Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van codebesluit van 9 maart 2023, kenmerk ACM/UIT/588857, tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet betreffende intrekking- en opschortingsbepalingen voor de erkenning van programmaverantwoordelijken

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 12f, eerste, lid van de Gaswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Transportcode gas LNB wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3.3.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de eerste zin wordt ‘zal een erkenning slechts intrekken’ vervangen door ‘trekt een erkenning slechts in’.

2. In de vierde zin wordt na ‘Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft besloten de erkenning van de programmaverantwoordelijke in te trekken’ toegevoegd ‘en deze intrekking is niet op het verzoek van de erkende programmaverantwoordelijke zelf,’.

3. In de vierde zin wordt na ‘meldt hij dat aan de Autoriteit Consument en Markt’ toegevoegd ‘en informeert hij de overige erkende programmaverantwoordelijken hierover’.

4. Er wordt een vijfde zin toegevoegd luidende: ‘De erkende programmaverantwoordelijke wiens erkenning is ingetrokken of waarvan de intrekking van de erkenning is opgeschort zoals bedoeld in artikel 3.3.4.1 wordt hierna de wegvallende erkende programmaverantwoordelijke genoemd.’.

B

Artikel 3.3.4.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de eerste zin wordt na ‘Transportcode’ toegevoegd ‘gas LNB’.

2. Aan het einde van de eerste zin wordt toegevoegd ‘of voor ten hoogste 25 werkdagen indien de situatie als bedoeld in artikel 3.3.7 van toepassing is’.

3. De tweede en derde zin komen te vervallen.

C

Artikel 3.3.4.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan het begin van het artikel wordt toegevoegd: ‘Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet besluit om conform artikel 3 3.4.1 de intrekking van de erkenning op te schorten kan hij, na overleg met de Autoriteit Consument en Markt, aan de programmaverantwoordelijke aanbieden, voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is, om geheel of gedeeltelijk garant te staan voor de aan deze opschorting gerelateerde kosten of verplichtingen.’

2. In de tweede zin wordt ‘Onder kosten in de zin van 3.3.4.1 wordt verstaan de eventuele kosten’ vervangen door ‘Deze kunnen onder meer bestaan uit de eventuele kosten of verplichtingen.’.

D

Na artikel 3.3.4.3 worden zeven nieuwe artikelen toegevoegd, luidend:

3.3.4.4

Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet besluit tot intrekking van de erkenning en over te gaan tot een verdeling als bedoeld in artikel 3.3.5.1, eerste lid, onderdelen b en e, worden individuele verzoeken tot overdracht van de programmaverantwoordelijkheid van de wegvallende erkende programmaverantwoordelijke naar een andere erkende programmaverantwoordelijke geweigerd.

3.3.4.5

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet informeert na een besluit tot opschorting van de intrekking van de erkenning van een erkende programmaverantwoordelijke de overige erkende programmaverantwoordelijken, de Autoriteit Consument en Markt en, indien het een erkenning LB betreft, de regionale netbeheerders daarover.

Indien de wegvallende erkende programmaverantwoordelijke programmaverantwoordelijkheid draagt voor een aansluiting op het landelijk gastransportnet, informeert de netbeheerder van het landelijk gastransportnet tevens de betreffende aangeslotene.

3.3.4.6

Een besluit van de netbeheerder van het landelijk gastranssportnet om de intrekking van de erkenning van een erkende programmaverantwoordelijke op te schorten, wordt in de in artikel 3.3.3. bedoelde lijst met erkende programmaverantwoordelijken van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet verwerkt.

3.3.4.7

Onverminderd het bepaalde in artikel 3.3.5.1, vijfde lid, bevat de informatieverstrekking aan de regionale netbeheerders en aangeslotenen als bedoeld in artikel 3.3.4.5 ook de voorziene reactietermijn voor de in artikel 3.3.5.1, eerste lid, onderdelen a, c en d, bedoelde kennisgeving.

3.3.4.8

De betrokken regionale netbeheerders communiceren de informatie als bedoeld in artikelen 3.3.4.5 en 3.3.4.7 onverwijld aan:

  • a. de leveranciers van de grootverbruikers voor wie de wegvallende erkende programmaverantwoordelijke programmaverantwoordelijkheid draagt, voor zo ver de leverancier door de grootverbruiker is gemachtigd om de programmaverantwoordelijkheid voor de aansluiting van die grootverbruikers te regelen;

  • b. de grootverbruikers voor wie de wegvallende erkende programmaverantwoordelijke programmaverantwoordelijkheid draagt, indien geen sprake is van machtiging door de grootverbruiker aan een leverancier voor het regelen van de programmaverantwoordelijkheid:

  • c. de vergunninghouders die de programmaverantwoordelijkheid voor aansluitingen van kleinverbruikers aan de wegvallende erkende programmaverantwoordelijke hebben overgedragen.

3.3.4.9

Behoudens de kosten uit artikel 3.3.4.10 zullen de nog niet op de erkende programmaverantwoordelijke verhaalde kosten als gevolg van het verstrekken van een garantie als bedoeld in artikel 3.3.4.2. in kalenderjaar t+2 in de tarieven worden verwerkt. De Autoriteit Consument en Markt neemt hiertoe deze kosten op in het in artikel 82, vijfde lid, van de Gaswet bedoelde besluit. Eventuele ontvangsten zullen in het eerstvolgende besluit zoals bedoeld in artikel 82, vijfde lid, van de Gaswet, in mindering op de tarieven worden gebracht.

3.3.4.10

De balanceringskosten, zoals bedoeld in NC-BAL, van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet die aan een erkende programmaverantwoordelijke zijn toegewezen, maar door wanbetaling niet zijn verhaald, worden conform artikel 4.1.8, tweede lid, onderdeel d, verrekend in de neutraliteitsheffing.

E

De titel van paragraaf 3.3.5 komt te luiden: ‘Opdeling van programmaverantwoordelijkheid voor groot- en kleinverbruikers en producenten bij intrekking van de erkenning’.

F

Artikel 3.3.5.1 komt te luiden:

  • 1. Als de netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft besloten om op grond van artikel 3.3.4.1 de intrekking van de erkenning van een erkende programmaverantwoordelijke op te schorten, wordt de programmaverantwoordelijkheid over de erkende programmaverantwoordelijken als volgt verdeeld:

    • a. de programmaverantwoordelijkheid voor kleinverbruikers die de vergunninghouder aan de wegvallende erkende programmaverantwoordelijke, heeft overgedragen: aan de erkende programmaverantwoordelijke die de vergunninghouder onverwijld aan de netbeheerder van de betreffende kleinverbruikers opgeeft;

    • b. de programmaverantwoordelijkheid voor kleinverbruikers waarvoor de in sub a bedoelde vergunninghouder niet tijdig de nieuwe erkende programmaverantwoordelijke heeft opgegeven: aan de erkende programmaverantwoordelijken van kleinverbruikers naar rato van het aantal kleinverbruikers waarvoor een erkende programmaverantwoordelijke programmaverantwoordelijkheid draagt. De verdeling wordt uitgedrukt in procenten, waarbij wordt afgerond op tienden van procenten, waarbij een minimum van vijf nieuwe aansluitingen van kleinverbruikers per erkende programmaverantwoordelijke geldt.

    • c. de programmaverantwoordelijkheid voor grootverbruikers waarvoor de leverancier, daartoe bepaaldelijk gemachtigd door de grootverbruiker, de programmaverantwoordelijkheid heeft geregeld: aan de erkende programmaverantwoordelijke die de leverancier onverwijld aan de netbeheerder van de betreffende grootverbruikers opgeeft;

    • d. de programmaverantwoordelijkheid voor grootverbruikers en producenten die zelf een erkende programmaverantwoordelijke aanwijzen: aan de erkende programmaverantwoordelijke die de grootverbruiker of producent onverwijld aan diens netbeheerder opgeeft;

    • e. de programmaverantwoordelijkheid voor grootverbruikers waarvoor de in sub c bedoelde leverancier en/of de in sub d bedoelde grootverbruiker of producent niet tijdig de nieuwe erkende programmaverantwoordelijke heeft doorgegeven en:

      • de grootverbruiker een direct aangeslotene is: aan erkende programmaverantwoordelijken naar rato van de gecontracteerde exitcapaciteit voor direct aangeslotenen;

      • de producent rechtstreeks of via een gasproductienet op het landelijk gastransportnet invoedt: aan erkende programmaverantwoordelijken naar rato van de gecontracteerde entrycapaciteit voor producenten die rechtstreeks of via een gasproductienet op het landelijk gastransportnet invoeden.

      • de grootverbruiker of producent is aangesloten op een regionaal gastransportnetwerk: aan erkende programmaverantwoordelijken met licentie LB naar rato van exitcapaciteit voor grootverbruikers zoals vastgesteld op basis van artikel 2.1.2d en 2.1.2e, respectievelijk naar rato van programmaverantwoordelijkheid voor op de regionale transportnetten ingevoed gas.

    De verdeling wordt uitgedrukt in procenten, waarbij wordt afgerond op tienden van procenten en waarbij in beginsel geldt dat er per aansluiting één nieuwe erkende programmaverantwoordelijke wordt aangewezen. Bij verdeling van grootverbruikers en producenten met een substantiële hoeveelheid gecontracteerde capaciteit kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet vooraf in contact treden met de betrokken erkende programmaverantwoordelijke(n) ten aanzien van het aanpassen van de verdeling.

  • 2. De erkende programmaverantwoordelijken die op grond van sub b en/of sub e van het eerste lid programmaverantwoordelijkheid toegewezen hebben gekregen, informeren zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de verdeling de betrokken grootverbruikers, de betrokken producenten, en de vergunninghouder van de betrokken kleinverbruikers, over deze toewijzing, de bij hen geldende voorwaarden en de opzegmogelijkheden.

  • 3. Indien de programmaverantwoordelijkheid van klein- of grootverbruikers of van producenten als gevolg van het intrekken van erkenning van de erkende programmaverantwoordelijke wordt verdeeld op grond van sub b of sub e van de eerste lid, zorgt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ervoor dat de verdeling van programmaverantwoordelijkheid binnen één werkdag in zijn aansluitingenregister wordt verwerkt en verzoekt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de betrokken regionale netbeheerders deze verdeling binnen één werkdag in hun aansluitingenregister te verwerken.

  • 4. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet op grond van artikel 3 3.2 besluit tot onmiddellijke intrekking van een erkenning dan wordt de programmaverantwoordelijkheid verdeeld conform het bepaalde in artikel 3.3.5.1, eerste lid, onderdelen b en e.

  • 5. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft het recht om te allen tijde een opschortingsperiode van de intrekking van de erkenning voortijdig te beëindigen en over te gaan tot onmiddellijke intrekking van de erkenning. De programmaverantwoordelijkheid wordt verdeeld conform het bepaalde in artikel 3.3.5.1, eerste lid, onderdelen b en e.

G

In artikel 3.3.5.2 wordt na ‘De grootverbruiker’ toegevoegd ‘of producent’.

H

In artikel 3.3.5.4 wordt ‘In de in 3.3.5.1’ vervangen door ‘In de in artikel 3.3.5.1, eerste lid, sub b en sub e,’.

ARTIKEL II

De Takencode gas LNB wordt gewijzigd als volgt:

I

In artikel 2.2.2. vervallen de tweede en derde zin.

J

Na artikel 2.2.2d wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

2.2.2e

De verdeling van het bestand van kleinverbruikers als bedoeld in artikel 3, zesde lid, van het Besluit Leveringszekerheid Gaswet, wordt uitgedrukt in procenten waarbij wordt afgerond op tienden van procenten waarbij, tenzij de Autoriteit Consument en Markt anders beslist, een minimum van vijf aansluitingen per vergunninghouder geldt. Zodra de wijze van verdeling bekend is meldt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet deze aan de regionale netbeheerders.

ARTIKEL III

De Netcode Elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

K

Artikel 10.10, tweede lid, komt te luiden:

Wanneer de erkenning van een BRP is ingetrokken of de intrekking van de erkenning is opgeschort, stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de andere netbeheerders en BRP’s daarvan onverwijld in kennis en verwerkt hij dit in het BRP-register voor de desbetreffende BRP.

L

Artikel 11.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid, wordt na ‘BRP’s,’ toegevoegd ‘leveranciers, meetverantwoordelijken’.

2. Aan het tweede lid wordt na ‘intrekking,’ toegevoegd ‘inclusief geldende reactietermijnen’.

3. Aan het tweede lid wordt een onderdeel toegevoegd na onderdeel c luidende: ‘d. de betreffende meetverantwoordelijken.’.

4. Het vierde lid komt te luiden: ‘Indien het volgens artikel 11.2., eerste lid, tot opschorting van de intrekking van de erkenning van de betreffende BRP leidt, worden gedurende de opschorting alle individuele verzoeken tot overdracht van balanceringsverantwoordeliikheid naar de wegvallende BRP geweigerd.’

5. Het vijfde lid komt te luiden: ‘Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet besluit tot intrekking van de erkenning en over te gaan tot een verdeling als bedoeld in artikel 11.3, eerste lid, onderdelen c en d, worden individuele verzoeken tot overdracht van de balanceringsverantwoordeliikheid van de wegvallende BRP naar een andere BRP geweigerd.’

M

Aan artikel 11.3, vierde lid, wordt toegevoegd: ‘, waarbij een minimum van vijf aansluitingen voor kleinverbruikers geldt.’

N

Aan artikel 11.7, onderdeel c, wordt een tweede zin gevoegd, luidende: ‘Indien noodzakelijk wordt de garantie, als bedoeld in artikel 11.1, derde lid, verlengd, zodat deze samenloopt met de verlengde opschortingsperiode.’.

ARTIKEL VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 maart 2023

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

TOELICHTING

1 Samenvatting

  • 1. Met dit besluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM), op voorstel van de gezamenlijke netbeheerders, de bepalingen over de procedure bij het intrekken van erkenningen van programmaverantwoordelijken gas (PV) en balanceringsverantwoordelijken elektriciteit (BRP). De wijzigingen zien op het verbeteren en verduidelijken van de procedures bij de intrekking van een erkenning van een PV of BRP en een eventuele opschorting van deze intrekking. Dit zorgt voor meer duidelijkheid voor alle betrokken partijen over de te volgen procedure. Deze wijziging heeft ook tot doel lacunes in de codes voor gas en elektriciteit weg te nemen en de codes voor gas en elektriciteit verder te harmoniseren.

2 Aanleiding en gevolgde procedure

  • 2. De ACM stelt op grond van artikel 12f van de Gaswet en artikel 36 Elektriciteitswet 1998 regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel van Netbeheer Nederland dat de ACM op 4 november 2022 heeft ontvangen. Met dit voorstel wil Netbeheer Nederland de bepalingen over het intrekken van erkenningen van erkende programmaverantwoordelijken voor gas en de balanceringsverantwoordelijkheden voor elektriciteit wijzigen.

  • 3. Ter kennisgeving heeft de ACM het voorstel van Netbeheer Nederland op 2 december 2022 gepubliceerd op haar internetpagina.

  • 4. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aan de Europese Commissie aangeboden.

3 Inhoud van het codevoorstel

  • 5. De aanleiding voor deze codewijziging is de evaluatie tussen de landelijke netbeheerders en de ACM over de faillissementen van marktpartijen in de winter van 2021/2022 en de rol van de landelijke netbeheerders hierin. De landelijke netbeheerders hebben een rol rondom het (opschorten van het) intrekken van erkenningen van erkende programmaverantwoordelijken voor gas en balanceringsverantwoordelijken voor elektriciteit. Tijdens deze evaluatie kwam onder meer naar voren dat sommige bepalingen in de codes kunnen worden verduidelijkt, dat de codes van elektriciteit en gas beter op elkaar kunnen aansluiten en dat er lacunes in de codes zijn.

  • 6. De verbeterpunten die relatief eenvoudig met een codewijzing kunnen worden aangepast én die weinig tot geen impact hebben op andere marktpartijen dan de (landelijke) netbeheerders zijn in dit codewijzigingsvoorstel opgenomen. Het betreffen wijzigingen van de Transportcode gas LNB, de Takencode gas LNB en de Netcode Elektriciteit.

4 Beoordeling van het codevoorstel

4.1 Procedureel

  • 7. De ACM constateert dat het voorstel op 6 oktober 2022 in een overleg met representatieve organisaties is besproken. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg en de indieners hebben in het voorstel aangegeven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht. Naar het oordeel van de ACM voldoet het voorstel daarmee aan de vereisten bedoeld in artikel 12d van de Gaswet en artikel 33, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet.

4.2 Inhoudelijk

  • 8. De ACM is van mening dat het voorstel bijdraagt aan het verbeteren van het proces rondom het opschorten en intrekken van erkenningen van erkende programmaverantwoordelijken voor gas en balanceringsverantwoordelijken voor elektriciteit. Deze stap in het meer harmoniseren van de gas- en elektriciteitscodes vindt de ACM in het voordeel van marktpartijen aangezien een PV/BRP of leverancier vaak zowel de programmaverantwoordelijkheid voor gas als de balanceringsverantwoordelijkheid voor elektriciteit regelt of zowel gas als elektriciteit levert.

  • 9. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen die Netbeheer Nederland voorstelt, niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet en artikel 36, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998. Daarom wijzigt de ACM met dit besluit de Transportcode gas LNB, de Takencode gas LNB en de Netcode Elektriciteit overeenkomstig het voorstel van Netbeheer Nederland.

  • 10. De ACM heeft ambtshalve de grammatica, spelling en interpunctie in het codevoorstel waar nodig gecorrigeerd in het besluit. Daarnaast heeft de ACM ambtshalve enkele tekstuele aanpassingen gedaan om de codebepalingen te verduidelijken. Ook is er een kennelijke verschrijving in artikel 3.3.4.6 Transportcode gas LNB verholpen. In het voorstel werd verwezen naar een lijst uit artikel 3.3.2. In dat artikel staat geen lijst. Hier is overduidelijk artikel 3.3.3 bedoeld.

5 Artikelsgewijze toelichting

  • 11. In artikel 3.3.2 Transportcode gas LNB is aangepast dat de ACM niet meer door de netbeheerder van het landelijk gastransport, GTS, zal worden geïnformeerd indien een erkenning van een PV op eigen verzoek van de PV wordt ingetrokken door GTS. De intrekking kan immers enkel gebeuren indien de PV voor geen enkele aansluiting meer programmaverantwoordelijkheid draagt. Daardoor heeft in dat geval intrekking van de erkenning geen gevolgen meer voor marktpartijen. Indien de erkenning van een PV niet op eigen verzoek wordt ingetrokken door GTS, informeert GTS de ACM hier nog wel over. Nieuw is dat GTS ook de overige PV-partijen hierover dient te informeren.

  • 12. Om aan te sluiten bij de procedure voor kleinverbruikers uit het Besluit leveringszekerheid Gaswet wordt de maximale opschortingsperiode van de intrekking van de erkenning van een PV van 10 werkdagen gewijzigd in 25 werkdagen in artikel 3.3.4.1 Transportcode gas LNB. Dit is het geval als die PV ook een vergunninghouder is wiens vergunning op grond van het Besluit leveringszekerheid Gaswet is ingetrokken door de ACM. Hierdoor heeft GTS voldoende tijd voor het verdelen van de programmaverantwoordelijkheid van grootverbruikers indien het beter is te wachten op de verdeling van de kleinverbruikers. Voor dit laatstgenoemde proces geldt een termijn van 20 werkdagen.

  • 13. In artikel 3.3.4.2 Transportcode gas LNB wordt een deel van artikel 3.3.4.1 Transportcode gas LNB verplaatst zodat de bepalingen met betrekking tot een garantieverlening van GTS aan een PV, diens bewindvoerder en/of curator in één artikel staan.

  • 14. Artikel 3.3.4.4 tot en met artikel 3.3.4.10 Transportcode gas LNB zijn nieuw. Artikel 3.3.4.4 regelt dat er een zogenoemde switchblokkade van aansluitingen is op het moment dat GTS besluit tot intrekking van de erkenning van een PV en overgaat tot verdeling van aansluitingen waarvoor die PV programmaverantwoordelijkheid draagt. Dit betekent dat het tijdelijk niet mogelijk is voor een marktpartij om aan GTS te verzoeken om diens programmaverantwoordelijkheid door een andere PV te laten dragen dan de wegvallende PV wiens erkenning wordt ingetrokken. Aangezien de verdeling van klein- en grootverbruikers en producenten naar rato gaat, is het voor GTS van belang dat het aantal aansluitingen niet fluctueert tijdens dit proces. In artikel 11.2, vijfde lid, Netcode Elektriciteit wordt ditzelfde artikel gevoegd.

  • 15. Artikel 3.3.4.5 tot en met 3.3.4.8 Transportcode gas LNB gaan over de informatievoorziening door GTS en eventuele betrokken regionale netbeheerders over het proces waarbij GTS de erkenning van een PV intrekt met eventuele opschorting van deze intrekking. Hiermee wordt dit proces verduidelijkt zodat partijen beter weten waaraan zij toe zijn.

  • 16. Artikel 3.3.4.9 en 3.3.4.10 van de Transportcode gas LNB verduidelijken hoe er met de kosten van de wegvallende PV wordt moet worden omgegaan. Artikel 3.3.4.9 verduidelijkt dat GTS de mogelijkheid heeft om de kosten als gevolg van het verstrekken van een garantie aan de PV door GTS via de transporttarieven in het tweede jaar na het jaar waarop de kosten zijn gemaakt worden verhaald op de marktpartijen. De ACM acht dit redelijk aangezien GTS deze taak vervult in het belang van het goed functioneren van de energiemarkt en leveringszekerheid. Artikel 3.3.4.10 verduidelijkt dat GTS in de neutraliteitsheffing de kosten kan opnemen die GTS maakt vanwege onbalans van de wegvallende PV. Artikel 3.3.4.10 creëert geen nieuwe grondslag voor kosten die in de neutraliteitsheffing kunnen worden opgenomen, maar het gaat om een verduidelijking van de al bestaande regels van artikel 4.1.8, tweede lid, onderdeel d, van de Transportcode gas LNB en Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie van 26 maart 2014 tot vaststelling van een netcode inzake gasbalancering van transmissienetten (NC BAL).

  • 17. Energie Nederland heeft tijdens het overleg met representatieve organisaties op 6 oktober 2022 een alternatief voorstel gedaan voor artikel 3.3.4.10 van de Transportcode gas LNB. Het voorstel is om enkel onbalanskosten mee te laten gaan in de neutraliteitsheffing als GTS al het mogelijke heeft gedaan om onnodig opgelopen onbalanskosten te voorkomen en door de ACM is getoetst dat deze onbalanskosten van GTS niet op de PV kunnen worden verhaald door wanbetaling. Netbeheer Nederland heeft dit voorstel niet overgenomen, omdat zij eerst de beslissing op bezwaar tegen het besluit tot afwijzing van het handhavingsverzoek over de neutraliteitsheffing van 2021 wilde afwachten. Daarnaast gaf Netbeheer Nederland aan dat zij het geen goed idee vindt om het toetsingskader van de ACM ten aanzien van de neutraliteitsheffing aan te passen naar aanleiding van dit codewijzigingsvoorstel. Dit voorstel ziet namelijk enkel op een mogelijk onderdeel van de neutraliteitsheffing meent Netbeheer Nederland. Een eventueel overleg ten aanzien van het toetsingskader zou wat haar betreft breder geadresseerd moeten worden.

  • 18. De ACM heeft geen verplichting een bepaling op te nemen in de Transportcode gas LNB dat een verlies niet (volledig) bij de netgebruikers in rekening kan en mag worden gebracht indien het verlies mede een gevolg is van het handelen dan wel nalaten van GTS. Wel moet GTS op grond van artikel 4.1.8 van de Transportcode gas LNB de voorgenomen neutraliteitsheffing aan de ACM toezenden. De ACM kan op grond van artikel 19 van de Gaswet toetsen of GTS de noodzakelijke maatregelen heeft getroffen. Deze toets achteraf stelt de ACM in staat om toezicht te houden. Het College van Beroep voor Bedrijfsleven bevestigde deze lijn in zijn uitspraak van 12 oktober 2021, ECLI:NL:CBB:2021:933. Verder heeft de ACM op 23 november 2022 de voornoemde beslissing op bezwaar genomen en de ingediende bezwaren ongegrond verklaard. Na heroverweging concludeert de ACM dat er geen sprake was van een overtreding door GTS. Er is niet gebleken dat GTS de contractvereisten en maatregelen die golden ten tijde van de gemaakte onbalanskosten die in de neutraliteitsheffing vielen (waartegen bezwaar was gemaakt) niet naar behoren heeft uitgevoerd. De inzet van handhavingsinstrumenten is daarom niet aan de orde. Om bovenstaande redenen neemt de ACM het voorstel van Energie Nederland voor artikel 3.3.4.10 niet over in een wijzigingsopdracht voor Netbeheer Nederland.

  • 19. Artikel 3.3.5.1 van de Transportcode gas LNB regelt de verdeling van de programmaverantwoordelijkheid voor groot- en kleinverbruikers en voor producenten die op het regionale en landelijke transportnet gas invoeden. Deze producenten zijn nieuw toegevoegd, omdat de Transportcode gas LNB hiervoor geen procedure bood. Artikel 3.3.5.1, eerste lid, onder e maakt duidelijk dat er in beginsel slechts één PV wordt toegewezen aan een aansluiting. Hiervan kan worden afgeweken in uitzonderlijke gevallen. Zo kunnen bijvoorbeeld bij gasproductiepunten meerdere PV-partijen betrokken zijn. Verder wordt er in dit artikel verduidelijkt dat enkel bij een opschorting van een erkenning van een PV de mogelijkheid geboden wordt een nieuwe PV door te geven. GTS kan te allen tijde overgaan tot het intrekken van de erkenning tijdens de opschortingsperiode van een erkenning. Het kan zijn dat gewijzigde (markt)omstandigheden of het schenden van de voorwaarden uit artikel 3.3.4.1 van de Transportcode gas LNB door de PV hiertoe aanleiding geven.

  • 20. In het geval van een intrekking van de erkenning per direct door GTS is er geen tijd voor marktpartijen om een nieuwe PV door te geven. Indien GTS hiertoe overgaat zal GTS de programmaverantwoordelijkheid van de wegvallende PV naar rato restverdelen waarbij een nieuwe drempelwaarde van minimaal vijf aansluitingen voor kleinverbruikers wordt toegevoegd. Indien een PV bij een pro rata verdeling minder dan vijf aansluitingen van kleinverbruikers toegewezen zou krijgen, krijgt deze partij dus geen enkele aansluiting van kleinverbruikers meer toegewezen. Hierdoor kunnen meer kleinverbruikers dezelfde leverancier voor elektriciteit én gas toegewezen krijgen. Ook wordt hiermee voorkomen dat marktpartijen voor enkele kleinverbruikers de bijzondere procedure voor een restverdeling moeten volgen. Hiermee wordt verwacht dat de ontvangende leveranciers meer aandacht kunnen geven aan de kleinverbruikers die restverdeeld zijn. In artikel 11.3, vierde lid, Netcode Elektriciteit wordt ditzelfde artikel gevoegd en deze wijziging staat ook in het nieuw artikel 2.2.2e Takencode gas LNB.

  • 21. Verder wordt in de Takencode gas LNB artikel 2.2.2 gewijzigd en artikel 2.2.2e toegevoegd. In artikel 2.2.2. is de bepaling verwijderd dat GTS tegelijk bij het informeren van de regionale netbeheerders over het besluit van de ACM dat een leveringsvergunning wordt ingetrokken, de wijze van restverdeling meedeelt. De restverdeling van de kleinverbruikers komt immers pas aan het einde van de vensterperiode aan de orde. Daarom wordt de wijze van restverdeling pas meegedeeld door GTS aan de regionale netbeheerders zodra de wijze van verdeling bekend is.

  • 22. Artikel 10.10, tweede lid, en artikel 11.2, vierde lid, van de Netcode Elektriciteit worden gewijzigd op dezelfde manier als de in dit besluit gewijzigde Transportcode gas LNB. In deze artikelen wordt bepaald dat de opschorting van een erkenning van een BRP ook wordt verwerkt in het BRP-register en dat de switchblokkade naar een wegvallende BRP ook tijdens de opschortingsperiode zal gelden. In artikel 11.2, eerste en tweede lid, van de Netcode Elektriciteit ontbrak de verwijzing naar de geldende reactietermijnen voor partijen tijdens de intrekkingsprocedure van een erkenning van een BRP en de eventuele opschorting daarvan. Ook ontbraken de meetverantwoordelijken en leveranciers als partijen die geïnformeerd moeten worden over een intrekking van de erkenning van een BRP en de eventuele opschorting hiervan. Tot slot wordt in de Netcode Elektriciteit aangepast dat de landelijk netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet (TenneT) de periode van een garantie aan een BRP kan verlengen tot meer dan tien werkdagen indien dit noodzakelijk is bij een verlengde opschorting van de erkenning van een BRP in artikel 11.7 onderdeel c.

’s-Gravenhage, 9 maart 2023

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid

Naar boven