Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 27 maart 2023, nummer 4549939, houdende wijziging van de Subsidieregeling ondersteuning zelfstandig vertrek 2019

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, aanhef en onderdeel c, en 3, eerste lid, van de Wet overige JenV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling ondersteuning zelfstandig vertrek 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, wordt na ‘verstrekken’ ingevoegd ‘aan de rechtspersonen, bedoeld in artikel A1 van Bijlage A en artikel B1 van Bijlage B’.

B

Artikel 6, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘zes maanden’ vervangen door ‘drie maanden’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. de balans en de resultatenrekening van de subsidieaanvrager van de laatst afgesloten kalendermaand voorafgaand aan de subsidieaanvraag.

C

In artikel 9, onderdeel g, wordt ‘operationele en financiële capaciteit’ vervangen door ‘kwalitatieve en kwantitatieve operationele capaciteit’.

D

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel n wordt ‘en’ toegevoegd.

2. Onderdeel o komt te luiden:

  • o. kosten die reeds uit andere nationale of Europese middelen worden gefinancierd zodanig dat de totale financiering van de subsidiabele kosten meer dan 100% bedraagt.

3. Onderdeel p vervalt.

E

In artikel 14, negende lid, wordt ‘Handleiding administratie Subsidieregeling OZV 2019’ vervangen door ‘Handleiding projectadministratie Subsidieregeling ondersteuning zelfstandig vertrek 2019’.

F

In artikel 16, eerste lid, wordt ‘4 weken’ vervangen door ‘8 weken’.

G

Aan artikel 17, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

‘De financiële eindrapportage wordt ingediend onder gebruikmaking van een daartoe door de minister beschikbaar gesteld formulier.’.

H

In bijlage B, artikel B2 wordt ’1 december 2021 tot en met 30 september 2022’ vervangen door ’1 april 2023 tot en met 1 juni 2023’.

I

In bijlage B, artikel B6, vijfde lid, wordt ‘vijf jaar’ vervangen door ‘twee jaar’.

J

Bijlage B, artikel B8, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel wordt ‘€ 1.000’ vervangen door ‘€ 1.100’.

2. In onderdeel c wordt ‘€ 30’ vervangen door ‘€ 35’.

K

In Bijlage B, artikel B10, wordt ‘€ 2.500’ vervangen door ‘2.750’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen H, I, J en K, terug tot en met 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 maart 2023

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van de Subsidieregeling ondersteuning zelfstandig vertrek 2019 bevat onder andere de opening van een nieuw aanvraagtijdvak voor bijlage B dat ziet op projecten op het gebied van ondersteuning van het zelfstandig vertrek van gemeenschapsonderdanen die zich in Nederland maatschappelijk niet kunnen handhaven en niet beschikken over voldoende financiële middelen om op eigen gelegenheid uit Nederland te vertrekken.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 2, eerste lid)

In dit onderdeel is verduidelijkt dat subsidie kan worden verstrekt aan de in deze regeling aangewezen rechtspersonen. In de subsidieregeling zijn de rechtspersonen thans aangewezen in bijlage A, artikel A1 en bijlage B, artikel B1.

Onderdeel B (artikel 6, vierde lid, onderdelen c en g)

De verklaring omtrent gedrag van alle bestuurders van de aanvragende rechtspersoon bij de subsidieaanvraag mag in het vervolg niet ouder zijn dan drie maanden. Onderdeel c is hiertoe gewijzigd.

In het nieuwe onderdeel g zijn nieuwe documenten die bij de subsidieaanvraag moeten worden gevoegd opgenomen. Het betreft de balans en de resultatenrekening van de laatst afgesloten kalendermaand voorafgaand aan de subsidieaanvraag. Deze documenten geven inzicht in de financiële positie van de subsidieaanvrager.

Onderdeel C (artikel 9, onderdeel g)

Artikel 9 regelt dat een aanvraag tot verlening van subsidie in ieder geval in een aantal gevallen geheel of gedeeltelijk kan worden afgewezen. In het geval dat is vermeld in onderdeel g is aangesloten bij de bewoordingen die staan vermeld in artikel 6, vijfde lid, onderdeel e. Hierin staat opgenomen dat de projectbeschrijving in ieder geval een beschrijving van de benodigde operationele kwalitatieve en kwantitatieve capaciteit bevat.

Onderdeel D (artikel 12, onderdelen o en p)

Omwille van de leesbaarheid zijn de onderdelen o en p in een nieuw onderdeel o verwoord. Er is daarmee geen nieuw beleid beoogt.

Onderdeel E (artikel 14, negende lid)

In het negende lid is de actuele benaming van de Handleiding projectadministratie opgenomen, namelijk de Handleiding projectadministratie Subsidieregeling ondersteuning zelfstandig vertrek 2019. De handleiding is te raadplegen op de website van de Dienst Terugkeer en Vertrek. De vindplaats is: https://www.dienstterugkeerenvertrek.nl/ondersteuning-bij-terugkeer/documenten/regelingen/2019/05/10/handleiding-projectadministratie-ozv-2019

Onderdeel F (artikel 16, eerste lid)

In artikel 16 staan de rapportageverplichtingen opgenomen. De termijn waarbinnen na afloop van een periode van 12 maanden na de datum van de start van een project een inhoudelijke en financiële voortgangsrapportage voor projecten die een tijdvak hebben van meer dan 12 maanden is vergroot naar acht weken. Dit was vier weken.

Onderdeel G (artikel 17, eerste lid)

Ten behoeve van de financiële eindrapportage is een verplicht gesteld formulier geïntroduceerd en beschikbaar gesteld.

Onderdelen H, I, J en K (Bijlage B, artikelen B2, B6, vijfde lid, B8, eerste lid en B10)

Bijlage B ziet op projecten op het gebied van ondersteuning van het zelfstandig vertrek van gemeenschapsonderdanen die zich in Nederland maatschappelijk niet kunnen handhaven en niet beschikken over voldoende financiële middelen om op eigen gelegenheid uit Nederland te vertrekken. In artikel B2 is een nieuw aanvraagtijdvak opgenomen. Het maximale beschikbare bedrag voor het verlenen van subsidie bedraagt voor dit aanvraagtijdvak € 2.000.000.

In artikel B5, vijfde lid, is de termijn waarbinnen gemeenschapsonderdanen die met assistentie van een terugkeerproject uit Nederland zijn vertrokken en niet in aanmerking komen voor (wederom) deelname aan het project teruggebracht naar twee jaar.

In artikel B8, eerste lid, staan de subsidiabele kosten van specifieke uitgaven in verband met doelgroepen die direct ten goede komen aan de gemeenschapsonderdaan opgenomen. De herintegratiekosten in het land van herkomst zijn verhoogd naar maximaal € 1.100 per deelnemer. De ondersteuningsbijdrage ter dekking van de eerste levensbehoeften tijden de terugreis zijn verhoogd naar maximaal € 35 per deelnemer.

In artikel B10 is het bedrag waarop de subsidieaanvraag wordt afgewezen als de begrote kosten per terugkerende vreemdeling boven een maximum uitkomt verhoogt. Dit bedrag is gewijzigd naar € 2.750.

Artikel II

De invoeringstermijn bedraagt minder dan twee maanden en de inwerkingtreding valt niet op een vast verandermoment. Daarmee wijkt de inwerkingtreding af van het systeem van vaste verandermomenten. Deze regeling betreft een aantal gunstige aanpassingen, waarvoor afwijking is toegestaan, omdat de betreffende doelgroep daarbij gebaat is.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven