De Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Financiën,
Gelet op artikel 9, vijfde lid, van de Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 7, eerste lid, van de Regeling adviescommissie Nationaal Groeifonds wordt
‘1 april’ vervangen door ‘1 juli’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2024.
’s-Gravenhage, 25 maart 2024
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
TOELICHTING
1. Aanleiding
Deze regeling voorziet in de wijziging van de datum waarop de adviescommissie Nationaal
Groeifonds haar jaarlijkse verslag van haar werkzaamheden uitbrengt aan de Minister
van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Financiën.
2. Verslaglegging adviescommissie Nationaal Groeifonds
De adviescommissie Nationaal Groeifonds adviseert de Minister van Economische Zaken
en Klimaat en de Minister van Financiën over investeringsvoorstellen voor het beschikbaar
stellen van financiële middelen uit het Nationaal Groeifonds (artikel 9, tweede lid,
Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds).
De Regeling adviescommissie Nationaal Groeifonds (hierna: de regeling) stelt nadere
regels over de taak van de adviescommissie, de onafhankelijkheid van de leden van
de adviescommissie en het afleggen van verantwoording door de adviescommissie.
In artikel 2, vierde lid, van de regeling is bepaald dat de adviescommissie jaarlijks
een verslag uitbrengt over de voortgang van de uitvoering van de investeringsvoorstellen.
In artikel 7 van de regeling is opgenomen dat de adviescommissie jaarlijks voor 1 april
over haar werkzaamheden rapporteert in een verslag. Hierin licht ze onder meer toe
hoe de adviezen tot stand zijn gekomen, welk proces hierbij is doorlopen en welke
analytische methoden zijn gebruikt. Ook de evaluaties van afgeronde projecten worden
hierin opgenomen, inclusief eventuele lessen die getrokken worden voor de beoordeling
van toekomstige projecten.
De datum waarop de adviescommissie haar jaarlijkse verslag van haar werkzaamheden,
waaronder de voortgang van de uitvoering van de investeringsvoorstellen, uitbrengt
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Financiën wordt
met de onderhavige regeling bepaald op 1 juli. Partijen die aan de adviescommissie
rapporteren over de voortgang van de uitvoering van de investeringsvoorstellen hebben
zo meer tijd om de gegevens over die voortgang aan te leveren. Daarnaast sluit de
datum van 1 juli beter aan bij de verslagleggingsverplichtingen van voornoemde partijen
in verband met het opstellen van de jaarrekening.
3. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2024. Met deze inwerkingtredingsdatum
wordt deels aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende
dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking
treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. De bekendmaking geschiedt minder
dan twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding. Dat kan worden gerechtvaardigd,
omdat de doelgroep van deze subsidiemodules gebaat is bij spoedige inwerkingtreding
van deze regeling, doordat de regeling partijen meer tijd geeft voor het aanleveren
van de gegevens over de voortgang van de investeringsvoorstellen aan de adviescommissie.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg