Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 7 maart 2023, nr. 4485565, houdende wijziging van de Regeling voorzieningen hondengeleiders politie

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 21 en 48 van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling voorzieningen hondengeleiders politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Voor de kosten ten behoeve van het verzorgen van een diensthond heeft de geleider aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming van € 118,48 netto per diensthond.

  • 2. Indien bij woon-werkverkeer gebruik wordt gemaakt van eigen vervoer voor het vervoeren van een diensthond, heeft de geleider aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming van € 65,– netto. Deze tegemoetkoming is bedoeld voor het schoonmaken van de eigen auto.

  • 3. De tegemoetkoming, genoemd in het tweede lid, wordt toegekend op declaratiebasis en geldt niet per diensthond, maar is gekoppeld aan de eigen auto.

  • 4. Geleiders aan wie permanent een dienstauto ter beschikking is gesteld, komen niet in aanmerking voor de tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. Voor de permanente verantwoordelijkheid voor de diensthond heeft de geleider aanspraak op een maandelijkse compensatie van € 402,50.

  • 2. De compensatie heeft geen betrekking op de noodzakelijke verzorging van de diensthond binnen werktijd.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, en de compensatie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden jaarlijks per 1 juli van elk kalenderjaar gewijzigd overeenkomstig de door het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex.

D

In artikel 6, wordt ‘artikel 6, onder a’ vervangen door ‘artikel 5, onder a’.

E

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

F

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. De geleider die op grond van artikel 3, derde lid, zoals dat artikel luidde voor 1 maart 2023, achttien uren compensatie in tijd per maand krijgt zal deze blijven ontvangen, tenzij hij vóór 1 maart 2023 schriftelijk kenbaar heeft gemaakt alsnog compensatie in geld te willen.

  • 2. Op geleiders die niet voor de in het eerste lid gestelde datum voor compensatie in geld, als bedoeld in het eerste lid, hebben gekozen, blijft artikel 3, derde lid, zoals dat luidde voor 1 maart 2023, van toepassing.

G

Artikel 14 komt te vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

In deze ministeriële regeling worden wijzigingen doorgevoerd ter formalisering van de overeenstemming die hierover is bereikt met de politievakorganisaties tijdens het Centraal Georganiseerd Overleg Politie-ambtenarenzaken (CGOP) d.d. 1 december 2022.

Na een evaluatie van de regeling in 2019 is in het Arbeidsvoorwaardenakkoord sector politie 2021, als onderdeel van de afspraken over beloning, voor de hondengeleiders afgesproken dat een afzonderlijk traject wordt ingezet. In dat traject zijn onder meer de vergoedingen bij de politie vergeleken met de vergoedingen bij andere organisaties, zoals de Douane en de Koninklijke Marechaussee. Dit heeft geleid tot een wijziging van de bruto compensatie voor de permanente verantwoordelijkheid van de hond en tot invoering van een netto tegemoetkoming voor het schoonmaken van de eigen auto van de geleider.

Naast de overeengekomen inhoudelijke wijzigingen, is de regeling in afstemming met de vakorganisaties geactualiseerd.

Artikel 2 Kosten verzorging per hond

Hondengeleiders die niet permanent kunnen beschikken over een dienstauto dienen gebruik te maken van hun eigen auto voor het vervoer van de hond(en) naar het werk of het oefenterrein. Dit gebruik van de eigen auto vereist dat de auto wekelijks grondig schoongemaakt en onderhouden moet worden, zodat de auto schoon en fris is ten behoeve van het reguliere privégebruik van de auto. Vanaf 1 maart 2023 komt de hondengeleider die gebruik maakt van de eigen auto in aanmerking voor € 65,– als tegemoetkoming voor de gemaakte schoonmaak-/onderhoudskosten van deze auto. De hondengeleider kan deze tegemoetkoming declareren op de door het korps voorgeschreven wijze. Deze nieuwe tegemoetkoming is niet gekoppeld aan de diensthond, maar is gekoppeld aan de privéauto van de hondengeleider. De hondengeleider aan wie een dienstauto ter beschikking is gesteld komt niet aanmerking voor deze tegemoetkoming.

Artikel 3 compensatie permanente verantwoordelijkheid van een diensthond

Sinds 1 januari 2019 geldt dat voor nieuwe hondengeleiders de compensatie voor de permanente verantwoordelijkheid enkel nog plaatsvindt in geld. De hondengeleiders die werden gecompenseerd in tijd hebben eenmalig de mogelijkheid gehad deze compensatie in tijd om te laten zetten naar een compensatie in geld.

De compensatie in geld wordt per 1 maart 2023 gewijzigd naar € 402,50 bruto. Daarmee komt de vergoeding op een niveau dat recht doet aan de belasting in tijd die de hondengeleider buiten werktijd besteedt aan de verzorging van de hond.

Artikelen 6, 7, 13 en 14

In artikel 6 wordt een onjuiste verwijzing naar een bepaling gecorrigeerd.

In artikel 7 wordt het eerste lid, sub a geschrapt. Zolang de geleider de verantwoordelijkheid voor de diensthond heeft, wordt de geleider niet gekort tijdens vakanties. Ook niet als de diensthond tijdens deze vakanties tijdelijk elders wordt verzorgd. Artikel 13 betreft een overgangsbepaling. Geleiders die destijds in het kader van overgangsbeleid, ingegaan per 1 januari 2019, hebben gekozen voor compensatie in tijd, hebben eenmalig de mogelijkheid gekregen voor 1 maart 2023 te kiezen voor compensatie in geld. Het betreft uitvoering van een reeds gemaakte en gecommuniceerde afspraak. De gemaakte keuze heeft werking vanaf 1 maart 2023 en heeft niet tot gevolg dat over de periode vanaf 1 januari 2019 tot aan die datum alsnog compensatie in geld wordt uitgereikt. De compensatie in tijd bedraagt 18 uur per maand. Deze uren worden door het bevoegd gezag ingeroosterd.

Artikel 14 komt te vervallen, omdat het overgangsrecht betrof, waarvan de periode is verstreken.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven