3.4, vierde lid, wordt ‘artikel 2.15, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer en indien van toepassing ook artikel 2.15, tiende lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer’ vervangen door ‘artikel 5.15a of 5.15b van het Besluit activiteiten leefomgeving en indien van toepassing ook artikel 3.84a, eerste lid, van het Besluit bouwwerken leefomgeving’.

C

In artikel 2.3.7, tweede lid, aanhef, wordt ‘€ 5.000’ vervangen door ‘€ 2.500’.

D

In artikel 2.10.3, vierde lid, wordt ‘artikel 15.51, tweede lid, onderdeel b’ vervangen door ‘titel 16.2’.

E

Artikel 2.10.4 komt te luiden:

Artikel 2.10.4 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt:

    • a. 30 procent van de subsidiabele kosten: voor grote ondernemingen die investeren in energie-efficiëntiemaatregelen als bedoeld in artikel 38 van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of

    • b. 40 procent van de subsidiabele kosten: voor grote ondernemingen die investeren in de productie van energie uit hernieuwbare bronnen of hernieuwbare waterstof als bedoeld in artikel 41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of

    • c. 40 procent van de subsidiabele kosten doch ten hoogste € 1.500.000: voor middelgrote of kleine ondernemingen die investeren in:

      • energie-efficiëntiemaatregelen als bedoeld in artikel 38 van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of

      • de productie van energie uit hernieuwbare bronnen of hernieuwbare waterstof als bedoeld in artikel 41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

F

Artikel 2.10.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt ‘bijkomende’ en wordt ‘zesde lid’ vervangen door ‘zevende lid, onderdeel a’.

2. In het tweede lid wordt ‘41’ vervangen door ‘artikel 41’.

ARTIKEL II

In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV subsidies 2024 wordt in de rij betreffende titel 2.3, Energie-efficiëntie glastuinbouw ‘€ 30.000.000’ vervangen door ‘€ 70.000.000’.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2. Artikel II treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 maart 2024

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Met de onderhavige regeling worden de subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw (paragraaf 2.3) en de subsidiemodule Marktintroductie energie-innovaties (paragraaf 2.10) van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV subsidies 2024 gewijzigd.

Artikel I

Met ingang van 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Het Activiteitenbesluit milieubeheer is vervallen en vervangen door het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving. Daarom zijn de betreffende verwijzingen in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies vervangen door verwijzingen naar de overeenstemmende artikelen in de twee nieuwe besluiten. Het gaat om de verplichting tot het treffen van energiebesparingsmaatregelen en de rapportageverplichtingen (onderdelen A en B).

Met ingang van 1 januari 2024 is titel 15:13 van de Wet milieubeheer aangepast. Daarom moet de verwijzing hiernaar in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies vervangen worden door de verwijzing naar het overeenstemmende artikel in de aangepaste Wet milieubeheer. Het gaat erom dat glastuinbouwbedrijven die onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS) vallen en niet onder het CO2-vereveningssysteem wel in aanmerking kunnen komen voor de subsidiemodule Marktintroductie energie-innovaties (onderdeel D).

In onderdeel C wordt het minimumbedrag voor een aanvraag voor subsidie verlaagd van € 5.000 naar € 2.500. Hierdoor kunnen ook kleine tuinders een aanvraag doen.

De wijzigingen in onderdeel E en F hebben betrekking op een wijziging van de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV), Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187). Bepaald is nu wat de maximum subsidiepercentages zijn voor andere energie-efficiëntiemaatregelen dan in gebouwen (artikel 38 van de AGVV) en bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen en uit hernieuwbare waterstof (artikel 41 van de AGVV). Tevens is bepaald dat de in aanmerking komende kosten voor subsidie ter bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen en uit hernieuwbare waterstof de totale investeringskosten zijn. De investeringssteun ter bevordering van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 41 van de AGVV is nationaal in artikel 2.10.3, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 1, onderdeel c en tweede lid uitgesloten, omdat in het kader van het Nederlands klimaatbeleid de inzet van warmtekrachtkoppeling installaties wordt verminderd en vervangen wordt door duurzame alternatieven die niet bijdragen aan de broeikasgasemissie.

Artikel II

Het subsidieplafond van de subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw wordt in de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 van 30 miljoen euro naar 70 miljoen euro verhoogd. Deze subsidiemodule stimuleert investeringen in technieken waarvan bewezen is dat die energiebesparing opleveren, maar die ook nog een onrendabele top kennen. Het doel van deze subsidiemodule is een brede toepassing van dergelijke technieken onder een grote groep bedrijven. Aanleiding voor de ophoging van het budget is de verwachte grote belangstelling van bedrijven om met steun vanuit deze subsidiemodule te investeren in de subsidiabele technieken. Hierdoor wordt meer energiebesparing in de glastuinbouwsector mogelijk en levert zo bijdrage aan het bereiken van de klimaatdoelstellingen van de sector. De termijn van de openstelling van de subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw blijft ongewijzigd en loopt van 11 april 2024 tot 28 juni 2024.

2. Regeldruk

De wijziging van de regeling betreft gewijzigde verwijzingen, hetgeen geen regeldrukeffecten heeft. De verlaging van het drempelbedrag voor het aanvragen van de subsidie in het kader van de subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw maakt het mogelijk dat meer kleine bedrijven hier ook gebruik van kunnen maken. Dit heeft evenmin regeldrukeffecten. Het opgehoogde budget van de subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw heeft eveneens geen regeldrukeffecten.

De ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft. De ophoging van het subsidieplafond leidt niet tot extra regeldruk. De subsidievoorwaarden blijven immers ongewijzigd.

3. Inwerkingtreding

Artikel I van de onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2024. Met deze datum van inwerkingtreding met terugwerkende kracht wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten voor regelgeving. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat het hier gaat om reparatieregelgeving. Ten eerste zijn de onderhavige wijzigingen nodig vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De gewijzigde regelgeving (Wet milieubeheer en regelgeving onder de Omgevingswet), waar de verwijzingen in de onderdelen A, B en D betrekking op hebben, zijn op 1 januari 2024 in werking getreden. Overigens is er inhoudelijk niets veranderd. Ten tweede dienen de wijzigingen in de onderdelen E en F gedeeltelijk ter voldoening aan de wijzigingen van de algemene groepsvrijstellingsverordening. De in aanmerking komende kosten voor subsidie zijn nu de totale investeringskosten. Dit en de verlaging van de instapeis in onderdeel C zijn in het voordeel van de betrokken doelgroep.

Artikel II treedt in werking met ingang van de dag na publicatie. De verhoging van het subsidieplafond is eveneens in het voordeel van de betrokken doelgroep. Om voornoemde redenen wordt tevens afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven