Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 16 februari 2023, nr. WJZ/ 26237230, tot wijziging van de Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet in verband met een technische wijziging

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Dienstenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

In de bijlage van de Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet wordt de rij:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Wet Kinderopvang

artikelen 1.45, 1.47, 1.49, 1.50, 1.51, 1.55 en 1.56

vervangen door:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Wet Kinderopvang

artikelen 1.45 en 1.47

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 februari 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

De reikwijdte van de Dienstenwet is geregeld in artikel 2 van die wet. Het bij of krachtens de Dienstenwet bepaalde is van toepassing op de eisen en vergunningstelsels met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verkeer van diensten die onder de reikwijdte van de dienstenrichtlijn1 vallen. Het tweede lid van artikel 2 van de Dienstenwet bepaalt dat dit in ieder geval geldt voor de eisen en vergunningstelsels die zijn opgenomen in de Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet. Hierdoor wordt zoveel mogelijk transparantie over de reikwijdte van de Dienstenwet geboden.

Bij het opnemen van artikelen uit de Wet Kinderopvang van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de reikwijdtelijst zijn per abuis een aantal artikelen opgenomen die geen eisen of vergunningstelsels bevatten. Met de onderhavige regeling worden deze verwijzingen uit de reikwijdtelijst gehaald.

2. Regeldruk

De wijziging van de Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet veroorzaakt geen wijzigingen in de administratieve lasten van de ondernemers omdat opneming in deze regeling geen materiële gevolgen heeft, maar slechts de kenbaarheid vergroot.

3. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat het hier om repartieregelgeving gaat.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEG L 376)

Naar boven