Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2023, 9339 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2023, 9339 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de artikelen 1, tweede lid, onderdelen a en b, en 54 van de Visserijwet 1963 en de artikelen 1, eerste lid, en 2, eerste lid, van het Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985;
Besluit:
De Uitvoeringsregeling visserij wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel f, komt te luiden:
f. riviervisserij: visserij die op de Westerschelde ten oosten van de lijn van de coördinaten 51°26.57’ NB en 003°33.07’ OL naar de coördinaten 51°24.25’ NB en 003°31.17’ OL wordt uitgeoefend;.
B
In artikel 5b vervalt het tweede opsommingsteken.
C
Artikel 5c komt te luiden:
1. Het tijdvak, bedoeld in artikel 2a, tweede lid, van de Visserijwet 1963, is:
• 1 januari tot en met 31 december: beekforel, Deense houting, elft, houting, fint, kwabaal, meerval, serpeling, sneep, vlagzalm, zalm, zeeforel en zeeprik;
• 1 maart tot en met 31 mei: snoek;
• 1 maart tot en met 30 april en 1 november tot en met 31 januari: rivierprik;
• 1 april tot en met 31 mei: baars, barbeel, kopvoorn, snoekbaars en winde.
2. Het tijdvak, bedoeld in artikel 2a, tweede lid, van de Visserijwet 1963, is voor zeebaars de periode van 1 januari tot en met 31 december, met uitzondering van de periode waarin het vangen van zeebaars is toegestaan op grond van artikel 11, derde lid, eerste alinea, of vijfde lid, van de verordening vangstmogelijkheden.
D
Artikel 28a wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder verlettering van de onderdelen a tot en met g tot b tot en met h, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. Australische roodklauwkreeft;.
2. Onder vervanging van ‘, en’ aan het slot van onderdeel g (nieuw) door een puntkomma en onder verlettering van onderdeel h (nieuw) tot i, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
h. Steenkreeft;.
E
Artikel 38, vijfde lid, komt te luiden:
5. Vaartuigen ten aanzien waarvan de in het eerste lid, aanhef en onderdeel b, bedoelde vrijstelling is verleend, staan vermeld op de door de bevoegde Belgische autoriteiten vastgestelde lijst van de Belgische zeeschepen onder ‘Schelde Fishing Vessels’. Deze lijst is beschikbaar via internetadres: https://mobilit.belgium.be/nl/Resources/publicaties/scheepvaart/pub_koopvaardij_lijst_belg_schepen.
F
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
a. tussen één uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang; en.
2. Onderdeel b vervalt, onder verlettering van onderdeel c tot b.
G
Bijlage 1 komt te luiden:
Vissen
1. Aal/paling, Anguilla anguilla (Linnaeus, 1758)
2. Alver, Alburnus alburnus (Linnaeus, 1758)
3. Amerikaanse hondvis, Umbra pygmaea (de Kay, 1842)
4. Ansjovis, Engraulis encrasicolus (Linnaeus, 1758)
5. Baars, Perca fluviatilis (Linnaeus, 1758)
6. Barbeel, Barbus barbus (Linnaeus, 1758)
7. Beekforel, Salmo trutta fario, (Linnaeus, 1758)
8. Beekridder, Salvelinus alpinus (Linnaeus, 1758)
9. Bermpje, Barbatula barbatulus (Linnaeus, 1758)
10. Blankvoorn, Rutilus rutilus (Linnaeus, 1758)
11. Blauwe leng, Molva dypterygia (Pennant, 1784)
12. Blauwe wijting, Micromesistius poutassou (Risso, 1827)
13. Bot, Platichthys flesus (Linnaeus, 1758)
14. Brasem, Abramis brama (Linnaeus, 1758)
15. Bronforel, Salvelinus fontinalis (Mitchill, 1814)
16. Deense houting, Coregonus maraena (Bloch, 1779)
17. Diklip harder/Harder, Chelon Labrosus (Risso, 1827)
18. Doornhaai, Squalus acanthias (Linnaeus, 1758)
19. Driedoornige stekelbaars, Gasterosteus aculeatus (Linnaeus, 1758)
20. Dunlipharder, Chelon ramada (Risso, 1827)
21. Dwergtong, Buglossidium luteum (Risso, 1810)
22. Elft, Alosa alosa (Linnaeus, 1758)
23. Fint, Alosa fallax (Lacépède, 1803)
24. Geep, Belone belone (Linnaeus, 1758)
25. Gewone rog, Raja clavata (Linnaeus, 1758)
26. Giebel, Carassius gibelio (Bloch, 1782)
27. Gladde rog, Raja Montagui (Fowler, 1910)
28. Graskarper, Ctenopharyngodon idella (Valenciennes, 1844)
29. Grauwe poon, Eutrigia gurnardus (Linnaeus, 1758)
30. Griet, Scophthalmus rhombus (Linnaeus, 1758)
31. Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot, Reinhardtius hippoglossoides (Walbaum, 1792)
32. Grote marene, Coregonus lavaretus (Linnaeus, 1758)
33. Grote pieterman, Trachinus draco (Linnaeus, 1758)
34. Haring, Clupea harengus (Linnaeus, 1758)
35. Heek, Merluccius merluccius (Linnaeus, 1758)
36. Heilbot, Hippoglossus hippoglossus (Linnaeus, 1758)
37. Horsmakreel, Trachurus trachurus (Linnaeus, 1758)
38. Houting, Coregonus oxyrinchus (Linnaeus, 1758)
39. Kabeljauw, Gadus morhua (Linnaeus, 1758)
40. Karper, Cyprinus carpio (Linnaeus, 1758)
41. Kesslers grondel, Ponticola kessleri (Günther, 1861)
42. Kever, Trisopterus esmarkii (Nilsson, 1855)
43. Kleine marene, Coregonus albula (Linnaeus, 1758)
44. Kolblei, Blicca bjoerkna (Linnaeus, 1758)
45. Koningsvis, Lampris guttatus (Brünnich, 1788)
46. Kopvoorn, Squalius cephalus (Linnaeus, 1758)
47. Kroeskarper, Carassius carassius (Linnaeus, 1758)
48. Kwabaal, Lota lota (Linnaeus, 1758)
49. Lange schar/Schotse schol, Hippoglossoides platessoides (Fabricius, 1780)
50. Leng, Molva molva (Linnaeus, 1758)
51. Lodde, Mallotus villosus (Müller, 1776)
52. Lom, Brosme brosme (Ascanius, 1772)
53. Makreel, Scomber scombrus (Linnaeus, 1758)
54. Marmergrondel, Proterorhinus semilunaris (Heckel, 1837)
55. Meerval, Silurus glanis (Linnaeus, 1758)
56. Mul, Mullus surmuletus (Linnaeus, 1758)
57. Naakte grondel, Gobiosoma bosc (Lacepède, 1800)
58. Neushaai, Lamna nasus (Bonnaterre, 1788)
59. Pijlstaartrog, Dasyatis pastinaca (Linnaeus, 1758)
60. Pollak/Witte koolvis, Pollachius pollachius (Linnaeus, 1758)
61. Pontische stroomgrondel, Neogobius fluviatilis (Pallas, 1814)
62. Pos, Gymnocephalus cernua (Linnaeus, 1758)
63. Puitaal, Zoarces viviparus (Linnaeus, 1758)
64. Regenboogforel, Oncorhynchus mykiss, (Walbaum, 1792)
65. Rietvoorn/Ruisvoorn, Scardinius erythrophthalmus (Linnaeus, 1758)
66. Riviergrondel, Gobio gobio (Linnaeus, 1758)
67. Rivierprik, Lampetra fluviatilis (Linnaeus, 1758)
68. Rode poon, Chelidonichthys lucerna (Linnaeus, 1758)
69. Roodbaars, Sebastes norvegicus (Ascanius, 1772)
70. Roofblei, Leuciscus aspius (Linnaeus, 1758)
71. Ruwe haai, Galeorhinus galeus (Linnaeus, 1758)
72. Sardine, Sardina pilchardus (Walbaum, 1792)
73. Schar, Limanda limanda (Linnaeus, 1758)
74. Scharretong, Lepidorhombus whiffiagonis (Walbaum, 1792)
75. Schelvis, Melanogrammus aeglefinus (Linnaeus, 1758)
76. Schol, Pleuronectes platessa (Linnaeus, 1758)
77. Serpeling, Leuciscus leuciscus (Linnaeus, 1758)
78. Sluismeester, Phycis blennoïdes (Brünnich, 1768)
79. Sneep, Chondrostoma nasus (Linnaeus, 1758)
80. Snoek, Esox lucius (Linnaeus, 1758)
81. Snoekbaars, Sander lucioperca (Linnaeus, 1758)
82. Snotolf, Cyclopterus lumpus (Linnaeus, 1758)
83. Spiering, Osmerus eperlanus (Linnaeus, 1758)
84. Sprot, Sprattus sprattus (Linnaeus, 1758)
85. Steenbolk, Trisopterus luscus (Linnaeus, 1758)
86. Tarbot, Scophthalmus maximus (Linnaeus, 1758)
87. Tiendoornige stekelbaars, Pungitius pungitius (Linnaeus, 1758)
88. Tong, Solea solea (Linnaeus, 1758)
89. Tongschar, Microstomus kitt (Walbaum, 1792)
90. Tonijn, Thunnus thynnus (Linnaeus, 1758)
91. Toonhaai, Mustelus mustelus (Linnaeus, 1758)
92. Tweevlek grondel, Gobiusculus flavescens (Fabricius, 1779)
93. Vetje, Leucaspius delineatus (Heckel, 1843)
94. Vijfdradige meun, Ciliata mustela (Linnaeus, 1758)
95. Vlagzalm, Thymallus thymallus (Linnaeus, 1758)
96. Vleet, Dipturus batis (Linnaeus, 1758)
97. Voshaai, Alopias vulpinus (Bonnaterre, 1788)
98. Wijting, Merlangius merlangus (Linnaeus, 1758)
99. Winde, Leuciscus idus (Linnaeus, 1758)
100. Witje/Hondstong, Glyptocephalus cynoglossus (Linnaeus, 1758)
101. Witvingrondel, Romanogobio bellingi (Slastenenko, 1934)
102. Zalm, Salmo salar (Linnaeus, 1758)
103. Zandspieringen, Ammodytes spp.
104. Zeebaars, Dicentrarchus labrax (Linnaeus, 1758)
105. Zeedonderpad, Myoxocephalus scorpius (Linnaeus, 1758)
106. Zeeduivel, Lophius piscatorius (Linnaeus, 1758)
107. Zeeforel, Salmo trutta trutta (Linnaeus, 1758)
108. Zeekarper, Spondyliosoma cantharus (Linnaeus, 1758)
109. Zeelt, Tinca tinca (Linnaeus, 1758)
110. Zeepaling, Conger conger (Linnaeus, 1758)
111. Zeeprik, Petromyzon marinus (Linnaeus, 1758)
112. Zeewolf, Anarhichas lupus (Linnaeus, 1758)
113. Zonnevis, Zeus faber (Linnaeus, 1758)
114. Zwartbekgrondel, Neogobius melanostomus (Pallas, 1814)
115. Zwarte koolvis/Koolvis, Pollachius virens (Linnaeus, 1758)
Schaaldieren
116. Australische roodklauwkreeft, Cherax quadricarinatus (von Martens, 1868)
117. Californische rivierkreeft, Pacifastacus leniusculus (Dana, 1852)
118. Chinese wolhandkrab, Eriocheir sinensis, (Milne-Edwards, 1853)
119. Geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft, Faxonius virilis (Hagen, 1870)
120. Gestreepte Amerikaanse rivierkreeft, Procambarus acutus (Girard, 1852)
121. Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft, Orconectes limosus (Dana, 1852)
122. Gewone zwemkrab, Liocarcinus holsatus (Fabricius, 1798)
123. Langoest, Palinurus elephas (Fabricius, 1787)
124. Marmerkreeft, Procambarus virginalis (Lyko, 2017)
125. Noordzeegarnaal, Crangon crangon (Linnaeus, 1758)
126. Noordzeekrab, Cancer pagurus (Linnaeus, 1758)
127. Noorse garnaal, Pandalus borealis (Krøyer,1838)
128. Noorse kreeft/Langoestine, Nephrops norvegicus (Linnaeus, 1758)
129. Rode Amerikaanse rivierkreeft, Procambarus clarkii (Girard, 1852)
130. Steenkreeft, Austropotamobius torrentium (Schrank, 1803)
131. Steurgarnalen, Palaemon spp.
132. Strandkrab, Carcinus meanas (Linnaeus, 1758)
133. Turkse rivierkreeft, Pontastacus leptodactylus (Escholtz, 1823)
134. Zeekreeft, Homarus gammarus (Linnaeus, 1758)
Schelpdieren
135. Alikruik, Littorina littorea (Linnaeus, 1758)
136. Amerikaanse oester, Crassostrea virginica (Gmelin, 1791)
137. Amerikaanse venusschelp, Mercenaria mercenaria (Linnaeus, 1758)
138. Fillipijnse tapijtschelp, Ruditapes philippinarum (A. Adams & Reeve, 1850)
139. Grote mantel, Pecten maximus (Linnaeus, 1758)
140. Gewone octopus, Octopus vulgaris (Cuvier, 1797)
141. Japanse oester, Magallana gigas (Thunberg, 1793)
142. Kokkel, Cerastoderma edule (Linnaeus, 1758)
143. Mossel, Mytilus edulis (Linnaeus, 1758)
144. Nonnetje, Limecola balthica (Linnaeus, 1758)
145. Oester, Ostrea edulis (Linnaeus, 1758)
146. Pijlinktvis, Loligo vulgaris (Lamarck, 1798)
147. Portugese oester, Magallana angulata (Lamarck, 1819)
148. Slipper, Crepidula fornicata (Linnaeus, 1758)
149. Strandschelpen, Spisula spp.
150. Tapijtschelp, Ruditapes decussatus (Linnaeus, 1758)
151. Wulk, Buccinum undatum (Linnaeus, 1758)
152. Zeekat, Sepia officinalis (Linnaeus, 1758)
153. Zwaardscheden en Mesheften, Ensis spp.
H
Bijlage 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel e komt te luiden:
e. de Gouwzee, voor zover gelegen ten zuiden van de lijn lopend tussen de punten met de coördinaten:
– 52°29.55' NB en 005°04.60' OL;
– 52°29.32' NB en 005°05.63' OL;.
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd:
f. de havens van het IJsselmeer, voor zover gelegen landinwaarts van de lijn lopende over het groene en rode licht van de haveningang(en), met inbegrip van de Vluchthaven van het Oostvaardersdiep en de havens van Lelystad en met inbegrip van de Pampushaven voor zover gelegen landinwaarts van de lijn lopende over de punten met de coördinaten:
– 52°23.088' NB en 005°07.27' OL;
– 52°22.84' NB en 005°07.48' OL;
en met inbegrip van het Krabbersgat en de havens van Enkhuizen zover gelegen tussen Enkhuizen en de Krabbersgatdam en tussen de N307 en de lijn lopende over de punten met de coördinaten:
– 52°42.32' NB en 005°18.30' OL;
– 52°42.24' NB en 005°18.45' OL;
en met inbegrip van het gebied begrensd door het industrieterrein Krabbersplaat te Enkhuizen, de N307, de begrenzing van het Nationaal Park Nieuw Land en de lijn lopende over de punten met de coördinaten:
– 52°41.25' NB en 005°16.19' OL;
– 52°41.04' NB en 005°16.32' OL;
– 52°41.05' NB en 005°16.56' OL;
– 52°41.06' NB en 005°16.89' OL.
I
Bijlage 10 vervalt.
J
Bijlage 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. De naam ‘Vossenmeer’ wordt vervangen door ‘Vossemeer’.
2. Na ‘Vossemeer’ wordt ingevoegd ‘tot aan de brug in de N307 op de scheiding tussen het Vossemeer en het Reevemeer’.
De Regeling tarieven Kamer voor de Binnenvisserij en geldsom visakten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 13,61 bij een huurprijs van minder dan € 45,38 per jaar’ vervangen door ‘€ 30,– bij een huurprijs van minder dan € 75,– per jaar’.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 23,82 bij een huurprijs van ten minste € 45,38 doch minder dan € 226,89 per jaar’ vervangen door ‘€ 50,– bij een huurprijs van ten minste € 75,– doch minder dan € 250,– per jaar’.
3. In onderdeel c wordt ‘€ 34,03 bij een huurprijs van ten minste € 226,89 per jaar’ vervangen door ‘€ 75,– bij een huurprijs van ten minste € 250,– per jaar’.
B
In artikel 2a wordt ‘€ 18,15 per verzoek om toestemming’ vervangen door ‘€ 40,– per verzoek om toestemming’.
C
Paragraaf 2 (artikel 4a) vervalt.
D
In artikel 4b vervalt ‘artikel 10, vijfde lid, en’.
E
In artikel 6 vervalt ‘en geldsom visakten’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 29 maart 2023
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Met de onderhavige wijzigingsregeling zijn de Uitvoeringsregeling visserij en de Regeling tarieven Kamer voor de Binnenvisserij en geldsom visakten gewijzigd. In beide regelingen zijn enkele omissies hersteld, redactionele wijzigingen aangebracht en verouderde verwijzingen gecorrigeerd. Verder zijn de tarieven voor de Kamer voor de Binnenvisserij na jarenlang gelijk te zijn gebleven geïndexeerd. Tevens is in de Uitvoeringsregeling visserij op enkele plaatsen voorzien in een inhoudelijke wijziging van ondergeschikte aard. Op de afzonderlijke wijzigingen wordt ingegaan in de artikelsgewijze toelichting.
Voor de inschatting van de regeldruk is gebruik gemaakt van het Handboek meting regeldrukkosten. De wijziging van de Regeling tarieven Kamer voor de Binnenvisserij en geldsom visakten betreft een verhoging van de tarieven. Tarieven vallen buiten de definitie van regeldruk.
De wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij betekent een verlichting van de administratieve lasten, omdat niet langer ontheffing hoeft te worden aangevraagd voor het vissen op mosselen, zeesterren en oesters op zaterdagen, zondagen en algemeen erkende christelijke feestdagen. De administratieve lasten van het indienen van een aanvraag voor ontheffing waren zeer beperkt en lagen bij de producentenorganisatie mosselcultuur die sinds 2016 de aanvraag verzorgde voor de vissers.
Voor het overige brengt de wijzigingsregeling geen verandering in de administratieve lasten met zich mee. De wijzigingsregeling scherpt het beschermingsregime voor enkele visbestanden aan en actualiseert en verduidelijkt de gebiedsbeschrijvingen in bijlage 8 (gebieden in het IJsselmeer waar het verboden is te vissen met een schietfuik binnenvisserij).
Vissers worden geïnformeerd over de wijzigingen in het jaarlijkse informatiebulletin van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en op de website van deze rijksdienst.
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
Artikel I, onderdelen C, D en G, bevat technische voorschriften. Deze wijzigingsregeling is daarom, conform richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (richtlijn technische voorschriften), genotificeerd bij de Europese Commissie. Gedurende de standstilltermijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de richtlijn technische voorschriften zijn er geen opmerkingen gemaakt.
De onderhavige regeling heeft geen significante of onaanvaardbare gevolgen op basis van financiële draagkracht voor de normadressanten en behelst overwegend actualisatie en herstel van omissies. Daarom is dit besluit niet ter (internet)consultatie voorgelegd aan beroepsvissers, vissers en andere belanghebbenden.
In artikel 1, onderdeel f, van de Uitvoeringsregeling visserij bleken onjuiste coördinaten te zijn opgenomen die met deze regeling zijn hersteld.
Deze wijziging hangt samen met de wijziging in artikel I, onderdeel C. Omdat met die wijziging alle gevangen beekforel onmiddellijk moet worden teruggezet, kan de minimummaat, opgenomen in artikel 5b van de Uitvoeringsregeling visserij, voor deze soort vervallen (artikel I, onderdeel B). Voor verdere toelichting wordt verwezen naar artikel I, onderdeel C.
De beekforel is een inheemse zeldzame vissoort waarvoor een aanscherping van het beschermingsregime wenselijk is. Ter bescherming van de stand van deze vis die met name in een aantal Limburgse beken voorkomt, is een jaarronde terugzetverplichting ingesteld. De beekforel is in artikel 5c van de Uitvoeringsregeling visserij verplaatst naar de opsomming van vissen, waarvoor conform artikel 2a, tweede lid, van de Visserijwet 1963 geldt dat het verboden is om gedurende het gehele jaar om die voorhanden of in voorraad te hebben, aan te voeren, te vervoeren, te koop aan te bieden, te vervreemden, af te leveren, te bewerken of te verwerken.
Tot nu toe was er een gedeelte van het jaar (van 1 april tot en met 30 september) waarin terugzet van de beekforel niet verplicht was. Er bestond het risico dat naar de binnenwateren migrerende exemplaren van de zeeforel, waarvoor reeds een jaarronde terugzetverplichting gold, abusievelijk onttrokken werden in de maanden waarin de beekforel kon worden onttrokken. De beekforel is in biologische zin feitelijk de niet-migrerende (niet naar zee trekkende) vorm van de zeeforel en hiervan niet te onderscheiden. Met deze wijziging wordt dus ook mogelijke verwarring met de reeds bestaande jaarronde terugzetverplichting voor de zeeforel voorkomen.
Verder zijn ook de houting en de Deense houting toegevoegd aan de soorten vis waarvoor eveneens geldt dat het voortaan verboden is deze vissoorten voorhanden of in voorraad te hebben, aan te voeren, te vervoeren, te koop aan te bieden, te vervreemden, af te leveren, te bewerken of te verwerken. Net als voor de beekforel geldt voor deze soorten jaarrond een terugzetverplichting. Hiertoe is artikel 5c, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling visserij aangevuld. Tevens worden beide soorten toegevoegd aan bijlage 1 van de Uitvoeringsregeling visserij (zie toelichting op artikel I, onderdeel G).
Tot slot is de lijst van tijdvakken aangepast naar de volgorde van beginmaand.
De zeebaars komt niet alleen in de visserijzone en de kustwateren voor, maar ook in sommige zoute binnenwateren, zoals het Noordzeekanaal. In beginsel zou kunnen worden betoogd dat het mogelijk is zeebaars in de zoute Nederlandse binnenwateren te vangen in de periode dat in de visserijzone en de kustwateren een terugzetplicht geldt. De toepasselijkheid van de verordening vangstmogelijkheden 20231 op de Nederlandse binnenwateren is namelijk niet geheel duidelijk, gezien het onderscheid dat de Visserijwet 1963 maakt tussen zeevisserij, kustvisserij en binnenvisserij en de daarvoor aangewezen wateren. Dat in zoute binnenwateren een geheel ander vangstregime zou gelden dan voor de zeevisserij ten aanzien van zeebaars is een onwenselijk situatie.
In deze regeling wordt om die reden een verwijzing naar de verordening vangstmogelijkheden 2023 opgenomen, zodat voor de binnenwateren expliciet is gemaakt dat een zelfde regime geldt. In principe geldt voor zeebaars jaarrond een terugzetplicht. Voor vissersvaartuigen2 geldt de uitzondering die is opgenomen in artikel 11, derde lid, van de verordening vangstmogelijkheden 2023, doch alleen de eerste alinea. De aanvullende voorwaarde dat vissersvaartuigen een zogenoemd trackrecord moeten hebben, geldt niet. Voor de praktijk is dit niet bezwaarlijk: alleen in enkele (voor zeebaars intrekbare) brakke binnenwateren (bijvoorbeeld in de Nieuwe Waterweg en hiermee verbonden wateren) vindt beroepsmatige visserij plaats, waarin zeebaars bijvangst kan zijn. In het geval de zeebaars daarbij op basis van de privaatrechtelijke toestemming mag worden behouden gaat het dan om bijvangst in kleine hoeveelheden, waarvoor een terugzetplicht onevenredig zou zijn enkel vanwege de afwezigheid van een trackrecord. Voor recreatievisserij geldt dezelfde uitzondering als artikel 11, vijfde lid, van de verordening vangstmogelijkheden 2023.
Dit betreft een tijdelijke aanpassing; voor een permanente oplossing zal het Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985 worden gewijzigd. Na de inwerkingtreding van die wijziging kan artikel 5c, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling visserij vervallen.
Aan de lijst met schaal- en schelpdieren, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de Visserijwet 1963, zijn de Australische roodklauwkreeft en de steenkreeft toegevoegd. Hiertoe is bijlage 1 bij de Uitvoeringsregeling visserij aangevuld (zie ook de toelichting bij artikel I, onderdeel G).
De aanwijzing van deze twee uitheemse rivierkreeften gaat tegelijk gepaard met een uitzetverbod voor deze soorten in artikel 28a van de Uitvoeringsregeling visserij (artikel I, onderdeel D). Hiermee is bevissing en onttrekking van deze uitheemse rivierkreeften mogelijk en is uitzet, net als voor de overige uitheemse rivierkreeften, niet toegestaan.
Artikel I, onderdeel E, voorziet in een dynamische verwijzing naar de zogenaamde riviervisserij op de Westerschelde door Belgische schepen. Voorheen werden de betreffende vissersvaartuigen op verzoek van de Belgische autoriteiten op bijlage 10 geplaatst, maar in de praktijk bleek deze verwijzing vaak verouderd. De website van de Belgische autoriteiten geeft de actuele stand van zaken weer.
Met de aanpassing in artikel I, onderdeel F, onder 1, is met betrekking tot het verbod op het vissen op mosselen, zeesterren en oesters dezelfde periode gehanteerd als voor het verbod om onder andere schelpdieren te rapen (artikel 18, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling visserij). Dit maakt de regelgeving meer coherent en de handhaving eenvoudiger.
Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling visserij is het verboden om te vissen op mosselen, zeesterren en oesters op zaterdagen en zondagen en algemeen erkende christelijke feestdagen. Omdat in de praktijk in alle gevallen op aanvraag standaard ontheffing wordt verleend van dit verbod, kan dit onderdeel vervallen.
In bijlage 1 bij de Uitvoeringsregeling visserij zijn soorten vissen, schaal- en schelpdieren opgenomen die inmiddels in meer of mindere mate in de binnenwateren en soms in de kustwateren terecht zijn gekomen en daar regelmatig in de visserij (beroepsmatig of sportvisserij) worden (bij)gevangen. Deze soorten vallen hierdoor onder de werking van de Visserijwet 1963, zodat regels kunnen worden gesteld ten aanzien van vangst en uitzet van deze soorten.
Aan deze soorten zijn nieuwe soorten toegevoegd. Het betreffen alle nieuw in de Nederlandse wateren binnengekomen soorten.
In de categorie Vissen zijn dit: de Deense houting, de houting, de Kesslers grondel, de Marmergrondel, de Naakte grondel, de Pontische stroomgrondel, de Tweevlak grondel en de Zwartebekgrondel. Voor de houting geldt dat deze in verschillende Nederlandse wateren in toenemende mate in de visserij wordt aangetroffen. Dit betreft de oorspronkelijk in Nederland voorkomende houting (Coregonus oxyrinchus), maar daarnaast mogelijk ook, als gevolg van herintroductie, de hiervan zeer lastig te onderscheiden Deense houting (Coregonus maraena). Omdat dit een zeldzame vissoort betreft (Coregonus oxyrinchus), dan wel een zeer lastig hiervan te onderscheiden soort die voor herintroductie wordt gebruikt (Coregonus maraena), is gelijktijdig met opname in bijlage 1 tevens een jaarronde terugzetverplichting voor beide soorten in artikel 5c van de Uitvoeringregeling visserij opgenomen (zie toelichting bij artikel I, onderdeel C). Hiermee is erin voorzien dat bijgevangen exemplaren van beide soorten in alle gevallen na vangst weer teruggezet dienen te worden in hetzelfde water.
Aan de categorie Schaaldieren zijn het twee soorten toegevoegd: de Australische roodklauwkreeft en de steenkreeft.
Aan de categorie Schelpdieren is de Filipijnse tapijtschelp toegevoegd.
Tot slot is een verschrijving gecorrigeerd in de naam van de Kleine marene.
Bijlage 8 bij de Uitvoeringsregeling visserij bevat de gebieden in het IJsselmeer waarin het verboden is te vissen met de schietfuik binnenvisserij. In onderdeel e van bijlage 8 wordt dit verbod voor de Gouwzee geregeld. In een nieuw onderdeel f wordt dit verbod voor de havens in het IJsselmeer dat nu al op grond van onderdeel e geldt, losgekoppeld van onderdeel e en nader afgebakend.
Vanwege de opname van de dynamische verwijzing in artikel 38, vijfde lid, van de Uitvoeringsregeling visserij (artikel I, onderdeel E) kan bijlage 10 van die regeling vervallen.
In bijlage 16 is een verschrijving verbeterd.
De sloop van de Roggebotsluis maakt een nieuwe definiëring van de afbakening van het Vossemeer noodzakelijk. De nieuwe definiëring zorgt voor een correcte afbakening van het water waar het verboden is om te vissen op aal en wolhandkrab in bijlage 16 van de Uitvoeringsregeling visserij.
Al zeer geruime tijd heeft geen aanpassing (indexatie) van de tarieven van de Kamer voor de Binnenvisserij meer plaatsgevonden. De laatste aanpassing van de bedragen dateert uit 2002, waarbij bedragen in guldens zijn omgezet naar corresponderende eurobedragen. Indexatie van de tarieven op reguliere basis vindt plaats om effecten van inflatie en loonstijgingen in de tarieven te verwerken.
Met de in deze regeling vastgestelde aanpassing van de bedragen is een actualisatie van zowel de normgrenzen van de drie categorieën van prijzen van de huurovereenkomsten, als van de tarieven voor handelingen van de Kamer voor de Binnenvisserij doorgevoerd. De bedragen voor de normgrenzen zijn daarbij verhoogd naar ronde bedragen. De tarieven zijn eveneens verhoogd naar ronde bedragen, waarbij het achterwege blijven van indexatie over de afgelopen jaren deels is verdisconteerd in een stijging van de tarieven. Hiertoe zijn de artikelen 1 en 2a van de Regeling tarieven Kamer voor de Binnenvisserij en geldsom visakten gewijzigd.
De verwijzingen in de artikelen 4a, 4b en 6 van de Regeling tarieven Kamer voor de Binnenvisserij en geldsom visakten naar een geldsom ter verkrijging van de visakte, en daarmee paragraaf 2 van de regeling, kunnen vervallen. Artikel 10 van de Visserijwet 1963 waarin de visakte was geregeld, is per 1 januari 2013 vervallen. Per abuis zijn de verwijzingen naar artikel 10 van de Visserijwet 1963 blijven staan in de artikelen 4a en 4b van de Regeling tarieven Kamer voor de Binnenvisserij en geldsom visakten. Daarmee is ook ‘en geldsom visakten’ ten onrechte onderdeel blijven uitmaken van de citeertitel van de genoemde regeling. In artikel II, onderdelen C, D en E, van deze regeling is deze omissie hersteld.
Artikel I en artikel II, onderdelen C, D en E, van deze regeling treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst. Hierbij wordt afgeweken van het beleid met betrekking tot de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijnen. Dit is gerechtvaardigd omdat de wijzigingen in artikel I en artikel II, onderdelen C, D en E, technisch van aard zijn. Deze correcties brengen daarom geen (grote) gevolgen met zich mee voor burgers, bedrijven of de uitvoering en kunnen worden beschouwd als reparaties. Daarmee is een uitzondering op de systematiek van vaste verandermomenten gerechtvaardigd ingevolge aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Ten aanzien van artikel II, onderdelen A en B, is wel aangesloten bij de vaste verandermomenten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Verordening (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PbEU 2023, L 28).
Hieronder worden niet (uitsluitend) verstaan vissersvaartuigen van de Unie, dat wil zeggen vissersvaartuigen die in de Europese Unie zijn geregistreerd. Voor de toepassing op de binnenwateren is registratie in de Europese Unie niet vereist.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-9339.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.